77
1872
1873
1874
1875
Paarden.
45
49
145
J 94
Veulens.
10
30
42
Runderen.
14768
16516
19102
20505
Kalveren.
4211
5095
4629
4745
Schapen.
40154
39474
46292
58675
Lammeren.
28065
37235
38133
40863
Varkens.
1464
1994
1788
1842
Biggen.
7969
10096
8484
7652
96686
110459
118603
134518
Is het voorgaande reeds genoegzaam tot betoog van het onvoldoende der
ruimte van de Beestenmarkt en IJzerengracht om in de behoefte der vee
markt bij de uitbreiding welke deze heeft verkregente voorzienmet het
oog op de toekomst is dit niet minder het geval, aangezien de laatste jaren
steeds toenemende getallen van ter markt gebracht vee aantoonen.
Onderstaand staatje geeft biervan een overzicht:
De beantwoording der vraaghoedanig meerdere ruimte te verkrijgen
zonder dat aan eene ongewenschte verplaatsing van de markt behoeft gedacht
te worden, ligt voor de hand, door gelijk in het voorgaande jaar werd voor
gesteld en waarop de adressen wijzen de Korte Langegracht te dempen.
Eene tweede hierbij gaande situatieteekening kan tot voorstelling van de
alsdan te verkrijgen ruimte, benevens van een plan tot gebruikmaking daar
van dienen.
Volgens dit plan, wordt de IJzerengracht tot het plaatsen van runderen
ingericht, door het plaatsen van twee reien palen langs de trottoirs L M en
N Obenevens een middenrei P R. De gelegenheid tot het plaatsen van
runderenwordt hierdoor uitgebreid met
L M 54 M X een rei 54 M.
NO 66 M X idem 66 M.
P R 66 M X twee reien 132 M.
te zamen een lengte van 252 M.
Deze lengte genomen voor drie stuks op 2.10 M. geeft 360 runderen
daarbij geteld de ruimte welke de bestaande marktvolgens denzelfden maat
staf namelijk (zie boven) voor 782 stuks aanbiedt, wordt plaatsruimte voor
1142 stuks runderen verkregen; een getal dat tot dusverre slechts eenmaal
(30 April 1875) werd overschreden, zoodat veilig aangenomen kan worden,
dat hiermede aan de behoefte volkomen voldaan zal worden dewijl voor
enkele zeldzame gevallen eene dichtere plaatsing zonder bezwaar zal kunnen
geschieden of de Korte Langegracht worden gebruikt.
Een enkele blik op de teekening is genoegzaamom de ruimte welke door
demping van de Korte Langegracht voor schapen en lammeren markt ver
kregen zal worden met betrekking tot die van de IJzerengracht, te verge
lijken; ongeveer gelijk aan eene tweemaal grootere oppervlakte, of eene ver
houding van p.m. 1100 tot 2200 vierk. M. Tevens is de verdeeling der
nieuwe markt, met de noodige hokken aangeschetst, zoodanig geschikt dat
er doorgaande gangpaden overblijven; wijders zal de, als bijzonder doelmatig
ingericht aangeprezen, nieuwe markt te Leeuwarden tot voorbeeld kunnen
dienen.
Op deze wijze zullen de Beestenmarkt met de IJzerengracht en de Korte
Langegrachteen uitgestrektaaneengeschakeld veemarktplein opleveren
ter gezamenlijke grootte van p.m. 4500 centiaren, behalve de rondom ge
legen stratenwelke ook bij de meest drukke markten een vrije circulatie
in gemeenschap met een aantal onbelemmerde toegangen zullen verschafien.
Mag niet betwijfeld worden, of, na uitvoering der werken in het plan
vervat, aan alle vereischten zal worden voldaan, een andere zeer gewichtige vraag,
zal daarmede gelijktijdig oplossing kunnen vinden, de vraag namelijk, naar
een geschikt terrein tot het bouwen van een schoollokaal voor minvermogen
denwaaraan allengs wederom dringende behoefte zich openbaarde, en
waarvoor elders, zonder kostbaren aankoop van opstanden, geen gelegenheid
bestaat.
Bij de hierboven opgegeven ruimte of oppervlakte welke de lammerenmarkt
zou verkrijgen, is van de gedempte Korte Langegracht slechts 137 M. lengte
genomen, waardoor aan de zijde der Mare eene lengte van 75 M. voor het
bouwen van eene school met speelplaats overblijft.
De situatieteekening van de gedempte gracht bevat eene voorloopige
schets van eene school met speelplaats en bijlokalenbestemd voor 600
leerlingen. De geheele lengte daarvan 45 M. bij 16.50 M. breedte, waarbij
de tegenwoordige straatbreedte aan beide zijden slechts met 90 cM. zal ver
minderen. Deze plaats der stad door de sehoolautoriteit als gunstig gelegen
beschouwd wordende, kan ook dit gedeelte van het algemeene plan, tot
demping der Korte Langegracht, hetwelk aan een dubbel oogmerk zal vol
doen te meer worden aanbevolen.
Wat de kosten betreft, ondergaat de in het voorgaande jaar daarvan ge
maakte berekening geene verandering, als op f 20,000 bepaald blijvende.
De daarvoor uit te voeren werken bestaan hoofdzakelijk in:
o. het afbreken van de wallen en twee bruggen;
6. het doortrekken der walmuren aan de Mare en in de Binnenvestgracht;
c. het aanplempen der Korte Langegracht en het verlengde der IJzeren-
gracht;
d. het leggen van riolen in de gedempte grachten met ontvangst- en ruim-
bakken met afsluitkasten
e. het verbinden van de aanwezige riooltakken met de nieuwe hoofdriolen
het leggen van een vereischt getal kolken met lozingskanalen
g. het bestraten met klinkersteen zoover het gedempte gedeelte tot aan
het schoolgebouw strekt; en
h. het plaatsen van hardsteenen palen op de IJzerengrachtmet verstrating.
Niet genoegzaam bekend zijnde met de inrichting der hokken van de
schapen- en lammerenmarkt, gelijk elders wordt aangetroffen, blijven de
kosten daarvan, tot dusverre onzeker, om bij de berekening opgenomen te
kunnen worden.
Voor de kosten aan het stichten van een nieuw schoolgebouw verbonden
r kan de laatstgebouwde school op de Marendorpsche Achtergracht, welke
mede voor 600 leerlingen is bestemdeenigszins tot maatstaf dienen. De
uitgaven voor genoemd schoolgebouw met meublement enz. heeft f 33000
bedragen. Neemt men in aanmerking dat bij dien bouw een aanzienlijke
afbraak ten voordeele kwam, en op de gedempte Korte Langegracht beheiing
wordt gevorderd, dan moet op eene som van ƒ40000 worden gerekend.
Aan den Heer Wethouder-Voorzitter De Gemeente-architect,
der Commissie van Fabricage. J. W. Schaap.
Leiden, 11 Mei 1876.
Ingevolge uw verzoek om mijn gevoelen te vernemen aangaande uw plan
om bij eventueele demping der Korte Langegracht, het aan de Mare gren
zend gedeelte te bestemmen voor de plaatsing eener derde school voor
minvermogenden heb ik dit punt nog eens tot onderwerp van nauwkeurig
onderzoek gemaakt en ben tot het resultaat gekomen dat er voor deze school
geen geschikter plaats zou uit te kiezen zijn. Op de school van den heer
Brouwer (n°. 2), die de meeste overbevolking heeft, zijn uit bet staddeel
ten noorden van Oude Vest, Turfmarkt en Galgewater 232 kinderen, van
dat tusschen HavenOude Heerengracht en Singel (van Zijlpoort tot Mare-
poort) 25van dat tusschen MareOude VestTurfmarkt en Apothekers-
dijk 73. Voor deze allen zou een school op de door u bedoelde plaats uit
muntend geschikt liggen. De school van den heer Brouwer zou dus terstond
van 330 leerlingen ontlast worden. Indien daarentegen de Nieuwe Rijn tot
grens gemaakt wordt tusschen het gebied van de scholen n°. 1 en 2 en aan
den anderen kant de Nonnensteeg tot grens tusschen het gebied der scho
len n°. 1 en 3, zal de heer Van der Harst 42 kinderen naar de school
n°. 2 zien overgaan en 12 naar de nieuwe school. Blijkt het noodig nog
meer leerlingen van de school n®. 1 af te voeren dan moet de Nonnensteeg
als grens vervangen worden door de Vliet. De kinderen van deze afdeeling
zullen eene lange wandeling naar de school hebbenmaar dit betreft een
klein gedeelte en in meerdere of mindere mate zal dit bij elke keuze eener
plaats het geval blijven. Dat door de vervanging van den tegenwoordigen
grens der GAenesteeg tusschen n®. 1 en 2 door den Nieuwen Rijn niet meer
dan 42 naar school n®. 2 zullen overgaankomt daarvan dat de kinderen
van wijk VII en VIII grootendeels op de bijz. school van den heer Van
Dijl zijn.
Het gebied der drie scholen zou derhalve worden
Voor school n®. 1 dat tusschen Nieuwen Rijn, Steenschuur, Rapenburg tot
de Nonnensteeg (of de Vliet);
voor school n®. 3alles benoorden HavenOude VestTurfmarktGal
gewaterhet staddeel tusschen ApothekersdijkMare, Oude Vesten Turf
markt; Wijk I tot aan de Nonnensteeg (of de Vliet.)
voor school n°. 2 al het overige.
Aan Heeren Burgemeester en De distriet-schoolopziener,
Wethouders van Leiden. M. J. De Goeje.
Leiden, 6 Mei 1876.
Ter voldoening aan het bij uwen brief van 29 April 11. n®. 322 gedaan
verzoek hebben wij de eer u te kennen te gevendat tegen de voorgenomen
demping van de Korte Langegracht en van het nog overblijvende gedeelte
van de IJzerengracht gèen bedenking bestaat, en dat, zoo wanneer daartoe
mogt worden overgegaanwij nu voor alsdan ontheffing verleenen van art. 6
der verordening op de dijken, kaden en wateren in Rijnland, en zulks
zonder eenige voorwaarden.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland
De CLEBca, Dijkgraaf.
W. G. De Brdyn Kops, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 5 April 1876.
Bij uwe missive van 24 Maart 11. n°. 251 werd in onze handen gesteld
ten fine van advies, een rapport van de hoofdonderwijzers der openbare
scholen voor minvermogenden alhier.
Hoewel door latere omstandigheden het voorstel der hoofdonderwijzers is
komen te vervallen en daardoor op dat punt ons advies overbodig werd
nemen wij naar aanleiding van bovenbedoeld rapport de vrijheid u te wijzen
op het meer en meer toenemen der schoolbevolking, zoo zelfsdat na de
vacantie ruim 300 leerlingen in de bestaande schoolgebouwen niet meer ge
plaatst zullen kunnen worden.
Dit feit alleen, thans in een officieel stuk vermeld, maakt iedere bewijs-
-voering overbodig, om aan te toonen, dat de oprichting van een nieuw
schoolgebouw niet langer kan worden uitgesteld.
Wij achten ons daarom verplicht er bij u ernstig op aan te dringen, dat
onverwijld de noodige stappen gedaan worden tot het oprichten van een
schoolgebouw.
Wij houden ons overtuigd, dat uw Collegie ons gevoelen zal deelendat
ieder uitstel van deze zoo hoog noodige zaak in strijd zou zijn met den
goeden gang van het onderwijs in deze gemeente.
De Plaatselijke Schoolcommissie alhier,
F. Was, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden 19 Mei 1876.
In antwoord op uwe missive dd. 9 Mei II. hebben wij de eer u te be
richten dat wij ons geheel met uw gevoelen kunnen vereenigendat de
voorgestelde plaats voor de oprichting eener derde school voor minvermogen
den wat de ligging betreft, bij uitnemendheid geschikt is.
Wij herhalen, wat wij reeds vroeger te kennen gaven, dat aan eene der
gelijke school dringende behoefte bestaat en nemen daarom de vrijheid nog
maals op eene spoedige uitvoering van bet werk aan te dringen.
De Plaatselijke Schoolcommissie alhier,
F. Was Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders alhier.