83 N°. 259. Leiden, 17 November 1877. De Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen de nevensgaande voordracht van Burgemeester en Wethouders om aan J. L. Creyghton alhier in gebruik af te staan een gedeelte van het Baamland buiten de voormalige Marepoort tot vergrooting van zijne daar ter plaatse bestaande bergplaats van petroleum. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N#. 260. Leiden, 17 November 1877. De Commissie van Financiën heeft de eer aan Uwe Vergadering te be richten dat zij zich vereenigt met het voorstel van Burgemeester en Wet houders om op het adres van G. Tibboel en Zonen eene gunstige beschik king te nemen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 261. Leiden 19 November 1877. Hierbij hebben wij de eer Uwe Vergadering over te leggen een staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over 1877, die in dat jaar de gemeente verlieten of overleden zijn, met voorstel om aan die personen gedeeltelijke of geheele afschrijving of restitutie te verleenentot een bedrag als in kolom 11 van dien staat is vermeld. Betreflende het verzoek van K. Th. De Jong geb. De Jong, (voorkomende onder n#. 23 van den staat), geven wij U in overweging hierop afwijzend te beschikkenvermits de belastingschuldige wel binnen de gemeente is verhuisd maar niet hare woonplaats heeft overgebracht naar eene andere gemeente, en er alzoo krachtens art. 11 der verordening dd. "timber urn gedurende den loop van het belastingjaar geene verandering in den aanslag wordt teweeg gebracht. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 22 November 1877. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te berichten, dat zij zich vereenigt met de voordracht van Burg. en Weth.om aan eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over 1877 gedeel telijke of geheele afschrijving of restitutie te verleenentengevolge van overlijden of vertrek uit de gemeente, en wel voor de sommen als in kolom 11 der overgelegde lijst zijn uitgetrokken tén bedrage van 336.82. Zij kan zich ook vereenigen met het voorstel om op het adres van K. Th. De Jong geb. De Jong, voorkomende onder n°. 23 dier lijst, afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 262. Leiden, 26 November 1877. In verband met het hiernevens overgelegd voorstel van Commissarissen der Gasfabriek, hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen om te besluiten tot den aankoop van het daarbij bedoeld huis enz., en om aan de begrooting een nieuw artikel toe te voegen «Verhooging van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek ƒ1200," te vinden door verkoop van Inschrijving op het Grootboek. Een suppletoire staat van begrooting wordt hierbij ter vaststelling aange boden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 24 November 1877. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer Uwe Vergadering voor te stellente besluiten tot den aankoop van een huisschuurtje en erf staande en gelegen aan den Westvolmolensteegwijk V nieuw n°. 3 al hier en de gelden daartoe benoodigd zijndemet inbegrip d6r kosten 1200, toe te staan en te verstrekken ten behoeve van het Uitbreidings-en Vernieuwingsfonds, waarop de aankoop moet worden verantwoord, onder de gewone bepaling dat daarvan jaarlijks vijf procent door de Gasfabriek aan de gemeente zal worden uitgekeerd. Deze aankoop wordt door Commissarissen zeer aanbevolendewijl zich thans eene gunstige gelegenheid voordoet om in de aanstaande behoefte aan terrein voor de Gasfabriek gedeeltelijk te voorzien. Commissarissen voornoemd De Fremery. Aan den Gemeenteraad P. Du Kieu. van Leiden. J. J. Van Wensen. N°. 263. Leiden, 26 November 1877. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen een adres van P. D. Steenhuizen, daarbij verzoekende om op een gedeelte van den Vest- wal buiten de Morscbpoort eene loods te mogen plaatsen tot het spoelen en droogen van schapenvellen. Onder referte aan het hiernevens gevoegde rapport van de Commissie van Fabricage, nemen wij de vrijheid Uwe Ver gadering uit te noodigen tot het nemen van eene gunstige beschikking op bovengenoemd adresbehoudensvoor zooveel noodigna bekomen ver gunning van het Bestuur van Bijnland. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden Geeft eerbiediglijk te kennen P. D. Steenhuizen, Steenstraat V n°. 22, dat hij op een gedeelte van den Vestwal liggende buiten de Galgpoort, eene loods willende plaatsen tot het spoelen en droogen van schapenvellen onder zoodanige voorwaarde als de Baad zal goedvinden te bepalen en wordt hierbij overgelegd extract uit den kadastralen legger met situatie-teekening. 't Welk doende, Leiden, 1 November 1877. P. D. Steenhuizen.' Inq. stokken 1877. Leiden, 7 November 1 877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op liet request van 1'. D. Steen- huizen te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat, om aan hem krach tens art. 6 der Algemeene Politieverordening tot wederopzeggens toe in gebruik te geven, tot het spoelen en droogen van schapenvellen, een ge deelte grond en water aan den hoek van het verlengd gedeelte van den Singel aan de brug buiten de Morschpoort, ter grootte van ongeveer 45 centiaren; onder voorwaarde van eene behoorlijke omrastering en het plaat sen van een houten waschhuisje voor zijne rekening, op aanwijzing van den gemeente architect te stellen en te onderhouden, alsmede tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 n°. 47 van het tarief, vastgesteld den 5den Maart 1857. Aan HH. Burgemeester en Wethouders. De Commissie van Fabricageenz. N°. 264. Leiden, 26 November 1877. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Vergade ring in overweging aan L. P. Van der Zon de daarbij omschreven ver gunning te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Baad der Gemeente Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende Leendert Pieter Van der Zonkleerenbieekerwonende onder de gemeente Zoetor- woude, op den Singel buiten de voormalige Wittepoort der stad Leiden, dat hij in de uitoefening van zijn bedrijf als kleerenbieeker, voortdurend te kampen heeft met het gebrek aan goed, helder spoelwater en geen kans ziet zich daarvan te voorzien zonder dat hem vergunning worde verleend een duiker te leggen onder den Singel door, vóór zijne bleekerijredenen waarom hij zich eerbiedig tot Uw collegie wendt met verzoek, dat hem hiertoo vergunning worde gegeven, zijnde hij natuurlijk bereid, zich aan de daaraan te verbinden voorwaarden te onderwerpen betreffende de wijdte en daarstelling van den duiker. Zoeterwoude 15 November 1 877. 't Welk doende, enz. L. P. Van der Zon. Leiden, 21 November 1877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van L. P. Van der Zon te berichtendat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verlee nen der gevraagde vergunning om tot het verkrijgen van versch water in de Singelsloot voor zijne kleederbleekerij aan den Singel, tusschen de voor malige Witte- en Koepoorten, onder de gemeente Zoeterwoude gelegen, een gemetseld kanaal te leggen, door het Singelpad tegenover eene aldaar aan wezige dwarssloot, en zulks ter hoogte van anderbalven meter en ter wijdte van één meter; mits op het bestek en de teekening vooraf de goedkeuring van Burg. en Weth. worde gevraagd en verkregen, en het werk wordt ver richt onder toezicht van den gemeente-architectna verkregen goedkeuring van het Hoogheemraadschap van Bijnland, alsmede tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 n°. 11, van het tarief, vastgesteld den 5 Maart 1857, eh van de kosten voor het behoorlijk in orde brengen van het Sin gelpad. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N#. 265. Leiden, 26 November 1877. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen eene voordracht voor de benoeming van een Begent van de B. K. Armen en het Wees- en Oudeliedenhuismet voorstel om tot de benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 22 November 1877. Mrn Begenten en Vrouwen Begentessen van de B. C. Armen en het Wees- en Oudeliedenhuis alhier, hebben de eer UEd.Achtb. bij deze eene voordracht aan te bieden van twee heerente dezer stede woonachtigom aan den Gemeenteraad te worden voorgesteld tot het doen eener nieuwe keuze voor de betrekking van Begent dier instellingen vacant geworden door het verleend eervol ontslag aan den heer dr. W. P. Weebers en wel: 1. den heer Johannes Jacobus Van Heeswijk, 2, den heer Johannes Gerar- dus Franciscus HoeleD. Het College voornoemd De PresidentL. J. A. Desertine. De Secretaris A. G. Hessels. Aan den Heere Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. N°. 266. Leiden, 30 November 1877. De Directeur der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen stelt ods bij nevensovergelegde missive voor, om in het belang van het onder wijs eene splitsing te brengen in de in dat schrijven opgenoemde vakken. Wij kunnen ons vereenigen met dat voorstel en hebben alzoo de eer Uwe Vergadering te adviseeren daarop eene gunstige beschikking te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 29 November 1877. Ingevolge art. 3 der Verordening van den 28sten April 1874 (Gembl. van Leiden n°. 11), nader gewijzigd den 30sten December 1875 (Gembl. van Leiden n°. 8)heb ik de eer U te berichten dat in het belang van het onderwijs splitsing wordt noodig geacht voor: Wiskunde wekelijks 2 lessen a 50, 'sjaars 100. u 1 les a 7575. Nat. Historie 1» a 50, 50. Fransch aan eeratbeg. 2 lessen a v 60, 100. Zang 2 a 50, 100. Nederlandsch 1 les .a 50, 50. Totaal 475.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 1