196 gebouwde huizen geregeld te doen ledigen en de faecale stoffen naar buiten de gemeente te doen verwijderen en om alzoo haar vergunning te verleenen om die stoffen door een riool te doen uitloozen in de Oude Vest. Wij geven uwe vergadering mitsdien in overweging om de gevraagde ver gunning onder de voorgestelde voorwaarden te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Ondergeteekendenbestuurders der naamlooze vennootschap »de Leidsche bouwvereeniging", nemen de vrijheid bescheiden maar dringendden ge meenteraad te verzoeken de volgende beschouwingen wel in overweging te willen nemen Aan het bestuur der vereeniging werd door den gemeenteraad den 16den Februari 1874, nadat 20 November 1873 een stuk grond der gemeente kosteloos ter bebouwing was afgestaanmits het bebouwd werd volgens goedgekeurde plannende verplichting opgelegd de noodige waterdichte, van portland cement vervaardigde beerputten aan te leggenwelke telkenmale wanneer zulks noodig werd bevonden moesten worden geledigd. Dit besluit werd aan ons bestuur medegedeeldbij eene missive van 27 Februari 1874, waarbij op een verzoek onzerzijds van 25 Februari, om, zoolang geen algemeene maatregel van riolering is genomen de faecaliën der te bouwen woningen in het riool van de Scheistraat te doen uitloopen afwijzend werd beschikt. Het bestuur heeft gevolg gegeven aan uw besluit. Aanhoudende klachten der inwoners van de door het bestuur voornoemd ingerichtte woonhuizenen van den bewoner der schoolgebouwengevoegd bij den last voor ons bestuur van het telkenmale moeten ledigen van den beerputnoodzaken ons het verzoek tot den gemeenteraad te richten om in dezen toestand verandering te doen brengen. Het wegwerpen van vloeibare stoffen voor huiselijk gebruik gediend heb bende in de privatenmaakt de faecale stoften zonder waarde en vult in betrekkelijk zeer korten tijd den vergaderbak. Het ledigen heeft groote bezwaren voor ons bestuurmaar nog grootere voor de omwonendenvoor de bewoners der schoollokalen en voor de schoolgaande kinderen. Bovendien is het gebleken dat het hoogst moeielijk is den tijd te be rekenen wanneer de beerput gevuld is j dit openbaarde zich tweemalen toen reeds schade veroorzaakt was. De eerste maal door een algeheele verstop ping der toevoerkanalende tweede keer door dat de overtollige rioolstof zich een weg had gebaand naar den regenbak. Het bestuur der vereeniging geeft bescheiden in overweging wel te willen besluiten aan dezen toestand een einde te maken, door toe te staan dat een riool van den beerput naar de Oude Vest worde gelegd. Het bestuur de Vereeniging, Leiden, 25 October 1876. A. Heynsics, Voorzitter. Aan den Gemeenteraad van Leiden. W. Plekte, Secretaris. Leiden, 15 November 1876. Bij raadsbesluit van 26 Februari 1874, is aan de Leidsche bouwvereeni ging in eigendom afgestaan het plein naast het voormalig Nosocomium Academicum op de Oude Vest onder verplichting »tot den aanleg (bij de op dat terrein te bouwen woningen) van de noodige waterdichte van port land cement vervaardigde beerputtenwelke telkenmale wanneer zulks noodig wordt bevondenmoeten worden geledigdzullende de faecale stoffen onver wijld naar buiten de gemeente moeten worden verwijderd." De Commissie van Fabricage had echter bij haar rapport van den 11 den dier maand in overweging gegeven daarbij te bepalen»met uitstorting der vloeibare stoffen in een riool van de Lijsbethsteeg of in dat der Dolhuis gracht" maar daartegen werden bezwaren ingebracht, waarmede de gemeen teraad zich heeft vereenigd. Intusschen blijkt uit het hierbij gevoegd adres van het bestuur der ver eeniging dat de bezwaren tegen dit voorschrift reeds aangegeven bij een adres van 25 Februari 1874, niet zijn achtergebleven, ^omdat het weg werpen van vloeibare stoffen, voor huiselijk gebruik gediend hebbende, in de privaten de faecale stoffen zonder waarde maakt en in betrekkelijk zeer korten tijd de vergaderbak vult", terwijl uit het dikwijls ledigen voor de omwonendenvoor de bewoners der schoollokalen en voor de schoolgaande kinderen, last en hinder worden veroorzaakt. De Commissie van Fabricage erkent de gegrondheid van die bezwaren en kan uit dien hoofde zich vereenigen met het verzoek van het bestuur om een riool te leggen van dien beerput door de straat uitloozende in de Oude Vest tot zoolang geen ander rioolstelsel in die buurt wordt ingevoerd waarvan de toepassing op hunne woningen onder de voorwaarden van den eigendomsafstand is begrepen. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 353. Leiden, 17 November 1876. Op bijgaand verzoek van den heer B. Corts om een stoep te leggen aan de Vestestraa!hebben wij na daarop den heer Voorzitter der Commissie van Fabricage te hebben gehoord, de eer uwe vergadering voor te stellen de gevraagde vergunning te verleenen op voorwaarden dat de stoep eene breedte verkrijge van 75 centimeters eu niet hooger dan 3 centimeters boven de straat, op aanwijzing van rooimeesters, worde gelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, B. Cortsfabrikantwonende aan de Heerengracht, n°. 62, dat hij voor het achtergedeelte van genoemd huis, uitkomende in de Vestestraateen stoep wenschte te leggen ter breedte van 75 cM., waarvoor beleefd uwe toestemming wordt verzocht. 't Welk doende Leiden, 8 November 1876. B. Corts. N°. 354. Leiden, 17 November 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering voor te stellen op bijgaand verzoek van den heer Th. Van Wijk om een stoep te leggen op gemeentegrond aan de Vestestraat gunstig te beschikken, bestaande bij den heer Voorzitter der Commissie van Fabricage daartegen mede geen bezwaarmits^ de stoep eene breedte verkrijge van 75 centimeters, niet meer dan 6 centimeters boven de straat uitspringe en gelegd worde op aanwijzing van rooimeesters. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Th. Van Wijk, fabrikant, wonende aan de Heerengracht, n#. 46, dat hij voor het achtergedeelte van genoemd buis, uitkomende in de Vestestraat, een stoep wenschte te leggen waarvoor hij beleefd vergunning verzoekt. 't Welk doende Leiden, 8 November 1876. Th. Van Wijk. N°. 355. Leiden, 16 November 1876. In de zitting van 4 December des vorigen jaars is laatstelijk besloten de woning boven het telegraafkantoor wederom voor één jaar te verhuren aan den directeur van dat kantoor den heer Vruggink. Vermits alzoo de huur eindigt met uit. December a. s. stellen wij voor de huur voor één jaar te continueeren op de bestaande voorwaarden. De huurprijs bedraagt 120. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 356. Leiden, 18 November 1876. Commissarissen der stedelijke gasfabriek hebben de eer uwe vergadering thans voor te stellen de concept-verordening vermeld onder n°. 7 der Inge komen Stukken, gedateerd 13 Januari 1876 in enkele punten te wijzigen. Na de uitgebrachte rapporten gehouden discussiën en het genomen be sluit, dienen enkele artikelen gewijzigd, waaraan tevens tot meerdere vol ledigheid enkele punten zijn toegevoegd. Die wijzigingen betreffen Art. 5 te lezen aldus Onder het bestuur van Commissarissen zullen werkzaam zijn Een directeur, op een jaarwedde van ƒ3000 en een aandeel in de winst der exploitatie-rekening. Een boekhouder, op een jaarwedde van f 1500. Art. 7 te lezen: De instructien voor den directeur en den boekhouder worden door den Gemeenteraad vastgesteld, even als het bedrag van den voorgeschreven borgtocht van den boekhouder, die tevens als kassier werkzaam is. De regeling der werkzaamheden van de overige beambten geschiedt door den directeur onder goedkeuring van Commissarissen. Art. 8. laatste regel: vermeld onder art. 13 alinea de woorden: ^alinea b" te doen wegvallen. Art. 13 te lezen: Jaarlijks wordt op de exploitatie-rekening in uitgaaf gebracht Eene som berekend tegen zes ten honderd van de kosten van aanleg der eigendommen, als: gebouwen, werktuigen, straatpij pen lantaarns enz., be stemd tot een vernieuwings- en uitbreidingsfonds. Ook van dit fonds zal gelijktijdig met de exploitatie-rekening verant woording worden gedaan. Art. 14. Hier te doen wegvallen de laatste alinea, luidende: «-De jaar lij ksche rekening van dit reservefonds zal eene bijlage van de rekening der gasfabriek uitmaken." Art. 16 te lezen: Jaarlijks wordt éen ten honderd van de winst op de exploitatie-rekening verkregen, aan den directeur boven zijne vaste jaarwedde toegekend. Art. 17. Nieuw artikel: De Commissarissen leggen jaarlijks een beredeneerd verslsg van den toestand der fabriek en hare exploitatie aan den Gemeenteraad over. Door deze wijzigingen worden de twee voorstellen A en B tot eén voorstel in de concept-verordening vereenigd. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek voornoemd De Fremerï. P. Dd Rieu. J. I. Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 8