108
ven aanleg en exploitatie in eigen beheer, in verband met eene tweede vraag,
nl. of inderdaad aan eene duinwaterleiding voor Leiden eene dringende be
hoefte bestaat. Daaromtrent komen in het rapport de volgende beschouwin
gen voor.
'Als uitgangspunt bij het overwegen dier vraagaannemende dat de heeren
aanvragers der concessie zich voorstellen eene winstgevende zaak op 't ge
touw te zetten, ligt, oppervlakkig beschouwd, de opmerking voor de hand,
dat de winsten welke de zaak in de toekomst zal afwerpenbij eigen exploi
tatie geheel ten bate der gemeente zullen komen.
'De opmerking is echter te algemeen om haar onvoorwaardelijk als juist
ts mogen aannemen.
'Op denzelfden grond zoude men kunnen bewerendat geene werken ten
behoeve der gemeente anders dan in eigen beheer moeten worden uitge
voerd omdat dan de winsten der aannemers in de gemeentekas zouden
blijven.
'Dezelfde redenen die er toe leiden om zich in het laatst gestelde geval
van aannemers te bedienenpleiten echter naar het schijnt ook voor het
verleeuen van eene concessie, waar het geldt het uitvoeren van een zoo
uitgebreid en kostbaar werk als het aanleggen en exploiteeren van eene duin
waterleiding naar- en door de stad.
'Ëvenals de aannemers van publieke werken, door dat zij over werk
krachten en hulpmiddelen beschikken, welke aan het gemeentebestuur groo-
tendeels ontbreken, in staat zijn om met behoud van wederzijdsch voordeel
zulke werken te ondernemenmag men met het oog op de namen der aan
vragers van de concessie aannemendat zij hulpbronnen bezitten welke wij
missen, en waardoor zij een zoo kostbaar werk als dit, met belangrijk
minder uitgaven zullen kunnen uitvoeren dan de gemeente.
'Een groote prikkel welke daarenboven de laatste mist, het persoonlijk
eigenbelang, strekt ten waarborg, zoowel voor spoedige en goede uitvoering
als voor zuinig beheer, wanneer de zaak in handen van particulieren is.
'En wanneer er, zooals in het onderhavige geval bij het meerendeel der
aangevraagde concessiënsprake is van een subsidieverleend onder de
voorwaarde dat het als een renteloos voorschot zal worden beschouwddat
bij het bereiken van zekere winsten niet alleen zal worden terugbetaald,
maar dat dan ook de gemeente voortdurend een aandeel in de winsten zal
blijven genieten, dan komt die prikkel van het eigenbelang voor een be
langrijk deel ten goede aan de gemeente.
»De overtuiging dat het hier eene zaak geldtwelke belooft goede winsten
te zullen afwerpenis echter verre van algemeen. Zij die haar niet deelen
zullen dus slechts weinig gewicht hechten aan het voorgespiegelde aandeel
in de winsten.
'Naar het schijnt is intusschen de vraag of bepaaldelijk op winst gerekend
kan worden, niet van overwegend belang; doch welke daaromtrent ook de
meening zijzeker is de overtuiging algemeen dat goed zuiver drinkwater
eene eerste levensbehoefte is; dat verreweg het grootste gedeelte der bevol
king van Leiden niet in de gelegenheid is zich dit te verschaften dat het
gemis daarvan de hoofdoorzaak is van de vele épidemieën welke Leiden zoo
herhaaldelijk hebben geteisterd en dat in die behoefte bezwaarlijk anders
kan worden voorzien en die nadeelen kunnen worden afgeweerd dan door
het aanleggen van eene duinwaterleiding. En wanneer dit gevoelen bijna
algemeen is, zal evenzeer worden toegestemd dat het stedelijk bestuur ver
plicht is voorzieningen te treflenen dan mag de vraag niet meer zijn of
dit kan geschieden door middel van eene winstgevende zaakmaar moet
alleen zorg worden gedragen dat het gedaan worde op die wijzewelke de
minste uitgaven voor de gemeente vordert. Houdt men dit in het oog,
dan verliest het hierbovengezegde niets van zijne waarde, 't Zij de conces
sionaris inderdaad winst wete te trekken van de onderneming, 't zij het
blijke dat zijne berekeningen in dit opzicht falenin beide gevallen zal de
zaak op devoor de gemeente meest voordeelige wijze worden geëxploiteerd.
'Zooeven werd gezegd dat het gevoelen bijna algemeen was dat alleen door
het aanleggen van eene duinwaterleiding iri de bestaande behoefte aan goed
drinkwater kan worden voorzien. De restrictie werd gemaakt omdat beweerd
wordt dat de verbeteringen in de rioleering dezer stadreeds een merkbaren
en zeer gunstigen invloed hebben gehad op het drinkwater uit welputten en
stadspompen verkregen. Ieder die bekend is met den toestand waarin nog
kort geleden de riolen in het algemeen verkeerdenen waarin sommige nog
verkeerenzal zeker gereedelijk aannemen dat de in de laatste tijden aan
gewende verbeteringen niet zonder invloed konden blijven op de welputten
die voor verreweg het meerendeel met de riolen in gemeenschap stonden;
maar het zou naar de meening der Commissie van Fabricage te ver gaan
daaruit het gevolg te trekken dat die welputten thans goeden voor de
gezondheid onschadelijk drinkwater zouden opleveren. Veeleer gelooft zij
dat moet worden aangenomen dat de bodem door den Iangdurigen slechten
toestand der riolen zoodanig geinfecteerd is gewordendat vooreerst aan het
vinden van goed zuiver drinkwater binnen deze gemeente, niet dan bij zeer
zeldzame uitzondering kan worden gedacht."
Het gevoelen der Commissie maken wij geheel tot het onze. Dat er
inderdaad in het belang van den gezondheidstoestand op eene afdoende wijze
in de behoefte aan goed drinkwater moet worden voorzien kan niet wel aan
twijfel onderhevig zijn. Al moge ook ten gevolge van de in de laatste jaren
ten behoeve van den afvoer der faecale stoften genomen maatregelen op
enkele plaatsen eenige verbetering van het put- of welwater zijn waargeno
men en al mocht in bet vervolg van tijd tot eene algemeene invoering van
het tot dusverre zoo uitmuntend geslaagde Liernurstelsel of van eenig ander
reinigingsstelsel te dezer stede kunnen worden overgegaanwij zouden het
eene ongerijmdheid achten om met de voorzieningen de behoefte aan drink
water te wachtentot dat zoodanige toestand in het leven zal zijn geroepen
terwijl wij het ten hoogste betwijfelen ol ook dan nog het bezit van eene
duinwaterleiding niet hoogst gewenscht zoude wezen zoowel in het belang van
den gezondheidstoestand als ten gerieve van de ingezetenen. Wij hebben
dan ook nimmer de schadelooze verwijdering der faecale stoffen aanbevolen
alleen met bet doel om zuiver drinkwater te bekomen; integendeel zijn wij
steeds van oordeel geweest dat moest worden getracht om, binnen het be
reik van de financieele krachten der gemeente, zoowel een voldoend reini
gingsstelsel als een behoorlijken aanvoer van zuiver drinkwater deelachtig te
worden.
Ook wat de vraag betreft of concessie dan wel gemeentelijke aanleg en
exploitatie de voorkeur verdientzijn wij, gelijk boven werd opgemerkt, het
gevoelen der Commissie toegedaan, op de daarvoor in het rapport aangevoerde
gronden.
Wij zijn er volkomen van overtuigd dat de financieele opofferingen voor
de gemeente belangrijk grooter zullen zijn bij eigen exploitatie dan wanneer
op de voorgestelde wijze concessie wordt verleend, en dat in het laatste ge
val de gemeente veel spoediger in het bezit van eene waterleiding zal zijn
dan wanneer tot eene uitvoering onder eigen beheer mocht worden besloten.
Een niet gering voordeel is bovendien aan het verleenen der concessie ver
bonden hetwelk namelijk daarin bestaat dat alsdan met zekerheid bekend is
welke som ook bij de meest ongunstige exploitatie jaarlijks ten laste van
de gemeentekas komt, hoedanige zekerheid uit den aard der zaak in geenen
deele aanwezig kan zijn, wanneer de gemeente zelve aanlegt en exploiteert,
in welk geval de geheele risico der onderneming op de gemeente blijft rus
ten. In het rapport der Commissie worden verder onderscheidene punten
behandeld, die bij het verleenen van concessie in aanmerking komen en
wordt telkens medegedeeld en beoordeeld wat daaromtrent in elke aanvrage
voorkomt. Zoo wordt behandeld de medewerking door de gemeente te ver
leenen voor de onteigening van de noodige perceelenhet subsidiehet be
drag daarvan en de geldelijke gevolgen van elke aanvrage, de beschadiging
der waterleiding, de tarieven, het waterverbruik door de gemeente, de on
kosten van bestrating bij en na het leggen van de buizen, het verleenen
van monopolie of uitsluitende concessiede uitbreiding van het buizennet
het toezicht en de contrdle door de gemeente uit te oefenen, de overname
van de onderneming door de gemeente, de overdracht van de concessie aan
anderen, de tijd van uitvoering der bouwwerken, de borgtocht, het bedrijf-
kapitaal, terwijl voor het technisch gedeelte wordt overgelegd eene nota van
den gemeente-architect.
In het slot van het rapport geeft de Commissie te kennen dat zij
van oordeel is dat de aanvrage van de heeren Van der Vliet en Bosch
Beitz de meeste kansen aanbiedt om tot eene voor beide partijen gewensch-
te overeenstemming te geraken'terwijlaldus luidt het rapportnog
zeer sterk in het voordeel van beide heeren pleit, dat het hier voor hen
niet alleen geene nieuwe zaak betreftmaar integendeel eene waarmede zij
volkomen vertrouwd zijnzoodat er weinig gevaar bestaat dat misrekeningen
in kapitaalbenoodigd materiaal of werkkrachtende voltooiing van het
werk zullen vertragen.
'Hetzij, zoo gaat de Commissie voort, onze gunstige meening omtrent genoem
de heeren worde gedeeldhetzij aan anderen de voorkeur worde gegevenom
tot een goed resultaat te komenstaan naar onze wijze van zien slechts twee
wegen open. De eene is zich met dengene der aanvragers om concessie, die
de meeste waarborgen schijnt-aan te bieden in contact te stellenen te beproe
ven die wijzigingen in zijne voorwaarden te bedingen, welke in het belang van
de gemeente noodig worden geacht. De andere is, dat de gemeente, gebruik
makende van de verschillende haar ten dienste staande gegevens, zelve de voor
waarden opmakewaaronder de concessie zal worden verleend en daarvoor eene
openbare inschrijving opene; het onderwerp der inschrijving zoude dan moeten
zijn het kapitaal waarover de vooraf bepaalde rentegarantie met de voorwaarden
van restitutie der door de gemeente gedane voorschotten gevraagd werd.
'Het behoeft echter naar onze opvatting geen betoog dat deze oplossing
der quaestie, behalve de eigenaardige bezwaren die er onafscheidelijk aan
verbonden zijn, eene zeer belangrijke vertraging zoude veroorzaken, aange
zien men ook aan andere gegadigden tijd en gelegenheid zoude moeten gun
nen om hunne berekeningen te makendaarenboven weet men nu met wien
men te doen heeft en kan men de soliditeit der aanvragers beoordeelen.
Wanneer bij eene eventueele publieke inschrijving, de laagste inschrijver
iemand ware van wien men te dien opzichte niet volkomen zeker waszoude
de vraag of hem de onderneming al dan niet gegund zoude wordeneene
zeer moeielijke en in de gevolgen wellicht hoogst gewichtige quaestie in het
leven roepen.
»De Commissie van Fabricage heeft derhalve de eer te adviseeren dat Bur
gemeester en Wethouders worden uitgenoodigd zich met de heeren Yan der
Vliet en Bosch Reitz te verstaan om de noodige wijzigingen te brengen in
de thans door hen gestelde voorwaardenin den geest van dit rapport.
'Zij zoude echter meenen niet geheel aan hare taak voldaan te hebben
indien zij zich tot dit advies, als uitvloeisel van haar kritisch overzigt der
aanvragen, bepaalde; zij acht zich verplicht hierbij een concept der voorwaar
den aan te biedenwaarop met de genoemde heeren een contract zoude
kunnen worden gesloten."
Eindelijk is overgelegd eene kaart van de gemeente, waarop zijn aangetee-
kend de hoofdbuizen die reeds dadelijk zullen worden gelegd en daaruit
blijkt dat de omvang van het buizennet meer dan voldoende kan worden
geacht, terwijl in de hieronder opgenomen concept-voorwaarden de bepaling
is opgenomen dat de concessionaris verplicht is nieuwe buizen aan te leggen
daar waar door de belanghebbenden een verbruik tot een bedrag van 10 pCt.
der aanlegkosten wordt gegarandeerd.
De bedoelde concept-voorwaarden luiden als volgt:
Concept- Voorwaarden voor het verleenen van concessie tot het maken
aanleggen en exploiteeren eener waterleiding van de duinen nabij
Katwijk tot- en in de gemeente Leiden.
1. De concessionarissen zullen de werken maken volgens de plannen
door den gemeente-architect aan de gemeente ingediend, met zoodanige
wijzigingen als door hen voorgesteld en door het .gemeentebestuur goedge
keurd worden: zij verbinden zich om twintig kilometers pijpen in de ge
meente te leggen en diewaar zulks wordt gevorderdin verbinding te
brengen met de bestaande duinwater-reservoirs; alsmede om, wanneer dat
pijpennet zal zijn voltooid, met het leggen van pijpen voort te gaan daar
waar zulks wordt verlangd, mits alsdan door de belanghebbenden eene
opbrengst van het waterverbruik wordt gegarandeerd tot een bedrag van
minstens 10 pCt. der aanlegkosten van bedoelde pijpen.
2. Binnen drie maanden na de aanvaarding der concessie worden door
de concessionarissen de plannen met bijbelioorende teekeningen van alle
werkenvan de prise d'eau tot aan de gemeente Leiden toeaan het
gemeentebestuur ter goedkeuring aangeboden.
3. De werken mogen niet begonnen worden-, vóór dat de plannen zijn
goedgekeurd. I <yn/
4. Binnen denktijd van één jaar na de bekomen goedkeuring der plannen