196 INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. orde stelt, zal ook ik in de gelegenheid zijn, op 2, 3, 4 en 5 mijne be denkingen in het midden te brengen. Worden alle punten te gelijk of in eens behandeld, dan zal ik nu reeds daarmede moeten beginnen. De VOORZITTEB. Dan sluit ik nu de algemeene beschouwingen en stel n°, 1 van het voorstel van den heer Scheltema aan de orde'dat met 1 Januari 1877 wordt ingevoerd het dubbel of Italiaansch boekhouden." Verlangt daarover nog iemand het woord? De heer Eigeman. Daar straks heb ik mijne gedachte over de invoering van het Italiaansch boekhouden gezegd. Ik heb tegen de invoering niets als men daarmede beoogt meer beknoptheid en duidelijkheid in de admini stratie. Doch verwacht men van die wijziging meer juistheid in de cijfers, betere resultaten voor de berekening van de winst- en verliesrekening, ik blijf er bijdan zullen wij er niet wijzer door worden. De heer De Fremery. Ik wensch nu nog slechts mede te deelen aan den Baad dat ik aanneem dat, indien n°. 1 van het voorstel wordt aange nomen dan besloten is dat de rekening moet worden gehouden en opge maakt in alle détails, even als bij een gewonen fabrikant. Daarom zal ik tegen dit punt stemmen. Ik wensch dit vooraf te verklarenopdat men niet denke dat ik tegen het Italiaansch boekhouden gestemd beo. Dat is mij volkomen onverschillig. Maar op grond van de consequentie, waarop de heer Van Heukelom heeft gewezenzal ik tegen stemmen. De heer Van Iterson. Ik heb geen verstand van boekhoudingdoch' meeude dat ook daarbij de regel geldt: variis modis bene fit. De heer Scheltema heeft in zijne memorie herhaaldelijk gezegd dat de wijze van boekhouding niets afdoet, mits de cijfers juist zijn. De Commissie voor de gasfabriek heeft ditzelfde beweerd. Nu wordt de vraag gesteld, welke vorm van boekhouding gevolgd zal worden. Algemeen wordt erkend dat het Italiaansch boekhouden te verkiezen is. Ik sta klaar om voor dat Italiaansch boekhouden te stemmen en nu komt de heer De Fremery verklaren dat hij daaraan bijzondere consequentiën hechtdie ik niet voorzag. De heer De Fremery. Omdat daarbij noodwendig taxatie moet plaats hebben. De heer Van Itebson. Hoe het mogelijk is dat Commissarissen nu zooveel bezwaar maken tegen de invoering van het Italiaansch boekhouden begrijp ik waarlijk niet, daar zij toch in hun rapport vbo 15 September verklaarden geen bezwaar daartegen te hebben. Alleen de taxatie, daar wilden zij niet aan. En op dat punt heeft de heer Scheltema nu toege geven. De heer De Fremery. Wanneer de Italiaansche boekhouding wordt in gevoerd voor de exploitatie-rekening, dan is het mij precies hetzelfde of die wijze van boekhonding of bet enkel boekhouden wordt gevolgd. Maar de heer Van Heukelom heeft gewezen op de consequentiën van het Italiaansch boekhoudenhoe daarbij taxatie van gebouwd eigendomvan materieel en wat niet al, moet plaats hebben. Dan wordt de zaak geheel andersnoode- looze omslag zal er het gevolg van zijn; daarmede kan ik mij niet ver eenigen. De heer Van Iterson. Dat is eene quaestie tusschen de heeren Van Heukelom en De Fremery, waarmede wij niets te maken hebben. Ik wil echter verklaren dat ik aan het voorstel omtrent het Italiaansch boekhou den geen andere beteekenis hecht dan toepassing van die wijze van boek houding op de exploitatie-rekening, gelijk Commissarissen hebben beaamd. De heer Van Heükelom. Ik zou bijna schrikken van de vele conse quentiëndie men schijnt te willen trekken uit de weinige woorden, die ik gesproken heb. Daar is niets van aan. De zaak toch is doodeenvoudig. Wanneer men van Italiaansch boekhouden spreekt, is het duidelijk wat men door winst verstaat. Van de taxatie heb ik niet gesproken. Immers de heer Scheltema heeft verklaardde somdoor Commissarissen genoemd te willen aannemen: De heer Cock. Ik herinner mij zeer duidelijk dat Commissarissen van de gasfabriekdus ook de heer De Fremeryin hun rapport gezegd heb ben 'bij Commissarissen bestaat op dien grond geen bezwaar om met 1 Januari e. k. in plaats van de enkele boekhouding de thans voorgestelde over te nemen." Ik begrijp dus niet dat de heer De Fremery er zich nu zoo tegen verzet. De heer Van Heukelom heeft de bezwarendie men aan eene taxatie of waardeering verbonden achtgenoegzaam wcderlegd en aangetoonddat eene taxatie op zich zelve met het Italiaansch boekhouden niets gemeen heeft. Ik ben zoo vrij er bij te voegendat de heer Schel tema verklaard heeft zijn voorstel dienaangaande in te trekken en de som, door Commissarissen van de gasfabriek genoemd, over te nemen. De heer De Fremery. Ik heb in den aanvang der zitting reeds mede gedeeld dat ik dan alleen zou kunnen meegaan met bet rapport der Com missie van de gasfabriekals beslist zou zijn dat de boekhouding in het vervolg zal plaats hebben overeenkomstig den wensch van den heer Scheltema. Ik zou dan als ieder ander raadslid mij verplicht achten uitvoering te geven aan het besluit van den Raad en daartoe mede te werken. Maar zoolang ik stemmen kan voor behoud van de tegenwoordige regelingdie voor eene gemeente-inrichting naar mijne opvatting de juiste is, geef ik daaraan de voorkeur boven elk ander voorstel. Ik geloof dat dit op mijn standpunt zoo consequent mogelijk is. Wij hebben ons bereid verklaard mede te werken voor het geval dat het voorstel van den heer Scheltema mocht worden aangenomen. Op den voorgrond is echter gesteld dat de meerderheid van onze Commissie de tegenwoordige wijze van beheer de meest eenvoudige en dus de beste acht. De heer Van Wensen. Geheel het door onzen Voorzitter van de gasfa briek beamende, erken ik dat zulks juist de meening van mij geweest is. Alleen dan zou ik voor hetgeen in het rapport van Commissarissen staat stemmenals bet voorstel van den heer Scheltema werd aangenomen. De heer De Fremery. In on9 rapport staat dan ook niet meer dan dat wij er in zouden berusten, al9 de Raad tot invoering van het Italiaansch boekhouden mocht besluiten. De heer Van Iterson. Ik heb er vrede mede. Ik stem echter, ik her haal het, voor het dubbel of Italiaansoh boekhouden, met de intentie dat dit toegepast worde op de exploitatie-rekening. In dien zin vat ik punt 1 op. De heer Goddsmit. Maar dan zal de stemming zeer dubbelzinnig zijn. Die dubbelzinnigheid dient vooraf te worden weggenomen. De heer Van Iterson. Laat de heer Scheltema dan zijne bedoeling expliceeren of hij het Italiaansch boekhouden wil toegepast hebben op de exploitatie-rekening alleen of op de geheele zaak. De heer Scheltema. Ik wensch op te merken dat vele ledenvooral zij die niet met handelszaken bekend zijnzich een verkeerd denkbeeld vormen van het Italiaansch boekhouden. Het is zeer eenvoudig en is de zekerste en kortste weg om het doel te bereikenom namelijk een goed overzicht te hebben van den stand van zaken en om de winst te berekenen. Het verwondert mij dus ten hoogste hier in deze vergadering van fabrikanten te vernemendat zij aan het Italiaansch boekhouden de voorkeur niet geven en dat volgens hen even goed op elke andere wijze, zooals b. v. bij de gas fabriek geschiedt, kan worden boek gehouden. Ik begrijp dit niet. Wat de taxatie betreftdat is geheel iets op zich zelf. Die taxatie is niet ge bonden aan het Italiaansch boekhouden alleen. Ook in de gewone boek houding moet men de waarde bepalenhetzij men het zelf doe of die waarde door derden laat schatten. Ik heb mij bij het door Commissarissen aange geven cijfer nedergelegd omdat ik alle9 wilde doen om tot overeenstemming te geraken en den klip der taxatie te vermijden, door aanneming der waarde door Commissarissen aangegeven. De heer De Laat de Kanter. Mijnheer de Voorzitter! De heer Schel tema heeft nog niet geantwoord op de vraaghem zooeven door den heer Van Iterson gedaan, namelijk of hij bedoelt de toepassing van het Italiaansch boekhouden alleen op de exploitatie-rekening of wel op de geheele zaak. Voordat wij tot de stemming overgaanzoude ik gaarne de bedoeling van den heer Scheltema vernemen. N°. 251. Leiden, 17 November 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering, op bijgaand verzoek van Mej. C. J. Van Waesberge, overeenkomstig het advies van den hoofdonderwijzervoor te stellen aan de adressante met l Januari e. k. eervol ontslag te verleunen uit hare betrekking van hulpondervvijzeres aan de openbare lagere school n°. 1 voor onvermogenden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Den Wei-Edel Achtbaren Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geeft met versehuldigden eerbied te kennen, C. J. Van Waesberge, hulponderwijzeres aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden in deze gemeente, dat zij, wegens hare benoeming in eene andere gemeentetegen 1 Januari a. s. eervol ontslsg verzoekt uit hare tegenwoordige betrekking, hopende dat het gevraagde haar tegen dien tijd zal kunnen verleend worden. 't Welk doende, enz., Leiden, 7 November 1876. C. J. Van Waesberge. Leiden, 18 November 1876. Ik heb de eer UEA. met terugzending van het adres van Mejuffrouw C. J. Van Waesberge, hulponderwijzeres aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden alhier, te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen haar verzoek om met primo Januari a. s. eervol ontslag uit hare betrekking te bekomen. De hoofdonderwijzer aan de openb. school Den Edel-Achtbaren Heer Burge- n°. 1 voor onverm., meester van Leiden. J. Wuyster. N°. 252. Leiden, 16 November 1876. Op grond van de in het hierbij overgelegd verzoekschrift en in het daaromtrent door de Commissie van Fabricage uitgebracht rapport aange voerde redenen hebben wij geen bezwaar dat de Leidsche bouwvereeniging worde ontheven van de verplichting, haar bij den afstand van den grond naast het voormalig Nosocomium opgelegdom de beerputten van de aldaar De heer Scheltema. Mijne bedoeling is dat het Italiaansch boekhouden zal worden toegepast op de geheele zaakniet alleen op de z. g. exploitatie rekening. De Voorzitter. Daar de heer Scheltema duidelijk verklaard heeft wat hij bedoeltzal ik nu de discussiën sluiten en punt l in omvraag brengen. In stemming gebracht, wordt dit punt met 12 tegen 11 stemmen ver worpen. Voor stemden: de heeren Le Poole, Eigeman, Van der Zweep, Surin- gar, Goudsmit, Van Heukelom, Dercksen, Du Rieu, Scheltema, Cock en Bijleveld. De heer Scheltema. Mijnheer de Voorzitter! Door de verwerping van punt 1 van mijn voorstel, zijn de andere punten natuurlijk van zelf ver vallen. De Voorzitter. Dit wa9 juist wat ik u wilde vragen. Nu zou dus aan de orde komen de verordening op het beheer en bestuur der gasfabriek enz. Ik stel evenwel voor, met het oog op het vergevor derde uurdit punt uit te stellen tot de volgende vergadering. Daartoe wordt besloten. De Voorzittbr. Alvorens nu de zitting te sluitenwensch ik toch een woord van dank te brengen aan den heer Scheltema voor de moeite, die hij zich heeft gegeven om eene verbetering in de administratie der gasfabriek te brengendie z. i. noodig was. Moge zijn voorstel niet met een gun- stigen uitslag bekroond zijnniettemin zal de vergadering het zeker met mij waardeeren, dat de heer Scheltema met zooveel warmte zijne overtuiging heelt uitgesproken en verdedigd. Daarna wordt de vergadering gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 7