59 De heer Goudsmit. Vooreerst bet bezwaar van den heer Hartevelt. Er zal telkens, zegt hij, van de verordening worden afgeweken. Waarom tel kens? Ja dan als zich andermaal hetzelfde geval mocht voordoen dat die twee omstandigheden te zamen liepennamelijk eene reorganisatie die tot vrijwillige aftreding leidt en 52-jarige dienst, zal ik andermaal geneigd zijn at te wijken van de algemeene verordening. Ja maar, zegt men: het geldt eene perisioensverordening, die eenmaal vastgesteld is. Maar die verordening zal toch waarlijk niet meer kracht hebben dan eene wet die door eene andere wet kan worden gewijzigd. Dezelfde macht die de 'wet of de ver ordening vaststelt kan daarvan dispenseeren en iets anders doen wij hier inderdaad niet. Wij geven voor een bijzonder geval dispensatie van eene bestaande verordening en dan kan de eenige vraag deze zijn zijn daarvoor billijke redenenP Het niet behagen van de verordening aan mij of aan wien ook is dus hier de quaestie niet Het is volstrekt niet uit dien hoofde dat ik er van wtl afwijken, maar allddn omdat wij hier verkeeren in een bijzonder geval. En nu is er slechts déne wetwaarvan niet kan worden afgeweken dan onder bijzondere vormenen dat is de grondwet. Maar van elke andere wet kan men dispenseeren bij eene latere wet. De VooHZITTF.R. Niemand meer het woord vragende, herinner ik dat het voorstel van Burg. en Weth. strekt om den heer Suringnr als pensioen toe te kennen 2/3 zijner jaarwedde overeenkomstig de verordening, ad 2133.33, en eene jaarlijksclie toelage bovendien van 1/3, ad f 1065.67. De heer Goudsmit. Mijn voorstel strekt verder, namelijk tot het uit- keeren van zijn tot nog toe genoten vol tractement van 32U0 als pensioen. De Voorzitter. Ik zal dan eerst uw voorstel in omvraag brengen, strekkende om aan den heer Suringar zijn vol tot nog toe genoten tracte ment als pensioen toe te kennen. Het voorstel van den heer Goudsmit wordt verworpen met 9 tegen 5 stemmen, terwijl de heer Librecht Lezwijn zich buiten stemming heeft ge houden. Voor stemden: de heeren Dercksen, De Fremery, De Laat de Kanter, Goudsmit en de Voorzitter. Thans komt in omvraag het voorstel van Burg. en Weth.dat mede met 9 tegen 5 stemmen wordt verworpen. Voor stemden: dezelfde beeren. VIII. Verzoek van H. J. Tietjens, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n°. 1 voor minvermogenden. (Zie Ing. St. n°. 13-1.) Zonder hoofdelijke stemming wordt met ingang van 7 Augustus e. k, dit ontslag eervol verleend. IX. Verzoek van Dr. G. D. J. Schotel, om afschrijving van plaatselijke directe belasling. (Zie Ing. St. n°. 135.) Wordt zonder hoofJelijke stemming besloten tot het nemen eener afwij zende beschikking. X. Voordracht tot het verleenen van ontslag uit den gemeentedienst aan J. Van der Togt Jz. (Zie Ing. St. n°. 141.) Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XT. Rekening van het gereformeerde minne- of arme oude mannen* en vrouwenhuis over 1876. (Zie Ing. St. n°. 132.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. VEKBETET5ING. Op bladz. 44, regel 57, der Handelingen staat niet- drukken; dit moet zijn drukken. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 3