IA!GEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. Zitting van Donderdag 29 Juni 1876, geopend 's namiddags te halfvier. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van een hulponderwijzer aan de school n". 2 voor onver- mogenden. (133). 2°. Verzoek van L. A. E. Van der Ley, om ontslag als onderwijzer ls,e klasse aan de jongensschool der 2de klasse. (135). Tegenwoordig de heeren EigemanWilbelmy Damsté, Suringar, Verster, Du Rieu, Dercksen, Van der Zweep, Van Hettinga Tromp, De Laat de Kanter, DriessenVan Heukelom, Cock, Hartevelt, Librecht Lezwijn, De Eremery, Bijleveld, Van Iterson en Van den Brandeler, De zitting wordt gedurende eenigen tijd met gesloten deuren gehouden. De deuren geopend zijnde, worden de aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Maandag 19 Juni II. gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 13/17 Juni, nos. 24/1 en 24/3, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 8 Juni, tot voldoening van 107 uit den post voor onvoorziene uit gaven op de begrooting van 1875 (Pensioen onderwijzeres) en tot verhoo ging van die begrooting met f 3, wegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan militieplichtigen. 2°. Missive als voren, dd. 20/23 Juni, n°. 68, ten geleide van de goed gekeurde rekening der dienstdoende schutterij over 1875. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van J. D. De Kriek, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. 2°. Adressen van M. W. Van der Horn, H. F. De Koek, M. P. Graa- mans en de erven C. E. Mees wed. A. Fockema, om afschrijving van plaatselijke directe belasting over 1876. 3°. Adres van de Directie der Grofsmederijom restitutie van betaalde boete wegens te late oplevering van de Marebrug. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 4°. Suppletoire staten van begrooting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis over 1875. 5°. Voordrachten van Burg. en Weth. aangaande de gewijzigde verorde ningen tot heffing van markt- en liggelden en betrekkelijk de aanvragen om gemeentegrond van L. Maas en C. T. A. Hoefltcke. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën. 6°. Voordrachten betrekkelijk de verzoeken van Kret om een stoep en van Straathof om een brug te leggen. Wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter deelt mede, dat bij Burg. en Weth. is ontvangen het rap port van de Commissie van Fabricage over de ingekomen aanvragen om concessie tot het aanleggen en exploiteeren van eene duinwaterleiding naar en door de stad. De Commissie is van oordeel dat baar rapport uit den aard der zaak niet vatbaar is voor publiciteit. Om echter zooveel mogelijk te gemoet te komen aan de belangstelling van het publiek, kan reeds nu worden medegedeeld dat de Commissie van Fabricage tot het besluit is ge komen dat de zaak uitvoerbaar is en de financiëele krachten der gemeente niet zal te boven gaan. Volgens hare berekeningen zal het tegenwoordige budget, in het ongunstigste geval, met hoogstens f 19000 verhoogd moe ten wordenom de stad op ruime schaal van eene duinwaterleiding te voorzien. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten bedoeld rapport te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. Aan de orde is: I. Benoeming van een hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor on- vermogenden. (Zie Ing. St. n°. 133.) De heeren Du Rieu, Dercksen en Wilhelmy Damsté worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 15 stemmen wordt benoemd C. J. Carrière, te Amsterdam, zijnde 3 briefjes in blanco gelaten. II. Verzoek van L. A. E. Van der Ley, om ontslag als onderwijzer 1ste klasse aan de jongensschool der 2de klasse. (Zie Ing. St. n°. 135.) Met algemeene stemmen wordt dit ontslag eervol verleend. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. HANDD OEM 1876. N°- 13®- Leiden, 27 Juni 1876. Onder overlegging van de stukken betrekking hebbende tot de aanvrage van L. Maas ter bekoming van gemeentegrond aan den Vestwal bij de Kaiserstraat hebben wij de eer u mede te deelendat de gevraagde afstand van grond onder de voorgestelde voorwaarden ook door ons in het belang van de gemeente wordt geacht, weshalve wij u in overweging geven te ver klaren dat de strook grond van de gedempte Achtergracht en van den Vestwal, groot ongeveer 230 centiaren en uitmakende een gedeelte der per- ceelen bij het kadaster der gemeente Leiden bekend onder Sectie F, n°. 631 en onder Sectie Anos. 99 en 586, niet meer voor den openbaren dienst bestemd is en dien grond overeenkomstig de conclusie van het rapport der Commissie van Fabricage ter bebouwing af te staan onder de voorgestelde voorwaarden en onder de gebruikelijke bepaling ten aanzien van aansluiting aan het eventueel in de betrokken wijk of buurt in te voeren Liernur- of ander reinigings-stelsel. Tevens zouden wij de bepaling gewenscht achten dat de overdracht van den grond niet zal plaats hebben alvorens de bouw overeenkomstig de ge stelde voorwaarden zal zijn voltooid, waardoor voor zooveel noodig een vol doende waarborg wordt bekomen dat aan 'de bouwplannen inderdaad gevolg zal worden gegeven en wij stellen u mitsdien voor ons college te machtigen om, zoowel ten aanzien van de onderwerpelijke aanvrage als voor het ver volg in diergelijke gevallen, dienovereenkomstig te handelen. In de tweede plaats stelt de Commissie voor om thans reeds over te gaan tot het doen rooien van de boomen en het ontgraven van den Vestwal. Hoezeer daartegen geen overwegende bezwaren bij ons bestaan, zoo schijnt evenwel daarmede, onzes inziens, gevoegelijk te kunnen worden gewacht tot dat verdere bouwplannen worden ingediend. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met den meest verschuldigden eerbied te bennen Leendert Maas, timmerman wonende alhier, dat hij in last heeft drie huizen staande en gelegen aan de Kaiserstraat beginnende hoek Bakkersteeg tot aan de Vest, straatnos. 20, 22 en 24 af te breken om daar vijf fraaie burgerwoningen voor in de plaats te stellen, drie in de Kaiserstraat en twee met het front naar den singelvolgens de hierbij gevoegde teekening, dat hij daartoe echter benoodigd heeft een strook grond van de Vest, ter lengte van 23 en ter breedte van 10 meters, alzoo te zamen uitma kende 230 meters. Reden waarom hij zich tot uwe vergadering wendt, met beleefd verzoek hem, met het oog op de verfraaiing welke die straat zal verkrijgen, den gevraagden grond kosteloos af te staan. 'tWelk doende, Leiden, 31 Mei 1876. L. Maas. Aan de Edel-Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Edel-Achtbare Heeren! De ondergeteekenden verklaren door dezendat de door den heer L. Maas aangevraagde grond, niet is voor zijne, maar voor hunne rekening. Abraham Van Veelo, wonende te Leiden. H. Feykes Jr., Haarlem. Leiden, 21 Juni 1876. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het in hare handen gestelde request van L. Maas te berichten, dat blijkens een later daarbij gevoegde gezegelde verklaring door A. Van Veelo, wonende alhier en H. Fey kes Jr. te Haarlem, de afstand in eigendom wordt verlangd van 230 centiaren gemeentegrond, zijnde een gedeelte van de gedempte achter gracht en van den vestwal, tusschen de Kaiserstraat en den Vliet, bij het Kadaster der gemeente hekend onder Sectie F, N°. 631 en Sectie AN°. 99 en 586, ten einde te worden vereenigd aan den grond van drie af te bre ken perceelenstaande aan de Kaiserstraat, Wijk I, N°. 503, 503<z en 603 b (Straatnos. 20, 22 en 24) en aldaar te bouwen vijf woonhuizen waar van drie aan de Kaiserstraat en twee aan den Vestwal. Door dien afstand van grond zal van de breedte van den Vestwal worden ingenomen tien meters en nog voor den openbaren weg overblijven twaalf meters, grooter dan de breedte der straat van den Vestwal, tusschen de Vlietsbrug en de gedempte Koepoortsgracht die elf meters bedraagt. Door die bebouwing zal een goed begin worden gemaakt tot eene ge- wenschte aansluiting aan de bestaande rei over de Vlietsbrug en tot den aanleg van eene straat, loopende van de Kaiserstraat tot de gedempte Koe- poortsgrachtterwijl de overgelegde teekeningen de blijken dragen van een plan dat alle ondersteuning verdient, omdat het een begin wordt van eene fatsoenlijke buurt voor burgerwoningen. De^ Commissie wil daartoe de hand reiken door een billijken koopprijs van één gulden per centiare aan den afstand in eigendom te verbinden; terwijl zij voorstelt de aldaar staande boomen te rooien en den gebeelen aardwal tot aan de Vlietsbrug te ontgravenzoodat door vermindering der glooiing en ophooging van het lage voetpad een regelmatige toestand wordt verkregen waarvan de kosten worden gedekt door de opbrengst van de te verkoopen boomen. Op dien grond vindt de Commissie vrijheid, het navolgende voor te stellen, als: 1°. dat aan A. Van Veeloo en H. Feykes Jr. bovengenoemd in eigen dom worde afgestaan nadat de grond vooraf aan den openbaren dienst zal zijn onttrokken, een strook grond van de gedempte Achtergracht en van den Vestwal, lang 23 en breed 10 meters en derhalve groot 230 centiaren, uitmakende een gedeelte der perceelenbij het Kadaster bekend onder Sec tie F, N°. 631, en onder Sectie A, N°. 99 en 586, om te worden ge trokken aan dé perceelen hun in eigendom toebehoorendebij het Kadaster

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1