26
bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse voor jon
gens, op eene jaarwedde van 850, als: 1°. N. Meijer te Dockum, 2°.
Jakob Mast te Leiden en 8°. Coenraad, Cornelia Jager te Leerdam.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 69. Leiden, 19 April 1877.
Ten aanzien van het verzoek van den schipper op Utrecht, H. Nijkamp,
om vrijstelling of vermindering van het door de schippers verschuldigd
padgeld, zijn wij met Burgemeester en Wethouders van oordeel dat, nu
de pogingen om in overleg met de gemeentebesturen van Utrecht en
"Woerden tot eene vermindering van het padgeld te geraken met geen
gunstigen uitslag zijn bekroond, er voor deze gemeente bezwaar bestaat om
op dit oogenblik althans verandering te brengen in den bestaanden toestand.
Wij vereenigen ons dan ook met het uitgebracht advies om de beslissing
op het verzoek nogmaals aan te houdenin afwachting van het in zake
de definitieve regeling van het gemeenschappelijk jaagpad te nemen besluit.
Intusschen hopen wij van harte dat die lang gewenschte eindregeling
weldra zal mogen worden tegemoet gezien. Niet alleen wordt zulks gevor
derd in het belang van de betrokken schippers, die met hunne klachten,
waarvan de gegrondheid van onderscheidene zijden is erkendsedert een
tri van jaren naar de voorgenomen opheffing van het gemeenschappelijk
jaagpad zijn verwezenmaar ook is eene wijziging van de tegenwoordige
regeling dringend noodig in het belang van de gemeentelijke financiën
waarvoor het jaagpad meer en meer een hoogst bezwarende lastpost wordt.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N". 70. Leiden, 20 April 1877.
Na overweging van de voordracht van Burgemeester en Wethouders be
trekkelijk de uitkeering aan de gemeente Alkemadeingevolge de raadsbe
sluiten van 19 December 1867 en 19 Mei 1868, hebben wij de eer uwe
vergadering mede te deelen dat wij, na ook kennis te hebben genomen van
het door den gemeente-advocaat uitgebracht adviesalleszins termen heb
ben gevonden om ons met de conclusie van het rapport te vereenigen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
"I
