20 Overeenkomstig (ie voordracht wordt besloten deze te renvoyeeren naar Burg. en Wetli., ter beschikking. 10®. Adres van Dr. J. Knappert en andere ouders van leerlingen der Hoogere Burgerschoolverzoekende het door den leeraar Byvanck gevraagd ontslag vooralsnog niet te verleenen. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te behandelen bij het onder n°. 2 aan de orde gestelde onderwerp. 11®. Missive van Mr. C. Cock, daarbij aannemende de benoeming tot tijdelijk lid der Commissie van de strafverordeningen. Deze missive is van den volgenden inhoud «Leiden19 Maart 1878. De ondergeteekende heeft de eer de op hem uitgebrachte benoeming tot tijdelijk lid der Commissie tot het ontwerpen en herzien van de plaatselijke verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, aan te nemen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. C. Cock.' Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. 12®. Voorstel om Burg. en VVeth. te machtigen tot tijdelijke voorziening in de met 1 April a. s. vaceerende betrekking van praeceptor aan het Gym nasium en om te dien einde over de op de begrooting ter zake uitgetrok ken gelden te beschikken. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. IS®. Voorstel van de raadsleden Hartevelt, Van Hettinga Tromp en Van der Zweeptot wijziging van de jaarwedde der leeraren in de geschie denis en aardrijkskunde aan de gemeente instellingen voor hooger en mid delbaar onderwijs. Wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth., de Ver- eenigde Commissie van toezicht op de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs en de Commissie van Financiën. Nog wordt door den Voorzitter medegedeeld dat ingekomen is eene missive van de Commissie voor Volksbijeenkomsten, behelzende uitnoo- diging tot bijwoning der laatste bijeenkomst in dit seizoen. Deze missive is van den volgenden inhoud «Leiden, 20 Maart 1878. De Commissie voor Volksbijeenkomsten heeft de eer UEd. bij deze be leefdelijk uit te noodigen tot bijwoning der laatste bijeenkomst in dit seizoen op Maandag den 25 Maart a. s. 's avonds te half acht uren precies in de Stadszaal. Aan den Raad der gemeente De Commissie voornoemd Leiden, W. T. Weest, Voorzitter. A. P. M. VAN Oordt, Secretaris." Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Verzoek om ontslag van Mej. M. Kelder, als hulponderwijzeres aan de school n®. 1 voor onvermogenden. (Zie Ing. St. n°. 45.) Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth.wordt zonder hoof delijke stemming besloten aan mejuftrouw M. Kelder met ingang van 1 Mei een eervol ontslag uit hare betrekking te verleenen. De heer Van Heukelom had intusschen de vergadering verlaten. II. Verzoek om ontslag van W. G. C. Byvanckals leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 49.) De Voorzitter. Ik verzoek den Secretaris het zoo even ingekomen adres van de ouders der leerlingen van het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor te lezen. De Secretaris doet alsnu voorlezing van den volgenden brief: «Leiden, 19 Maart 1878. De ondergeteokenden, Ouders en Voogden van leerlingen van het Gym nasium en de Hoogere Burgerschool alhier, hebben met leedwezen uit de dagbladen vernomen, dat de heer Byvanck zijn ontslag als leeraar aan die beide inrichtingen van onderwijs heeft verzocht. Zij kunnen de rede nen die hem daartoe nopen niet beoordeelen maar stellen zijn onderwijs voor hunne kinderen en pupillen zoozeer op prijs, dat zij eene poging wenschen te beproevenof hij misschien voor die beide inrichtingen be houden kan blijven. Zij nemen daarom de vrijheid u te verzoeken het oevraagde ontslag nog niet te verleenen, maar Curatoren van liet Gymna sium' en de Commissie van Toezicht op de scholen voor middelbaar onder- wijs uit te noodigen eene poging in het werk te stellen, om den heer Byvanck op zijn genomen besluit te doen terugkomen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. 't Welk doende, enz. De Voorzitter. Omtrent de strekking van dit adres kan ik mededeelen dat bereids pogingen in dien geest zijn gedaan evenwel zonder gevolg. De heer Van Hettinga Tromp. Ik wensch voor te stellen de behan- delin" van dit punt te verdagen tot eene volgende vergadering, en wel naar aanleiding van het voorstel door drie raadsleden gedaan. Wij weten niet, mocht de meerderheid het aannemen, welken invloed dit voorstel zou kunnen hebben op de geheele beschouwing van den toestand. De heer Hartf.velt. Ik wensch alleen te zeggen dat ik het voorstel tot uitstel ten zeerste ondersteun. Indien het voorstel van de drie raads leden tot welke drie ik mede behoor, door den Baad wordt aangenomen, dan is ook ra. i. de gelegenheid gegeven om op de zaak terug te Komen. Eene verandering van de verordening, als door ons bedoeld, zou dus wellicht aanleidiug kunnen geveo tot eene schikking van de zijde van hem ot hen die daarbij het meest belang hebben. De gelijkstelling in tractement van de leeraren in de aardrijkskunde en geschiedenis met die van de leeraren in de wiskunde is m. i. gebiedend noodzakelijk gtworden door de onder vinding die wij bij oproeping hebben opgedaan en waarvan het besluit in Pebruari 11. genomende doorslaandste bewijzen heeft geleverd. Ook zal wordt ons voorstel aangenomen de verminking van de verordening vervallen. Eene spoedige behandeling van het voorstel acht ik hoogst wenschelijk. De heer Van Hettinga Tromp. Het voorstel is gedaan zonder adstructie der onderdeelen. Ik geloof dat wij eenvoudig den afloop van het voorstel moeten afwachten. Volgens mijne opinie is het beter thans niet in beschouwingen te treden en alleen te vragen of het uitstel verleend wordt of niet. Het voorstel van den heer Van Hettinga Tromp tot verdaging, in om vraag gebracht, wordt aangenomen met 17 tegen 4 stemmen. Tegen stemden: de heeren De Fremery, Librecht LezwijnDe Laat de Kanter en Scheltema. III. Voordracht tot het geven van ontslag aan J. Van Leeuwenals onderwijzer 2de klasse aan de jongensschool der 1ste klasse. (Zie Ing. St. no. 47.) De Voorzitter. Er is een adres van Van Leeuwen ingekomen. Het voorstel van Burgemeester en Wethoudersom adressant ontslag te verleenen uit zijne betrekking, in rondvraag gebracht, wordt met alge- meene stemmen aangenomen. IV. Voordracht tot aankoop van huizen ten behoeve van de Stedelijke Gasfabriek met suppletoiren staat van begrooting. (Zie Ing. St. no. 43.) De beer Scheltema. Een enkel woord, mijnheer de Voorzitter, wensch ik te zeggen, en wel om te verklaren dat, zoolang ik de zekerheid niet heb datufanneer er kapitaal van het Grootboek genomen en ia de Gasfabriek wordt gestoken zooals in de laatste jaren telkens heeft plaats gehad en nu weer met deze ƒ13000 wordt voorgesteld dat kapitaal ook als kapitaal in de Gasfabriek aanwezig blijftdoor de waarde-vermindering van hetgeen daarvoor in de Gasfabriek is verkregen aan te vullen uit de voor dedendie de exploitatie oplevert, zoodat dus de gemeente niet alleen rente trekt, maar ook het kapitaal zelf intact of aanwezig blijft, dat ik, zoolang ik de zekerheid daarvan niet heb tegen elke vermeerdering van het kapitaal in de Gasfabriek zal stemmen. Om die reden zal ik tegen de voordracht stemmen. In omvraag gebracht, wordt het voorstel van Burg. en Weth. met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren Cock en Scheltema. De heer Verster bad inmiddels de vergadering verlaten. V. Voordracht betrekkelijk de toelatings-examina tot het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. (Zie Ing. St. n°. 46.) De voorgestelde wijziging van Burg. en Weth.dat de admissie-examina voor de beide instellingen bovengenoemd dit jaar zullen plaats hebben onmiddellijk na afloop van den cursuswordt met algemeene stemmen aangenomen. Daarna wordt met 18 tegen 2 stemmen besloten dat curatoren van het Gymnasium de bevoegdheid zullen hebben om in buitengewone gevallen in den loop van den cursus, in overleg met den rector, leerlingen tot het Gymnasium toe te laten. Tegen stemden: de heeren Juta en Wilhelmy Damsté. De heer Goodsmit. Ik wensch nog te vragen of bij deze wijzigingen omtrent de toelatings-examina niet ook de aanmerking is gemaakt dat de Commissie van Toezicht het recht zou hebben candidaten zonder eenige beperking onherroepelijk voor een jaar af te wijzen. Ik meen in de Stukken iets daarvan gelezen te hebben. De heer De Eremery. Die bevoegdheid is nu gegeven. De heer Goudsmit. Dus het recht om voor een jaar af te wijzen. VI. Verzoek van De Heyder C®. om een plankijs te leggen aan de Zijl. (Zie Ing. St. n°. 48.) De heer Cock. Ik wensch eene inlichting te vragen. In het adres wordt duidelijk gesproken van «de Zijl" en in het rapport der Commissie van Fabricage staat «de Zijldijk". Derhalve is er geen quaestie van het Utrechtsch jaagpad; want «are daarvan sprake, dan zou ik, even als ik bij eene vorige gelegenheid deedafraden overeenkomstig het voorstel te beschikken. Er staat langs den Zijldijk en er kan dus niets anders bedoeld zijn dan de dijk loopende van Spanjaardsbrug tot aan of in de richting van de Kever. De Voorzitter. In de agenda wordt gesproken van de Zijldit is abusief. In omvraag «ebrachtwordt het voorstel, om de gevraagde vergunning te verleenen met algemeene stemmen aangenomen. De heer Driessen hield zich buiten stemming. VIL Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de begrooting dienst 1877, van het Stedelijk Werkhuis. (Zie Ing. St. n°. 50.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 10