76
B, 58 X 2 116
C, 51 X 2 102
D, 43 X 2 86
E, 36 X 2 72
F, 28 X 2 56
G, 17 X2= 34
H, 9 »X2=18»
Novemb. 6 1032 Octob. 29 1001
13 1002 Novemb. 6 1003
N°. 102. Leiden, 10 Mei 1876.
Bij de begrooting der gemeente voor dit jaar was op onze voordracht
een post van ƒ20000 uitgetrokken voor het dempen van de Korte Lange-
gracbt. De beboette aan uitbreiding der beestenmarkt deed zich meer en
meer gevoelen en een adres van eenige bewoners van die gracht, waarbij
de demping werd verzocht, strekte om een van die zijde op te komen be
zwaar weg te nemen.
De gemeenteraad heeft in de zitting van den 28sten October des vorigen
jaars dien post niet aangenomenmaar ter nadere overweging aan HH.
Burg. en Weth. aanbevolen.
De in den laatsten tijd door een tal van marktbezoekers en belangheb
benden ingediende adressen geven een welsprekende en alles afdoende ver
dediging van dat planzoodat de behoefte aan uitbreiding der beestenmarkt
niet langer kan worden in twijfel getrokken.
De behoefte aan bouwgrond binnen de gemeente is gebleken, nu er drin
gende noodzakelijkheid bestaat tot het bouwen van een derde openbare
school voor minvermogenden, door overbevolking van de beide aanwezigen
scholen voor die klasse van leerlingen en de opheffing van een bijzondere
school op de Pieterskerkgracht. De in onze handen gestelde missives
van den districts-schoolopziener van den 12den October des vorigen jaars
n®. 958 en van de plaatselijke schoolcommissie, van den 5den April van
dit jaar n°. 7, strekken daarvoor tot bewijs maar vooral de latere missive
van den districts-schoolopziener n#. 982.
Ook het dempen van de Korte Langegracht heeft geen bezwaaromdat
vele bewoners zulks verlangen en door hét leggen van kolkenriolen en
beerputten voor een beteren afvoer van faecale stoffenhuis- en hemelwater
kan worden gezorgd. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland hebben
dan ook, blijkens de bierbij overgelegde missive van den 6den dezer maand
n®. 5/524, tegen die demping geen bedenking.
Nu alle mogelijke bezwaren zijn geweken en de behoefte aan demping is
erkendwerd de weg gebaandom door de bedoelde demping de beesten
markt uit te breiden naar de zijde van de gedempte IJzerengracht en de
schapen- en lammerenmarkt te doen opschuiven naar de te dempen Korte
Langegracht om aan het einde daarvan in de rooiing van de Korte Mare
te plaatsen een nieuw schoolgebouw voor 600 leerlingen.
Uit het hierbij gevoegde plan van den gemeente-architect met de daarbij
gevoegde teekeningen en toelichtingen blijkt voldoende, dat daardoor in al
de bestaande behoeften kan worden voorzien en alle bezwaren opgelost
kunnen worden beschouwd.
Wij wijzen derhalve op de volgende hoofdtrekken van het plan.
1°. de Beestenmarkt en de gedempte IJzerengracht zullen de gelegenheid
aanbieden tot plaatsing van 1142 runderen, die elk in plaats van 59 a 60
centimeters, gelijk thans, een plaatsruimte kunnen verkrijgen van 70 centi
meters of 2.10 meters voor drie stuks, terwijl bij meerderen aanvoer op de
voor- en najaarsmarkten, wanneer geen lammerenmarkten gehouden worden
voldoende ruimte beschikbaar is op de gedempte Korte Langegracht en ook
het bezwaar vervalt van splitsing der runderenmarktomdat de plaatsing
achtereenvolgend geschiedt;
2®. de schapen en lammerenmarkt naar de Korte Langegracht verplaatst,
zal de dikwerf ondervonden hinder voor het rijden langs de Beestenmarkt
en de Steenstraat naar en van het spoorweg-station geheel doen ophouden
3°. de plaatsing van een schoolgebouw voor minvermogenden aan de Korte
Mare stelt eene gelegenheid daar voor leerlingen van dien stand in de
uitgestrekte vijfde wijk der gemeente, waar tot nog toe geen openbare school
gevonden wordt en geeft van verschillende zijden daarheen een gereeden
toegang terwijl ook daardoor voldaan wordt aan den wensch der school-
autoriteiten.
Wij achten het tevens niet ondienstig te wijzen op de geldelijke voor-
deelen van dat plan tegenover de aanzienlijke uitgaven die daaraan ver
bonden zijn;
1°. de raarktgelden der beestenmarkt zijn sedert de demping van de
IJzerengracht niet onaanzienlijk vermeerderd. In het belangrijke rapport
der Kamer van Koophandel en Fabrieken, van den 20 Januari 1873 (Ver
slag 1873, bl. 186) treft men een opgave aan van de opbrengst, die van
1862—1866 bedraagt ƒ15732 en van 1867—1871 ƒ17073.80, maar uit
de verantwoording van den algemeene marktmeester is het mogelijk die
opgave aan te vullen met de volgende cijfers:
Opbrengst 1872 3328.
1873 3829.70
1874 4268.80
1875 4793.05
Jan.Mei 1875 541.
1876 828.55
zoodat er grond bestaat om aan te nemen dat de uitgaaf van ƒ20000 voor
de uitbreiding der beestenmarkt een voldoende rente kan opleveren van het
daartoe beschikbaar te stellen kapitaal;
2°. de plaatsing van een nieuwe school voor minvermogenden levert het
vooruitzicht op, dat de kosten van het bouwen ten bedrage van 40000
eene jaarlijksche vergoeding kan vinden uit de opbrengst der schoolgelden
die op ƒ1200 'sjaars mogen worden geraamd.
3°. De uitbreiding der beestenmarkt naar de zijde van de gedempte IJze
rengracht heeft ten gevolge gehad eene zeer in het oog loopende verbetering
door verbouwing en bewoning van de huizen der voormalige IJzerengracht
die niet zonder invloed is geweest op het genot van het 4/5 der personeele
belasting, van de 50 gemeente-opcenten op die belasting en van de 40
opcenten op de gfondbelasting der gebouwde eigendommen, gelijk ook op
het totaalcijfer van het belastbaar inkomen der aangeslagenen in de plaat
selijke directe belasting.
Die voordeelen zoowel als de stijging der koopwaarde van de gebouwde
eigendommen, zullen ook, gelijk nu reeds in sommige voorbeelden blijkt,
verkregen worden, wanneer de Korte Langegracht tot eene openbare markt
plaats wordt bestemd waarbij verschillende beroepen en bedrijven door het
marktbezoek worden gebaat.
4°. Wat indertijd verzuimd is om tijdig den Haarlemmermeerpolder door
eene rechtstreeksche gemeenschap met Leiden te verbinden kan nu nog
worden vergoed door de gelegenheid tot een toenemend marktbezoek in het
belang van handel, landbouw en veeteelt te verbeteren en het vertier voor
winkels en andere middelen van bestaan te bevorderen.
5°. Het dempen van de Korte Langegracht zal ook bij het houden van
kermis en openbare vermakelijkheden eene gewenschte ruimte beschikbaar
stellen, die nu tot het plaatsen van tenten enz. hier en daar op de Nieuw-
straatin de Zonneveldsteegop het Pieterskerkplein, moest worden gevonden.
De Commissie van Fabricage vindt op al de aangevoerde gronden vol
komen vrijheid, voor te stellen:
Is. dat een som van ƒ20000 worde beschikbaar gesteld tot het dempen
van de Korte Langegracht en uitbreiding der beestenmarkt;
2°. dat aan het einde van die gedempte gracht in de rooiing van de
Korte Mare worde gebouwd eene derde openbare school voor minvermo
genden waarvan de kosten met het ameublement voorloopig worden ge
raamd op 40000.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
Leiden, 7 Mei 1876.
Voldoende aan de hem opgedragen taak, om naar aanleiding der inge
komen adressen tot vergrooting der beestenmarkt en de behoefte tot het
stichten van een nieuwe school voor minvermogendenwelke beide onderwer
pen ingevolge het hiernevens overgelegde planzamenhangen de vereischte
voorstellen te doen, heeft de gemeente-architect de eer te doen dienen:
In de eerste plaats kan het navolgende strekken om over" de ruimte van
de tegenwoordige beestenmarkt, in betrekking tot de behoefte te oordeelen.
De hiernevens overgelegde situatieteekening toont de bestaande gelegenheid
tot plaatsing van runderen enz. aan.
Volgens den alhier bestaanden regelworden op 9 palen lengte25 run
deren geplaatst, overeenkomende met 59 a 60 cM. voor elk rund. Naar
dien maatstaf heeft men
lijn A, èene zijde 111 stuks
B, twee zijden 193
C, idem 177
D, idem 132
E, idem 122
F, idem 93
G, idem 50
H, idem 22
te zamen 900 stuks.
Volgens genomen informatie te Rotterdam, hebben de palen door welke
ijzeren gordingen gaanaldaar 2.25 M. afstand van elkander en is elk
dier afstanden voor drie runderen bestemd, zoodat elk stuk vee 75 cM.
ruimte verkrijgt.
Deze maat op de yoornoemde reien toepassende, heeft men:
lijn A, 64 M. X 1 64 M.
te zamen eene lengte van 548 M.
75 cM. per stuk genomen zou, volgens Rotterdam, onze markt slechts voor
730 stuks runderen, in plaats van voor 900 ruimte aanbieden.
Een zelfde onderzoek te Leeuwarden gedaanheeft doen ziendat aldaar
voor drie runderen 2.10 M. tot maatstaf dient, in welk geval alhier gelegen
heid zou wezen voor 782 stuks.
Hieruit blijkt, dat eene berekening van 900 stuks voor onze markt,
berust op eene aanmerkelijk dichtere plaatsing bij elkander, dan waarop de
beide voorname markten te Rotterdam en Leeuwarden zijn ingericht.
Moge nu de bestaande gelegenheid voor verre het grootste aantal markt
dagen des jaars overvloedige uitgestrektheid hebbendaar de aanvoer veel
malen van 300 tot 5 a 700 afwisselt, zoo is zulks in het vóór en najaar
geenszins het geval, bijvoorbeeld:
1874. 1875.
April 24 1063 stuks April 30 1353 stuks
Mei 1 1090 Mei 7 960
Hierbij zijn niet geteld de kalveren welke op 30 April en 7 Mei. 1875
ongeveer 180 stuks uitmaakten.
Uit deze cijfers blijkt overtuigend de gegrondheid der verklaring in één
der adressen, van eenen onhoudbaren toestand, daar deze, geen voldoende
gelegenheid tot behoorlijke uitstalling en nauwkeurige bezichtiging van het
vee verschaft en niet toelaat de verschillende soorten van vee van elkander
naar vereischte af te zonderenmet alle verder ongerief van versperring der
toegangen ophooping van uitwerpselen enz.
Wat den aanvoer van schapen en lammeren betreft, komen als hoogste
getallen voor:
1874. 1875.
Schapen. Lammeren. Schapen. Lammeren.
Mei 22 975 10369 Mei 21 1786 8979
29 842 12016 28 989 14903
Juni 5 873 8539 Juni 4 2190 11125
Wanneer men den aanvoer van 28 Mej 1875, zijnde bijna 15000 stuks,
over de oppervlakte van de IJzerengrachtals voor dit deel der markt
meer uitsluitend bestemd, makende tusschen de trottoirs p. m. 1120 vierk. M.
deelt, dan wordt voor elk stuk vee 7 vierk. dM. verkregen; eene oppervlakte
zoo gering., dat ook bij inneming van de trottoirs, van geene plaatsing
sprake kan wezen. Wel is waar, dat de marktdagen van den grootsten
aanvoer van schapen en lammeren niet zamenvallen met die van runderen,
zoodat van de ruimte der Beestenmarkt gebruik gemaakt kan wordenmaar I*
het feit bestaat, dat geheele ladingen wegens gebrek aan plaats niet ont
scheept werden.