HANDElim TA8 DES BEHEEHTEBAA1 TAS LEIDEN.
30
Zitting van Donderdag 19 Augustus 1875,
geopend 's namiddajs te 2 uren.
Voorzitter: de lieer Wethouder H. P. C. Stoffels.
Te Miandelen onderwerpen:
1°. Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw inkomende leden van den
Gemeenteraad.
2°. Snppletoire slaat van begrooting van het H. G. of Arme Wees- en
Kinderhuis voor 1875. (187)
3°. Verzoek van R. Dijkstra, om ontslag als leeraar aan de gemeente-in
stellingen voor hooger en middelbaar onderwjjs. (188)
4». Idem alsvoren van B. C. Brennan. (188)
5 Staat van af- en overschrijving op de gemeenle-begrooting van 1875.
(Onderhoud van pompen en riolen). (185 en 197)
6®. Voordracht betrekkelijk de benaming van de gedempte Cellebroers-
gracht. (189)
7°. Verzoek van Bestuurders van het Departement Leiden der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen, ter bekoming van gemeentegrond. 190)
8°.'idem van D. J. Van Dalfsen om ontslag als hulponderwijzer aan de
school n®. 1 voor minvermogenden. (200)
9». Idem van R. M. Beuth Zn., om eene waterlozing te leggen naar het
Rapenburg. (199)
10". Idem van J. Levedag, om een stoep te leggen aan de Langcbrug. (202)
11". Voordracht tot verkoop van Inschrijving op het Grootboek. (i98)
12". Rekening van ontvangst en uitgaaf der gemeente over 1874. (201)
13». Idem van Vrouwen Kraammoeders. (192)
14°. Idem van het R. C. Armbestuur. (1931
15". Idem van hel R. C. Wees- en Oudeliedenhuis. (194)
Tegenwoordig de heeren Scheltema, Le Poole, Van Hettinga Tromp,
Seelig, Suringar, JutaVan OuterenVerster, Du liieuVnn Wensen,
De Fremery, Hartevelt. Goudsmit, Bijleveld, Eigeman en Stoffels.
De heeren G'ock en Lezvvijn gaven kennis verhinderd te zijn de vergade
ring bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Maandag 2
Augustus 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt aan de vergadering mede dat door den Commissaris
des Konings in deze provincie aan den Burgemeester verlof is verleend om
in te gaan 6 Augustus, voor 4 weken zich uit zijne gemeente te verwijderen.
Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt nog mede:
1®. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 2/6 Aug.,
houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 29 Juli 11., tot verhooging
der begrooting voor 1875 met ƒ3000 (verbouw van de lokalen der Bank
van Leening).
2°. Missive van N. L. Verlint, houdende mededeeling van het overlijden
van zijnen vader den heer Nicolaas Verlint, in leven algemeen marktmees
ter alhier.
Deze missive luidt als volgt:
'Aan het Bestuur der gemeente Leiden.
Edel-Achtbare Heeren!
Namens mijne moeder kwijt ik mij bij dezen van den treurigen plicht u
kennis te geven van het overlijden, op heden, van mijnen vader, den
heer Nicolaas Verlintin leven algemeen marktmeester alhier.
Met hoogachting
UEd. Achlb. dw. dienaar
Leiden, 18 Augustus 1875. N. L. Verlint."
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Adres van L. J. Rijninkom benoemd te worden tot opzichter bij
dè fabricagewerken.
2®. Adres van J. Van Koolbergen betrekkelijk de oprichting van een
abattoir.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders.
3®. Adressen van P. J. Groen, voor mej. G. Kiewit, C. Kerkvliet voor
de wed. Kerkvliet, J. Van der Stok voor Mr. Van Adrichem, C. H.
Eührhop, K. J. E. A. M. Büchner, A. Van Leeuwen voor de wed. A.
Dorrepaal Ledeboer, om afschrijving van plaatselijke directe belasting 1875.
4®. Adres van de agenten van politie 3de en 4de klasse, om verhooging
van jaarwedde.
5®. Adres van H. A. Van Ingen Schenau, pachter van de Leiderdorpsche
brug, om schadevergoeding wegens het vernieuwen der brug.
6®. Adres van M. Van den Dop, om continuatie van de onderhandsche
pacht van het zoogenaamd Galgeveld.
7°. Adres van H. Den Haan, onder Oegstgeest, ter bekoming van grond
aan de Haarlemmerstraat.
Overeenkomstig de voordracht wordt beslotendeze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën^
8®. Begrootingen voor 1876 van het K. Kath. Armbestuur, het R. Kath.
Wees- en Oudeliedenhuis, het Israël, Armbestuur, het Werkhuis en het
Evang. Luthersch Weeshuis.
Overeenkomstig de voordracht wordt beslotendeze te stellen in handen
van de Commissie van Financiën.
1875.
De Voorzitter deelt nog mede dat is ingekomen eene missive van de Com
missie voor de volksvoorlezingenhoudende uitnoodiging tot bijwoning van
de tentoonstelling van bloemen op 2123 Augustus e. k.
Deze missive is van den volgenden inhoud:
'Leiden, 14 Augustus 1875.
De Commissie voor de Volksvoorlezingen heelt de eer u te berichtendat
de van haar uitgaande 'Tentoonstelling van bloemen en plantengekweekt
door den werkenden stand," zal gehouden worden van 2123 Augustus.
Zij neemt dc vrijheid U uit te ncodigen, deze tentoonstelling, waarvan
de opening bepaald is op aanstaanden Zaterdag te hall twee en de sluiting
op den volgenden Maandag te acht uren, met uwe tegenwoordigheid te
vereeren.
Namens de Commissie voornoemd
A. M. L. RüMKE, President.
G. Japiksb, Secretaris.
Aan den Raad dezer Gemeente."
Deze missive wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan dc orde is:
I. Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw inkomende leden van den
Gemeenteraad.
Pe geloofsbrieven worden door den Voorzitter in handen gesteld van eene
commissie, bestaande uit de heeren: De Fremery, Hartevelt cn Van Het
tinga Tromp, die onmiddellijk tot het onderzoek overgaat.
Middelerwijl wordt de vergadering eenige oogenblikken geschorst.
De Commissie hare taak volbracht hebbende, brengt de heer De Fremery
namens haar rnpport uit. De Commissie heelt al de stukken, vereischt bij
art. 17 van de Gemeentewet, in orde bevonden en stelt derhalve voor
als leden van den Gemeenteraad toe te laten de heeren: A. H. Eigeman,
Mr. L. D. Suringar, Dr. W. C. Van den Brandeler, J. M. E. Dercksen
J. Van Heukelom Jr., F. A. Verster, Dr. J. E. Van Iterson JAz.,
Mr. J. E. Goudsmit en Mr. P. A. Van der Lith.
Achtervolgens wordt, zonder beraadslaging, met algemecne stemmen tot de
toelating van elk der genoemde leden van den Gemeenteraad besloten.
De heeren Eigeman, Suringar, Verster en Goudsmit verlieten gedurende
de behandeling van Iwnne^ geloofsbrievende zaal.
De Voorzitter. Ik bedank de leden der Commissie voor de volbrachte
taak en wensch de vergadering geluk met de toelating van al de nieuw
benoemde raadsleden.
II. Suppletoire staat van begrooting van het H. G. of Arme Wees- en
Kinderhuis voor 1875.
(Zie Handd. 27, n°. 187.)
Deze staat van begrooting wordt, zonder beraadslaging, met algemeene
stemmen goedgekeurd.
III. Verzoek van R. Dijkstra, om ontslag als leeraar aan de gemeente
instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs.
(Zie Handd. 27, n°. 188.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt den adressant tegen
1° September een eervol ontslag uit genoemde betrekking verleend.
IV. Verzoek van B. C. Brennanom ontslag als leeraar aan de gemeente-
instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs.
(Zie Handd. 27, n°. 188.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt den adressant tegen
1° September het gevraagde eervol ontslag verleend.
V. Staat van af- en overschrijving op de gemeentc-begrooting van 1875
(Onderhoud van pompen en riolen).
(Zie Handd. 27, n®. 185, en 29, n°. 197.)
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiënom zich met
de voordracht van Burgemeester en Wethouders te vereenigenwordt zonder
beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen.
VI. Voordracht betrekkelijk de benaming van de gedempte Cellebroêrs-
gracht.
(Zie Handd. 28, n®. 189.)
De Voorzitter. Het voorstel om die gracht ter cere van de nagedach
tenis van Professor Kaiser den naam te geven van »Kaiserstraat" is den
Raad bekend, vermits de daarop betrekkelijke stukken in druk zijn rond
gedeeld.
De heer Du IIieu. Mijnheer de Voorzitter! Ik kan mij met dit voor
stel wel vereenigenmaar zou gaarne bij die nieuwe benaming willen zien
opgenomen den naam van Frederikzoodat de straat in het vervolg
'Frederik Kaiserstraat" zou genoemd worden. Zooals bekend is, wonen hier
ter stede de beide zoons van wijlen Professor Kaiser. Wanneer men nu
spreekt van «Kaiserstraat", dan vrees ik dat men niet zal denken aan Pro-
lessor Kaiser. Wanneer die naam wordt gegeven ter herinnering aan Pro
fessor Kaiserdan moet de naam van Frederik er bijgevoegd worden. Daar
door geeft men den persoon, wien bedoeld wordt, meer aan, en is de
aanleiding weggenomen om te denken aan Keizerstraat. De naam van
Prof. Kaiser werd bij zijn leven reeds algemeen uitgesproken als Keizer.
32