speciale aanbeveling van den adressant J. N. Van der Hark, het volgende drietal voor te stellen, als n°. 1. J. N. Van der Mark, te Leiden; n°. 2. G. F. C. Grisse, te Gouda; n°. 3. C. J. ^an Vloten, te Utrecht. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage, enz. N°. 238. Leiden, 24 September 1875. Bij deze hebben wij de eer aan uwe vergadering over te leggen twee adressenals a. van M. Speijer, daarbij vergunning verzoekende tot het leggen van eene stoep op gemeentegrond voor den ingang van zijn bovenhuis op de Bloemmarkt wijk 4 n°. 201ro<"1 (straatn". 19); en b. van F. T. Swarthoudende gelijk verzoek voor eene stoep mét twee palen, 'voor den ingang van zijn bovenhuis op de Hoogewoerd, wijk 3 n°. 478 (straatn0. 107). Wij hebben, evenmin als de Voorzitter van de Commissie van Fabricage daarop door ons gehoordtegen de inwilliging van die beide verzoeken eenigerlei beden king, zoodat wij u in overweging geven de vergunningen te verleenen onder be paling dat het plaatsen geschiede onder toezicht van rooimeesters volgens de bestaande rooiing. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Wel-Ed. Achtbaren Heeren van den Gemeenteraad te Leiden. Met verschuldigden eerbied geeft de ondergeteekende te kennen dat hij voornemens is eene stoep te leggen voor den opgang naar de bovenwoning op de Bloemmarkt n°. 19 en stelt het verzoek die stoep waar de deuren van het koetshuis openslaan op de straat gratis te verleenen tot wederop zegging en daarvan geene belasting meer voor te nemen. Met hoogachting W. E. D. Leiden, 14 September 1875. M. Speijer. Edel-Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders, De ondergeteekende verzoekt om te mogen plaatsen eene stoep voor den uitgang der bovenwoning van het perceel op de Hoogewoerd wijk 3 n°. 107 met twee paaltjes. Leiden, 8 September 1875. F. Swart Mr. behanger, Hoogewoerd. N°. 229. Leiden, 23 September 1875. Bij nevensgaand adres verzoekt Meindert Huibert Fontein koopman alhier, dat hem vergund worde bet plaatsen van een schuitenhuis in de Binnen- vestgraeht bij de Nieuwe begraafplaats. Uit het hierbij overgelegd rapport der Commissie van Fabricage blijkt dat daartegen bezwaar bestaat, doch dat aan des adressants verlangen zoude kunnen worden tegemoetgekomen door hem tot wederopzeggens toetestaan een schuitenhuis, lang 13 en breed 4 meter, te plaatsen in de Singelgracht bij de katoenfabriekvolgens bijge voegde teekening. iï- Wij kunnen ons met het voorstel der Commissie wel vereenigen en nemen mitsdien de vrijheid u te raden den adressant dienovereenkomstig de vereischte vergunning te verleenenonder de door de Commissie aangegeven voor waarden en behoudens toestemming voor zooveel noodigvan het Hoog heemraadschap van Bijnland. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen M. H. Fonteinkoopman, wonende alhier op de Hoogewoerd, wijk III, n°. 70; dat hij in de Binnenvestgracht bij de Nieuwe begraafplaats aan het einde der Groenesteeg en de Nieuwe Rijn tegenover het Minnehuis alhier, een zeer geschikte gelegenheid heeft tot het bouwen van een schuitenhuis; dat bij de vergunning van UEd.-Achtb. daarvoor noodig heeft; redenen waarom hij de vrijheid neemt u te verzoeken hem wel de ver eischte vergunning tot het bouwen van bedoeld schuitenbuis te willen verleenen. Leiden, 1 September 1875. 't Welk doende, M. H. Fontein. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigde achting te kennen Mijndert Huibert Fontein koopman te Leiden aan de Hoogewoerd n#. 68. Dat hij in het bezit is van een boeijer of plaisiervaartuig doch bem daarvoor een behoorlijke bergplaats of schuitenhuis ontbreekt en hij het daarom wensche- lijk acht een klein gedeelte van de stadsgrachten in recht van gebruik te bekomen, ten einde daarin een schuitenhuis te bouwen, waartoe hem het ge deelte grenzende aan de begraafplaats van de Groenesteeg en tegen den muur van de katoenspinnerij het meest gelegen komt en wat op de hierbij overgelegd wordende kadastrale sehetsteekeningen met geel ingekleurd ter gemiddelde lengte van 13 meter en ter breedte van 4 meter, ter grootte van ruim 52 centiaren wordt aangewezen. Reden dat hij zich tot uwe vergadering wendt met het verzoek, aan hem het gedeelte water hierboven genoemd en op de schetsteekening aangewezen zijnde een gedeelte groot ongeveer 52 centiaren van het kadastraal perceel gemeente Leiden, sectie A, n°. 523 grenzende ten noordoosten aan de be graafplaats voormeld in gebruik te willen afstaan tot het stellen daarin van een schuitenhuis en zulks voor den tijd en tegen betaling van een jaarlijks bedrag als den Raad in billijkheid zal gelieve te bepalen. Gedaan te Leiden, 15 September 1875. M. H. Fontein. Leiden, 22 September 1875. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van M. H. Fontein te berichtendat het plaatsen van een schuitenhuis in de Binnen vestgracht bij de Nieuwe begraafplaats hinderlijk zou zijn voor de doorvaart van die grachtwaarin reeds een schuitenhuis wordt gevonden en waaraan eene scheepmakerij uitkomtzoodat het overige gedeelte voor den toegang tot die scheepmakerij en de aldaar langs de gracht gelegen fabrieken on verhinderd moet blijven. Aan het verlangen van den requestrant evenwel kan worden voldaan, wanneer aan hem vergunning wordt verleend om tot wederopzeggens toe te plaatsen een schuitenhuis lang 13 en breed 4 meters, in de singelgracht bij de katoenfabriek, volgens bijgevoegde, teekening; mits betalende het recht van f 2.50 'sjaars, bepaald bij art. 3, n°. 6, van het tarief, vastgesteld den 5 Maart 1857, en het plaatsen geschiedt onder toedicht van den Gemeente-architect. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz: en Wethouders. N". 230. Leiden, 23 September 1875. Het is gebleken dat aan een der torentjes van het Raadhuis met name aan dat hetwelk zich bevindt aan de zijde van de Hoogewoerd en waarin de brandklok geplaatst is, eenige buitengewone herstellingen dringend noo dig zijnwaarvan de behoefte zich eerst onlangs heeft geopenbaard. De kosten van de daaraan te verrichten werkzaamheden worden geraamd op ongeveer f 300. Vermits het nog niet bekend is of de betrekkelijke post der begrooting van het loopende jaar voor deze uitgave voldoende zal wezen, hebben wij gemeend reeds thans uwe vergadering van het bovenstaande in kennis te moeten stellenmet verzoek ons college de noodige machtiging te willen verleenen om tot de bovenbedoelde werkzaamheden te doen overgaan. Des vereischt kan dan later een staat van af- en overschrijving ter vaststelling worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 231. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Het bestuur van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, heeft de eer UEd. Achtb. ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van Mevrouw C. J. Lezwijn, geb. Suringar, in de maand Augus tus 1875, als Regentesse voor genoemd gesticht voor te dragen: 1°. Mejufv. Wilhelmina Boursse Wils. 2°. C. Tengbergen. Het bestuur voornoemd H. C. Hartevelt, loco Voorzitter. Leiden, 22 September 1875. J. Van Schravendijk Secretaris. N°. 232. Leiden, 25 September 1875. Wij hebben de eer hierbij aan uwe vergadering over te leggen het ver zoek van Mej. J. J. Peltenburg om, tegen 1 November e. k., eervol ontslag te bekomen als bulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitge breid lager onderwijs 2de klasse voor meisjes, met bet daarop ingewonnen advies van de hoofdonderwijzeres; u voorstellende dienovereenkomstig te be sluiten tot inwilliging van het verzoek. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende, hulponderwijzeres aan de openbare school 2de klasse voor meisjes, verzoekt tegen primo November uit hare betrekking te wor den ontslagen. Leiden, 20 September 1875. J. J. Peltenburg. Leiden 25 September 1875. In antwoord op uwe missive van 20 September 11., heb ik de eer u te meldendat er bij mij geene bezwaren bestaan om aan Mejuffrouw Pelten burg tegen den gevraagden tijd eervol ontslag te verleenen. S. Winkler, Hoofdonderwijzeres der openbare school voor m. u. 1. o. 2de klassemeisjes. Aan den Edel-Achtb. Heer Burgemeester van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 2