75 INGEKOMEN STUKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. A. Van dee Haest. N°. 90. Leiden, 18 Mei 1876. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de hierbij gevoegde sup- pletoire begrooting en staat van af- en overschrijving van Begenten van het B. K. Wees- en Oudeliedenhuis alhier, voor het jaar 1876 en daarop geene bedenkingen hebbende, heeft zij de eer u te raden die goed te kenren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 91. Leiden, 18 Mei 1876. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de hierbij gevoegde supple- toire begrooting en staat van af- en overschrijving van het B. K. Armbestuur, voor het jaar 1875. Zij heeft de eer u te berichten dat zij daarop geene bedenkingen heeft en u alzoo kan raden deze goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 92. Leiden 13 Mei 1876. Met overlegging van het betrekkelijk adres en het advies van den hoofd onderwijzer aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden, hebben wij de eer uwe vergadering voor te stellen aan den hulponderwijzer J. T. Borgman tegen 15 Juni e. k. eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrek king te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Edelachtbare Heerenl Ondergeteekendehulponderwijzer aan de school voor minvermogenden n#. 1, hoofdonderwijzer de heer Van der Harst, verzoekt tegen 16 Juni e. k. eervol ontslag uit zijne betrekking. Met verschnldigden eerbied, Edelachtbare Heerenl Leiden, 10 Mei 1876. Aan den Baad der Gemeente Leiden. UEdelachtb. dw. dn. J. T. Boegman. Leiden, 13 Mei 1876. In antwoord op uw apostille, dd. 12 Mei 1876, waarbij een verzoek van den -hulponderwijzer J. T. Borgman om eervol ontslag tegen 15 Juni e. k. uit zijne tegenwoordige betrekking, heb ik de eer u te melden, dat bij mij geene bezwaren bestaan tegen het inwilligen van adressants verzoek. De hoofdonderwijzer der openbare school Aan den Heer Burgemeester n". 1 voor minverm. der Gemeente Leiden. N°. 93. Leiden, 18 Mei 1876. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de hierbij gevoegde supple- toire begrooting van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur alhier voor het jaar 1875. Daarop geene bedenkingen hebbende, heeft zij de eer u te raden die goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 94. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van de Afdee- ling Leiden en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw gevestigd te Leiden; dat hetzelve met groote belangstelling heeft kennis genomen van het adres door de hh. G. Tibboel en Zonen en een groot getal mede-onderteekenaren tot uwe vergadering gericht, ten einde de Korte Langegracht te dempen en daardoor de veemarkt te vergrooten dat het Bestuur evenzeer overtuigd is dat door de verwezenlijking van dit plan de bloei der Leidsche veemarkt zeer zou toenemen en onderscheidene landbouwers in deze bloeiende Afdeeling daaraan groote behoefte hebben Bedenen waarom het Bestuur voornoemd, verklaart zijne geheele adhaesie aan voormeld adres te schenken en U Edel-Achtb. beleefdelijk verzoekt het verzoek in gunstige overweging te willen nemen. 't Welk doende enz. Het Bestuur van de Afd. Leiden en Omstr. der Holl. Maatschappij van Landbouw G. Van Geee, Voorzitter, A. C. Smit Secretaris. N°. 95. Leiden, 8 Mei 1876. In onze handen werd gesteld het verzoek van J. A. Kramerstadswerk man betrekkelijk het bedrag van het hem na bekomen eervol ontslag toe komend pensioen, met het daaromtrent door Burgemeester en Wethouders uitgebracht rapport. Onder verwijzing naar ons advies van 6 Mei jl. n°. 85 waarbij wordt voorgesteld eene beslissing te nemen aangaande de in dienst van de gemeente zijnde personen op wien de verordening op het verleenen van pensioen toepasselijk is, hebben wij de eer u mede te deelen dat wij, voor het geval uwe vergadering van oordeel mocht wezen dat de adressant als stad8werkman in de termen valt van de betrekkelijke verordening, ons met de beschouwingen van Burgemeester en Wethouders aangaande het bedrag van het te verleenen pensioen kunnen vereenigen en alzoo mede van meening zijn dat hem niet meer toekomt dan f 104.85 'sjaars en handd. obm. 1876. derhalve op het verzoek ter bekoming van een pensioen ten bedrage van twee derden der jaarwedde afwijzend zal moeten worden beschikt. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N®. 96. Leiden, 16 Mei 1876. Over den dienst 1875 zijn de navolgende gelden ontvangen wegens ver koop van gemeente-eigendommen die bestemd moeten worde0 voor kapitaal belegging als wegens verkoop van een gedeelte^ der voormalige stads- kweekerij f 915.van eene strook grond aan de Binnenvestgracht aan J. Van der Kamp f 52.van een stuk grond aan de Vleeresteeg aan Dr. Hirschig f 27. van een gedeelte gemeentegrond aan de gedamde Vestgracht aan C. Van den Berg f 93.van den grond bij de voor malige Hoogewoerdspoort f 410.van grond aan de Langegracht aan S. Lips f 14.idem aan de Marendorpsche Achtergracht aan A. Vilders f 8.van een gedeelte van het paardenwed buiten de voormalige Mare- poort f 25.te zamen uitmakende f 1544. Wij stellen uwe vergadering alzoo voor een bedrag van f 1500.te bestemmen voor aankoop van Inschrijving op het Grootboek en vermits op het betrekkelijk artikel der begrooting voor 1875 (Art. 13 van Hoofdstuk X, Aankoop van Inschrijvingen op bet Grootboek der Nat. Werk. schuld 2^ pCt.) is uitgetrokken f 500.—, dat artikel alsmede Art. 1 van Hoofd stuk V der Inkomsten, opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen, met f 1000.te verhoogen, te welken einde een suppletoire staat van begrooting wordt aangeboden. Tevens leggen wij hiernevens ter vaststelling over een concept-besluit tot aankoop van Inschrijving. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. De BAAD der gemeente Leiden Gezien de artt. 137 en 194, litt. o der Wet van den 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85). Heeft besloten: Tot den aankoop van Inschrijving op het Grootboek der Nationale Wer kelijke 2\ percent rentegevende schuld ten name der gemeente Leydenen zulks tot een reëel bedrag van vijftien honderd gulden 1500). Gedaan enz. N°. 981. Leiden, 15 Mei 1876. In de zitting van 20 April jl. werd de alstoen aan de orde gestelde voor dracht tot uitbreiding van het bedrijfkapitaal der gasfabriek aangehouden tot na de behandeling van de rekening in verband met een door den heer Scheltema toegezegd voorstel betrekking hebbende tot de boekhouding. Vermits de rekening der gasfabriek is onderzocht en tot de behandeling daarvan kan worden overgegaanhet bovenbedoeld voorstel van den heer Scheltema aan uwe vergadering is medegedeeld en dit van geen invloed kan zijn op de beslaande behoefte aan bedrijfkapitaalvermeenen wij dat er geen bezwaar kan bestaan om thaos de voorgestelde uitbreiding van het bedrijf kapitaal in behandeling te nementerwijl in eene volgende vergadering alsdan de gewijzigde verordening op het beheer en bestuur der gasfabriek en het voorstel betrekkelijk de boekhouding aan de orde kan worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 98. Leiden, 15 Mei 1876. Aan uwe vergadering is mededeeling gedaan van het naar aanleiding van de discussiën in de zitting van 10 Februari jl.door den gemeente-advocaat uitgebracht advies in zake de in gebruikgeving van grond aan H. Veefkind en Zn., in welke zitting de aanvrage van de heeren D. A. Schretlen en C°. ter bekoming in eigendom van bedoelden grond werd aangehouden. Onder verwijzing naar de voordrachten van ons College en van de Com missie van Financiën, van 17 en 24 Januari jl.opgenomen onder nos. 8 en 16 der Ingekomen Stukken, waarbij tot afwijzing van laatstgenoemd ver zoek werd geadviseerd, stellen wij uwe vergadering alzoo voor om tot de behandeling daarvan over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 99. Leiden, 18 Mei 1876. De Commissie van Financien heeft de eer uwe vergadering te berichten dat zij zich vereenigt met het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot meerdering van het hulppersoneel aan de school n°. 1 voor onvermogenden met een hulponderwijzer of hulponderwijzeres. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N#. ÏOO. Leiden, 19 Mei 1876. De Commissie van Financiën ontvangen hebbende bijgaanden staat van af- en overschrijving van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier op de begrooting voor den dienst 1875 tot een be drag van 257.41 J heeft de eer u te berichten dat zij daartegen geene bedenkingen heeft, weshalve zij de vrijheid neemt u te raden dien vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N®. ÏOI. Leiden, 19 Mei 1876. De Commissie van Financiën heeft geene bedenking tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van Inschrijving op het Grootboek tot een bedrag van 1 1500 en tot vaststelling van den overge- legden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1876. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1