Zitting van Maandag 19 Juni 1816,
'enamiddags te 2 uren.
Voorzitterde heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te beJumdelen onderwerpen:
1*. Belediging en installatie van den heer G. Wilhelmy Damstéals lid van
den gemeenteraad.
2®. Benoeming van drie Bestnurderen van het Werkhuis. (123)
3°. Idem van een hulponderwijzer of hulponderwijzeres aan de school n°. 2
voor minvermogenden. (126)
4°. Idem als voren aan de school n°. 2 voor on vermogenden. (126)
5°. Voordracht betrekkelijk het hulppersoneel op de jongensschool der
Ist® klasse en benoeming van een onderwijzer der 2de klasse aan die
school. (120 en 127)
6°. Idem betrekkelijk het Utrechtsche jaagpad, strekkende tot benoeming
van eene raadscommissie van drie leden. (129)
7°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1875 (Kosten
van gemeenschappelijke zaken). (119 en 124)
8°. Verzoek van A. F. Hopman, om een stoep te leggen. (121)
9". Idem van J. H. Willink om continuatie van de huur der jacht op water
wild op de Vroonwateren. (122 en 130)
10". Rekening van het Minne- of Armen Oude Mannen- en Vrouwenhuis
over 1875. (125)
11®. Voordracht tot onderhandsche verpachting van de tienden onder Lei
derdorp. (128)
12®. Idem tot wijziging van de verordeningen op de heffing en invordering
van schoolgeld op de scholen voor lager onderwijs. (112 en 131)
13®. Idem tot ^demping van de Korte Langegracht, tot oprichting van eene
derde school voor minvermogenden en betrekkelijk de verzoeken van
G. Tibboel en de firma Jaeger en C°., ter bekoming van gemeentegrond
bij de voormalige Marepoort. (55, 73, 83, 94, 102, 107, 108, 109,
110, 111 en 118)
14®. Wijziging van den staat der gemeente-eigendommen.
15®. Rekening van het Werkhuis over 1875. (132)
Tegenwoordig de heeren Van Wensen, Van Iterson, DeroksenDu Rieu,
V' 'ster, De Fremery, De Laat de Kanter, Hartevelt, Juta, Suringar, Van
oer Zweep, Van Hettinga Tromp, Le Poole, Wilhelmy Damsté, Bijleveld
Cock, Goudsmit, Scheltema, Van HeukelomLibrecht Lezwijn en Van
den Brandeler.
De heeren Van der Lith, Driessen en Eigeman gaveu kennis verhinderd
te zijn de vergadering bij te wonen.
Na de opening der vergadering wordt overgegaan tot
I. Beëediging en installatie van den heer G. Wilhelmy Damsté, als lid
van den gemeenteraad.
-.i handen des Voorzitters legt de nieuwbenoemde de bij de wet gevor
derde eeden af.
De Voorzitter. Mijnheer Wilhelmy Damsté! Ik wensch u geluk met
komst in deze vergadering en met het vertrouwen door de burgerij in
u gesteld. Ik hoop dat uwe tegenwoordigheid hier moge strekken tot be-
vordering der belangen van Leiden, dat ons allen zoo dierbaar is.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
8 Juni 11. worden gelezen en goedgekeurd.
Le Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de mededeeling van stukken
wensch ik de openbare vergadering te veranderen in eene met gesloten deuren.
Na heropening der openbare vergadering deelt de Voorzitter mede:
Dispositiën van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 12/16 en
13/16 Juni jl.nos. 23 en 24/2, houdende goedkeuring van de raadsbe
sluiten van 8 dezertot verkoop van een nominaal kapitaal van f 28300
inschrijving op het grootboek der 2^- pCt. rentegevende schuld en tot af-
en overschrijving op verschillende posten der begrooting voor 1875.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1". Voordracht voor de benoeming van een hulponderwijzer of eene hulp
onderwijzeres aan de openbare lagere school n°. 2 voor onvermogenden.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de
leden in de leeskamer neder te leggen.
2°. Antwoord van den heer Scheltema op het rapport van hh. Commis
sarissen der gasfabriekin antwoord op zijne ingediende memorie.
Dit stuk zal worden gedrukt.
Aan de orde is:
II. Benoeming van drie bestuurderen van het Werkhuis.
(Zie Ing. St. n°. 123.)
De beeren Bijleveld, Cock en Librecht Lezwijn worden door den Voorzitter
uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Achtereenvolgens worden alsnu benoemd
a. de heer D. A. Schretlen met 18 stemmenzijnde er 3 uitgebracht op
den heer L. C. Quant.
b. de heer A. C. Leembruggen met algemeene stemmen,
e heer Hartevelt onthoudt zich ten deze van stemming.
c. de heer H. P. J. Van Wensen met 18 stemmen, zijnde er 3 blanco-
briefjes ingeleverd.
IH. Benoeming van een hulponderwijzer of hulponderwijzeres aan de
school n°. 2 voor minvermogenden.
(Zie Ing. St. n°. 126.)
Wordt benoemd Mej. J. C. De Hondtte Leiden, met 18 stemmen,
zijnde 3 blanco-briefjes ingeleverd.
HANOI). OEM. 1876.
IV. Tdem als voren aan de school n°. 2 voor onvermogenden.
(Zie Ing. St. no. 126.)
Wordt benoemd J. Van Ling, te Woerden, met 18 stemmen, zijnde
3 blanco-briefjes ingeleverd.
V. Voordracht betrekkelijk het hulppersoneel op de jongensschool 1ste
klasse.
(Zie Ing. St. nos. 120 en 127.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, en be
noemd tot onderwijzer der 2de klasse aan die school H. W. Hubregtse met
17 stemmen, zijnde 4 blanco-briefjes ingeleverd.
VI. Voordracht betrekkelijk het Utrechtsche jaagpad, strekkende tot be
noeming van eene raadscommissie van drie leden.
(Zie Ing. St. n°. 129.)
a. De heer Goudsmit erlangt 12 stemmenterwijl voorts worden uitge
bracht op de heeren Cock 3, Van Heukelom 2 stemmen, Van den Bran
deler 1 stem, zijnde 3 blanco-briefjes ingeleverd.
De heer Goudsmit alzoode volstrekte meerderheid verkregen hebbende
is benoemd.
b. Worden uitgebracht op de heeren Cock 15, Suringar 2 stemmen,
Van den Brandeler 1 stem, zijnde 3 blanco-briefjes ingeleverd.
De heer Cock is alzoo bij volstrekte meerderheid benoemd.
c. Worden uitgebracht op de heeren Bijleveld 6Van der Lith 5 en
Suringar 5 stemmen, Verster, Van den Brandeler en Van Heukelom ieder
1 stem, zijnde 2 blanco-briefjes ingeleverd.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbendewordt overgegaan
tot eene tweede vrije stemming.
De heer Bijleveld. Zou ik mogen verzoeken niet in aanmerking te
komen. Bijzondere redenen zouden het mij .moeielijk maken daaraan de
noodige zorg te wijden.
Worden uitgebracht op de heeren Suringar 9, Van der Lith 8 stemmen,
Ver3ter 1 stem, terwijl 3 blanco-briefjes zijn ingeleverd.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, heeft er eene
herstemming plaats tusschen de heeren Suringar en Van der Lith.
De heer Suringar erlangt daarbij 14, de heer Van der Lith 6 stemmen,
terwijl 1 briefje in blanco was gelaten.
De heer Suriogar is alzoo benoemd.
De Vooezitter. De Commissie betrekkelijk het Utrechtsche jaagpad
bestaat alzoo uit de heeren Goudsmit, Cock en Suringar.
Mag ik vragen of die heeren zich bereid verklaren die taak te aan
vaarden
Allen verklaren zich daartoe bereid.
VII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1875
(kosten van gemeenschappelijke zaken).
(Zie Ing. St. nos. 119 en 124.)
Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen goedgekeurd.
VIII. Verzoek van A. P. Hopmanom een stoep te leggen.
(Zie Ing. St. nc. 121.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan.
IX. Verzoek van J. H. Willink, om continuatie van de huur der jacht
op waterwild op de Vroonwateren.
(Zie Ing. St. nos. 122 en 130.)
Wordt zonder beraadslaging met 19 tegen 2 stemmen toegestaan.
Tegen stemdende heeren Goudsmit en Suringar.
X. Rekening van het Minne- of Armen Oude' Mannen- en Vrouwenhuis
over 1875.
(Zie Ing. St. n°. 125.)
Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
XI. Voordracht tot onderhandsche verpachting van de tienden onder
Leiderdorp.
(Zie Ing. St. n°. 128.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën vereenigt zich met het
voorstel van Burg. en Weth.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
XII. Voordracht tot wijziging van de verordeningen op de heffing en
invordering van schoolgeld op de scholen voor lager onderwijs.
(Zie Ing. St. nos. 112 en 131.)
a. Verordening op de heffing.
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
b. Idem op de invordering.
De heer Goddsmit. Zou die verordening niet wat streng zijn? De school
gelden zullen moeten worden voldaan binnen 8 dagen na de ontvangst der
kennisgeving van den ontvanger, en bij gebreke van voldoening zal de toe
gang tot de school worden geweigerd. Dat is naar mijne meening wat
absoluut.
De Voorzitter. Mag ik den heer Goudsmit opmerken dat reeds de
stemming hierover is begonnen.
De heer Goddsmit. Ik heb niet bemerkt dat wij reeds zoover waren.
Ik zou daarop wel willen terugkomen.
De Voorzitter. Ik heb daartegen voor ditmaal geen bezwaar.
De heer Goddsmit. Ik zal uw geduld niet lang vermoeien. Ik acht die
strafbepaling ten aanzien van niet vermogende ingezetenen nog al streng.
Ik heb er niets tegen wanneer zij voortdurend halsstarrig blijven of wegens
onwil niet betalenmaar ik ben er niet voor zoo onvoorwaardelijk in
de verordening te bepalen dat de toegang wordt geweigerd. Wanneer men