68
ZMtlng van nondcrdag 16 Augustus 1877,
geopend 's namiddags te twee wen.
Voorzitter: de heer Wethouder P. I. De Fremery.
Ie behandelen onderwerpen:
1*. Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw inkomende leden van den
gemeenteraad.
2*. Benoeming van een leeraar in de geschiedenis aan de gemeente-instel
lingen voor hooger en middelbaar onderwijs. (159)
3». Idem van een conrector van het Gymnasium en voordracht om tijdelijk
in de vacature te voorzien (165)
4». Verzoek van J. A. H. Van Hartrop, om continuatie als klokkenist. (160)
5». Idem van H. Van der Klip, om ontslag als bewaarder van de stads-
timmerwerf. (158)
6». Benoeming van een bewaarder der stads-timmerwerf. (158)
7'. Verzoek van Mej. S. H. W. Van Goor den Oosterlingh, om ontslag als
onderwijzeres 2d« klasse aan de meisjesschool der 1»" klasse (153)
8'. Idem alsvoren van J. W. Segaar, als hulponderwijzer aan de jongens
school der 2de klasse. (167)
9'. Idem van J. II. Heyl c. s.schippers op Utrecht, om ontheffing van
de betaling van padgeld. (154 en 155)
10'. Voordracht betrekkelijk de bijdragen van de omliggende gemeenten in
de kosten van het lager onderwijs. (156 en 168)
11'. Idem tot wijziging van het tarief voor het gebruik van de Gehoorzaal
en tot vaststelling van de voorwaarden voor de openbare verpachting
van het buffet. (157 en 169)
12'. Idem betrekkelijk de tijdelijke voorziening in de vacature van leeraar
in de natuurlijke historie aan de gemeente-instellingen voor hooger en
middelbaar onderwijs. (166)
13'. Eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1877.
14®. Rekeningen over 1876 van:
a. Vrouwen Kraammoeders.
b. R. K. Armbestuur.
c. R. K. Wees- en Oudeliedenhuis.
d. 11. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (160-164)
Tegenwoordig de heeren: Hartevelt, De Laat de Kanter, Suringar, Van
der Zweep, Van Hettinga Tromp, Wilhelmy Darosté, Verster, Dereksen,
Van Heukelom, Van der Lith, Van Iterson, Krantz, Van Wensen, Juta,
Goudsmit, Librecht Lezwijn Du Bieu, Le Poole en De Fremery.
De heeren Eigeman en Coek gaven kennis verhinderd te zijn de verga
dering bij te wonen.
De aailtcekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
2 Augustus 11., worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland,
dd. 3L Juli/6 Augustus jl. n°. 50/2, houdende goedkeuring vau het raads
besluit tot verhooging der gemeente begrootingdienst 1877, met ƒ40000,
voor de stichting van een derde school voor minvermogenden.
2*. Dispositie als voren, rid. 31 Juli/6 Augustus jl. n°. 50/1, houdende
goedkeuring van de raadsbesluiten tot verkoop van inschrijving op liet groot
boek, tot de nominale bedragen van ƒ35000, ƒ8200 en ƒ27500.
3°. Dispositie vBn den heer Commissaris des Konings in deze provincie,
dd. 9 Augustus jl.houdende verlof aan den Burgemeester dezer gemeente
om zichmet ingang van den 11 den dezer, voor eene maand uit de gemeente
te verwijderenmits hij de waarneming zijner functiën aan den oudsten Wet
houder opdrage en van zijn vertrek aan den Gemeenteraad kennis geve.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1*. Verzoek van den hoofdonderwijzer in de gymnastiek den heer J. S. G.
Disse, om verhooging van jaarwedde.
2*. Verzoek van Joh» Van Wijk, om een stoep te mogen leggen in de
Clarensteeg.
Overenkorastig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van
Burg. en Weth.
3°. Verzoek van Gebr» Van Hoeken, om den eigendom van een gedeelte
der straat aan de Kijfgracht.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van
Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën.
4'. Rekening over het dienstjaar 1876 van het Nederl. Israël. Armbestuur.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van de Commissie van Financiën.
5®. Voordracht voor de benoeming van een hulponderwijzer aan de jon
gensschool 2de klasse.
Deze zal ter inzage van de leden in de leeskamer worden nedergelegd.
De Voorzitter deelt nog mede dat in verband met de bij raadsbesluit van
1 Maart jl. verleende machtiging, eerstdaags aan den Baad zal worden aan
geboden een voorstel tot oprichting van eene inrichting voor de opleiding
van Oost-Indische ambtenaren.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is:
I. Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw inkomende leden van den
Gemeenteraad.
De Voorzitter noodigt de heeren Goudsmit, Van Heukelom en Van
Wensen uit zich met dit onderzoek te belasten en schorst te dien einde
de vergadering voor eenigen tijd.
Na de heropening verzoekt de Voorzitter de Commissie rapport omtrent
het gehouden onderzoek te willen uitbrengen.
De heer Goudsmit brengt daarop namens de Commissie achtervolgens
rapport uit omtrent het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen
leden, de heeren Mr. P. Du Bieu, P. I. De Fremery, Mr. P. C. Librecht
Lezwijn, H. O. Hartevelt, Mr. A. Van Hettinga Tromp, H. C. Juta,
G. Wilhelmy Damstd en Mr. S. Le Poole.
Van al de genoemde heeren heeft de Commissie de overgelegde stukken
onderzocht en ze alle in volkomen orde en regelmaat bevonden. Bedoelde
stukken waren: 1° een extract uit de geboorteregisters, 2° een bewijs van
aanneming der benoeming8° het proces-verbaal der gehouden stemming
en 4° het bewijs dat genoemde heeren in het laatste jaar aan de verkiezing
voorafgaande hier ter stede hunne woonplaats hadden gevestigd en zij geen
betrekking bekleeden onvereenigbaar met het lidmaatschap van den Baad.
De Commissie had dus de eer te concludeeren tot toelating van de ge
noemde heeren.
Achtereenvolgens, in bovengenoemde volgorde, wordt daarop bij acclamatie
tot de toelating der nieuw gekozen leden besloten, hebbende telkens, voor
zoover hij tegenwoordig was, het lid, over wiens toelating moest beslist
ZjrrlNOVEESLAO 1877.
worden tijdens de behandeling van de conclusie der Commissie ten zijnen
aanzien de vergadering verlaten. Bij de beslissing over de toelating van
den heer De Fremery werd de voorzittersstoel tijdelijk bezet door den
Wethouder Librecht Lezwijn.
De Voorzitter betuigde ten slotte zijn dank aan de Commissie voor de
door haar volbrachte taak.
De heer Le Poole komt ter vergadering.
II. Benoeming van een leeraar in de geschiedenis aan de gemeente-
instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs.
(Zie Ing. St. n'. 159.)
De Voorzitter. Alvorens tot de behandeling van dit punt over te gaan
wensch ikop verzoek van versuhillende ledende openbare vergadering te
veranderen in eene met gesloten deuren.
Na de heropening der openbare vergadering noodigt de Voorzitter de
heeren DereksenVan Iterson en Krantz uit met hem het bureau van
stemopneming te willen uitmaken.
De uitslag der stemming is dat benoemd is de heer J. Woltjer, met
algemeene stemmen.
III. Benoeming van een conrector van het gymnasium en voordracht
om tijdelijk in de vacature te voorzien.
(Zie Ing. St. n". 165.)
De heer Df, Laat de Kanter. Ik wensch voor te stellen de benoeming
van een conrector voorloopig aan te houden en de voordracht weder aan
te bieden aan Curatoren, met verzoek om meerdere inlichtingenzoowel met
het oog op het gemis aan eenige toelichtingwaarom aan den voorgedragen
persoon de voorkeur moet worden gegevenalsook waarom de beginselen
welke in 1867 en 1872 als die van Curatoren werden aangegevenwaar het
de benoeming van een conrector gelden mocht, thans ter zijde zijn gesteld.
Verder ook aangaande de tweede alinea hunner aanbeveling, waar van tijdelijke
voorziening in de vaceerende betrekking gesproken wordt, wensch ik te
vragen, wat daarmede bedoeld wordten waarom het vooruitzicht van eene
tijdelijke voorziening aan de vervulling der vacature, zooals die door HII.
Curatoren wordt voorgesteld, verbonden is.
Het voorstel wordt voldoende ondersteund.
In stemming gebracht, wordt het verworpen met 11 tegen 8 stemmen.
Voor stemden: de heeren Van Wensen, Juta, De Laat de Kanter,
Suringar, Van der Zweep, Van Hettinga Tromp, Verster en Dereksen.
De heer Goudsmit. Zal de heer Van Iterson nu zijn voorstel doen?
De bezwaren van dat geachte lid betroffen het zwijgen van Curatoren om
trent den tweeden sollicitant en het voorzien in de tijdelijke vacature.
De heer Van Iterson. Ik heb tegen het voorstel van den heer De
Kanter gestemd, mijnheer de Voorzitter! ofschoon ik, alvorens tot de be
noeming over te gaan, gaarne eenige nadere inlichtingen zou ontvangen.
Maar de geachte voorsteller plaatste, ook blijkens zijne toelichting, te zeer
op den voorgrond de vraag, waarom niet, overeenkomstig vroeger gehuldigde
beginselen van ancienneteit, een der tegenwoordige docenten in aanmerking
had kunnen komen. Dit punt wensch ik buiten behandeling te laten.
Misschien dat andere leden, die ook tegenstemden, er eveneens over
deuken. Daarom waag ik het een nieuw voorstel, bijna van gelijke strek
king als het zooeven verworpene, aan het oordeel mijner medeleden te
onderwerpen. Dit voorstel luidt aldus: Aan HH. Curatoren de voordracht
aan te bieden, met beleefd verzoek aan den Baad te willen mededeelen, op
welken grond de voorkeur aan den heer Vollgraff gegeven wordt boven den
anderen sollicitant, en 2° eenige inlichtingen te verstrekken omtrent den tijd,
welke bij eventueele benoeming zal verloopen, voordat de heer Vollgraff hier
kan zijn, met opgave der behoeften, waarin gedurende dien tijd zal moeten
worden voorzien, en, zoo mogelijk, eenige aanwijzing betreffende de wijze
van tijdelijke voorziening met daartoe noodzakelijke uitgaven.
De heer Goudsmit. Ik wensch een kleine wijziging aan den heer Van
Iterson in overweging te gevenom namelijk in plaats van de woorden
»om te berichten waarom Curatoren de voorkeur geven aan den heer
Vollgraff boven den anderen sollicitant" te zeggen*ons eenige inlichtingen
te geven omtrent den tweeden sollicitant". Dit is meer hcusch.
De heer Van Iterson. Tegen die wijziging heb ik volstrekt geen bezwaar.
In stemming gebracht, wordt het voorstel van den heer Van Iterson aan
genomen met 16 tegen 3 stemmen,
Tegen stemdende heeren Van HeukelomKrantz en Wilhelmy Damsté.
De heeren Van Iterson en Krantz verlaten de vergadering. In hunne plaats
worden in het stembureau uitgenoodigd de heeren Juta en Van Wensen.
IV. Verzoek van J. A. H. Van Hartrop, om continuatie als klokkenist.
(Zie Ing. St. no. 160.)
Bij stemming wordt adressant met algemeene stemmen in zijne betrekking
gecontinueerd.
V. Idem van H. V. d. Klip, om ontslag als bewaarder van de stads-timmerwerf.
(Zie Ing. St. n°. 158.)
Wordt bij acclamatie toegestaan.
VI. Benoeming van een bewaarder der stads-timmerwerf.
(Zie Ing. St. n°. 158.)
Met 16 van de 17 stemmen wordt benoemd J. De Calavonzijnde 1
biljet in blanco gelaten.
VII. Verzoek van Mej. S. H. W. Van Goor den Oosterlingh, om ont
slag als onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool der 1ste klasse.
(Zie Ing. St. n°. 153.)
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
VIII. Idem alsvoren van J. W. Segaar, als hulponderwijzer aan de jon
gensschool der 2de klasse.
(Zie Ing. St. n". 167.)
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
IX. Idem van J. II. Heyl c. s.schippers op Utrecht, om ontheffing
van de betaling van padgeld.
(Zie Ing. St. nos. 154 en 155.)
De heer Van der Zweep. Mag ik vragen, mijnheer de Voorzitter! of
de bedoelde schippers genoodzaakt zijn te varenof zij hebben een contract
om te varendan wel of zij dit doen uit vrijen wil
De Voorzitter. De schippers varen volgens overeenkomst naar vaste
beurten. Wel is er allengs in de vaart eenige verandering gekomen, name
lijk dat er niet zooveel beurten meer vervuld worden als vroeger, maar de
schippers blijven niettemin verplicht op een bepaald uur af te varen en betalen
vooraf steeds het padgeld van 1. Het zijn inderdaad dus beurtschippers.
Het voorstel van Burg. en Weth.om het verzoek toe te staanwordt
hierop met algemeene stemmen aangenomen.