175
hiér groote behoefte bestaat om de tijdsbepaling te weten. Vroèger is er
zetfs sprake geweest van electrische klokken te plaatsendoch die wensch
van vele ingezetenen iszooals dit meermalen gaattoen niet vervuld.
De uitgave van 150 is zoo gering, dat de proef, om op andere wijze in
de behoefte te voorzien wel eens mag genomen worden. Dat een horloge
maker wellicht daardoor eenig voordeel zal kunnen behalen, is geheel onder
geschikt. Het is in het algemeen belang dat er meerdere uurwerken in de
gemeente komen. Zelfs kleinere gemeenten voorzien door hunne dorpsklok
i» die behoefte; mij dunkt eene aanzienlijke gemeente als de onze mag en
moet meerder doen.
De heer Dtr Bieu. Ik ben het niet eens met den heer De Fremery.
Al is de som klein zoo is het toch eene zaak van belang er mede aan
te vangen. Bij de gas-commissie hebben wij eene aanvraag gehad van den
stads-klokopwinder om zijne klok te verlichten, voorzien van de aanbeveling
van eenigen zijner buren, terwijl anderen geweigerd hebben zijn verzoek te
ondersteunen omdat zij meenden dat zij 's nachts die verlichting konden
missen. Ik gis dus uit welken hoek die wind waait. Het zou eene zaak
van begunstiging worden voor dezen of genen horologemaker. Ik vind de
uitgave geheel noodeloos en kan daar niet toe overgaan. Indien men eene
klok wil hebben die 's nachts zigtbaar is, dan stelle men die geheel afzon
derlijk maar niet bij horologemakers.
De heer De Fremeby. Ik hoop dat de Baad wel zal willen aannemen
dat hier geen sprake is van begunstiging. Burg. en Wetb. doen voorstellen
in het algemeen belang en niet om bijzondere personen diensten te be
wijzen.
De Voorzitter. Ik verlang, na het gezegde van den heer Du Bieu,
over dezen post geen woord te spreken. Ik ben bgreid de som van 150
te schrappenom zelfs de verdenking van begunstiging te ontgaan. Mijne
medeleden schijnen echter daartoe niet genegen.
De heer Cock. Dan stel ik een amendement voor, om den post met
150 te verminderen.
De heer Hartevelt. Dat voorstel is ook door de Commissie van Finan
ciën gedaan.
De heer Van der Lith. Ik wensch deze verklaring af te leggen, dat
als ik zal stemmen voor het amendement van den heer Cock, ik in geenen
deele instem met de beweerde mogelijkheid van begunstiging, maar bet doe
om de zaak zelve. In het algemeen betreur ik het dat hier dergelijke argu
menten gebezigd worden.
De heer Van Iterson. Ik wensch ook dergelijke verklaring afteleggen.
Beeds in de sectie-vergadering heb ik mij tegen den post van 150 ver
klaard. Echter zou ik niet gaarne aanleiding geven tot het vermoeden dat
ik instemde met de gedachte alsof Burg. en Weth. hiermede bedoelden en
kele personen te begunstigen.
De heer Jota. Ik wensch mij geheel aan te sluiten bij de verklaring
door de beide vorige sprekers afgelegd.
De heer Cock. Ook ik voeg mij bij die verklaringen. Het is volstrekt
geen quaestie van wantrouwen. Ik dacht niets anders dan datals de som
zou worden aangenomener eene aanbesteding zou plaats hebben voor som
mige horlogemakers, die in die buurten wonen, zooals met alle stadswerken
geschiedt.
De heer Le Poole. Ik had bij de behandeling van artikel 88, litt. g,
over de Noordeindsbrug, na de woorden van den heer De Fremery, reeds
ongeveer hetzelfde willen zeggen als de laatstvorige sprekerswant het
stemmen wordt moeielijk als ieder oogenblik de quaestie van vertrouwen
gesteld wordt.
De heer Du Bieu. Ik schijn mij niet juist te hebben uitgedrukt.
Mijne bedoeling is alleen geweest te zeggen dat deze maatregel licht tot
begunstiging zou kunnen leiden.
De heer Bijleveld. Ik wensch alleen te verklaren dat ik tegen den
post zal stemmen omdat ik deze uitgave noodeloos acht.
In stemming gebracht, wordt het amendement van den heer Cock, om
de som van ƒ150 te doen vervallen, aangenomen met 17 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden: de heeren Van Wensen, De Fremery, De Laat de
Kanter, Suringar, Van der Zweep en de Voorzitter.
No. 91, aldus gewijzigd, wordt goedgekeurd.
Nos. 92 en 93 worden aldus goedgekeurd: Kosten van aanleg en onder
houd der algemeene begraafplaats ƒ50; Onderhoud van vaartuigen ƒ850.
No. 94. Onderhoud van de schietbaan ƒ100.
De heer De Laat de Kanter. Ik wensch voor te stellen dezen post
voor memorie uit te trekkennaar aanleiding van de verkregen vergunning
om de schietbaan weder in gebruik te nemen. Aan die vergunning zijn
voorwaarden verbondenwelke eene Vermeerdering van uitgaven tengevolge
zullen hebben. Door nu den post voor memorie uit te trekken kan de
vergadering later over de quaestie beslissen.
De Voorzitter. Burg. en Weth. nemen het voorstel van de Com
missie van Fabricage over.
No. 94, aldus gewijzigdwordt goedgekeurd.
Nos. 9598 worden aldus goedgekeurd: Aanvoer van duinwater ƒ9000;
Bijdrage van de gemeente in de kosten van aanleg van eene duinwaterlei
ding ƒ11250; Beinigen van riolen, stelsel Liernur, 1760; Dempen van
grachten Nihil.
Hoofdstuk IIin zijn geheelwordt hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
De Voorzitter. Ik stel nu voor de vergadering te schorsen tot heden
avond te 7 uur.
Daartoe wordt besloten.
ATond-iittlng van Donderdag 36 October 18 ?6,
geopend te 7 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Van der Zweep, Wilhelmy Damsté, Scheltema,
Juta, Verster, Du Bieu, Dercksen, Van Heukelom, Van der Lith, Dries-
sen, Van Wensen, De Fremery, Hartevelt, De Laat de Kantér, Van
Hettinga Tromp, Le Poole, Cock, Bijleveld, Goudsmit, Suringar, Van
Iterson en Van den Brandeler.
De heeren Eigeman en Librecht Lezwijn gaven kennis verhinderd te zijn
de vergadering b'j te wonen.
De Voorzitter. Thans zijn wij genaderd tot
Hoofdstuk III. Kosten voor eigendommen welke de gemeente naar
het BURGERLIJK RECHT BEZITMET DE DESWEGE VERSCHULDIGDE LASTEN.
No. 99. Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelijke ƒ4120.
De heer Hartevelt. Moet nu niet eerst de stemming plaats hebben
over den postwaaromtrent heden middag de stemmen gestaakt hebbenP
De Voorzitter. Dit is eene gecontinueerde vergadering en met de
nieuwe stemming moet tot eene volgende vergadering gewacht worden.
De heer Goudsmit. Ik geloof dat het wel had kunnen geschieden.
De Voorzitter. Dergelijke avond-zittiDg is altijd beschouwd als ééne
zitting met die van 's middags en volgens de gemeentewet moet over eene
zaak, waarover de stemmen staakten, in eene volgende zitting op nieuw ge
stemd worden. Men zal zich herinneren dat wij ten vorigen jare insgelijks
zoo gehandeld hebben toen de stemmen staakten ten opzichte van het af
breken der Morschpoort.
De Commissie van Financiën stelt voor no. 99 te verminderen met 270
uitgetrokken voor de plaatsing van eene ijzeren hekdeur in den ringmuur
van het gebouw in de Lakenhal.
De heer De Laat de Kanter. Mijnheer de Voorzitter 1 Ik wensch
mede te deelen dat het mijn voornemen is, wanneer deze post wordt goed
gekeurd, het bovengedeelte van den muur, waarachter de Lakenhal is
verborgente vervangen door een ijzeren hek. Die hekdeurdie in den
stijl van het gebouw gemaakt behoort te worden, zal een eerste begin zijn.
Dit meen ik te moeten mededeelenom te voorkomen dat men later zou
zeggen dat er een voorstel is gedaan met een begin van uitvoering en
daardoor de vergadering voor een fait accompli is geplaatst.
De heer Hartevelt. Naar aanleiding van hetgeen de geachte Wethou
der van Fabricage zooeven mededeelt, ben ik te meer versterkt in mijn
gevoelen dat de voorgestelde ƒ270 bebooren te vervallen. Die som zou,
vrees ikwel 2 of 3 maal meer kunnen worden. Zeer terecht merkt de
heer De Kanter op, dat de leden van den Baad dit weten moeten, opdat
zij niet de gevolgtrekking zouden maken dat er eene som gevraagd isvol
doende voor het uit te voeren werk. Het voorgestelde hek zoude zeer
zeker eene verfraaiing zijn, en te verkiezen boven den muur en de deur
thans daar aanwezigmaar zuinigheid verbiedt ons m. i. geld ter verfraaiing
aan te wijzen; de voorgestelde som, plus hetgeen daaraan moet worden toege
voegd kan bij betere tijden worden toegestaan.
De heer Scheltema. Mag ik den Wethouder van Fabricage vragen, of
die hekdeur werkelijk noodig is of louter uit een oogpunt van verfraaiing
zal worden geplaatstP Als het laatste het geval is, dan stem ik tegen
de aangevraagde som.
De Voorzitter. Ik kan mededeelen dat het voorstel tot plaatsing van
de hekdeur gedaan is door de Commissie van oudheden. Wat de Wet
houder van Fabricage later daaromtrent voorstelde, lachte mij zeer toe en
ik twijfel niet of het denkbeeld zalwanneer het aan de bedoelde com
missie zal worden voorgesteld, veel bijval vinden. Het kwam haar voor
dat de deurzooals die nu isgeenen aangenamen indruk maakt op den
vreemdelingdie het museum komt bezichtigendaarom heeft dan ook de
Commissie voor oudheden gemeend dat het beter wasin plaats van eene
deur, een hek te plaatsen. Wat de Wethouder heeft medegedeeld kan
later worden overwogenmaar het doet mij genoegen dat hij nu reeds het
voornemen te kennen gafdat bij de Commissie van Fabricage bestaat, om
den muur te verlagenopdat later niet zou kunnen gezegd worden dat men
voor een fait accompli is gesteld.
De heer Scheltema. Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijne
straks gedane vraagof de hekdeur noodzakelijk is dan wel tot verfraaiing
zal strekken?
De Voorzitter. In het voorstel ligt eenvoudig opgesloten het geven
van een beter aanzien aan het gebouwpericulum in mora is er niet.
De heer Scheltema. Ik moet het er dus voor houden dat de zaak niet
noodzakelijk is en zal dus tegen den post stemmen.
Zonder hoofdelijke stemming worden goedgekeurd de onderdeden van den
post betreffende het onderhoud van de gebouwenwaaronder begrepen de
lokalen van de Bank van Leening, alsmede het verven van de Korenbeurs.
Het voorstel van den heer Hartevelt, om de som van f 270, uitgetrok
ken voor het plaatsen van de hekdeur in den ringmuur van de Lakenhal,
te doen vervallen, in omvraag gebracht, wordt aangenomen met 14 tegen
7 stemmen.
Tegen stemden de heeren DriessenVan WensenDe Fremery, De Laat
de Kanter, Suringar, Van der Zweep en de Voorzitter.
No. 100. Dag- en weekgelden der werklieden en bedienden in dienst
der gemeente, mitsgaders verdere kosten der fabricage ƒ14500.
De heer Scheltema. In verband met hetgeen ik reeds vroeger omtrent
de materialen gezegd beb, moet ik hier nogmaals aandringen om zooveel
mogelijk het eigen beheer in te krimpen. Ik zou ongaarne tegen dezen
post stemmen, aangezien ik geene stremming wil te weeg brengen. Toch
heb ik daartegen bezwaar. Ik zou willen voorstellen den post een weinig
te^ verminderen ten einde zoo min mogelijk den Wethouder en de Com
missie van Fabricage te belemmeren. Ik stel voor den post met ƒ500 te
verminderen ten einde te doen uitkomen mijn doel, nl. inkrimping van eigen
beheer en uitbreiding zooveel mogelijk van het stelsel van aanbesteding.