der zaak ligt dat door de overwulving schadelijke uitwasemingen zullen tegen- gegaan worden en dus de toestand in dien zin verbeterd worden. Q,ua riool verbetert de toestand échter niet. Maar dit heeft m. i. niets met de zaak te maken. De tegenwoordige toestand is niet houdbaar, op eene óf andere wijze moet verandering worden aangebracht. Curatoren verlangen die in de eerste plaats en bij hen bestaat het stellig voornemen aan dezen toestand eëh eiiïdé tè makébën liet zóu te betreuren zijn zoo de bp de staatsbe- grootittg beschikbare gelden ongebruikt moestén blijven. Hoe de beslissing ook moge uitvallen onzerzijds zal toéh elke nitloozing van faecaliën op de Binéënée&gfacb't "'orden ontraden. Het gevolg Van den tegehwoordigèn toe stand is nd reéds, dat aan dè Kbijnsbürgerbrug en aaü het ander eind van hét verVvülf bij dén héér Hatbaker voor de gezondheid hoogkt nadèelïge dampen uitvfaéèéién. Ik laat aan den heer Van Itersón als geneesheer over te be slissen*, wat dè gèvolgen van dergelijke uitwasemingen op die buurt kunnen zijn. Dè teer Van Iterson. Ik ben genoodzaakt nog eenmaal het woord te voeren omdat gijmijnheer de Voorzitter, mij oproept als dokter om te oofdeel'en oVèr den invloed van de schadelijke gassen dié uit de riolèn op stijgen. Ik meen reeds dikwijls genoeg hier mijne opinie daaromtrent te hebben uitgesproken. Dat de tegenwoordige toestand der riolen in het alge- meed vèrbëtdring éisehtzal ik niet betwisten maar ik heb dit ook straks niet gedaan. Alleen heb ik toen gezegddat dè toestand in deze buurt niet slechter is dan elders, dat ik afkeur de samenkoppeling der aanvraag van HH. Curatoren met het plan tot verandering der rioleering en dat ik oVer dat plan niet zou spreken, omdat ik het voorstel der Commissie van Finan ciën ondersteun om die zaak af te scheiden van het verzoek van HH. Cura toren. Ik zal dus niet antwoorden op het door u aangevoerde, daar ik een slecht voorbeeld zou g^ven, indien ik sprak over eene zaakwaarvan ik het uitstel verlang. Sprekende over het verzoek van HH. Curatoren tot demping en overwulvingzeide ik als de toestand niet erger daardoor wordt, zal ik er voor stemmen. Gij hebt geantwoord dat de toestand er wel erger door zou worden. Ik heb toen te kennen gegevendat ik dan niet voor het verzoek zou stemmen. Verlangende échter om aan HH. Curatoren tegètóoet te komen'héb ik daarop voorgesteld toestemming té géven tot geheele óverwulving, als wanneer de capaciteit dezélfde zou blijvetf. Hoede toestand ook nu zijn moge, feitelijk zal die niet efger worden door géhëele overwulving. De gemeente wordt dus niet slechter van conditie en HH. Curatoren vèrkrijgën wat zij verlangen nl. afsluiting der schadelijke uit wasemingen en gelegenheid om den èfsluitingémuur dóór te trekken. De Voorzitter. Mij dunkt dat zoodanig voorstel gelijk staat met bet verzoek van HEL Curatoren van de band te wijzen. Eene overwulving ter geheele breedte van de gracht zou hoogst kostbaar worden en wellicht over eenige weken, bij aanneming van ons voorstel omtrent de uitloozing op het Galgewater, onnoodig blijken. De heer Van Iterson. Het spijt mij zeer, maar een verzoek toestaan, waardoor ons toch zoo slecht rioolstelsel verslimmert, dat doe ik niet. De Voorzitter. Maar als de genezing voor de hand ligt, dan moeten wij toéh drit middel Rangrijpen om den toestand voor het vervolg te verbe teren; Want, als men toestaat wat Curatoren verlangenzal de Binnen vestgracht verbeteren. De heef VA® Iterson. Ik zal de gelegenheid aan anderen overlaten de zaak vérder te bespreken. De beer Hartevelt. De Commissie van Financiën, mijnheer de Voor zitter, iS uitgëgaan vftrt het denkbeeld dal de toestaèd niet zou Vèrslim- meren, als de helft van de gracht, die aan bet llijk behoortgedempt, en de wederhelft aan de gemeente behooreude voor rekening van het liijk werd overfulfildit heeft zij ook Vrij duidelijk te kennen gegeven in de tweede alinea van haar rapport. Ik ben nog niet van dat denkbeeld teruggebracht. Is mijne meening juist, dat, na de demping voor de helft, de toestand dezelfde of nagenoeg deéelfde Wijven zal, wat is er dan tegen om het verzoek van heeren Curatoren toe te staan? Wordt daarentegen de toestand werkelijk erger, socials door onzt» geachte» Voorzitter wordt volgehouden, dan zullen wij ons wel tegen de demping moeten verklaren. Wat de andere quaestie aangaat, omtrent de rioleering van stadswege in do buurt van het acadeuflisdh ziekenhuis, de Commissie van Financiën moet althans èeöigen tijd hebbenom bare gedachten daarover te laten gaan en de zaak behoor lijk te onderzoeken. De Voorzitter. De toestand zal voor het oogenblik minder gunstig wordeh wat de rioleering betreft, maar daar er toch verandering moet wor den aangebracht, éal ook de overwulving tot verbetering leiden. Dé heer Du Bieu. Ik kan niét inzien dat de toestand verslimmeren zal dóór het Verzoek tóe te Staan. De faéces van het ziekenhuis toch zullen nu terstond in beerputten worden geloosden die toevoer zal het riool dus "iet tüeer krijgen. Mogen nu ook andere plaatsen door de overwulving minder gunstig1 gesteld wordende toestand zaldaar er minder toevoer van faeces istoch niet verergeren. Dé Voorzitter. Ja, matir gij moet niet vérgelen dat de vérslimmering niét koméri Zal van den kant Van het ziekenhuis, maar van het groote riool in de Narmstraatdat in het te verwulven gedeelte uitloopt. Dé grootste lielft deï buurt loopt uit op dö Biuneuvestgrachtde kleinste helft op het Galgewater. Door ons voorstel zullen alle riolen op het Galgewater uitloójibö. Als het groote riüol van de Narmstraat in de Binnenvestgracht blijft loopen zal de toestand verergeren. Daarom hebben wij voorgesteld alle riolen voor goed aan de gracht aan te sluiten. De heef Van Iterson. Mag ik u mijn voorstel in herinnering brengen mijnheer de Voorzitter! Do heer Eigeman. Mijnheer de Voorzitter! Gij hebt daar als een groot bezwaar aangegeven, dat het riool in de Narmstraat uitloopt bij het ziekenhuis in het overwulfd riool, dat vroeger Biunenvestgracht was; mag ik vragen: is dat er ingebracht na den bouw van het ziekenhuis? De Voorzitter. Het was er altoos. De heer EIgeman. Dan zou ik denken, dat als het ziekenhuis op zich zelf gaat rioleeren en dat overwulfde riool verlaat, de rioleering daar ter plaatse nagenoeg in den vorigen toestand Teruggebracht wordt, en, wan- Ineer men de circulatie behoorlijk it) scht neemt, de toestand daar niet verergerenveeleer verbeteren zal. De Voorzitter. Maar nu hadden wij de geheele breedte van de Bin nenvestgracht terwijl wij dan sléchts de helft hebben. Aan dè Khij nsburger- brug en aan de zijde van den heer Hamaker zijn de openingen' gfootendeels dichtgemetseld eii alleen openingen overgelaten ter grootte van een gewoon' riool. De groote doorspoeling wordt daar dus zeer belemmerd. Dë heër Van der Lith. Ik wensch te wachtenmijnheer dè Voorzit?' tertotdat het voorstel vin den heer Van Iterson i'è behandeling komt oni daarover een woord te zeggen. Wordt aan Curatoren toestemming ver leend om nie't de helft maar de geheele gricht te ovérwulvenmij zou dergelijk besluit Wél toelach'èn. Ik zal echter Wachten hét te bespreken totdat gij het in behandeling hebt gebracht. De Voorzitter. Ik wil het gaarne in behandeling brengén maar geloof niet dat Curatoren hét kunnen aannemen. De heer Van Iterson. Het zal, geloof ik, wel op hetzelfdeneêfkomen of men de plaats waar de muur moet komen dempt of overwulft. Eei' muur zal men toch wel op een verwulf kunnen bouwén. De heer Van der Lith. Als ik, naar het schijnt, niet misdoe, wan neer ik nu het voorstel van den heer Van Iterson bespreek, dan wensch ik dit te doen om de aandacht der vergadering te vestigen op een voor naam motief van het verzoek van HH. Curatoren, afgescheiden vap het voorstel van het Dagelijksch Bestuur, dat ik nu niet bespreek. Dit is namelijk: de wegneming van schadelijke dampen. Deze geschiedt door geheele overwulving éven goed als door halve demping. Er is meer: Wij zullen daardoor nog in beteren toestand geraken. Thans loopen de faeceè' van de stad èn van het ziekenhuis op de Biniienvestgracht uit. Dan zullën alleen de faeces van de stad daarop uitloozenbehalve dat de grond niet meer zal uitwasemen. Er zou dus eene verbetering plaats hebbed. Zouden wij het nu riiet ééns beproeven of Curatoren voorloopig met eene overwul ving genoegen nemen? Ik zal mij later niet verzetten de zaak fond te verbeteren en ben verzekerd daarin door den heer Van Iterson' ondersteund te worden. Maar wij vinden thans de zaak nog niet rijp voor het nemen van eén besluit. Neg allerlei gevolgen zuilen er aan verbonden' zijn. Ik zou ons niet gaarne zien geplaatst voor een fait accompliwaardoor Cura toren krijgen zullen wat zij vèrlangen (en wat ik hun gaarne later zal toestaan) en' wij er erger aan toe zouden zijn. Ik ondersteun dus het voorstel van den heer Van Iterson, waardoor de toestand blijft, zooals die is en zelfs verbetert, en wij onë niét de handen binden voor latere radicale verbetering. De Voorzitter. Mag ik den heer Van Iterson verzoeken' zijn voorstel te formuleeren? De heer Van Iterson. Het voorstel strekt om aan Curatoren toe te staan het nog overgebleven gedeelte van de Binnenvestgracht in zijn geheel të overwulvért èh den muur daarop door te trekken zooals verzocht wordt. De Voorzitter. Dus de capaciteit wilt gij laten zoottfe zij is? De heer Van IïEBSÓn, Ja, mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter. Dah staat het voorstel gelijk met eene afwijzing Van het verzoek van .Curatoren. De heer Van Iterson. Dat is eene quaestie, die ik nfèt tab toegeven. Ik beweer dat men wél de gracht geheel kan overwulven en toch een mudÜ optrekken. Ik ben géén bouwkundige en wil dus gaarne de meening van méér bevoegden hooreu. Dé VooHZiTTÉR. Hét kén wél, maaf de bestekken Zijn opgemaakt en de besteding zöu óóg dit jaar moetén geschieden. De heer Van ItersóI*'. Éïét is onze schuld niet dat bét verzoek zoo laat in den Baad iu behandeling is gekomen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel VSiri dén héér Van Iterson wórdt voldoende ondersteund. In stemming gébracht, wordt het met 14 tegen 7 stemmen aangetioméü. Tegen stemden: de heeren Du Bieu, BijieveldVan der Zweep, LÏbrecht Lezvvijn, De ÉVemery, Van Wensen en de Voorzitter. De Voorzitter. Het tweede voorstel strekt om uit bet contract van 20 Juli te doeu vervallen de bepaling, dat het Bijk verplicht zal zijn tot aansluiting aan een eventueel nieuw rioolstelsel der gemeente. De heer Van der Lith. Bestaat er nog reden om dat voorstel vast te houden? Mij dunkt dat deze zaak volstrekt geen haast heeft, en geÜeel afgescheiden is van de andere quaestie. Deze bepaling kunnen wij later gebruiken als wij overgaan tot een ander stelsel van rioléereüen wij moe ten die niet prijs geven als het niet noodzakelijk is. Waarom zouden wij óns recht uit banden geven De beer De Feemerï. Ik moet den heer Van der Lith opmerkendat bij aanneemt dat HH. Curatoren of de Minister zullen voortgaan met de voorgenomene verbetering van de riolen van het ziekenhuis, ook al blijft de verplichting bestaan tot latere aansluiting a&n het rioolstelsel van de gemeente. Ik geloof niet dat dit het geval zal zijn; alleen bij zekerheid dat de bepaling, in het contract opgenomen, nimmer zal worden toegepast zal men overgaan tot de aanzienlijke kosten, die gevorderd worden om het nieuwe stelsel tot stand te brengen. De heer Van der Lith. Ik zie niet in het voorstel van Curatoren den wensch uitgedrukt, om van de bepaling te worden vrijgesteld. Burgemeester en Wethouders hebben het ons wel medegedeeld, maar in het verzoek van Curatoren blijkt niet omtrent een plan tot verbetering van den afvoer van faecalieu. Als Curatoren de vrijstelling verlangenlaten zij die dan vragen. Hel voorstel van den heer Van der Lith, tot aanhouding van dit voor stel, voldoende ondersteund, wordt met 17 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Librecht Lezwiju, De Fremery, Van Wensen en de Voorzitter. IV. Voordracht tot wijziging van de verordening regelende hot onderwijs op het Gymnasium. (Zie Handd. 47 n°. 294.) Wordt aangenomen met 20 stemmen tegen 1die van den heer Suringar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 3