209 INGEKOMEN STI KKEN ter inzage van de leden nedergelegd. N°. 376. Leiden, 11 December 1876. In verband met het slot van onze voordracht van 20 November jl. (n°. 259 der Ingekomen Stukken) hebben wij de eer uwe vergadering ter vaststelling aan te bieden een staat van af- en overschrijving op de be grooting voor dit jaar ter verhooging van enkele posten, die vermoedelijk een te kort zullen opleveren en zulks te vinden uit den post voor Onvoor ziene Uitgaven. Volgn. 66. Schrijf- en bureaubehoeften ad 100. Naar aanleiding van de uitgaven over 1874 is deze post voor 1876 slechts geraamd op ƒ250, terwijl voor 1875 was toegestaan ƒ800 en voor 1877 een bedrag van 350 is uitgetrokken in verband met de werkelijke uitgaven over 1875 ad 359.95. Volgn. 69. Kosten van het onderhouden en schoonhouden van het Raad- huis enz. 90. Deze verhooging is noodig voor eene noodzakelijke onvoor ziene herstelling in eene der kamers van het Raadhuisten gevolge van eene ontdekte scheuring en afwijking van eene bint. Volgn. 72. Kosten van het aanleggen en bijhouden der registers van den burgerlijken stand ad ƒ150. Het is gebleken dat gedurende dit jaar meerdere zegels zijn benoodigd geweest dan waarop bij de vaststelling der begrooting is gerekend. Mocht de Wetgevende macht hare goedkeuring hechten aan de ingediende wijziging der zegelwet, dan zal naar wij vertrouwen de gemeente weldra worden ontheven van deze minder eigenaardige lasten en de betrekkelijke post der begrooting voor het volgend jaar een niet te versmaden overschot opleveren. Volgn. 75. Kosten van de kiezerslijsten enz. 50, een gevolg van de in dit jaar plaats gehad hebbende buitengewone verkiezingen. Volgn. 78. Kosten van zegels van registers enz. ad 50, met het oog op de vernieuwing van enkele gezegelde registers zoo ten kantore van den gemeente-ontvanger als ter rekenkamer. Ook ten aanzien van dezen post zal eene eventueele wijziging van de zegelwet eene gunstige werking uitoefenen. Volgn. 92. Aanvoer van duinwater ad ƒ500. Tot 1 November jl. waren reeds 842 kubieke meters duinwater meer aangevoerd dan gedurende de 10 eerste maanden van het vorig jaar, terwijl tot 1 December zijn afge leverd 363,510 emmers tegen betaling, 1 73,267 kosteloos te zamen 536,777 tegen 291,170+133,314, totaal 424,489 respectievelijk in 1875, uitmakende een verschil van 72340+39953, totaal 112,293 emmers. De opbrengst van den verkoop van duinwater wordt in verhouding tot de meerdere aflevering tegen betaling uit den aard der zaak tevens verhoogd. Volgn. 117. Kosten voor het vaccineeren van behoeftigen ad 50. Met het oog op de uitgaven over 1875 zal vermoedelijk deze post niet geheel toereikend wezenen wordt het raadzaam geacht hem tot 300 te ver- hoogen, zijnde gelijk bedrag voor het volgend jaar toegestaan. Volgn. 123. Onderhoud van de scholen enz. ad 1000. Hieronder is begrepen eene som van 300 voor de plaatsing van eene zoogenaamde zuurkast in de meisjesschool op de Booramarkt, waartoe in der lijd door uwe vergadering is besloten, alsmede gelijk bedrag voor het dagelijksch onderhoud en het schoonhouden van het gymnastieklokaal met de toestellen waarop thans bij de begrooting voor het volgend jaar is gerekend. Overigens is reeds vroeger medegedeeld dat de tot dusverre uitgetrokken som van 1000 voor het schoonhouden op verre na niet toereikend is, terwijl het aantal leerlingen vooral op de scholen voor on-en minvermogenden aanzienlijk is toegenomen en de derde school voor minvermogenden tot de oprichting waarvan is beslotenvoorloopig reeds gehouden wordt in het schoollokaal op de Pieterskerkgracht. Gelijke opmerking geldt voor de beide volgende posten. Volgn. 124. Kosten van schoolboeken enz. ad ƒ900, en Volgn. 125. Vuur en licht in de scholen ad ƒ450. Wat aangaat de levering van schoolbehoeftcn zij opgeme-kt dat de verhooging voor een groot deel het gevolg is van het hooger cijfer der aanbesteding, gehouden in het laatst van het jaar 1875 en alzoo na de vaststelling van de be- grooling in vergelijking met den uitslag van de aanbesteding in 1872. De kosten van vuur en licht hebben in 1875 bedragen 2545.48 terwijl voor 1876 slechts is geraamd ƒ2100 en voor 1877 is uitgetrokken een bedrag van 2600. Volgn. 137. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen ad ƒ300. Met het oog op het aantal gedurende dit jaar verpleegden is het uitge trokken cijfer van ƒ11000 zeker niet voldoende, en wordt hetzelfde bedrag noodig geacht als voor 1877 is toegestaan. Volgn. 138. Onderstand, vervoer- en verplegingskosten enz. ad ƒ100. Uit dezen post worden o. m. voldaan de kosten van de zoogenaamde pas santen en van het onderhoud der verlaten kinderen die niet of alvorens ze in het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis kunnen worden opgenomen. De gewone som van 500 is gebleken voor dit jaar niet voldoende te wezen en zal met ongeveer 100 moeten worden verhoogd. Volgn. 151. Pensioenen enz. ad ƒ284.27. Deze verhooging is noodig ten gevolge van het met ingang van 1 Juni jl. aan den eervol ontslagen agent van politie J. Wiekkart verleend pensioen, wien over 7 maanden moet worden uitgekeerd 252.77 terwijl verder door een der eervol ont slagen werklieden der gasfabriek pensioen is aangevraagd, welk verzoek door ons is aangehouden in afwachting van de alsnog door uwe vergadering te nemen beslissing in zake de verordening op het verleenen van pensioen. Wordt het bovenbedoeld verzoek toegestaan, dan zal voor dit jaar terzake benoodigd zijn een bediag van ƒ31.50. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Leiden, 15 December 1876. De Commissie van Financiën heeft de eer den Gemeenteraad in over weging te geven om den overgelegden staat van af- en overschrijving op de begroeting voor het loopend jaar vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. iliSDU oen !s;g. N°. 377. Leiden, 15 December 1876. Wij hebben geene bedenkingen tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders om uit den post voor de kweekschool van onderwijzers enz. de meerdere uitgaven te voldoendie benoodigd zijn voor het onderwijs in het Fransch in verband met de ziekte van en het thans gevraagd ontslag door een der leeraren aan de gemeente-instellingen voor hooger en middel baar onderwijs. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën N°. 378. Leiden, 15 December 1'676. Met buitengewone belangstelling hebben wij kennis genomen van de door Burgemeester en Wethouders aan uwe vergadering aangeboden concept- voorwaarden voor het verleenen van eerie definitieve concessie aan de heeren mr. W. Van der Vliet en mr. C. Bosch Reitz tot het maken, aanleggen en exploiteeren van eene waterleiding van de duinen nabij Katwijk tot en in de gemeente Leiden. Wij hebben met aandacht die voorwaarden nagegaan en naar het ons voorkomt zijn daarbij de belangen van de gemeente in alle opzichten vol doende gewaarborgdterwijl ons geene punten bekend zijn die niet of niet behoorlijk zijn geregeld. Gaarne adviseeren wij alzoo tot goedkeuring van de voorwaarden en tot gunning van de definitieve concessie aan de voorloopige concssionarissen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 379. Leiden, 18 December 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering mede te deelen dat de plannen voor de duinwaterleiding aan het oordeel zijn onderworpen van de heeren C. B. Van der Tak, directeur der gemeentewerken te Rotterdam en Th. Stang, ingenieur der duinwaterleiding te 's Gravenhave, en dat de adviezen van beide deskundigen thans zijn ingekomen welke stukken worden gedrukt en aan de leden toegezonden. Wij stellen u alsnu voor de plannen goed te keuren en ons college te machtigen om in overleg met concessionarissen, voor zoo veel noodigdie wijzigingen in de plannen aan te brengenwaartoe de door bovengenoemde deskundigen gemaakte opmerkingen aanleiding mochten geven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 380. Leiden, 14 December 1876. In de zitting van 30 December 1875 werd de verordening regelende het onderwijs te verstrekken aan de hulponderwijzers, hulponderwijzeressen en kweekelingen der lagere scholen o. a. in dier voege gewijzigd dat aan art. 3, regelende het onderwijs wekelijks aan elke klasse te geven, werd toege voegd de volgende zinsnede: «-tenzij in het belang van het onderwijs eene verdere splitsing wordt noodig geacht, waaromtrent jaarlijks de goedkeuring van den Raad zal worden vereischt." Dienovereenkomstig is thans door den directeur der kweekschool in over leg met den districts schoolopziener een voorstel tot regeling van het onderwijs voor dezen cursus ingediend met overlegging van den rooster der lessen waarmede ook de Plaatselijke Schoolcommissie zich vereenigt. Wij stellen nu uwe vergadering voor om de regeling zooals ze in de stukken is omschrevengoed te keuren en ons college te machtigen om te dien einde over de op de begrooting voor de kweekschool uitgetrokken gelden te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 28 November 1876. Ingevolge art. 10 der verordening van den 30sten April 1874 (Gemeente blad van Leiden, n®. 11) heb ik de eer u den rooster der kweekschool voor het schooljaar IS76/77 in 18 exemplaren ter goedkeuring toe te zenden. Wat de splitsing van enkele vakken betreftten aanzien van de wiskunde kunnen de buitengewone uren van vijf op drie worden teruggebracht; ten aanzien van het onderwijs in het Fransch aan. eerstbeginnenden bestaat dezelfde behoefte als het vorige jaar; in natuurkunde en natuurlijke historie kunnen volgens het oordeel van den heer Jennes de mannelijke leerlingen der tweede klasse onmogelijk gezamenlijk onderwezen worden en is dus eene splitsing dringend noodzakelijk. Ik heb daarom een tweede uur onder den naam van natuurlijke historie op den rooster gebracht. Alzoo zal overeenkomstig de wijziging der verordening, vastgesteld den 20sten December 1875 aan de goedkeuring van den Gemeenteraad moeten onderworpen worden eene splitsing van het onderwijs in de wiskunde aan de mannelijke leerlingen, waarvoor noodig zijn: 2 uren a ƒ50ƒ100 1 uur a 7575 van het Fransch aan eerstbeginnendenwaarvoor noodig zijn 2 uren a ƒ50100 van de natuurkunde en de natuurlijke historie, waarvoor noodig zijn 1 uur a 50-50 Totaal ƒ325 zoodat beschikbaar blijft eene som van 200. Eindelijk ik kom 3 uren te kort voor de gymnastiek. Bij de verorde ning zijn er aan de kweekschool 12 toegestaan, waarvan nu 10 noodig zijn; doch de heer Disse heeft er slechts 7 beschikbaar. Voorloopig behelp ik mij daarmede, door de beide klassen der mannelijke kweekelingen te vereenigen en aan de laagste klasse der vrouwelijke kweekelingen slechts 1 uur te geven. Later hoop ik op dit punt terug te komen. Aan Heeren Burgemeester en De directeur der kweekschool, Wethouders van Leiden. J. A. Van Dijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1