49
Zitting van Donderdag 30 Maart 1876,
's namiddags te 2 uur.
Voorzitterde heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen ondervoei-pen
1". Benoeming van een Bestuurder van het Werkhuis, uit de leden van den
Gemeenteraad.
2». Idem van een lid der Commissie van toezicht op de scholen voor mid
delbaar onderwijs.
3°. Idem van eene onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool ls,e klasse. (43)
4°. Verzoek van Mej. B. Van Velzen wed. Umvleeom te worden gecon
tinueerd als stads-vroedvrouw. (39)
5°. Idem als voren van Mej. S. M. Van Iperen. (44)
6°. Idem van Dr. J. C. Kist, om te worden gecontinueerd als stads-doctor. (40)
7°. Idem als voren van Dr. G. Zaalberg. (40)
8». Idem van N. C. Oudshoorn, om een keldertoegang te maken in de
Burgsteeg. (33)
9°. Idem van G. J. Boelen, om een gedeelte der Binnenvestgracht bij de
voormalige Heerenpoort aan te plempen. (341
10°. Idem van J. W. Van Gelderen, om ontslag als hulponderwijzer aan de
school n°. 2 voor minvermogenden. (35)
11°. Suppletoire begrooting en staat van af- en overschrijving op de be
grooting, dienst 1875, van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oude-
liedenhuis. (37)
12°. Suppletoire begrooting, dienst 1875, van het Werkhuis. (38)
13». Verzoeken van J. Scheltema en J. P. Rietbergen betrekkelijk het Bon
huis op de Korte Langegracht. (45 en 47)
14». Idem van A. Borgman, om ontslag als hulponderwijzer aan de sehool
n». 2 voor minvermogenden. (46)
15». Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1875. (36)
Tegenwoordig de heeren Driessen, Van Wensen, Van der Lith, Van
Heukelom, Suringar, Verster, Bijleveld, Krantz, Van ItersonDu Kieu
EigemanVan der Zweep, Van Hettinga Tromp, Juta, Hartevelt, De Laat
de Kanter, Librecht Lezwijn, Le Poole, De Fremery, Cock, Dercksen en
Van den Brandeler.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
9 Maart 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de behandeling van de
onderwerpen die aan de orde van den dag gesteld zijnwensch ik de ver
gadering voor eenige oogenblikken met gesloten deuren voort te zetten.
Na eenigen tijd wordt de openbare zitting heropend.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 6/10
Maart, n'. 15/1, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 24 Februari,
regelende de jaarwedde van den leeraar in de wis- en natuurkundige vakken
aan de meisjesschool 1ste klasse.
Deze wordt voor kennisgeving aangenomen.
2°. Bekening van Commissarissen van den Schouwburg voor 1874/5.
Deze wordt ter inzage van de leden in de leeskamer nedergelegd.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van S. Muller Hz., om restitutie van betaalde plaatselijke
directe belasting, dienst 1875.
2®. Adres van Jhr. Mr. W. A. De Jonge, om ontheffing van plaatselijke
i directe belasting, dienst 1876.
3°. Adres van H. Koster, ter bekoming van grond aan deHaarlemmertrckvaart.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in banden
van Burg. en Wetb. en van de Commissie van Financiën.
4°. Adres van Kramer, stadswerkman, betrekkelijk het door hem aange
vraagd pensioen.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van
Burg. en Wetb.
5®. Adres van G. Tibboel, ter bekoming van het Bonhuis op de Korte
Langegracht.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te behandelen bij het
onder n®. XIII der aan de orde gestelde onderwerpen.
6°. Verslag van den Praelector in de verloskunde over 1875.
7®. Idem van de Commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar
onderwijs.
Deze zullen in het gemeenteverslag worden opgenomen.
De Voorzitter. Onder de ingekomen stukken behoort nog een adres
van A. M. Van der Heide, kapitein van de infanterie, die een subsidie
vraagt tot tegemoetkoming in de kosten van het te houden concert ten be
hoeve der noodlijdenden door den watersnood. Na den regel, welke dienaangaande
in deze vergadering is aangenomenen na de beschikking, die op een adres
vau heeren studenten nog onlangs is genomenmeenen Burg. en Weth.
niets anders te mogen voorstellen dan om op dit adres eene afwijzende
beschikking te nemen.
De Secretaris leest bedoeld adres voor.
Het luidt als volgt:
'Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Andreas Marius Van der
Heidekapitein der infanterie, alhier in garnizoen
dat hij verzoekt een subsidie ter tegemoetkoming in de kosten voor een
concert ten voordeele van de noodlijdenden door den watersnood. Deze
kosten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door huur voor de stads-gehoorzaal
en het stedelijk gaslicht.
Overigens werken ingezetenen gratis mede tot het geven van dit concert
waarvoor reeds zeer veel geldelijke sympathie is gebleken.
't Welk doende,
Leiden, 2S Maart 1876. V. d. Heide."
De heer Dercksen. Ik ben bet, wat den vorm betreft, volkomen met-
den Voorzitter eens, maar de vraag is, of het wel in de bedoeling VHn den
adressant ligteene geldelijke tegemoetkoming te erlangenen of het
zelfde doel niet op eene andere wijs, b. v. door vrijstelling, zou kunnen
worden bereikt.
De Voorzitter. Hierop meen ik te moeten antwoordendat er geene
vrijstelling wordt verleend. De Baad heeft meermalen uitgemaakt, dat men
geen vrijstellingen geeft. Nu tracht de adressant op eene andere wijze het
zelfde oogmerk te bereiken het komt mij echter voor dathoe prijzenswaar-
HAMDD, OEM. 1876.
dig liet doel ook zij, er geen grond toe bestaaten het zelfs een praecedent
zou daarstellen zoodanig subsidie toe te staan. -
De heer Dercksen. Ik geef gaarne toe, dat de Band bij vorige ge
legenheden afwijzend op zoodanige verzoeken heeft beschikt, maar de vraag
doet zich voor, of het hier niet een buitengewoon geval is, waarbij men
van den regel zou mogen afwijken. Mijns inziens betreft het verzoekschrift
eene vrij algemeene en treurige omstandigheidwelke gelukkig tot de uit
zonderingen blijft behoorenen welke in hooge mate de sympathie der
burgerij opwekt; zoodat ik geen bezwaar in vrijstelling van buur zou zien,
al wordt die ook in meer gewone omstandigheden geweigerd.
De Voorzitter. Ik acht het een gevaarlijk antecedent, om in dit geval
van den regel af te wijken. Maakt gij er een voorstel van?
De heer Dercksen. Als mijn gevoelen niet wordt ondersteunddan
vind ik geen reden een voorstel te doen.
Hierop wordt het voorstel van Burg. en Weth., om op het ingekomen
adres afwijzend te beschikken met algemeene stemmen aangenomen.
De Voorzitter. Eindelijk kan ik aan de vergadering mededeelen, dat
er bij Burg. en Weth. vier aanvragen zijn ingekomen betrekkelijk het
aanleggen eener duinwaterleiding. Die aanvragen zijn op dit oogenblik in
behandeling bij de Commissie van Fabricage. Ik hoop dus eerlang in staat te
zijn een uitvoerig bericht van Burg. en Weth. daaromtrent ter tafel te brengen.
Aan de orde is
I. Benoeming van een Bestuurder van het Werkhuisuit de leden van
den Gemeenteraad.
De heeren Suringar, Van der Zweep en Dercksen worden door den Voor
zitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Tot de stemming overgegaan zijnde, wordt de heer H. C. Juta met
16 stemmen benoemd. Er worden 4 stemmen uitgebracht op den heer
Verster en 2 stemmen op den heer De Laat de Kanter.
De Voorzitter. Zijt gij, mijnheer Juta, bereid deze betrekking aan te nemen?
De heer Juta. Ik ben daartoe bereidmijnheer de Voorzitter.
II. Benoeming van een lid der Commissie van toezicht op de scholen
voor middelbaar onderwijs.
Tot lid dier commissie wordt benoemd de heer Mr. W. Van der Kaay, met
15 stemmen. Er worden 2 stemmen uitgebracht op den heer Verster,
1 op Dr. Du Rieu1 op den heer Du Bieu en I op den heer Jutaterwijl
twee briefjes in blanco zijn.
III. Benoeming van eene onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool
lste klasse.
(Zie Ing. St. n8. 43.)
Wordt met 18 stemmen benoemd Mej. C. M. H. J. Gersenterwijl
4 briefjes in blanco waren gelaten.
IV. Verzoek van Mej. B. Van Velzen wed. Omvlee, om te worden ge
continueerd als stads-vroedvrouw.
(Zie Ing. St. n°. 39.)
Dat verzoek wordt met algemeene stemmen toegestaau.
V. Verzoek van mej. S. M. Van Iperen, om te worden gecontinueerd
als stads-vroedvrouw.
(Zie Ing. St. n°. 44.)
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
VI. Verzoek van Dr. J. C. Kistom te worden gecontinueerd als stads-dokter.
(Zie Ing. St. n®. 40
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
De heer Krantz houdt zichwegens familiebetrekkingbuiten stemming.
VII. Verzoek van Dr.G. Zaalberg,om te worden gecontinueerd als stads dokter.
(Zie Ing. St. n8. 40.)
Wordt met algemeene stemmen toegestaan.
VIII. Verzoek van N. C. Oudshoornom een kelderfoegang te maken
in de Burgsteeg.
(Zie Ing. St. n°. 33.)
De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor op dit verzoek afwijzend
te beschikken.
De heer Juta. Ik meen de vraag te moeten doen, of de adressant zich
wel goed heeft uitgedrukt, of dat zijne bedoeling wel juist wordt begrepen;
is het de bedoeling om licht in den kelder te geven, of verlangt men open
slaande ramen of deuren?
De Voorzitter. De bedoeling is wel degelijk om openslaande deuren
te verkrijgen.
De heer Juta. Ik dank u voor de gegeven inlichting.
Met algemeene stemmen wordt op het verzoek afwijzend beschikt.
IX. Verzoek van G. J. Boelenom een gedeelte der Binnenvestgracht
bij de voormalige Heerenpoort aan te plempen.
(Zie Ing. St. n°. 34.)
De heer Hartevelt. Ik heb geen bezwaar tegen de inwilliging van
bet verzoek maar ik wenschte wel het Dagelijksch Bestuur opmerkzaam
te maken op de wijze, waarop de aanvrager schijnt te verstaan dat de
gracht op alle f unten dezelfde breedte van ongeveer 7 meters zal behouden
zooals in het rapport van de Commissie van Fabricage vermeld staat. Ik
heb mij met eigen oogen overtuigd dat tal van planken zoo ver van den
wal uitsteken en over het water hangen dat de breedte van 7 meters met
minstens 2, zoo geen 3 meters, wordt verminderd. Nu moge de doorvaart-
wijdte van den beganen grond van oever tot oever, 7 meters zijnmaar
even daarboven is zij het niet meer.
De heer De Laat de Kanter. Ik kan den heer Hartevelt mededeelen
dat in zake van het door hem geopperde bezwaar een geding tegen den
heer Boelen bij het kantongerecht aanhangig is, waarin aanstaanden Zater
dag uitspraak zal worden gedaan. Daaruit moge hem blijken dat op de
zaak behoorlijk wordt gelet.
Hierop wordt het voorstel met algemeene stemmen aangenomen.
X. Verzoek van J. W. Van Gelderen, om ontslag als hulponderwijzer
aan de school n®. 2 voor minvermogenden.
(Zie Ing. St. n°. 35.)
Dat ontslag wordt eervol ontleend.