7 De Voorzitter. Ik dank den spreker voor de voorgestelde wijziging, die Borg. en Wetb. gaarne overnemen. In omvraag gebrachtwordt de voordrachtin haar geheelmet algemeene stemmen goedgekeurd. V. Verzoek van K. W. Zürhaar, ter bekoming van gemeentegrond aan de Vrouwenkamp. (Zie Ing. St. n°. 227.) Het voorstel tot inwilliging van dit verzoek wordt met algemeene stemmen aangenomen. VI. Verzoek van Van Hartrop en Zn. c. s.betrekkelijk het vaarwater langs de Beestenmarkt. (Zie Ing. St. n". 228.) De Voorzitter. Burg. en Weth. en de Commissie van fabricage stel len voor op dit verzoek afwijzend te beschikken. De heer Eigeman. Ik kan begrijpen dat de Commissie van Fabricage op dit adres een ongunstig praeadvies heeft uitgebracht, omdat bij haar het zwaarste weegt: de groote onkosten die pas gemaakt zijn, om den toestand van de Beestenmarkt te verbeteren. Deze verbetering heeft juist de mindere door vaart te weeg gebracht, die thans aanleiding geeft aan adressanten tot het doen van hunne vraag. Te wijzen op die gemaakte kostengeeft hun niets, want die mindere ruimte in doorvaart zou niet gevoeld zijnindien er vroe ger gehoord ware geworden naar de bemerkingen en bezwaren die er gemaakt zijntoen men voorstelde de beweegbare Borstelbrug in eene vaste te veranderen. Déér zit de groote belemmering in de geregelde vaart. En nu moge de Commissie tot hunnen troost willen opmerken, dat zij bij de be stelling der kolen conditiën kunnen maken voor kleinere schepen, die daar kunnen passeerenen dat zij kunnen vletten om de kolen te laten brengen waar zij ze hebben willendat alles is goed maar helpt hen nietomdat geene dusdanige conditiën zich laten maken; ieder fabrikant ondervindt, dat de vrachten voor kleine schepen hooger zijn, en het vletten van kolen na- deelig is voor de qualiteit en zeer kostbaar voor den ontvanger. Zou er niets op te vinden zijn P De adressanten spreken van 4 meter, die voldoende ruimte kunnen daarstellen en verschillen dus met de Commissiedie meerdere meters geraamd hebben. Met eene eenvoudige afwijzing van hun verzoek kan ik mij niet vereenigen. De Voorzitter. Ik zal daarop alleen antwoorden, dat elk verzoek om de Beestenmarkt te verkleinen of in te krimpen aan groote bezwaren on derhevig is. De heer De Laat de Kanter. Tot mijne verwondering hoor ik nu, dat er door adressanten nog eene nadere gedrukte nota aan eenige leden van den Baad is toegezonden. Ik mag niet ontveinzen, dat dit den schijn heelt dat men bij wijze van verrassing invloed op den Baad heeft willen uitoefenen. Zoo die nota, die van 23 dezer gedagteekend is, vroeger in onze handen ware geweest, dan zouden wij er zeker den gemeente-architect nog eens over gehoord hebben. Ik acht het evenwel niet noodig, dat uit dien hooide de behandeling van deze zaak worde uitgesteld. Het bezwaar van de adressanten kan niet worden weggenomen zonder aanzienlijke kosten die niet noemenswaardig zouden verminderenindien slechts 4in plaats van 5 meters van de kade werden afgenomen. Het verdient opmerking, dat sedert 1863 dit de eerste klacht is, die vernomen wordt. Er bestaat dan ook geene enkele reden om de afdoening van deze zaak op te houden of een ander advies uit te brengen dan wij gedaan hebben. De heer Cock. Ik deel niet het gevoelen van den vorigen spreker. Meermalen was ik in de gelegenheid er in deze vergadering op te wijzen hoe Leiden vroeger twee schoone waterwegen haddie de stad van het oosten naar het westen in hare geheele lengte doorsneden en zich in het Galgewater in een breed water vereenigdenen hoe wij van die twee schoone waterwegen er één versperd hebben door het bouwen van een vaste Bor stelbrug, welk werk later vervolgd en bekroond is door het veranderen van de ophaalbrug bij de Vrouwensteeg in eene vasté brug. Er blijft dus slechts één waterweg over. Laat ons nu vooral zorgendat die overgebleven weg ten minste blijve beantwoorden aan de vermeerderde behoeften van handel en scheepvaart, zichtbaar ook in de grootere dimensie der schepen. Sedert eenige jaren zijn wij bezig al de bruggen in den overgebleven waterweg op eene wijdte van zeven meter vijftig te brengen. Dit is, geloof ik, goed ingezien en goed gehandeldmaar wat helpt het te zorgen voor de grootere breedte der schepenzonder zich om hunne lengte te bekommeren Naar mijne meening is op de bedoelde plek plaats genoeg om de gewenschte verbetering te verkrijgen. Wat de vrees van de Commissie van Fabricage betreftdat de Beestenmarkt te veel verkleind zoude wordendie vrees ware verklaarbaar ten tijde toen wij nog niet besloten hadden door demping van de Korte Langegracht die markt te vergrooten. Nu dit echter ik erken het, zeer tegen mijn zin is geschied, had ik dat argument van die zijde niet verwacht. Men vergete niet dat, juist omdat er ruimte in overvloed verkregen was, een stuk van het aangewonnen terrein beschikbaar is gesteld voor eene school. Wanneer men een blik werpt op de andere gemeenten, ziet men, dat men daar alles voor handel en scheepvaart over heeft, hier inLeiden schijnt men er anders over te denken. Indertijd, toen de brug werd gelegd, heeft men reeds bemerkt, dat de schepen er niet konden draaien en heeft menom hierin te voorzieneen stuk van de Beestenmarkt afgegraven. Nu blijkt het, dat men nog grooter schepen dan vroeger bezigt. Zou men dan thans tegen eene verbetering opzien? Ik geloof, dat bet geld der ingezetenen op die wijze beter zou worden besteed dan aan menig ander werkdat ons wordt voorgesteldzooals b. v. de verlaging van de brug over de Groenhazengracht. Ik zal uit dien hoofde tegen de afwijzing van het verzoek stemmen. De heer Hartevelt. Ik wensch alleen te doen opmerkendat wat gevraagd wordt, naar mijn inzien, niet is in het algemeen belang van de gemeente, maar eigenlijk in bet bijzonder belang van ééne firma. Wat gezegd wordt in het rapport van de Commissie van Fabricage van schepen van 40 tot 45 meters lengtebeeftals ik wel onderricht ben ook alweder alleen betrekking op de firma Van Hartrop en Zn.wat b. v. hebben Gebrs. Hakker, J. Verdoes en Van der Kamp daarmede te maken? En nu gaat het toch niet aan om ten behoeve van een enkele tot eene uitgave van 2300 te besluiten, en onze Beestenmarkt in de breedte met 4 meters te versmallen, over eene lengte van 65 a 70 meters. Hoe gaarne ik ook billijke verzoeken inwillig, gaat dit te ver. De heer Eigeman. Als wij in deze moeten gaan uitpluizenwat par ticulier dan wel algemeen belang is, dan kon men de verwijding der brug gen over de Oude Vest, zoo men wil, ook als niet in het algemeen belang beschouwen; want in afgelegen buurten beeft men daarvan geen voordeel, en toch heeft men die verwijding als zoodanig beschouwd en goed gevonden. Deze quaestie stel ik gelijk met die verbetering. De heer Du Bieu komt ter vergadering. De heer Hartevelt. Ik geef het volmondig toedat verbreeding van de bruggen is eene zaak van algemeen belang, maar hier wordt verbreeding van het vaarwater gevraagd, ten einde lange schepen te doen draaien. Dat komt mij in het onderhavige geval voor te zijn een bijzonder belang. De heer Cock. Die redeneering gaat niet op. Zoo het voor langere schepen noodig is dat er eene verbetering plaats vinde, dan moet dit ge schieden in het algemeen belang. Of de firma Van Hartrop op dit oogen- blik daarbij alleen belang heeft, doet niets ter zake, en daarom heb ik juist straks gewezen op het algemeen belang van handel en scheepvaart, dus niet alleen op den in- en uitvoer, maar ook op den doorvoer. Ook deze laatste brengt materieele voordeelen aan en wij moeten zorgen, dat hij toeneme en niet worde verlegd, iets waarvoor wel eenig gevaar is. Ik voorzie, naar aanleiding zoowel van de reeds aangevangen werken te Katwijk als van mogelijk toekomstige groote werken aldaar, aanzienlijke uitbreiding van doorvoer in het laatste geval vooral van Buhrkolen. Indien wij niet voor zichtig zijnkon die doorvoer ons wel eens voorbijgaan. Nu er sprake is van verschillende plannen voor een verbeterden waterweg tusschen Amster dam en Botterdam, kon de kortste weg naar Katwijk wel eens gaan loopen langs de Leede en het Oegstgeester-kanaal. Ik weet wel dat zich daar een vaste spoorwegbrug bevindt, nabij Warmond, maar ik weet ook, dat dit vroeger eene -beweegbare brug was en men daartoe weder zou kunnen be sluiten. Om al deze redenen geef ik wel in overweging het gedane verzoek niet eenvoudig af te wijzen. De heer Bijleveld komt ter vergadering. De heer Van der Lith. Ik geef het gaarne toe, dat het nader schrijven van de firma Van Hartrop wel wat laat is ingezonden; maar dat neemt niet weg, dat ik na al hetgeen ik nu gehoord heb, huiver mijne stem over het adres uit te brengen. Daarom zou ik gaarne zien, dat er eenig uitstel werd verleendimmers zoo daartegen geen overwegende bezwaren bestaan, waarover ik niet kan oordeelen. De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben geen bezwaar tegen de aan houding van deze zaakmaar zij mogen hunne verwondering niet verzwijgen dat aan enkele leden van den Gemeenteraad daags voor de behandeling dier zaak eene circulaire is toegezonden. De heer Van der Lith. Men moet mij wel begrijpen. Ik keur volstrekt niet goed de handelwijze van de firma Van Hartrop om het laatste oogenblik met eene nota voor den dag te komen en die niet aan het Dagelijksch Bestuur toe te zenden, integendeel; maar ik meen toch, dat door die handelwijze de behandeling van deze zaak niet mag lijden. En daar het mij voorkomt, dat er niet zoo eene groote baast bij de afdoening van deze zaak is, zoo meen ik dat aanhouding wenschelijk is. De Voorzitter. Dan stel ik voor de behandeling van deze zaak uit te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. VII. Voordracht betrekkelijk de aanplemping van een gedeelte der Sin gelgracht bij de Doelen kazerne. (Zie Ing. St. n°. 231.) Deze voordracht wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. VIII. Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting voor 1877. (Zie Ing. St. no. 229.) Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen goedgekeurd. IX. Begrooting der gemeente voor 1878. De Voorzitter. Verlangt ook iemand het woord te voeren om in algemeene beschouwingen te treden Daar niemand het woord vraagt, wordt onmiddellijk overgegaan tot de behandeling der UITGAVE». Hoofdstok I. Huishoudelijk bestuur. Afdeeling I. Bezoldigingschrijfloonen presentiegelden en reis- en ver blijfkosten te genieten door de personen in het Dagelijksch Bestuur der gemeente werkzaam. Nos. 5861 worden aldus goedgekeurd: Jaarwedde van den Burgemeester ƒ3600; Idem van de Wethouders ƒ3000; Idem van den Secretaris/3000; Idem van den Ontvanger 3000. No. 62. Jaarwedden van de bouwkundigen en van de opzichters der ge bouwen der wegen en dergelijken ƒ6105. De Voorzitter. Er wordt voorgesteld dezen post met/150 te ver- hoogen. De heer Cock. Ik verzoek stemming over dit artikel. In omvraag gebrachtwordt het artikel aangenomen met 19 tegen 2 stemmen. Tegen stemdende heeren Cock en Dercksen. De heer Juta komt ter vergadering. No. 63. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der gemeente secretarie ƒ10000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 2