HMDELMEK Til DEI 6ÜEEHTERAAD Til
LEIDEH.'
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedeigelegd.
N#. 1. Leiden, 11 Januari 1875.
In de zitting van 19 Maart jl. werd aan D. De Bruyn, onbezoldigd in
specteur van politie alhier, eervol ontslag verleend als ambtenaar belast met
het toezicht op de honden ter richtige invordering van de hondenbelasting,
ter zake van zijne benoeming tot onderkassier bij de stads-bank van leening.
Er zal alsnu in de bestaande vacature moeten worden voorzien en onzes
inziens komt daarvoor in de eerste plaats in aanmerking Johan Christiaan
Vunderink onlangs aangesteld als onbezoldigd inspecteur van politie alhier.
Wij geven uwe vergadering alzoo in overweging om tot de benoeming
van een ambtenaar belast met het toezicht op de honden over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N*. 3. Leiden, 11 Januari 1875.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens ter vaststelling aan
te bieden een staat van af- en overschrijving op de begrootingdienst 1874,
strekkende om Hoofdstuk VI art. 2 volgn. 111, Kosten voor het vaccineeren
van behoeftigen, te verhoogen met f 8.80 en Hoofdstuk VII art. 2 volgn.
114 f, Kosten van de parallelklassen met 101.03s, te vinden door afschrij
ving van den post voor onvoorziene uitgaven tot een bedrag van /109.08s.
Wat eerstgemelden post betreft is daarop bij de vaststelling der begroo
ting uitgetrokken ƒ250, terwijl het aantal gevaccineerden in 1874 heeft
bedragen 647 a f 0.40 en alzoo benoodigd is een bedrag van f 258.80.
De laatstbedoelde .post was op de ontwerp-begrooting uitgetrokken op
f 1450doch is ten gevolge van het besluit tot aanstelling van drie leeraars
in de nieuwe talen bij de vaststelling der begrooting met 925 verminderd
en alzoo gebracht op 625welk bedrag evenwel gebleken is voor de be
hoeften niet voldoende te wezen.
De uitgaven hebben bedragen over het 1ste kwartaal ƒ204.16, 2de kwar
taal ƒ159.376, 8de kwartaal ƒ131.25, terwijl over het 4de kwartaal nog
moet worden uitbetaald gelijk bedrag van f 131.25.
Aan den Gemeenteraad, Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 12 Januari 1875.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de vaststel
ling van den door Burgemeester en Wethouders overgelegden staat van af-
en overschrijving op de begrooting, dienst 1874.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N®. 3. Leiden, 12 Januari 1875.
Onder overlegging van het rapport der Commissie van Fabricage op het
verzoek van J. Plu, vroeger als stadswerkman in dienst der gemeente, om
pensioengeven wijons aan de conclusie van dat rapport refereerende
uwe vergadering in overweging aan adressant een pensioen toe te kennen
van 200, uitmakende twee derden van de door hem gemiddeld genoten
inkomsten, en zulks met ingang van 1 Januari 1875.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jan Pluvroeger straatmaker
in dienst der gemeente Leiden, dat hij in het jaar 1808 door den Wel-Edelen
heer Yan Outeren president en de leden van Fabricage als leerling is aan
gesteld en gedurende 64 jaren onafgebroken naar zijn beste weten de ge
meente trouw en ijverig heeft gediend, totdat hij in het jaar 1872 gevoelde
dat hem de krachten ontbraken om langer voor de gemeente werkzaam te
zijn, en zich daarom genoodzaakt vond zijn ontslag te verzoeken, ware
het mogelijk onder gunstige beschikking van eenige toelaag of pensioen.
Dat hij sedert dien tijd van het weinig met moeite bespaarde en het krijgen
van liefdegiften zelf van onbekende menschenvrienden heeft geleefdmaar
zich nu in bekrompen toestand bevindt, omdat hij de onmisbare huislijke
benoodigdheden niet meer kan bijkoopen, zonder daarvoor eerst andere
minder noodzakelijke te verkoopen en nu op zijn bijna 82-jarigen leeftijd
aan gebrek is ten prooi gegeven.
Daar hij gezien heelt dat het den gemeenteraad heeft mogen behagen
om aan wijlen zijnen vroegeren ruedeslraatmaker B. E. Spijker, een pen
sioen toe te kennen, maar door het spoedig overlijden van Spijker van dit
pensioen geen gebruik gemaakt kan worden zoo is zijn nederig verzoek
of het den gemeenteraad zou mogen behagen dit pensioen op hem te willen
toepassenom zoo het wezen mocht dat hem nog eenige levensdagen worden
verstrekt, hij die dan met zijn hoogbejaarde echtgenoote, in minder zorge
lijke omstandigheden kon ten einde brengen. Om bovenstaande reden hoopt
hij op een gunstige beschikking van den gemeenteraad.
't Welk doende enz.
Leiden, 23 December 1874. J. Plu.
Leiden, 6 Januari 1875.
Bij raadsbesluit van den 24sten Juni 1872, is op het verzoek dat ten
behoeve van den gewezen stads-straatmaker J. Plu was gedaan om eenige
ondersteuning uit de gemeentekas to erlangen, alwijzend beschikt op grond
dat «aan de gewezen stads-werklieden nimmer van gemeentewege pensioen
of eenige andere toelage is toegekend."
1875.
Het raadsbesluit van den lOden December 11. waarbij aan den gewezen
stads-straatmaker B. E. Spijker een pensioen van ƒ200 'sjaars is toegestaan
heeft aanleiding gegeven dat genoemde Jan Plu zich bij het hierbij ge
voegde request op nieuw tot den gemeenteraad heeft gewend, ten einde op
dezelfde gronden eene gelijke gunst te genieten.
De Commissie van Fabricage maakt derhalve geen bezwaar, om het
nemen van eene gunstige beschikking op dat verzoek aan te radenomdat
daarvoor dezelfde redenen pleiten, daar de requestrant meer dan zestig jaren
de gemeente trouw heeft gediend en op 82-jarigen leeftijd inderdaad drin
gende behoefte heeft aan de gevraagde ondersteuning uit de gemeentekas.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
N°. 4. Leiden, 13 Januari 1875.
Onder overlegging van een voorstel van de hoofdonderwijzeres der meis
jesschool 1ste klasse tot uitbreiding van het hulppersoneel, vergezeld van de
daaromtrent ingewonnen berichten van den districts-schoolopziener en de
plaatselijke schoolcommissie, geven wij uwe vergadering in overweging te
besluiten dat het hulppersoneel aan de meisjesschool der 1ste klasse wordt
vermeerderd met ééne onderwijzeres der 2de klasse, aan welke betrekking
eene jaarwedde is verbonden van ƒ600 tot ƒ800. Het hulppersoneel aan
bedoelde school bestaat thans uit 1 onderwijzeres der 1ste klasse, 2 onder
wijzeressen der 2de klasse4 hulponderwijzeressen1 leeraar en 2 leerares-
sen, terwijl het aantal leerlingen bedraagt 190.
Na de gunstige rapporten van de schoolautoriteiten zal het voorzeker over
bodig zijn nog nader op de aanneming van het voorstel aan te dringen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 11 Januari 1875.
Hoewel nog sedert korten tijd werkzaam aan de openbare school der
1ste klasse, zie ik mij verplicht reeds dadelijk in het belang van het onder
wijs u te verzoeken te willen overgaan, tot eenige uitbreiding van het
hulppersoneeL
Voor de beide laagste klassen is geene hulponderwijzeres, het onderwijs
wordt daar alleen door kweekelingen gegeven.
Voorloopig komt het mij echter voldoende voor, dat er ééne onderwijze
res, liefst eene hoofdonderwijzeres, wordt aangesteld; zij zou, bijgestaan
door eenige kweekelingenmet het onderwijs en het toezicht in die beide
klassen kunnen belast worden.
Ik neem de vrijheid er bij u op aan te dringende door mij aangevraagde
hulp zoo spoedig mogelijk te verleenen, daar hieraan dringende behoefte
bestaat.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders Do hoofdonderwijzeres
der Gemeente Leiden. M. Jesse.
Leiden, 12 Januari 1875.
Ik heb de eer u te berichten dat uitbreiding van hulppersoneel op de
meisjesschool le kl. sedert lang noodzakelijk is en eene aanvrage daartoe
strekkendeslechts uitgesteld werd om den interimairen toestand dier school.
Ik ondersteun daarom het verzoek van mej. Jesse en hoop dat het u mogelijk
zal zijn te bewerkendat deze hulp spoedig worde verleend.
Aan Heeren Burgemeester en De districts-schoolopziener,
Wethouders van Leiden. M. J. De Goeje,
Leiden, 13 Januari 1875.
Wij hebben de eer u, met terugzending der stukken, te berichten, dat
wij ons volkomen vereenigen met het gevoelen van de hoofdonderwijzeres
der openbare meisjesschool le klasse, vervat in hare missive van 11 Jan. 11.
en geven u alzoo in overweging aan haar verzoek spoedig gevolg te geven.
De Plaatselijke Schoolcommissie alhier,
F. Was, Secretaris.
N°. ft. Leiden, 12 Januari 1875.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens over te leggen een
rapport der Commissie van Fabricage, waarbij in verband met het raadsbe
sluit van 10 December jl. de voorwaarden zijn ontworpen voor den open
baren verkoop van de voormalige boomkweekerij in drie perceelen ter be
bouwing.
In hoofdzaak kunnen wij ons met het plan der Commissie geheel ver
eenigen behoudens enkele wijzigingen en bijvoegingen. Vooreerst is het
noodig dat voorschriften worden gegeven aangaande de inrichting der beer
putten en de lediging daarvanevenals is geschied bij den afstand van het
plein naast het Nosocomium op de Oude Vest aan de Leidsche Bouwvereeni-
ging krachtens raadsbesluit van 26 Februari jl. Evenzeer zal de verplichting
moeten worden opgelegd tot aansluiting bij eventuëele invoering van het
Liernur- ot ander rioleerings-stelselterwijl tevens een termijn behoort te
worden bepaald binnen welken de bebouwing moet voltooid zijn. Verder
schijnt het minder wenschelijk het aantal te bouwen woningen in de voor
waarden te vermelden waaromtrent bij de goedkeuring der plannen aan ons
college de noodige vrijheid kan worden gelaten.
Wij zouden alzoo de voorwaarden van verkoop als volgt wenschen te zien
vastgesteld
a. dat het eerste perceel wordt bebouwd met fatsoenlijke woonhuizen; het
water van de singelgracht voor rekening van den kooper worde aangeplempt
en de faècale stoffen worden opgevangen in daartoe overeenkomstig de aan
wijzing van de Commissie van Fabricage aan te leggen waterdichte van
1