61 NQ, 194. Leiden, 17 September 1877. Op het nevensgaand adres van G. B. Lalleman, dd. 15 September 11. waarbij hij, met intrekking van zijn adres van den 8 dezer (Zie Ingek. St. Ji". 183), tegen 15 October eervol ontslag verzoekt als hulponderwijzer aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden en onder overlegging van het rapport van den betrokken hoofdonderwijzer, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering te adviseeren, den adressant tegen den voorgestelden termijn uit zijne tegenwoordige betrekking eervol te ontslaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 15 September 1877. Edel-Achtbare Heeren De ondergeteekende, hulponderwijzer aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden, heeft bij dezen de eer UEA. beleefd te verzoeken zijn reeds ingezonden aanvrage om eervol ontslag tegen 1 November als niet gedaan te beschouwen en bem zulks tegen 15 October te willen verleenen. Edel-Acbtb. Heeren Den Heer Burgemeester der UEdel-Achtb. Dw. Dienaar, gemeente Leiden. G. B. Lalleman. Leiden, 17 September 1877. In antwoord op uw apostille van den 15den dezer, waarbij een verzoek van den hulponderwijzer G. B. Lallemanom den 15den October in plaats van 1° Nov. e. k. uit zijne tegenwoordige betrekking ontslagen te worden heb ik de eer u te berichtendat ik daartegen geen bezwaar heb. De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 1 Den Heer Burgemeester der voor minvermogenden, gemeente Leiden. A. Van der Harst. N°. 195. Leiden, 18 September 1877. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen eén staatvermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over het jaar 1877, die in den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zijn, met voorstel om aan die personen geheele of gedeeltelijke afschrijving of restitutie te verleenen, tot een bedrag als in de 11e kolom van dien staat is aangewezen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 18 September 1877. Ten aanzien van de in onze handen gestelde lijst van personen die in den loop van het jaar 1877 de gemeente hebben verlaten of overleden zijn en in de plaatselijke directe belasting van dat jaar waren aangeslagen beeft de Commissie van Financiën de eer U te raden om de door Burge meester en Wethouders voorgestelde afschrijving of restitutie te verleenen en. wel voor do sommen als in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk bedrag van 3229.82. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N®. 196. Leiden, 18 September 1877. Bij raadsbesluit van 26 October 1876 werd machtiging verleend om tijdelijk te voorzien in de vaccerende betrekking van leeraar in de geschie denis en aardrijkskunde aan de gemeente-instellingen voorhooger- en middel baar onderwijs en om over de ter zake op de begrooting uitgetrokken gelden te beschikken. Inmiddels is, zooals aan Uwe Vergadering reeds is medegedeeldde leeraar die door ons college tijdelijk met het onderwijs was belast en daarna definitief was aangesteldnaar elders vertrokken en het geven van onderwijs gedurende de opengevallen lesuren opgedragen aan enkele van de leeraren aan het gymnasium en de hoogere burgerschool werkzaam. In overleg met de betrokken autoriteit, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging om, evenals zulks in diergelijke gevallen meermalen is geschied, ons college te machtigen om aan bedoelde leeraren eene gratificatie te verleenen, in evenredigheid tot het bun opgedragen aantal lesuren en zulks te voldoen uit den betrekkelijken post der begrooting. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 193'. Leiden, 18 September 1877. Onder overlegging van het verzoek van W. B. A. Van Harteveldter bekoming van grond onder de gemeente Zoeterwoude en van het betrekkelijk rapport der Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering in over weging om overeenkomstig de conclusie van dat rapport te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan Heeren Burgemeester, Wethouders en Leden van den j Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Willem Bernardus Antbonius Van Harteveld, zonder beroep, wonende in de gemeente Soeterwoudeaan het Haagsche en Delftscbe trekpad; dat hem bij raadsbesluit van 7 Juli 11. is vergund om de sloot, gelegen ten oosten van zijn buis en erf geteekend F, N°. 99 te dempen, na ver kregen toestemming van bet Hoogheemraadschap Eijnlandonder bepaling dat de verkregen grond bet eigendom blijft van de gemeente Leiden; dat de toestemming tot die demping hem is verleend bij beschikking van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Eijnland in dato 18 Augustas 1877; dat, nu de demping voltooid is, hij gaarne eigenaar zou worden van den verkregen grond, welke het eigendom van de gemeente Leiden is, en ka dastraal bekend als een gedeelte ter grootte van zes en twintig centiaren van het perceel gemeente Soeterwoude Sectie A, N°. 2810, ISO. STUKKEN 1877. lledenen waarom hij eerbiedig de vrijheid neemt UEd. Achtb. te verzoe ken onder overlegging van de vereischte teekening en uittreksel van den kadastralen legger, bedoelde grond hem op de gewone voorwaarden in eigen dom af te staan. 't Welk doende, enz. Leiden, 5 September 1877. W. B. A. Van Harteveld. Leiden, 12 September 1877. De Commissie van Fabricage beeft de eer op bet request van W. B. A. Van Harteveld te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van zijn verzoekom den eigendom te verkrijgen der oostelijke helft van de sloot langs zijn perceel aan het jaagpad, onder de gemeente Zoeterwoude, bij het kadaster dier gemeente bekend onder Sectie A, N'. 2810, ten einde die te verbeeien aan bet perceel Sectie A, N°. 3245. Bij raadsbesluit van 7 Juli 11. werd hem vergund die sloot voor dat ge deelte te dempen en aangezien die sloot niet tot doorvaart bruikbaar is, zou bet wenschelijk zijn, dat ook andere daaraan grenzende eigenaars dat voorbeeld volgden, waardoor de toestand op dit gedeelte van het jaagpad verbeterd werdzonder dat de breedte werd versmald. Wat den koopprijs van dien gedempten grond betreft, komt het der Commissie voor, dat aangezien bij raadsbesluit van 9 Maart 1865 aan A. Zinkveyl vcor een gedeelte grond niet meer dan één gulden per centiare is berekend, zeker die som in billijkheid niet kan verhoogd worden, omdat de ko9ten van dempen de koop reeds bezwaren. De Commissie beeft derhalve de eer voor te stellen, dat aan genoemden W. B. A. Van Harteveld in eigendom worden afgestaan 26 centiaren van de sloot, bij het kadaster der gemeente Zoeterwoude bekend Onder Sectie A, N°. 2810, niet tot den openbaren dienst bestemd, mits met een behoorlijk rasterwerk van het jaagpad af te scheiden op een afstand van niet meer dan drie meters van den gevel van het woonhuis, tegen een koopprijs van één gulden de centiare, benevens de kosten van overdracht. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 199. Leiden, 22 September 1877. Op het nevensgaand adres van A. W. Swart, daarbij verzoekende eervol ontslag als onderwijzer 2e kl. aan de school n°. 1 voor minvermogenden en onder overlegging van het rapport van den betrokken hoofdonderwijzer, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering te adviseerenden adressant tegen l November 8.8. eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrekking te ver leenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 19 September 1877. Edel-Achtbare Heeren Wegens mijne benoeming tot hoofdonderwijzer te Pijnacker, heb ik de eer eervol ontslag aan te vragen uit mijne betrekking van onderwijzer 2de klasseaan de school n°. 1 voor minvermogenden alhiertegen 1 November a. s. Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn Edel-Achtbare Heeren Uw dienstw. dienaar, A. W. Swart. Aan den Edel-Aobtbaren. Eaad der Gemeente Leiden. Leiden, 21 September 1877. Ter voldoening aan uw apostille van den 19den dezer, waarbij gevoegd een verzoek van den heer A. W. Swart, om eervol ontslag uit zijne tegen woordige betrekking, heb ik de eer U te melden, dat bij mij daartegen geen bezwaar bestaat. Integendeeladressant beeft zich gedurende de twee jaren, die hij aan mijne school werkzaam was, als een zeer bekwaam en ijverig onderwijzer doen kennen, wien ik, met het oog op mijne leerlingen met smart zie vertrekken. De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 1 voor minverm". A. Van der Harst. Aan den Heer Burgemeester der gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 1