205 INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van (Ie leden ncdergelegd. r N". 262. Leiden, 29 November 1876, Ter voorziening in de vacature, met 1 Januari e. k. te ontstaan in de Commissie voor de openbare bewaarscholen alhier, ten gevolge van de periodieke aftreding van den Heer Dr. 1). Bierens de Haan, hebben wij de eer uwe vergadering hierbij een dubbeltal aan te bieden, met verzoek daaruit tot de benoeming van een lid der bedoelde Commissie over te gaanals 1° Dr. D. Bierens de Haan 2° Dr. J. H. C. Kern. Aan den Gemeenteraad, Burgemeester en Wethouders, enz. N°, 263. Leiden, 9 December 1876. In de zitting van 13 Juli jl. werd besloten aan de heeren mr. W. Van der Vliet te Amsterdam en mr. C. Bosch lieitz te Den Helder voorloopig concessie te verleenen tot ;het makenaanleggen en exploiteeren van eene waterleiding van de duinen nabij Katwijk tot en in de gemeente Leiden, onder de daarbij vastgestelde voorwaardenterwijl tevens o. m. werd bepaald dat de plannen en definitieve voorwaarden aan de goedkeuring van den Gemeenteraad zouden worden onderworpen. In de vergadering van 19 October werd daarop medegedeeld dat de uit gewerkte ontwerpen en teekeningen voor den aanleg van de waterleiding in de leeskamer ter inzage van de leden waren nedergelegd. VN'ij zijn thans in staat u de ontwerp-voorwaarden voor het verleenen van eene definitieve concessie aan te bieden en stellen uwe vergadering alsnu voor om aan de heeren Van der Vliet en Bosch Keitz voornoemdconcessie te verleenen tot hel makenaanleggen en exploiteeren van eene waterleiding van de duinen nabij Katwijk tot en in de gemeente Leiden onder de navolgende bepalingen, met goedkeuring van de overgelegde plannen en ons college te machtigen omnadat voor zooveel noodig de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten zal zijn erlangdmet concessionarissen de ver- cischte overeenkomst aan te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Art. 1. De concessionarissen zullen de werken maken volgens de plannen met bijbehoorende teekeningen van alle werken van de prise d'eau tot aan en in de gemeente Leiden door hen aan den Raad dier gemeente ter goed keuring ingediend of nog in te dienenwanneer deze de goedkeuring van genoemden gemeenteraad zuilen hebben erlangd. Indien dc goedkeuring dier ingediende of nog in te. dienen plannen en teekeningen vóór den 13 Januari 1877 niet verkregen is, vervalt de concessie. De plannen en teekeningen worden door de concessionarissen door hunne onderteekening gewaarmerkt. Art. 2. De concessionarissen verbinden zich er voor te zorgen dat het uit Katwijk door de gemaakte werken aangevoerde water steeds in voor de gemeente voldoende hoeveelheid en zuiver aanwezig zij. Ingeval van verschil daarover tusschen de concessionarissen en den nader te noemen commissaris der gemeente, wordt daarover door de in aft. 27 genoemde arbiters beslist. Ingeval door deze mocht worden uitgemaakt dat de aanvoer van hét water niet voldoende of niet zuiver is, verbinden zich d* concessionarissen tot het maken op hunne kosten van zoodanige werken als door Burg. en Weth. van Leiden noodig zullen worden geoordeeld om dat doel te bereiken. Bij gebreke van hieraan te voldoen zijn Burg. en Weth. gemachtigd deze werken op kosten van concessionarissen te doen verrichten. Art. 3. De gemeente draagt aan concessionarissen het eigendomsrecht over op het terrein en de duinen nabij Katwijk voor het etablissement be stemd, en belooft haren zedelijken steun voor het verkrijgen van eigendom of gebruik van gronden aan derden toebchoorende. Art. 4. De gemeente staat den concessionarissen toe in den gemeentegrond op de plaatsen in de plannen en teekeningen aangewezen tt leggen buizen of pijpen dienende tot waterleiding. Het opbreken en wederleggen der straten, hetzij tot het leggen en ver leggen der buizen of pijpen, tot het nazien, herstellen of onderhouden van deze als anderszinsvoor zoover dit plaats vindt binnen de gemeente of op wegen of straten waarvan het onderhoud op de gemeente rustzal niet anders mogen geschieden dan door de stadswerkliedenen wel onder toezicht van hen die daartoe door Burg. en Weth. zijn aangesteld, zullende telkens wanneer tot liet een of ander einde het opbreken der straat vereischt wordt, daartoe twee maal 24 uren te voren aan den daartoe door Burg. en Weth. benoemden en gestelden ambtenaar eene schriftelijke aanvrage ingeleverd wordenom door dien ambtenaar getcekcnd teruggezonden wordende te strekken tot vergunning voor de gevraagde opbreking der straat. Bij opbreking der straat of wegen zonder vergunning verbeuren conces sionarissen telkens ten behoeve van de gemeente eene som van ƒ50. Door concessionarissen zal voor gemelde werkzaamheden door stadswerk lieden te verrichten aan de gemeente worden vergoed 7 2 cents per meter, welke op de eerste aanmaning volgens de opgave van Burg. en Weth., waaraan concessionarissen zich onderwerpendoor hen zullen moeten worden voldaan. Art. 5. De plaatsen waar de buizen of pijpen in de gemeente moeten worden gelegd worden bij de ingediende of in te dienen plannen aange wezen in ieder geval zullen minstens 20 kilometers buizen of pijpen in de gemeente moeten worden gelegden daar waar Burg. en Weth. dit ver langen gelegenheid gegeven worden tot verkoop van water uit standpijpen of anderszins in de buurten der thans bestaande duinwater-reservoirs, welke laatste eigendom der gemeente blijven. Wanneer het in de eerste alinea bedoeld pijpennet is voltooid dan zijn concessionarissen verplicht met het leggen van pijpen voort te gaan daar waar zulks wordt verlangdmits alsdan door de belanghebbenden eene op brengst van het waterverbruik wordt gegarandeerd tot een bedrag van mins tens 10 pCt. der aanlegkosten van bedoelde pijpen. Art. 6. De wijze waarop en de voorzorgen waaronder de pijpen of buizen worden gelegdof verlegdgeschiedt naar de voorschriften daaromtrent door Burg. en Weth. te geven. IIA'.IDD. OEM. 1867. Art. 7. Met het maken der werken mag niet worden aangevangen, voor dat: 1° de plannen en teekeningen door den gemeenteraad zijn goedgekeurd. 2° het waarborgkapitaal in art. 24 vermeld is gestort. 3° ten genoegen van Burg. en Welh. het bewijs is geleverd, dat de eigendom of het gebruik van gronden aan derden toebchoorende voor de waterleiding noodzakelijk door concessionarissen is verkregen. Art. 8. Binnen den tijd van één jaar na de bekomen goedkeuring der plannen en teekeningen door den gemeenteraad of, zoo de goedkeuring van hoogera autoriteiten op de concessie wordt gevorderd na het tijdstip waarop die is ver leend of wel nadat Burg. en Weth. verklaard hebben dat voldaan is aan het bepaalde sub 3 van het vorig artikelmoeten de werken ten genoegen van Burg. en Weth. der gemeente Leiden tot aan de gemeente Leiden zijn voltooid. Art. 9. Tegelijkertijd zullen concessionarissen het pijpennet en de stand pijpen in de gemeente kunneu leggen en stellenmaar verplicht zijn dit binnpn een jaar na het verstrijken van den in het vorig artikel vermelden termijn te voltooien. Art. 10. Zoodra de werken tot binnen de gemeente voltooid zijnzullen concessionarissen verplicht zijn om het duinwater uit eene of meer stand pijpen. wier aantal en plaats door Burg. en Weth. zal worden bepaald, aan de gemeente en aan de ingezetenen te leveren tegen den prijs bij het tarief te bepalen, en op de wijze als door Burg. en Weth. wordt voorgeschreven. Art. II. Het tariet en de voorwaarden van levering aan de gemeente en de ingezetenen behoeven de goedkeuring van Burg. en Weth. Als grondslagen zullen daarbij gelden de volgende bepalingen a. dat de abonnementen niet hooger mogen worden gesteld dan thans d. i. ten tijde van het verleenen dezer concessie, te Amsterdam; b. dat het water aan de standpijpen geleverd niet hooger mag worden gesteld dan 1 cent de emmer van 15 liters; c. dat de gemeente voor inrichtingen der gemeente of kostclooze ver strekking aan behoeftigen niet meer dan een halve cent voor 15 liters zal betalen. d. dat de concessionarissen den aanleg van de hoofdbuizen tot in de woningen der nhonnenten zullen maken voor zoover zij aan de hoofdhuis gelegen zijn; indien deze zulks verlangen met een kraan in het voorhuis, voor eene recognitie van een gulden 'sjaars, tor»*ijl in de verdere leiding in de huizen door de abounenten zelvcu zal worden voorzien e. dat de concessionarissen zorgen dat de standpijpen behoorlijk eu zoo veel mogelijk door pachters worden bedi< n I. Art. 12. Concessionarissen verbinden zich om geen water uit deze water leiding aan andere gemeenten of ingezetenen in die gemeenten te leveren zonder goedkeuring van den Raad der gemeente Leiden. Art. 13. Alle te maken uitgaven en onkosten van het maken der werken en het onderhoud daarvan uit deze concessie voortvloeiende, zullen zonder uitzondering komen ten laste van concessionarissen die ook 'aansprakelijk zullen zijn voo r alle schaden die aan de gemeente of derden door het maken der genoemede werken onverhoopt mochten worden toegebracht. De kosten waartoe deze acte van concessie of bare aanvaurding aanleiding mocht geven komen ten laste van concessionarissen. Art. 14. Concessionarissen zullen onder geen voorwendsel hoegenaamd het debiet van het voorhanden zijnde en telkens toevloeiende water tegen contante betaling mogen stakenveelmin het water mogen stoppen of op houden zullende bij overtreding hiervan Burg. en Weth.na de conces sionarissen te hebben aangemaand binnen 24 uren aan hunne verplichtingen te voldoen en deze in gebreke blijvenzich terstond daarna kunnen stellen in het beheer niet enkel van de leidingen reservoirs en standpijpen in de gemeente Leidenmaar ook van al hetgeen strekt om het water van zijnen oorsprong af te leiden en aan te voeren, daaronder begrepen de aan wezige leidingen, stoommachines, zuiveringstoestellen gebouwen en in het algemeen alles wat de waterleiding aangaat, alles voor rekening en risico van concessionarissen* Deze zullen op het door hen te kennen gegeven verlangen om zelvrn de zaak weder op te vatten daartoe worden toegelaten zoodra zij ten ge noegen van Burg. en Weth. zullen hebben doen blijken van hunne middelen en voldoende maatregelenom daarin zonder gevaar van herhaling van stoornis te voorzien, en de rekening over de intusscheti gehouden Bdminis- stratie zullen hebben vereffend. Art. 15. Wanneer de staking van het werk het gevolg is van nood zakelijke herstellingen dan zijn de bepalingen van het vorig artikel niet van toepassing. Indien de herstellingen niet meer dan vier en twintig uren vorderendan zijn de concessionarissen verplicht daarvan vooraf kennis te geven aan Burg. en Weth. en zorg te dragen dat aan het publiek minstens tweemaal vier en twintig uren te vorenop de wijze door Burgemeester en Wethouders voor te schrijven van de tijdelijke staking kennis wordt gegeven. Herstellingen, die meer dan vier en twintig uren vorderen, mogen niet worden aangevangen dan in overleg met Burg. en Weth. Art. 16. Door den gemeenteraad wordt een Commissaris benoemd die toezicht houdt dat concessionarissen aan hunne verplichtingenin deze con cessie vervat, voldoen. Hij heeft toegang tot alle gebouweninrichtingen enz. tot deze water leiding behoorende, alsmede tot het kantoor of de kantoren van conces sionarissen en is bevoegd alle boeken en bescheiden na te zien en daarvan afschrift of uittreksel te nemen. Art. 17. De concessionarissen mogen deze concessie aan niemand over dragen noch haar of iets tot de zaak behoorende verpanden of hypothe- keeren, zonder toestemming van den Raad der gemeente Leiden. Ingeval zij de concessie aan eene naamlooze vennootschap mochten willen overdragenzullen zij bij de aanvrage om toestemming tevens overleggen de statuten dier bestaande of nog op te richten vennootschap, welke statuten in het laatste geval niet ter goedkeuring aan Z. M. den koning mogen worden aangeboden, voor dat zij door den gemeenteraad zijn goedgekeurd. Art. 18. Bij de statuten zal o. a. moeten worden bepaald: a. dat de in het vorig artikel vereischte goedkeuring door den gemeen, leraad ook geldt voor elke verandering in de statuten te maken; b. dat een der Commissarissen door den gemeenteraad zal worden benoemd c. dat de door de aandeelhouders goedgekeurde jaarlijksche rekening en balansalvorens zij als vastgesteld kunnen worden beschouwdde nadere goedkeuring van Burg. en Wetb. moeten hebben erlangd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 7