INGEKOMEN STUKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. alleszins wenschelijk is, ook in liet belang der gezondheid onzer ingezetenen j tot eene verbeterde communicatie mede te werkenten einde de gelegenheid j te bevorderen om van de baden gebruik te maken. Het gemis aan goede communicatie is steeds een beletsel geweest, en ik vlei mij dat deze recht- streeksche aansluiting ,met Katwijk aan Zee ook de openbare gezondheid van Leiden zal te goede komen. De voordracht, vervolgens in hoofdelijke omvrage gebracht zijnde, wordt aangenomen met 11 tegen 4 stemmen. Tegen stemden: de heeren Lezwijn, Du Rieu Van Heukelom en Dercksen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. N°. 87. Leiden, 24 April 1875. De Commissie van Financiënzich vereenigende met de voordracht van Burgemeester en Wethouders, betreffende de reclames tegen het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1875, heeft de eer uwe vergadering in 'overweging te geven die voordracht goed te keuren en dienovereenkomstig te besluiten tot vaststelling van het kohier op een bedrag van ƒ110774.40. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N°. 88. Leiden, 29 April 1875. In de zitting van 25 Juni jl. werdenbij het besluit lot afbraak en verkoop van de Hoogewoerdspoorttevens de noodige gelden beschikbaar gesteld, ten einde tot de gelijkmaking van den grond aldaar over te gaan en werd de begrooting in ontvangst en in uitgaaf verhoogd met f 3800. In ons geleidend rapport gaven wij daarbij te kennen dat na afloop van de boven bedoelde werkzaamheden eene voordracht zoude worden ingediend, tot be- bepaling van de wijze waarop bedoelde grond tot bouwterrein zoude worden ingericht en tot vaststelling van de voorwaarden voor de bebouwing en van den prijs waarvoor de grond beschikbaar zoude worden gesteld. Verder zoudevolgens het destijds bestaand planworden afgewacht of zich gega digden aanmeldden en daarna de vereischte gelden worden aangevraagd, ten einde uitvoering te kunnen geven aan de met het plan samenhangende werken, als: het leggen van een nieuwe brug, het maken van rioleringenenz. De Commissie van Fabricage heeft ons onlangs, bij het hiernevens over gelegd rapport, verslag uitgebracht van hetgeen in deze is verricht, van de gedane uitgaven en ontvangsten en van de werken die naar haar oordeel nog moeten worden uitgevoerd, om een geschikt bouwterrein te bekomen. Uit dat, rapport blijkt dat in het bestaande plan eenige wijzigingen zijn aangebracht, nader aangeduid op de overgelegde schetsteekeningterwijl de kosten van het geheele planmet inbegrip van hetgeen reeds is besteed voor de gelijkmaking van den grond, worden geraamd op ƒ16482. De verkoop van de poort met toebehooren heeft belangrijk meer opge bracht dan de raming van ƒ3800, namelijk 5482, terwijl voor de gelijk making van den grond is uitgegeven eene som van 2010.23. De kosten aan de alsnog te verichten werkzaamheden verbondenkunnen alzoona aftrek van de opbrengst van den verkoop, geraamd worden op 11000. De vraag ontstaat alsnu vooreerst of bedoelde grond als bouwterrein in het openbaar zal worden verkocht, dan wel of men, nadat de voorwaarden van afstand zullen zijn vastgesteld, tegen een vooraf bepaalden prijs den grond geheel of gedeeltelijk aan de zich aanmeldende gegadigden zal uitge ven gelijk oorspronkelijk bedoeld werd. Naar het ons voorkomt is de eerstgenoemde wijze van handelen verre te verkiezenvooral nu de open bare verkoop van een gedeelte der voormalige stads-kweekerij de bestaande verwachtingen niet heeft teleurgesteld. De voorwaarden van verkoop kunnen dan later worden vastgesteldwaarbij tevens het te verkoopen terreinop grond van zijne uitgestrektheid, in perceelen zal moeten worden gesplitst. Eene tweede vraag is deze, of, alvorens tot den openbaren verkoop na vaststelling der voorwaarden over te gaande ontworpen veranderingen bovenbedoeld zullen worden uitgevoerd, dan wel of men daarmede zal wach ten, totdat bij den verkoop gebleken zal zijn, dat cr zich inderdaad gega digden aanmelden, genegen om den grond overeenkomstig de gestelde voor waarden te bebouwen. Hoezeer vroeger meer tot de laatstbedoelde handelwijze overhellende, zijn wij evenwel thans bij nadere overweging tot de overtuiging gekomen dat een verkoop van den grond in den toestand waarin deze zich thans bevindt terwijl alleen uit de teekcningen kan worden opgemaakt, welke veranderin gen zullen worden aangebracht, in geenen deele tot het gewenscht resultaat zal leiden. Niettegenstaande namelijk de plannen voor de bebouwing reeds sedert geruimen tijd zijn openbaar gemaakt, hebben zich geene gegadigden aange meld om den grond, hetzij kosteloos hetzij tegen betaling, in eigendom te be komen. Met grond mag derhalve worden ondersteld dat de belanghebben den alvorens te kunnen beoordeelen of met eenig uitzicht op eene be hoorlijke rente of winst van het te besteden kapitaal tot de bebouwing kan worden overgegaanin de gelegenheid wenschen te worden gesteld om het terrein in den gewijzigden staat te aanschouwen. Wordt alzoo met het aanbrengen der ontworpen veranderingen gewacht, dan vreezen wij, dat de gewenschte bebouwing, althans vooreerst, niet tot stand zal komen. Wij vermeenen uwe vergadering mitsdien in overweging te moeten geven om tot de uitvoering van de door de Commissie van Fabricage voorge stelde werken te besluiten en de daarvoor vereischte gelden aan te wijzen. Gelijk boven is medegedeeld heeft de verkoop van de poort met toebe hooren opgebracht eene som van 5482. Van de gelden voor het gelijk maken van den grond bestemd en op de begrooting voor 1874 toegestaan tot een bedrag van ƒ3800, is in 1874 verwerkt ƒ1420.43£ en in 1875 eene som van ƒ589.79J. In verband met de regelen eener behoorlijke comptabiliteit zal, hetgeen over den dienst van 1874 ter zake meer is, ontvangen dan uitgegeven ad ƒ4061.56), op den dienst van 1875 behooren te worden overgeschreven, en wel van het vermoedelijk batig saldo van de begrooting voor 1874, en zullen de kosten van hetgeen voor het gelijkmaken van den grond in 1875 is verwerkt ad ƒ580.795 moeten worden voldaan uit den post «Onvoorziene Uitgaven" der begrooting voor dit jaar, te welken einde een suppletoire staat van begrooting hierbij wordt overgelegd. Een tweede suppletoire staat is hiernevens gevoegd, strekkende om een nieuw artikel in uitgaaf op de begrooting te brengen voor het loopende jaar, Hoofdstuk II, Art. 14, volgn. 90a «Kosten voor de inrichting van den grond aan de voormalige Hoogewoerdspoort tot bouwterrein" 11000 en tot verhooging van Hoofdstuk V, Art. 4volgn. 46 der ontvangsten «Verkoop van Inschrijving op het Grootboek" met f 11000, terwijl ein delijk bij den mede hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving liet nieuwe artikel in uitgaat moet worden verhoogd met ƒ3471.77 af te schrijven van den post voor «Onvoorziene Uitgaven", welk bedrag het verschil uitmaakt van hetgeen voor den verkoop der poort enz. is ontvan gen en de uitgaven voor het gelijkmaken van den grond. Dat overigens verkoop van Inschrijving wordt voorgesteld ter bestrijding der uitgaven zal geene nadere toelichting behoeven. Bovendien zij opgemerkt dat vermoedelijk een belangrijk minder bedrag zal behoeven te worden verkochtmet het oog op de voor den verkoop van den grond, ter grootte van ruim 5000 centiaren, te ontvangen gelden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 31 Maart 1875. De gemeenteraad heeft bij besluit van den 25en Juni des vorigen jaars eene som van 3800 (zijnde het geraamd bedrag van de opbrengst der afbraak van de Hoogewoerdspoort) beschikbaar gesteld tot gelijkmaking van den grond en aanplemping van een gedeelte der Singelgracht, ten einde daardoor te verkrijgen een regelmatig bouwterrein. Bij openbaren verkoop in perceelen is de opbrengst van de poort en ringmuur, den toren en de klokken gestegen tot een bedrag van ƒ5482, waar van tot de bedoelde aanplemping zooveel is uitgegevendat alsnog beschik baar blijft eene som van p. m. ƒ3500 op den dienst van 1874, omdat van de toegestane som niet meer is besteed dan voor het bovenomschreven doel bleek noodig te wezen, in overeenstemming met den wenk door de Com missie van Financiën gegeven bij haar rapport van den I6den Juni des vorigen jaars (Handelingen n8. 155, bl. 34). Daarmede evenwel is het werk gestaakt moeten wordentotdat de ge meenteraad heeft besloten eene beslissing te nementen aanzien van de overige deelen van het plandat door de Commissie van Fabricage den 2den April van hetzelfde jaar (Handelingen bl. 18, n°. 80) is^angeboden maar thans op nieuw door haar werd overwogenmet het doel om zooveel mogelijk de kosten te verminderen. De bestaande brug kan niet behouden blijvenniet alleen ten gevolge der aanplempingmaar ook omdat zijzoo al niet eene geheele vernieuwing, dan toch zeker eene kapitale herstelling zou vorderen. Eene nieuwe brug op een bouten palenhoofdmet houten vleugels aan de stadszijdeop een middenhoold mede van palen voorts op liggers van balkijzer en eene houten overdekking met gemetselde kei- en klinkerbe strating, zonder verhoogde trottoirs en met eenvoudige leuningen zooals bij het aangehaald rapport werd voorgesteld, schijnt minder voegzaam, zoowel ter oorzake der aanpleraping als ten aanzien der vereischte stevigheid en de verbinding met den rijksstraatweg. Uitdienhoofde is door den gemeente-architect een ander plan ontworpen, dat in meer dan één opzicht afwijkt van hetgeen bij de algemeen verkrijg baar gestelde teekening wordt aangeduid en volgens de hierbij overgelegde teekening hoofdzakelijk bestaat in het volgende: In het leggen van een recht doorgaanden weg, van het eind der Hooge- woerd in verbinding met den straatweg daar buiten, waardoor een gunstig gelegen bouwterrein, ter plaatse van den ontgraven vestwal en het aange plempte singelwater verkregen wordt. Zich hiertoe bepalende, met weg lating van het vroegere voorstel tot demping van de Binnenvestgracht, van het Utrechtsche Veer tot aan het Levendaal en van de voorgestelde coupure tot verbinding van het singelwater met den Rijnwaarmede het verwijden der coupure op het plantsoen tot doorvaart naar het Levendaal in verband stond, blijven de navolgende werken te verrichten over, namelijk: het maken van eene nieuwe singelbrug, volgens het nevensgaand ontwerp en de nieuwe ingeleverde situatie. Deze brug, thans uit gemetselde hoof den, met trottoirs en nieuwe leuningen bestaande, wordt berekend met inbegrip van de oude te ontruimen brug enz. op een bedrag van ƒ9300. Daarbij komthet stellen van eene schoeiing langs het doorgegraven terrein en twee korte vleugelschoeiingente zamen eene lengte van p. m. 50 meters ad 1700alzoo in 't geheel eene uitgaaf van ƒ11000. Behalve deze werken blijven, als daarmede onvermijdelijk samenhangende, over: het ontgraven van den bestaanden straatweg, van het paardenwed af tot aan de nieuwe Singelbrughet gebruikmaken van den ontgraven grond tot aanplemping van het overgebleven watervlak tusschen de reeds gedane aanplemping van den vestwal en den singel, bij den Rijn. Aanvoer van zand tot aanplemping van den singel, uitgaande van het plantsoen tot tegen de nieuwe brug, eindelijk het iu eene rechte lijn verplaatsen en ver lengen van het hek langs het plantsoenmet eene hellende ontgraving langs de voorzijde. Alzoo zullen de geheele kosten bedragen: Gelijkmaken van den grond en de aanplemping van water der singelgrachttot het verkrijgen van een effen bouwterreinhet verplaatsen van het ijzeren hek aan het plantsoen met eene hellende ontgraving langs de voorzijde5482. nieuwe brug9300. beschoeiingswerken1700. te zamen .- 16482. In mindering daarvan komt de opbrengst van de Hoogewoerdspoort toren, klokken en ringmuur, op ƒ5482 en dan nog de koopprijs van 5300 centiaren bouwterrein. Wanneer dat terrein bebouwd wordt met 16 burger woonhuizen en 15 kleinere burgerwoningen, dan kan de gemeentekas rekenen op een inkomen van f 2500 minstens 'sjaars, voor het 4/5 in de rijks personele belasting, de gemeente opcenten op die belasting en op de grond belasting der gebouwde eigendommenna den afloop van den termijn van vrijdom, alsmede van de aanslagen in de plaatselijke directe belasting die voor de overige belastingschuldigen ten goede komen. Tot latere beslissing blijft dan over het vroeger vermelde plan tot het dempen van de Binnenvestgracht loopende van de brug over het Levendaal tot aan den Rijn bij het Utrechtsche Veer, waardoor vergrooting van bouw terrein zou kunnen worden verkregen, maar waarvan de kosten op ƒ5300 geraamdderhalve voorloopig buiten aanmerking blijven. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 2