43 N°- 133. Leiden, 28 Juni 1877. Geene aanmerkingen gevonden hebbende op de rekening en verantwoor- ding der dienstdoende schutterij alhier over 1876, heeft de Commissie van financiën de eer u te raden die voorloopig vast te stellen: in ontvangst tot een bedrag van /8822.6I, in uitgaaf tot een bedrag van 8822.61, slui tende alzoo quite. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 133. Leiden, 28 Juni 1877. Wij hebben de eer uwe vergadering voor te stellen de door P. J. W. Knaap, volgens bijgaand adres, gevraagde vergunning voor een keldergat in de Choorlammersteeg en twee stoeptreden, te verleenen op de voorwaarden vervat in het hiernevens gevoegd rapport der Commissie van Fabricage. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan HH. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geeft de ondergeteekende met de verschuldigde hoogachting te kennen dat hij aan het nieuw in aanbouw zijnde perceel aan den hoek van de Choorlammer- en Dwars Koornbeurstegenhetwelk door hem aan zijn woon huis aan de Bree3traat wordt verbondenvolgens hierbij gaande schets- teekening in de Choorlammersteeg een keldergat voor het lichtkozijn wenscht te maken breed 0.80 Meter, lang 1.10 Meter, gedekt met ijzeren rooster volgens keur. Evenzoo wenscht hij voor den ingang van genoemd nieuw perceel twee stoeptreden aan te brengen 40 a 60 c. M. uitspringende, ter lengte van 1 Meter. Tot een en andere zaken uwe vergunning noodig hebbende, verzoekt hij daarop uwe welwillende beschikking. 't Welk doende, Leiden, 16 Juni 1877. P. J. W. Knaap. Leiden, 27 Juni 1877. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. J. W. Knaap te berichtendat er geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning, om een keldergat te maken in de Choorlammersteeg aan zijn perceel, staande op de Breedestraatwijk IV, n°. 236 (straatn0. 118) en aldaar uitkomendeter breedte van elf en niet meer dan acht decimenters uitspringende; mits gedekt door een vast ijzeren rooster, omsloten door een hardsteenen band, en met spijlen niet wijder dan vijf centimeters van elkan der; alsmede om twee stoeptreden voor den ingang van het perceel te leggen, mits niet meer dan vijf decimeters uitspringende op eene breedte van een Meter, beide treden van escausijnschen steen en voor het kelder gat betalende het recht bepaald bij art. 3, n°. 37 van het tarief vastgesteld den 6den Maart 1857. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricageenz. en Wethouders. N°. 134. Leiden, 30 Juni 1877. Tegen den suppletoiren staat van begrooting en staat van af- en over schrijving, dienst 1876, van het Heilige Geest of Arme Wees-en Kinderbuis te Leidenbestaan bij ons geene bedenkingenweshalve wij de eer hebben uwe vergadering voor te stellen die staten goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 12ö. Leiden, 2 Juli 1877. De heer R. Jesse Rz. verzoekt uwe vergadering om te worden gecon tinueerd in zijne betrekking van gemeente-apotheker. Blijkens hierbij overgelegd advies van de Commissie der gemeente apotheek, bestaat bij haar geen bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek. Mitsdien stellen wij u voor den adressant, opnieuw voor den tijd van drie jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 Juli jl.in die betrekking te benoemen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende, door u bij besluit van 4 Juni 1870 benoemd tot gemeente-apotheker, heeft de eer u te verzoeken om in die betrekking te worden bestendigd. Met de meeste hoogachting Uw Dw. Dienaar Leiden, 27 Juni 1877. R. Jesse Rz. Leiden, 2 Juli 1877. Wij hebben de eer u, in antwoord op uwe apostille, dd. 27 Juni, n°. 1352, onder terugzending van bijgaand adreste berichtendat bij onsmet het oog op de erkend goede diensten van den heer R. Jessegeen bezwaren bestaanu beleefd te verzoekengenoemden heer in zijne betrekking als gemeente-apotheker te willen continueeren. De Commissie voor de gemeente-apotheek, Aan den Heer Burgemeester Doctor Junius, President, van Leiden. C. Francken, Secretaris. N°. 126. Leiden, 2 Juli 1877. De leeraar in de natuurlijke historie aan de gemeente-instellingen voor booger- en middelbaar onderwijs, Dr. W. Burck, vraagt bij nevens gevoegd adres ontslag uit zijn genoemde betrekking. Overeenkomstig de hierbijgaande adviezen van de vereenigde Commissie van Toezicht en den Inspecteur van het middelbaar onderwijshebben wij de eer uwe vergadering voor te stellen het gevraagd ontslag eervol te ver leenen tegen 1 September e. k. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Ino. stokken 1877. Aan den Edel-Achtbaren Raad der Gemeente Leiden. Geeft mtt verschuldigde:! eerbied te kennenWilliam Burckleeraar in de natuurlijke historie aan de gemeente instellingen voor middelbaar en hooger onderwijs te Leiden dat hij den Raad eerbiedig verzoekt hem tegen den lsten September van dit jaar ontslag te verleenen uit zijne tegenwoor dige betrekking, wegens zijne benoeming tot leeraar in de scheikunde en natuurlijke historie aan de «Koninklijke Hoogere Burgerschool Prins Hen drik der Nederlanden" te Apeldoorn. 't Welk doende enz., Leiden, 18 Juni 1877. Dr. W. Burck. Leiden, 26 Juni 1877. De vereenigde Commissie van Toezicht op de scholen voor hooger en middelbaar onderwijs alhier, heeft de eer U te berichten, onder toezending van het bijgevoegde adres, dat bij haar geen bezwaren bestaan om Dr. Wil liam Burck, tegen den lsten September 1877, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van leeraar in de natuurlijke historie aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. Namens de Commissie voornoemd Aan Heercn Burg. en V. d. Brandeler, Voorzitter. Weth. van Leiden. N. L. J. Van Buttingha Wichers Secretaris. Leeuwarden 30 Juni 1877. Onder terugzending van de bijlagen van uw schrijven van 28 Juni jl. n°. 515, heb ik de eer te berichten, dat bij mij geen bedenking is tegen bet inwilligen van het verzoek van Dr. W. Burck, dat hem, met ingang van 1 September, een eervol ontslag worde verleend als leeraar aan de Hoogere Burgerschool. Aan Heeren Burg. en De Inspecteur van het middelbaar onderwijs, Wetb. van Leiden. Steyn Parvé. N°. 127. Leiden, 2 Juli 1877. Vlij hebben de eer aan uwe vergadering over te leggen een verzoek van J. Bakewcl om met 1 Augustus a. s. te worden ontslagen uit zijne betrek king van onderwijzer 2de klasse aan de openbare school n°. 1 voor min vermogenden. In verband met het daarop ingewonnen advies van den betrokken hoofd onderwijzer stellen wij u voor het gevraagd ontslag eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 27 Juni 1877. Edel-Achtbare Heer! Met het oog op zijn aanstaand vertrek naar elders neemt de onderge teekende, onderwijzer 2de kl. aan de openbare school voor minvermogenden n°. 1 in deze gemeente, beleefd de vrijheid u bij deze ontslag te vragen uit die betrekking tegen primo Augustus a. s. Met hoogachting heeft hij de eer te zijn Edel-Achtbare Heer! UEds. Achtb. dienstw. dienaar, Aan den Edel-Achtb. Heer Bur- J. Bakewel, gemeester van Leiden. Bocht van Guinea 24. Leiden, 2 Juli 1877. In antwoord op uw apostille van den 29sten Juni jl.heb ik de eer u te berichtendat bij mij geen bezwaar bestaathet verzoek om ontslag van den onderwijzer J. Bakewel, tegen 1° Augustus a. s.toe te staan. De hoofdonderwijzer der openb. school n°. 1 voorminv., Den Heer Burg. der Gemeente Leiden. A. Van der Harst. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 3