k f' 109 moeten tie werken ten genoegen van het gemeentebestuur tot aan de gemeente Leiden zijn voltooid, 5. Ie gelijkertijd zullen concessionarissen het pijpennet in de gemeente htnnen leggen maar echter desgevorderd verplicht zijn dit binnen één jaar te voltooien. 6. Bij bet leggen der pijpen gedragen de concessionarissen zich naar de voorschriften van Burgemeester en Wethouders. i. Zoodra de werken tot binnen de gemeente voltooid zijn (4) zullen concessionarissen verplicht zijn het duinwater uit eene standpijp aan het gemeentebestuur en aan de ingezetenen te leveren, tegen den prijs bij het prospectus te bepalen en op de wijze als door het gemeentebestuur wordt voorgeschreven. A S. Het tarief en de voorwaarden» van levering aan de ingezetenen worden aan de goedkeuring van het gemMtet%utfr onderworpen. In het algemeen worden als grondslagen genoemd de volgende bepalingen a. dat de abonnementen niet hooger berekend mogen worden dan te Amsterdam. b. dat het water aan de standpijpen geleverd niet hooger mag worden bere kend dan 1 cent de emmer van 15 liters. c. dat het gemeentebestuur voor inrichtingen der gemeente of kostelooze ver strekking aan behoeftigen niet meer dan één halve cent de 15 liters zal betalen. d. dat de concessionarissen den aanleg van de hoofdbuizen tot in de woning der abonnenten zullen maken, voor zooverre zij aan de hoofdbuis gelegen zijn, desverkiezende met een kraan in het woonhuis, voor eene recognitie van één gulden 'sjaars; terwijl in de verdere leiding in de huizen"door de abonnenten zeiven zal worden voorzien. e. dat zooveel mogelijk de standpijpen door pachters zullen worden bediend. 9. De gemeente staat den concessionarissen toe kosteloos gebruik te maken van de gronden waarin de pijpen gelegd moeten worden, voor zoover die haar toebehoorendraagt hun het eigendomsrecht over op het terrein in de duinen nabij Katwijk, voor het etablissement bestemden belooft bare medewerking voor het verkrijgen van eigendom of gebruik van gronden aan derden toebehoorende. Het opbreken der straten tot het leggen van buizen en daarna weder dichten geschiedtvoor zoover dit plaats vindt bin nen de gemeente of op wegen en straten, waarvan het onderhoud op de gemeente rust, door de stadswerklieden tegen betaling door de concessiona rissen, van 0.72 per meter. 10. De concessionarissen kunnen de concessie aan eene naamlooze ven nootschap overdragen onder voorwaarde dat de statuten niet ter goedkeuring aan Z. M. den Koning mogen worden aangebodenvóór dat zij door het gemeentebestuur zijn goedgekeurd. 11. Bij de statuten zal o. a. worden bepaald: dat de sub 10 gestelde voorwaarde ook geldt voor elke verandering in de statuten te maken. dat een der commissarissen door het gemeentebestuur zal worden benoemd. c. dat de jaarlijksche balans door het gemeentebestuur zal moeten worden goedgekeurdvéér dat zij kan worden vastgesteld. 12. De gemeente Leiden garandeert eene rente tot vijf ten bonderd over het kapitaal van oprichting, voor welk kapitaal een maximum van vierhonderd en vijftig duizend gulden wordt gesteld. 13. De zuivere winst boven de 5°/0 rente te maken, zal gelijkelijk tus- scheo de maatschappij en de gemeente worden verdeeld. 14. De duur der concessie wordt op 50 jaar gesteld. 15. De concessionarissen zullen bij het aanvaarden der concessie, tot waarborg der behoorlijke uitvoering, eene som van 50,000 in staatsfondsen ten genoegen van het gemeentebestuur deponeeren welke verbeurd zal zijn ten bate der gemeente indien zij in gebreke zijn aan hunne verplichtingen te voldoen. Bij behoorlijke aflevering der werken tot aan de gemeente Leiden zal de helft der waarborgsom aan de concessionarissen worden teruggegeven de andere helft drie maanden na de voltooiing en goede werking van het pijpennet in de gemeente. 16. Alle verschillen uit deze concessie voortspruitende zullen in hoogste ressort door drie scheidslieden worden beslist, van welke het gemeentebe stuur éénde concessionarissen één en de rechtbank van het arrondissement waartoe Leiden zal blijken te behooren den derde zullen benoemen. Wij stellen uwe vergadering alsnu voor om aan de heeren Mr. VV. Van der Vliet te Amsterdam en Mr. C. Bosch Jleitz te Den Helder concessie te verleenen tot het maken aanleggen en exploiteeren van eene waterleiding van de duinen nabij Katwijk tot- en in de gemeente Leiden onder de boven medegedeelde voorwaarden en ons college te machtigen om met genoemde concessionarissen de vereischte overeenkomst op den grondslag van bedoelde voorwaarden aan te gaan. Wij zullen niet behoeven te verklaren dat wij met levendige belangstelling eene beslissing van uwe vergadering in deze te gemoet zien en dat de aan" neming van onze voordracht met de meeste ingenomenheid door ons zoude worden begroet. Naar onze innige overtuiging zal alsdan een werk tot stand komen waardoor de gezondheidstoestand in deze gemeente aanmerkelijk zal worden verbeterd, als gevolg waarvan de gemeente in bloei en welvaart moet toenemen. Te meer verdient het thans ontworpen plan aanbeveling, nu het doel zal kunnen worden bereikt zonder dat eene te zware financieele druk op de belastingschuldigen zal behoeven gelegd te worden. Immers gevorderd wordt eene rentegarantie van een maximum kapitaal van ƒ450,000, alzoo tot een bedrag van ƒ22500, met bepaling dat zoodra de opbrengst der water leiding de rente van het kapitaal en de kosten van exploitatie overschrijdt de helft van de winst aan de gemeente ten goede komt, zoodat in geen geval de bijdrage der gemeente hooger zal kunnen zijn dan het aangegeven rentecijfer. In verband daarmede is aan uwe vergadering medegedeeld dat in het ongunstigste geval het tegenwoordig jaarlijksch budget met hoog stens ƒ19000 zoude moeten worden verhoogd. Thans wordt namelijk voor den aanvoer en verstrekking van duinwater besteed eene som van ƒ9000, terwijl ongeveer ƒ3000 voor den verkoop van duinwater wordt ontvangen, zoodat eene uitgave van 6000 overblijft. Aannemende nu dat in het ver volg voor het water door de gemeente zelve verbruikteene som van ƒ2500 zal moeten worden voldaan, waardoor bij een prijs van cent per 15 liter ruimschoots in de behoeften der gemëentelijke inrichtingen en in de koste- IIANDD. OEM. 1876. looze verstrekking aan behocltigen zal kunnen worden voorziendan zal op de tegenwoordige uitgaven /"3500 worden bespaard en die som alzoo in mindering kunnen worden gebracht van het rentebedrag ad 22500. De post voor duinwater thans op de begrooting uitgetrokken, zoude derhalve bij aanneming van het voorstel, in de onderstelling dat de opbrengst de exploitatie-kosten niet zal te boven gaan, slechts met ƒ19000 moeten worden verhoogd, waarbij niet uit hef oog mag worden verloren dat die post in vorige jaren 13 a ƒ14000 heeft bedragen. Naar het ons voorkomt is het bezit van eene duinwaterleiding zoodanige geldelijke opoffering in allen deele waard. De verbetering van den gezond heidstoestand, de vermeerdering van welvaart, de uitbreiding der bevolking en de tallooze indirecte voordeelen voor de gemeente, die daarvan het gevolg zullen zijnwettigen zoodanige uitgaven volkomen. En hierbij is nog slechts sprake van het ongunstigste geval dat hoogstens de exploitatie kosten zuilen worden gedekt door de opbrengst. Maar wie zal bij de gun stige resultaten van de waterleidingen in andere gemeenten niet met grond de verwachting mogen koesteren dat de voor rentebetaling verschuldigde som successievelijk zal verminderen en binnen een niet te ver verwijderd tijdstip geheel zal ophoudenwaarna het der gemeente toekomende deel der winsten zal kunnen worden aangewend tot terugbetaling van de uitgekeerde renten. De ondervinding leert dat waar eenmaal eene waterleiding is aan gelegd het verbruik van jaar tot jaar toeneemt en wij hebben geene redenen te onderstellen dat zulks in deze gemeente bij uitzondering niet het geval zoude wezen. Met volkomen vertrouwen vermeenen wij alzoo uwe vergade ring de onderwerpelijke voordracht te mogen aanbieden, overtuigd dat de totstandkoming der zaak niet anders dan heilzame vruchten kan afwerpen zoowel voor het tegenwoordige als voor de toekomst. De Commissie van Financiën, enz. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad. N". 146. Leiden 9 Juli 1876. Blijkens bericht van den heer districts-schoolopziener bestaat er dringende behoefte aan eene zoogenaamde zuurkast ten behoeve van het natuur- en scheikundig onderwijs op de meisjesschool der lste klasse, te plaatsen in het rniddenlokaal dier school. De luchtverversching in dit lokaal laat toch reeds te wenscben overig en indien niet voor afvoering van de dampen die zich bij de chemische proeven ontwikkelen, wordt gezorgd, acht de schoolopziener het zitten in dit lokaal schadelijk voor de gezondheid der leerlingen, terwijl het hoogst wenschelijk wordt geacht dat nog in deze zomervacantie aan het plan worde gevolg gegeven. Vermits op de begrooting voor dit jaar daarvoor geene gelden zijn uitgetrokken, vermeenen wij uwe vergade ring de vereischte machtiging te moeten aanvragen om daartoe over te gaanonder mededecling dat de kosten aan het maken en plaatsen van bedof-hle zuurkast verbonden, geraamd worden op ƒ300. Wanneer het blijkt dat die gelden niet kunnen worden gevonden uit den post, onderhoud van de scholen enz., zullen wij te zijner tijd de noo- dige voorstellen indienen om daarin te voorzien uit den post voor onvoor ziene uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 147. Leiden, 3 Juli 1876. Ingevolge art. 2 van de verordening houdende Reglement voor de Bank van Leening, hebben wij de eer u hiernevens aan te bieden eene alphabc- tisch gestelde voordracht voor de benoeming van een Commissaris der Bank ter vervulling van de vacature ten gevolge van de periodieke aftreding van den heer Mr. C. Cock op I Juli dezes jaars, als: Mr. C. Cock, B. F. KrantzMr. L. D. Suringar. Het aangehaald artikel bepaalt dat de aftredende Commissaris dadelijk herkiesbaar is. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 7