41
INGEKOMEN STIKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
N°- Leiden, 22 Februari 1876.
Naar aanleiding van het verzoekschrift van mejnflrouw C. A. Kouwenberp
om met 16 April e. k. te worden ontslagen uit hare betrekking van huln'
onderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs
der 1ste klasse voor meisjes, hebben wij de eer uwe vergadering te be-
richten, dat wij ons vereenigen met het hierbijgevoegd advies van de hoofd
onderwijzeres en uwe vergadering alzoo voorstellen het gevraagd ontslag
tegen gemeld tijdstip eervol toe te kennen. 6
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 15 Februari 1876.
&del-Achtbare Heeren
D°or onvoorziene omstandigheden gedrongen, verzoek ik UEA. beleef
delijk mij 15 April e. k. ontslag te verleenen uit mijne betrekking als
hulponderwijzeres aan de openbare meisjesschool lste klasse.
Met hoogachting
Edel-Achtbare Heeren
Uwe dienstwillige dienares,
C. A. Kouwenberg.
Aan het Edel-Achtbaar gemeentebestuur te Leiden.
Leiden, 21 Februari 1876.
In antwoord op uwe missive van den 16den dezer, heb ik de eerumede
te deelendat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van eervol
ontslag aan mejufirouw C. A. Kouwenberg, tegen 15 April e. k.
De hoofdonderwijzeres aan de openb. school
der lste klasse voor meisjes
iJ. Jesse.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
N°* 38* Leiden 3 Maart 1876.
Onder overlegging van het adres van den hulponderwijzer C. Boezel om
met 1 Mei 1876 eervol te worden ontslagen uit zijne betrekking aan de
openbare school n°. 2 voor minvermogenden, hebben wij de eer ons te
refereeren aan het mede hierbij gevoegd advies van den betrokken hoofd-
onderwijzerstrekkende tot inwilliging van het verzoek.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan de Wei-Edel Achtbare Heeren Burgemeester
en Wethouders van Leiden.
De ondergeteekendehulponderwijzer aan de school van den heer N.
Brouwer, verzoekt zijn eervol ontslag, in te gaan Mei 1876.
C. Boezel.
Leiden, 1 Maart 1876.
Ter voldoening aan uw apostille van 28 Februari, n°. 317, heb ik de
eer u te berichten dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging
van het verzoek van den adressant, weshalve ik den bescheiden raad geef
den hulponderwijzer C. Boezel tegen 1 Mei 1S76 eervol uit zijn betrekking
te ontslaan.
De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor minverm
Aan den Heer Burgemeester van Leiden. N. Brouwer.
a
N°* 29, Leiden, 2 Maart 1876.
Naar aanleiding van het verhandelde in de raadszitting van 10 Februari
jl. heeft mevr. de weduwe Tichler als directrice der Leidsehe Breischolen
zich andermaal tot uwe vergadering gewend met het verzoek om de bewaar
school op de Oude Vest te mogen gebruiken van des namiddags 4 tot des
avonds 7 uren, en wel gedurende de maanden waarin geen kunstlicht
noodig is.
Onder overlegging van het daaromtrent door de Commissie voor de be
waarscholen uitgebracht advies, met den inhoud waarvan wij ons kunnen
vereenigen, en onder verwijzing naar de betrekkelijke stukken, opgenomen
onder n 13 pag. 22 der Handelingengeven wij u in overweging om
thans aan adressante te vergunnen de beide speelzalen der bewaarschool op
de Oude Vest ten behoeve van de breischolen te gebruiken na des namid-
dags half vijf, gedurende de maanden waarin geen kunstlicht noodig is en
onder bepaling dat daardoor geen stoornis worde gebracht in den geregelden
gang der bewaarschooldat door de breisehool geen ruimte worde ingeno
men die voor de bewaarschool benoodigd is en dat de gebruikers verplicht
zijn voor bet lokaal behoorlijk zorg te dragen, alle eventuëele schade daar
aan te vergoeden en de kosten der verwarming voor hunne rekening te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 24 Februari 1876.
De ondergeteekende, Anna Cathariua Verduyn, weduwe dr. Jacob Ticbier,
wonende te Leidenin hare betrekking van directrice der Leidsehe Brei
scholen, refererende naar haar verzoek dd. 17 December '75, neemt de
vrijheid eene wijziging daarin voor te stellen, door aan UEd. Aehtb. te
verzoekendat aan haar het gebruik der bekende school moge toegestaan
worden in die maandenwaarin het daglicht haar toelaat de kinderen van
des namiddags te 4 uren tot des avonds te 7 uren op de school te houden.
A. C. Verduyn,
Aan den Gemeenteraad van Leiden. wed. Tichler.
Leiden, 29 Februari 1876.
Ter voldoening aan uwe apostille dd. 26 Februari 11. n#. 305, waarbij
in onze handen gesteld wordt een nader adres van mevrouw de weduwe
dr. J. Tichler, hebben wij de eer u te berichten, dat de schoollokalen te
vier uren onmogelijk voor de adressante beschikbaar gesteld kunnen worden.
Van de ruim 300 kinderen gaan er slechts enkele alleen naar huis, de
HAKDD. OEM. 1876.
overige worden afgehaaldwaarvoor in den regel een half uur noodig is.
Met de meeste inschikkelijkheid van de zijde der hoofdonderwijzeres kan
deze niet vroeger dan te halfvijf gereed wezen.
In ons vorige advies konden wij dit bezwaar niet laten gelden. De
woorden van het eerste adres »na den afloop barer lessen", brachten ons
in de meening, dat de adressante de schoollokalen niet wenschte te gebrui
ken voor dat zij door de kinderen der bewaarschool ontruimd zouden wezen.
Nu echter in het tweede adres de tijd precies genoemd wordt, namelijk
van^ 4 tot 7 uren, moeten wij op de onmogelijkheid der uitvoering wijzen
en in overweging geven de lokalen niet voor halfvijf af te staan.
De Commissie der Bewaarscholen te Leiden,
De Fremery, Voorzitter.
J. A. Van Dijk, Secretaris.
Aan den Heer Burgemeester der Gemeente Leiden.
N'.SO. Leiden, 6 Maart 1876.
Onder overlegging van de beide betrekkelijke verzoeken en het advies van
den betrokken hoofdonderwijzer hebben wij de eer uwe vergadering te raden
tot het verleenen van eervol ontslag tegen ultimo Maart aan de hulponder
wijzeres M. E. Guyot en tegen 1 Mei aanstaande aan den hulponderwijzer
M. A. Biekartbeide thans werkzaam aan de school n°. 1 voor minver
mogenden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.
Leiden, 28 Februari 1876.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Maria Elisabeth Guyot, hulp
onderwijzeres aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden te Leiden,
dat zij wegens zwakke gezondheid eervol ontslag verzoekt tegen ultimo Maart
1876 uit genoemde betrekking.
'tWelk doende, enz.
Maria Elisabeth Guyot.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Leiden, 26 Februari 1876.
Aan den Edel-Achtbaren Baad der gemeente Leiden.
Edel-Achtbare Heeren 1
Bij deze neem ik de vrijheid UEdel-Aehtb., uithoofde van te vervullen
militie-plichten, legen 1 Mei a. s. eervol ontslag te verzoeken, uit mijne
betrekking van hulponderwijzer aan school n°. 1 voor onvermogenden.
Onder betuiging der meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
van UEdel-Achtbaren de dw. dienaar,
M. A. Biekabt.
Leiden 6 Maart 1876.
Ik heb de eer UEd. met terugzending van het adres van mejufirouw
M. E. Guyot, hulponderwijzeres en van den heer M. A. Biekart, hulponder
wijzer aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden alhier, te berich
ten dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen hun verzoek om op den ge-
vraagden tijd eervol ontslag uit hunne betrekking te bekomen.
De hoofdonderwijzer aan voorn, school
J. WUYSTER.
Aan den Edel-Achtbaren Heer Burgemeester der gemeente Leiden.
Leiden, 6 Maart 1876.
Wij hebben de eer uwe vergadering hierbij over te leggen een verzoek
van den hulponderwijzer N. Van der Walle, om met l Mei e. k. te worden
ontslagen uit zijne betrekking aan de openbare school n°. 2 voor minver
mogendenmet het gunstig advies van den betrokken hoofdonderwijzer,
waarmede wij ons vereenigen zoodat wij u in overweging geven het gevraagd
ontslag tegen gemeld tijdstip eervol te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Edel-Achtbare Heeren 1
Ondergeteekende hulponderwijzer aan de openbare lagere school n°. 2 voor
minvermogenden neemt bij dezen beleefd de vrijheid tegen 1 Mei a. s. zijn
eervol ontslag uit bovengenoemde betrekking te verzoeken, daar hij omstreeks
dien tijd geroepen zal worden in 's lands dienst te treden.
Edel-Achtbare Heeren
UEdel-Aehtb. dienstw. dienaar,
N. v. d. Walle.
Leiden, 6 Maart 1876.
Ter voldoening aan uw apostille van den 2den dezer, n°, 337, heb ik de
eer u te berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat, den hulponderwijzer
N. Van der Walle tegen 1 Mei a. s. eervol ontslag uit zijn betrekking te
verleenenweshalve ik den bescheiden raad geef het verzoek van den adres
sant in te willigen.
De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor minverm.
N. Brouweb.
Aan den Heer Burgemeester van Leiden.
N°- 33. Leiden, 6 Maart 1876.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten Generaal van 1 Maart jl.
is ingediend eene Koninklijke boodschap ten geleide van negen ontwerpen
van wet betreflende de inrichting en het rechtsgebied der arrondissements
rechtbanken en kantongerechtenen daarbij wordt ook de opheffing van de
Leidsehe rechtbank voorgesteld.
Het behoud der rechtbank achten wij van zooveel waardeniet alleen voor
de gemeente zelvemaar ook in het belang van den voortdurenden bloei der
hoogescbooldat er, onzes inziens, alleszins termen bestaan om in deze
gebruik te maken van de bij art. 144 der Grondwet aan de Gemeente
besturen toegekende bevoegdheid, zoodat wij u voorstellen ter zake een
adres te richten aan de Tweede Kamer der Staten Generaal en ingevolge
art. 22 van het Beglement van Orde eene Commissie te benoemen voor het
ontwerpen van bedoeld adres.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Te Leiden ver Boekdrukkerij van J. C. DftABBE.