2
31 December en van een recht van overboeking voor eens ten bedrage
van f 7.52s, onder de voorwaarden bij raadsbesluit van 1 October 1868
omschreven, als:
1#. dat, de vergunning is personeel, precario en tot wederopzeggens toe;
2°. dat voor het gebruiknadat tegen betaling van het gewone verboek-
recht van zeven gulden twee en vijftig en een halve centde overboeking
ten zijnen name heeft plaats gehad, door den gebruiker aan en ten behoeve
der gemeente jaarlijks wordt betaald eene recognitie van vijftien gulden
vijf centste voldoen vóór of op den laatsten December aanstaande voor
de eerste maal, en zulks zoolang de vergunning of het gebruik duurt;
3°. dat de vergunning dadelijk zal eindigen in de volgende gevallen:
a. bij wanbetaling of in gebreke blijven der voldoening van de verschul
digde recognitie.
wanneer de molen geheel of gedeeltelijk wordt afgebroken of geamoveerd
c. ingeval de bruiker komt te overlijden of de molen of verdere gebouwen
worden vervreemd of daarvan eigendoms-overgang plaats heeft;
d. wanneer de vergunning of het gebruik door gemeentebestuur wordt op
gezegd.
4°. dat bij het eindigen der vergunning of het ophouden van het ge
bruik der gronden, deze ter beschikking van de gemeente en van haar
bestuur terugkeeren en de molen of de huizingen binnen den door het
bestuur te bepalen tijd worden ontruimd en geamoveerdwordende het
bestuur voor zooveel noodig door den bruiker onherroepelijk gemachtigd,
om wanneer de amotie niet binnen den bepaalden tijd plaats heeftdie op
zijne kosten te doen bewerkstellingen.
5®. dat in het geval bij art. 31" c bedoeldde erfgenamen of nieuwe
verkrijgers het verzoek kunnen indienen tot het verkrijgen van eene nieuwe
vergunning, waarop alsdan zal worden besloten, zooals het gemeentebestuur
zal vermeenen te behooren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage, enz.
N®. 6. Leiden, 3 Januari 1878.
Onder overlegging van het adres van Mej. A. J. Verkerkgeboren Mu-
renbeeld te 's Gravenhage, daarbij vergunning vragende om de sloot, gele
gen langs haar perceel, Rustwijk genaamd, aan de Haagsche trekvaart on
der de gemeente Zoeterwoude, te mogen dempen, hebben wij de eer Uwe
Vergadering overeenkomstig het betrekkelijk rapport der Commissie van
Fabricage te raden, gunstig op dat adres te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mej. Verkerk, geboren C. Muren-
beeld, wonende Korte Houtstraat n°. 29, den Haag, dat zij als eigenaresse
van een perceelgenaamd Rustwijkgelegen op de Haagsche trekvaart te
Leidenlast en nadeel ondervindt van eene voor dat perceel loopende sloot.
Dat zij daarom meent, dat het zoowel in het algemeen belang als in dat
van haar, wenscbelijk is dat genoemde sloot gedempt wordt.
Dat zij voor die demping de vergunning van Uwen Raad behoeft.
Redenen waarom zij eerbiedig de vrijheid neemt zich tot Uwen Raad te
wenden met verzoek dat het haar vergund wordt genoemde sloot te doen
dempen.
'sHage, 26 November 1877. 't Welk doende enz.
Mej. A. J. Verkerk.
Leiden, 19 December 1877.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van A. J. Ver
kerk geb. Murenbeeldwonende te 's Gravenhagete berichten, dat bij
raadsbesluit van den 7den Juli dezes jaars aan W. B. A. Van Harteveld
vergunning is verleend, een gedeelte van de sloot vóór zijne woning aan
het Trekpad tusschen bet Haagsche veer en de Wouterenbrug te dempen
waarvan de helft aan de gemeente Leiden in eigendom behoort en dat der
halve geen bezwaar bestaat om die vergunning te verleenen aan de reques-
trante voor liet gedeelte dat loopt langs haar eigendom aldaar, onder de
gemeente Zoeterwoude gelegen, Rustwijk genaamd; mits zulks geschiedt na
verkregen toestemming van het Hoogheemraadschap van Rijnland, voor
hare rekening onder toezicht van den gemeente architect en de verkregen
grond van het gedeelte, dat eigendom der gemeente blijft, waarvan zonder
nadere vergunning geen gebruik mag worden gemaakt, met eene behoorlijke
rastering wordt afgescheiden.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz:
en Wethouders.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBiu
X