79 N®. 249. Leiden, 13 November 1877. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen een adres van den hulponderwijzer B. Van der Weel, om ontslag uit zijne betrekking tegen 15 December aanstaande, met het daarbij behoorend rapport van den be trokken hoofdonderwijzer, en wij stellen Uwe Vergadering naar aanlei ding daarvan voor, den adressant tegen dat tijdstip een eervol ontslag te verleen en. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Den Édel-Achtbaren Baad der Gemeente Leiden. Edel-Achtbare Heeren De ondergeteekendehulponderwijzer aan de openbare school n°. 0 voor onvermogendenvraagt tegen 16 December a. s. eervol ontslag als zoodanig. Hoogachtend heeft hij de eer te zijn, Uw dw. dienaar, Leiden, 10 November 1877. B. Van dek Weel. Leiden, 12 November 1877. Ter voldoening aan den inhoud Uwer apostille dd. 10 dezer n°. 2427, en onder terugzending van het adres van den hulponderwijzer B. Van der Weel houdende verzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking aan mijne school tegen 15 December e. k., heb ik de eer te berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat om het verzoek in te willigen en ik vrijheid vind U te radenbet gevraagd ontslag eervol te verleenen. De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor onverm". J. P. Lancel. Aan HH. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. N°. 250. Leiden, 15 November 1877. Onder overlegging van het rapport der Commissie van Fabricage op het verzoek van J. L. Creyghtonter bekoming van grond buiten de voorma lige Marepoort voor de vergrooting van de bergplaats van petroleumheb ben wij de eer Uwe Vergadering in overweging te geven om dienovereen komstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Ann de Edel Achtbaren Heeren Burgemeester en Wethouders der Stad Leiden. De ondergeteekende Jacobus Leonardus Creyghton koperslager en hande laar alhier, wonende aan de Aalmarkt, n°. 25, verzoekt bij deze, als: Het vergrooten van het petroleummagazijn buiten de voormalige Mare poort, staande op het raamveldalles volgens bijgaanden kadastralen legger en teekening, ten einde de genoemde petroleum gemakkelijker en veiliger te kunnen bergen. Leiden, 3 October 1876. J. L. Creyghton. Leiden, 7 November 1877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. L. Creyghton te berichten, dat daarbij wordt verzocht de eigendom van 115 centiaren grond van het perceel bij het kadaster der gemeente Leiderdorp, bekend onder Sectie A, n°. 2007, om vereenigd te worden met het perceel Sectie A, nc. 1770, door hem krachtens Kaadsbesluit van 11 Juni 1867 ingericht tot bergplaats van petroleum staande op het raamland aan den Singel onder de gemeente Leiderdorp. Vermits bij onderzoek gebleken wasdat door den requestrant nog niet voldaan was aan de voorwaarden bij genoemd llaadsbesluit gesteldom den grond aan de buitenzijde ter hoogte van anderhalven meter te omrasteren heeft de Commissie de behandeling van zijn request verdaagd, tot dat aan die voorwaarde was voldaan't geen eerst dezer dagen is geschied. Krachtens art. 176 der Algemeene Politieverordening mag in de bewaar plaats van petroleum binnen deze gemeente slechts eene beperkte hoeveel heid petroleum voorhanden zijn en uit dien hoofde is bij meergenoemd Kaadsbesluit de aanleg van grootere bergplaatsen op het bedoelde raamland aangewezen, zoodat er geen bezwnar bestaat, den gevraagden grond tot vergrooting van het reeds gestichte gebouw toe te staan. De Commissie heeft dientengevolge de eer te adviseerendat aan J. L. Creyghton in gebruik met het recht van opstal wordt verleend, 116 cen tiaren van het perceel bij het kadaster der gemeente Leiderdorp bekend onder Sectie A n°. 2007 ter vergrooting van zijn perceel Sectie An°. 1770, onder de volgende voorwaarden 1°. dat het gebouw geheel van steen opgetrokken en door een bebord dak met pannen gedekt aan het bestaande tegen den buitenmuur wordt ver bonden en een afzonderlijken ingang verkrijge; 2°. dat eene drooge sloot van gemiddeld twee meters breedte en aan de buitenzijde ter hoogte van anderhalven meter omrasterd, wordt gemaakt rond om het geheele gebouwopdat in die sloot bij onverhoopte gevallen in eenigszins hellende richting de petroleum zoude kunnen wegvloeien; 3". dat de recognitie voor het gebruik van den grond, waarop het nieuwe gebouw wordt geplaatst met vier gulden 'sjaars wordt verhoogd; terwijl de grond binnen de omrastering gelegentot geen gebruik hoegenaamd mag worden gebezigd; 4°. dat deze beschikking wordt verleendbehoudens de vergunning krach tens art. 14, der wet van 2 Juni 1875 te vragen en te verkrijgen. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 351. Leiden, 15 November 1877. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen den daarbij omschreven grond aan G. Tibboel in eigendom af te staan onder de voorgestelde voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. InO. 8TCKKEN 1877. Aan den Edet-Achtbaren Gemeenteraad van Leiden. Geven eerbiedig te kennen Gerrit Tibboel en Zonen wonende te Leiden dat aan hen is verkocht door de gemeente Leiden een gedeelte vestwal nabij de voormalige Marepoort, aangegeven ter grootte van 475 centiaren en deel uitmakende van het perceel Gemeente Leiden Sectie A, n°. 503, dat bij opmeting voor het kadaster van het door hen ingenomen ge deelte grond en het daarop gestichte huis is gebleken dat de grond heeft eene oppervlakte van 535 centiaren, dat dus door hen meerder is ingenomendan is verkocht 60 centiaren. Redenen waarom zij zich tot UEdel-Achtb. wenden met verzoek, aan hen alsnog in eigendom over te dragen gemelde 60 centiarenthans opgemeten onder nieuw nommer, Gemeente en Sectie als voren 65 7, op dezelfde voor waarden waarop de overige grond aan hen is verkocht. 't Welk doende enz., Leiden, 29 October 1877. G. Tibboel en Zn. Leiden, 7 November 1877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van G. Tib boel te berichten, dat bij Raadsbesluit van 27 Juli 1876 aan hen in eigen dom is afgestaan eene uitgestrektheid van 475 centiaren grond van den Vestwalbij de voormalige Marepoortsbrng^maar dat de onregelmatige oeverkant bij de rooiing heeft veroorzaakt, dat gemiddeld eene breedte van ongeveer anderhalven meter meer is ingenomenzoodat nog zestig centiaren daaraan als eigendom moeten worden toegevoegd. De Commissie heeft geen bezwaar hen die 60 centiaren, uitmakende een gedeelte van Sectie A, n°. 502, in eigendom af te staan, tegen betaling van eenen koopprijs van twee gulden per centiare, om te worden begrepen in het perceel thans bij het kadasttr bekend onder Sectie A, n°. 667. Aan HH. Burgemeester en De Commissie van Fabricageenz. Wethouders. N°. 353. Leiden, 15 November 1877. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering aan te bieden de navolgende voordracht, ter vervulling van de betrekking van onderwijzer 2de klasse aan de openbare school n°. 2 voor onvermogenden, open te vallen bij overplaatsing van den onderwijzer 2de klasse L. Vermaas naar de school n°. 2 voor minvermogendenopgemaakt in overleg met den dis- tricts-schoolopziener en den betrokken hoofdonderwijzer, te weten 1° Ruurd Adama, te Rotterdam; 2° Johannes Kenniphaas, te Oud-Beierland en 3° Dirk Johannes Michiel De Hondt, te Leiden. Wij noodigen Uwe Vergadering mitsdien uit, alsnu te willen overgaan tot de benoeming op eene jaarwedde van ƒ700. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 353. Leiden, 15 November 1877. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering aan te bieden eene voordracht, ter vervulling der vacante betrekking van hulponderwijzer aan de openbare school voor voorbereidend meer uitgebreid lager onderwijsopgemaakt in overleg met den districts-schoolopziener en den betrokken hoofdonderwijzer, te weten1° Antonie Leonardus Hondiuste Middelburg2" Arnoldus Petrus Johannes Pruyn en 3° Adrianus Bernardus Van der Voorden, beiden alhier werkzaamrespectievelijk aan de school n°. 2 voor onvermogenden en n°. 1 voor minvermogenden. Wij noodigen mitsdien Uwe Vergadering uit te willen overgaan tot eene benoeming op eene jaarwedde van ƒ550. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Na. 35<4. Leiden, 15 November 1877. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Vergade ring, ingevolge art. 5 der Algemeene Politieverordening, in overweging aan Dr? W.°N. Du Rieu onder de voorgestelde voorwaarden vergunning te ver leenen tot bet doen plaatsen van twee lindeboomen op den Middelweg. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende, Doctor Willem Nikolaas Du Rieu, Conservator bij de Universiteits-Bibliotheek alhier geeft met verschuldigden eerbied te ken nendat tegen zijn tuinmuur van zijn huis en erf op de Hooigracht n°. 38 die uitkomt aan den Middelweg geplaatst zijn twee lindeboomen, dat hij eigenaar geworden zijnde van den tuin van het huis op de Hooigracht u°. 34, behoord hebbende aan den heer Pottum en laatst aan den heer Bruining met een gedeelte van dien belendenden tuin den zijnen zal vergrootendat hij tegen den tuinmuur van n". 34, insgelijks op den Middelweg uitko mende evenzoo twee lindeboomen wenschte te laten plaatsen redenen waarom requestrant zich tot UwEd.-Achtbaar Collegie wendt met beleefd ver zoek daarvoor het vereischte verlof te erlangen op de door UEd.-Achtbaren te stellen voorwaardenten einde nog vóór den ophanden winter deze hoo rnen geplant kunnen worden Hetwelk doendeenz. Leiden30 Octtober 1877. Ur. W. N. Du Rieu. Leiden, 7 November 1877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van Dr. W. N. Du Rieu te berichtendat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning om twee lindeboomen te plaatsen in gemeentegrond op den Middelweg, achter zijn huis staande op de Hooi gracht, Wijk 7, N°. 799 (straatn0. 34), mits op een halven meter afstand van den muur, en die boomen worden het eigendom der gemeente en naar goedvinden van het gemeentebestuur, des noodig oordeelende, worden gerooid. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 1