85 INGEKOMEN STUKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N°. 108, Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennen de afdeeling Rijnsaterwoude en omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw dat zij met de meeste belangstelling kennis genomen heeft van een adres door G. Tibboel Zonen en anderen aan uwe vergadering gericht, bevat tende het verzoek om ter vergrooting en uitbreiding van de veemarktde Korte Langegracht te doen dempen; dat zijgeheel instemmende met de redenen door genoemde adressanten ter ondersteuning van hun verzoek aangevoerdgaarne zoude zien dat de inrichting van de veemarkt verbeterd werd op de wijze in het adres aan gegeven; dat zij echter, met eerbiediging van de motiven die uwe vergadering heb ben bewogen om het voorstel tot demping van de Korte Langegracht te ver werpen, gaarne aan uwe wijsheid overlaat te beslissen welke middelen aan gewend behooren te worden om de bestaande bezwaren uit den weg te ruimen dat zij derhalve uwe vergadering eerbiedig verzoekt om door het nemen van doeltreffende maatregelen de inrichting van de Leidsche veemarkt te verbeteren. Bijnsaterwoude 12 Mei 1876. 't Welk doende, enz. De Afdeeling voornoemd J. v. d. Bbegoen Jb. Voorzitter. J. v. Schravendijk Secretaris. N'. 109. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft reverentelijk te kennen het bestuur der afdeeling Barsingerhornvan de Hollandsche Maatschappij van Landbouw dat in eene vergadering van de leden dezer afdeeling met belangstelling kennis is genomen van een door verschillende landbouwers en veekoopers uit Leiden en omstreken aan u gerigt verzoek tot uitbreiding en vergrooting der veemarkt a costy; dat ook onderscheidene leden dezer afdeeling meermalen 's jaars de Leidsche veemarkt bezoeken en met de gebrekkige inrigtiug en onvoldoende ruimte dier markt van nabij kennis hebben gemaakt; dat het bestuur zich van de wenschelijkbeid tot verbetering ten volle over tuigd houdt en dan ook met bescheidenheiddoch tevens met den meesten aandrangverzoekt op het bovengenoemd aan u ingezonden adres eene gun stige beschikking te willen nemen. 't Welk doende enz. Het bestuur der afdeeling Barsingerhorn van de Hollandsche Barsingerhorn Maatschappij van Landbouw 20 Mei 1876. E. Kluyvebs, Voorzitter. P. Stuurman Secretaris. N*. HO. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het bestuur der Afdeeling Wassenaar—Voorschoten van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw; dat het gelezen heeft een adresvoor eenigen tijdtot umijne heeren gerigt door 83 veehouders en landbouwers, houdende verzoek om de Leid sche veemarkt te vergrooten; dat het ten volle instemt met het beweren van adressanten, dat door de te kleine plaatsruimte op de markt, veehandelaars dikwijls benadeeld worden en de veemarkt op den duur waarschijnlijk zal verminderen; 4at het zich in allen deele kan vereenigen met de gronden door hen aan gevoerd en het doel door hen beoogd. Bedenen waarom het met vorigen eerbied de vrijheid neemt het verzoek der 83 adressanten krachtig te steunenenook in het belang der Afdee ling, bij u, mijne heeren, aan te dringen op het nemen van een besluit tot vergrooting der veemarkt door demping van de Korte Langegracht. 't Welk doende Wassenaar, 22 Mei 1876. UEd. Dw. Dienaren, Het Bestuur voornoemd C. H. Van Pallandt, 2de Voorz. B. G. S. v. Rhenen Secret. N». 111. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennen het bestuur der Afdeeling Woubrugge en om streken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw dat zij kennis genomen hebben van het afschrift van een adres aan UEd. Achtbaren gerigt door de Afdeeling Leiden en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw waarin de demping der Korte Langegracht tot uitbreiding en vergrootiug der veemarkt verzocht wordt, welk gevoelen zij ook toegedaan zijn. Bedenwaarom zij bij deze aan dat requesthunne adhaesie verleenen. 't Welk doende enz., Woubrugge, D. P. Kamp, 2de Voorz. den 23 Mei 1876. J. De Bidder, Secret. N°. 113. Leiden, 29 Mei 1876. In de verordeningen op de heffing en invordering van schoolgelden op de openbare lagere scholen van 30 Juni 1866 (Gem. blad nos. 17 en 18 van dat jaar) is bepaald dat het schoolgeld vooruit betaald moet worden vóór den aanvang van elk kwartaal en dat de daarvoor af te geven kwitantie moet strekken als toegangbillet tot de schoolterwijl bij de vaststelling van de verordening op de invordening art. 4 van het ontwerp luidende: »Bij gebreke van voldoeninggeschiedt de invordering der schoolgelden volgens de artt. 258262 der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°. 85)" is vervallen als wordende bij het stelsel van vooruitbetaling overbodig geacht. HANDD. OEM. 1876. Wij mogen niet ontveinzen dat deze verordening reeds van den aanvang af, wat aangaat de scholen vermeld onder litt. c en d, tot velerlei moeic- lijkheden in de toepassing heeft aanleiding gegeven en dat het stelsel van vooruitbetaling nimmer volledig is kunnen worden uitgevoerd. Bij de tal rijke mutatiën der schoolbevolking namelijk, ten gevolge waarvan herhaal delijk in de lijsten der ingeschrevene leerlingen wijziging wordt gebracht, is het onuitvoerbaar gebleken de belastingbilletten zoo tijdig rond te zenden dat de voldoening voor alle leerlingen kan plaats hebben vóór den ingang van elk kwartaal. Bovendien zullen wij u wel niet behoeven te verzekeren dat een tal van ouders en voogden niet altijd even genegen zijn om op den bepaalden tijd tot de voldoening van het verschuldigd schoolgeld over te gaan, terwijl aan eene verwijdering der leerlingen van de schoolwanneer de kwitantie niet door hen kan worden vertoondmede eigenaardige bezwaren zijn ver bonden. Het gevolg van een en ander is niet alleen dat de eenmaal vastgestelde verordening niet volledig kan worden uitgevoerd maar ook dat wel eens enkele kinderen de sohool eenigen tijd bezoeken zonder dat voor hen schoolgeld wordt voldaan wanneer ze namelijk tusschentijds de school verlaten vóór de betaling. Alsdan is de ontvanger, bij onwil van de belastingschuldigen, krachtens de bestaande bepalingen niet bevoegd tot de invordering volgens de voorschriften der gemeentewet over te gaan. Het zal nu met het oog op een en ander wel geen betoog behoeven dat de bestaande toestand wijziging behoeft. In de eerste plaats hebben wij in overweging genomen om in deze te volgen het stelsel aangenomen te AmsterdamBotterdam's Gravenhage en vele andere gemeentenalwaar de schoolgelden(o. m. te 's Hage ook voor de hoogere burgerschool en het gymnasium) telken drie maanden aan de hoofden der scholen worden voldaan tegen bewijs van kwijting en door dezen aan den gemeente-ontvanger worden verantwoordhoedanig stelsel in deze gemeente is aangenomen ten aanzien van de scholen voor minvermo genden en de openbare bewaarscholen en aldaar tot geenerlei moeielijkheden aanleiding geeft. Eene aanmerkelijke vereenvoudiging in de administratie en vermindering van kosten zoude hiervan het gevolg wezenaangezien o. m. alsdan niet meer voor elk schoolgaand kind een regel op het gezegeld dagboek van den ontvanger zoude behoeven te worden ingenomen. Intusschen hebben wij gemeend alvorens dusdanige voordracht in te dienen, het gevoelen van de Plaatselijke Schoolcommissie te moeten inwinnen met verzoek te willen opgeven of daartegen ook uit een paedagogisch oogpunt bezwaren bestonden. Uit eene daarop gevolgde conferentie is ons evenwel gebleken dat de Schoolcommissie er groot bezwaar tegen had dat de school gelden door tusschenkomst van de hoofden der bierbed lelde scholen zouden worden ingevorderduithoofde dergelijke werkzaamheden niet behooren tot den gewonen werkkring der hoofdonderwijzers en het vooral wat betreft deze scholen niet wenschelijk is dat aan de hoofdonderwijzers financieele bemoei ingen worden opgedragen. Op grond van deze bij de Schoolcommissie bestaande bezwarenhebben wij gemeend op ons oorspronkelijk voornemen te moeten terugkomen en be sloten een voorstel te doen om op andere wijze eene verbetering ten deze tot stand te brengen. Het stelsel van vooruitbetaling en de bepaling dal het bewijs van betaling strekt tot toelating zalweenen wijvoor de scholen vermeld onder litt. c en d moeten vervallen en aan den ontvanger de bevoegdheid moeten worden toegekend om bij gebreke van voldoening de schoolgelden in te vorderen volgens de bovenaangehaalde artikelen der gemeentewet. Tevens is het wenschelijk aan de ouders of voogden die hunne kinderen of pupillen van de school wenschen weg te nemende verplichting op te leggen daarvan minstens 8 dagen vóór den aanvang van het volgend kwartaal aan het hoofd der school kennis te geven, bij gebreke waarvan het schoolgeld ook over dat kwartaal is verschuldigd. Alleen bij zoodanige verplichting zal het mogelijk zijn de lijsten der schoolgaande kinderen voor wien schoolgeld is verschul digd tijdig gereed te hebben. Wij geven uwe vergadering alsnu in overweging de betrekkelijke veror dening op de heffing en invordering te wijzigen als volgt VERORDENING op de hefing van schoolgeld. Er zal, te beginnen van het hieronder vermelde tijdstip, als schoolgeld voor het bezoeken der openbare lagere scholen in deze gemeente verschul digd zijn, door de ouders of voogden der ter school gaande kinderen, voor ieder kind bezoekende de scholen vermeld bij art. 1 der verordening bepa lende het getal dier scholen onder letter b, voor den morgen- en middagschooltijd één cent per dag, voor den avondschooltijd één cent per dag, voor twee of meer kinderen uit één gezingelijktijdig ter school gaande wordt het bedrag voor elk kind gesteld op de helft dit schoolgeld moet vooruit worden betaald, onder letter cvier gulden per drie maanden voor twee of meer kinderen uit één gezingelijktijdig ter school gaande waar een gelijk schoolgeld geheven wordt, wordt het bedrag voor ieder kind gesteld op drie vierden onder letter d, voor jongens, vijftien gulden per drie maanden, voor meisjes, in de 2de afdeeling, bestaande uit de zes laagste klassen, vijftien gulden, in de lste afdeeling, bestaande uit de vier hoogste klassen, twintig gulden per drie maanden voor twee of meer kinderen uit één gezin, gelijktijdig ter school gaande waar een gelijk schoolgeld geheven wordt, wordt het bedrag voor elk kind gesteld op drie vierden. Op de scholen onder letter a wordt het onderwijs kosteloos gegeven. Voor elk ingetreden kwartaal is het volle schoolgeld verschuldigd ook al heeft de leerling het onderwijs over dien geheelen tijd niet genoten. Bij tusschentijds verlaten van de school wordt geene teruggave toegestaan. De ouders of die hen vervangen zijn verplicht omwanneer zij hunne kinderen of pupillen van de school wenschen weg te nemen, daarvan minstens S dagen vóór den aanvang van het volgend kwartaal schriftelijk kennis te geven aan het hoofd der school, bij gebreke waarvan ook het schoolgeld voor dat volgend kwartaal is verschuldigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1