HAMDEUH TAN DU 6EHEEHTBBAAS TAN LUIDER.
INGEKÜJ1EN STUKIiEN
ter inzage van de leden nedergelegd.
N*. 1. Leiden, 28 December 1S77.
Ten aanzien van de in onze handen gestelde stukken betrekkelijk de
regeling der jaarwedden van het hulppersoneel van de lagere scholenheb
ben wij de eer U mede te deelen dat ook naar onze meening de behande
ling van het voorstel behoort te worden aangehoudenin afwachting van
eene gewijzigde wetgeving op het lager onderwijs, terwijl, aangezien de
begrooting voor dit jaar is vastgesteld en goedgekeurd, in geen geval aan
de ontworpen regeling reeds voor het jaar 1878 uitvoering zoude kun
nen worden gegeven.
Tegen de voorgestelde verbooging van de toelagen ten behoeve van de
kweekelingen hebben wij overigens geene bedenkingen j zulks is, ook
onzes inziens, noodig ten einde te gemoet te komen aan' het gebrek aan
kweekelingen, die, naar het oordeel van het schooltoezicht, uitnemende
diensten op de scholen bewijzen, en door eene verhooging van de toelage
zuilen allicht meerdere jongelieden uitgelokt «ordenom zich op het
onderwijs toe te leggenwaardoor ook het aantal sollicitanten voor onder
wijzersbetrekkingen alhier na eenigen tijd vermoedelijk eenigermate zal toene
men. Uit den aard der zaak kan thans nog niet worden opgegeven met
welk bedrag tengevolge van de voorgestelde verhooging (van 70 tot f 100
voor de scholen voor on- en minvermogenden en van 80 tot f 120 voor
de overige scholen), de uitgaven voor kweekelingen zullen moeten wor
den verhoogd. Het bij de verordening bepaald aantal plaatsen is nim
mer geheel bezet, en er blijft op dien grond dan ook van de ter zake
op de begrooting uitgetrokken gelden een niet onbelangrijk bedrag in den
regel beschikbaar. Bij verhooging van de toelage zal vermoedelijk het aan
tal kweekelingen toenemen en wellicht zullen de toegestane gelden blijken
onvoldoende te wezen, in welk geval, zooals door Burg. en Weth. wordt
opgemerkt, daarin door af- en overschrijving zal moeten worden voorzien.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie vari Financiënenz.
N®. JS. Leiden, 3 Januari 1877.
De heer J. A. Longepée verzoekt bij nevensgaand adres gecontinueerd te
mogen worden als stadsheelmeester. Onder overlegging der respectieve
adviezen der drie groote armbesturen dezer gemeente, hebben wij de eer
Uwe Vergadering te raden eene gunstige beschikking op bedoeld verzoek
schrift te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad te Leiden
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jean Adrien Longepee, stads
heelmeester, dat de tijd zijner benoeming als zoodanig met ultimo Januari
1878 verstreken ia; weshalve hij beleefd verzoekt wederom te worden her
benoemd.
Leiden, 17 December 1877. 't Welk doende,
J. A. Longepee.
Leiden, 27 December 1877.
Voldoende aan UEd.-Achtb. uitnoodiging van 17 December jl. n®. 2668
om te dienen van bericht en raadomtrent het verzoekschrift van den beer
J. A. Longepeeom continuatie in zijne betrekking als stadsheelmeester,
hebben Diakenen der Ned. Herv. Gemeente de eer UEd.Achtb. te berichten
dat bij genoemd college geen bezwaar is gemaakt de gevraagde continuatie
te verleenen.
Namens Diakenen voornoemd
Aan HH. Burgemeester en Wetbou- C. J. Corts, Voorz.
ders der gemeente Leiden. C. C. Tieleman Secr.
Leiden, 28 December 1877.
Voldoende aan UEd.Achtb. uitnoodiging van dato 17 December jl.
n°. 2668 om te dienen van bericht en raad op het daarbij copieëlijk over
gelegd verzoek van den heer J. A. Longepee, vragende om herbenoeming
zijner betrekking als stadsheelmeester, expireerende ultimo Januari 1878,
hebben Mm. Regenten van de R. K. armen alhier, bij deze de eer te be
richten
Dat bij het college geene bedenkingen tegen adressants verzoek bestaan
e,n mitsdien de inwilliging er van bij den Raad der gemeente aanbevelen.
Mm. Regenten voornoemd
Aan den Ileere Burgemeester De Voorzitter, L. J. A. Deseetine.
der gemeente Leiden. De SecretarisA. G. Hessels.
- Leiden, 24. December 1877.
Op Uwe apostille, dd. 17 dezer, n°. 2668, waarbij ons in afschrift is
toegezonden het verzoekschrift van den heer J. A. Longepee, om in zijne
betrekking van stadsheelmeester te worden gecontinueerd, adviseeren Arm-
verzorgers der Nederl. Israëlietische gemeente tot inwilliging van adressants
verzoek.
Armverzorgers der Nederl. Israël, gemeente,
Aan den Gemeenteraad J. E. Goudsmit, Voorzitter,
van Leiden. S. A. Andreson, Secretaris.
leg met den districts-schoolopziener en den betrokken hoofdonderwijzer en
bestaat uit: 1°. Wiileboord Willeboordsebe Schipper, en ter aanvulling
2". Nicolaas Pieter Jacobus Woensdregt en 3°. Gerrit Gesink. Wij nemen
mitsdien de vrijheid U uit te noodigen te willen overgaan tot eene be
noeming op eene jaarwedde van 700, terwijl wij tevens de eer hebben
U, onder raededeeling dat de eerst voorgetlragene reeds drie maanden aan
de bovengenoemde school werkzaam is, in overweging te geven bij zijne
eventueele benoeming te bepalendat deze gerekend zal moeten worden te
zijn ingegaan met 1 Januari 1878.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N®. 3. Leiden, 3 Januari 1878.
Wij bebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen eene voordracht
ter vervulling der vacature van onderwijzer 2de klasse aan de openbare
school u®. 1 voor minvermogenden. Deze voordracht is opgemaakt in over-
INO. 8TDKXBK 1878.
N®. 4. Leiden, 3 Januari 187S.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen een adres van
J. Van Zonneveld, daarbij vragende den eigendom van een hoekje gemeen
tegrond in de Brandewijnsteeg. Onder referte aan het hier ingevoegd rappor
der Commissie van Fabricagenemen wij de vrijheid U te adviseeren het
verzoek onder de in het rapport gestelde voorwaarden toe te staan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad van Leiden
Geeft met den meest verschuldigden eerbied te kennen Jobannes Van Zon
neveld winkelier wonende aan de Haarlemmerstraat.
Dat bet perceel gelegen in de Brandewijnsteeg n°. 8 aan hem in eigendom
toebehoorende om bouwvalligheid is afgekeurd.
Dat er naast het afgekeurde perceel zich bevindt een zoogenaamde ver
loren boek, groot plus minus een meter toebehoorende aan .'le gemeente
Leidenhetwelk hij wegens onreinheden, die daar worden nedcrgelegd gaarne
aan zijn nieuw te bouwen perceel wilden verheelen.
Reden waarom hij UEd.Achtbare beleefd verzoekt, hem dien grond in
eigendom af te staan.
't Welk doende,
Leiden, 6 December 1877. J- Van Zonneveld.
Leiden, 19 December 1877.
De Commissie van Fabricage heeft de eer te berichtendat bij het in
bare handen gesteld request van Johannes Van Zonneveld de eigendom
wordt gevraagd van een hoekje gemeentegrond in de Brandewijnsteeg, onge
veer dén vierkante meter groot, dat een inspringend gedeelte uitmaakt van
twee buitenpilasters of contreforten van de voormalige Walscbe kerk op liet
Vrouwenkerkhof en in een bevuilden staat verkeert, zoodat het wenschelijk
is den grond te bebouwen.
En aangezien de requestrant bij het verbouwen van zijn daaraan grenzend
perceel, bij het kadaster bekend onder sectie 11., n°. 2105, dien grond
wenscht in te nemenheeft de Commissie van Fabricage geen bezwaar dat
hoekje tegen een koopprijs van vijf gulden en de kosten van overdracht
aan hem in eigendom af te staanop grond waarvan zij aanraadt daartoe
gnnstig te beschikkennadat die grond als behoorende tot de openbare
straat en niet op den kadastralen legger genummerd door den Gemeenteraad
is verklaard tot den openbaren dienst niet meer bestemd te wezen.
Aan HH. Burgemeester en De Commissie van Fabricageenz.
Wethouders.
N®. 5. Leiden, 3 Januari 1878.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Verga
dering in overweging om overeenkomstig de conclusie van het rapport der
Commissie van Fabricage op bet verzoek van H. Peltenburg te bescoi-A
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der gemeente Leiden
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Henri Peltenburg, graan
handelaar, wonende aan de Hoogewoerd te Leiden
dat hij is eigenaar geworden van den opstal van den grond gelegen in
de nabijheid der voormalige Heerenpoort, welke opstal bestaat in de Wind-
Korenmolen genaamd »de Stier"
dat gezegde grond toebehoort aan de gemeente Leiden
redenen waarom adressant zich tot Uwen Gemeenteraad wendt met eer
biedig verzoek om bedoelden grond aan hem in eigendom af te staan
tegen een door uwen Raad te bepalen som, of hem bet recht van opstal
te continueeren op daartoe te stellen billijke voorwaarden.
't Welk doende,
Leiden, 20 December 1877. H. Peltenburg.
Leiden, 2 Jauuari 1878.
De Commissie van Fabricage beeft de eer op het request van Henri
Peltenburg te berichten, dat de korenmolens op de Vestwallen met bet
recht van opstal zijn in gebruik gegeven en er geene overwegende redenen
bestaan om op dien regel een uitzondering te maken ten aanzien van zijn
verzoek om in eigendom te verkrijgen den grond, waarop de molen de
Stier op den Vestwal aan het einde der Oude Heerengracht is gebouwd
en waarvan het recbt van opstal aan den requestrant is overgedragen.
De commissie heeft evenwel geen bezwaar om aan hemevenals aan de
vorige eigenaresse bij raadsbesluit van 1 October 1868 is geschied het
voortdurend gebruik te verleenen van de gronden en erven daartoe be
hoorende als:
de grond waarop de molen is gebouwdgroot 84 centiaren
de grond waarop de huizing is gebouwd, groot 108 centiaren;
c. de tuingrond daarbij gelegen, groot 290 centiaren;
bij bet kadaster der gemeente Leiden bekend onder Seetie A, N°. 43,
44 en 45, tegen betaling van eene recognitie van ƒ15.05'sjaars, verschijnend