HMMLHÏGEK VIS DIS fiEKEEITEBill VIS UIDES. 66. Zitting van Donderdag 3 December 1874. geopend 's namiddags te 1 uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Verster, Veefkind, Le Poole, EigemanSurin- far, Juta, Harterelt, Lezwijn, Stoffels, Van Wensen Krantz, Vanlterson, •riessen, Van Outeren Dercksen, Buys, De Fremery., Du Rieu, Cock, Bijleveld, Goudsmit, Van Heukelom en Van den Brandeler. Van den heer Mr. Van Hettinga Tromp was bij den Voorzitter het vol gende schrijven ingekomen .Leiden30 November 1874. Wel-Ed. Achtb. Heer! Bij deze heb ik de eer u mede te deelen, met verzoek daarvan kennis te willen geven aan den Gemeenteraad, dat, ten gevolge van mijne jongste ongesteldheid, ik mij, tot herstel mijner gezondheid, gedurende de eerst volgende wintermaanden naar Frankrijk zal moeten begeven en daardoor verhinderd wordt de zittingen van den Raad bij te wonen. In de hoop geheel hersteld terug te mogen keerengeef ik u gaarne de verzekering van mijne ware hoogachting, waarmede ik de eer heb mij te noemen, Wei-Edel Achtb. Heer, Den Heere Burgemeester der Uw Dienstw. Dien. gemeente Leiden." Tkomp. De heer Seelig gaf mede kennis wegens ongesteldheid verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Worden voor kennisgeving aangenomen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 12 November 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositiën van de Gedep. Staten: dd. 9/13 November 11. n°: 74, houdende vaststelling van de begrooting der dienstdoende schutterij voor 1875 dd. 17/21 November n®. 72 houdende goedkeuring van het besluit van 12 November 11., tot verkoop van drie boomen op het Gerecht; en dd. 24/30 November n°. 62, houdende goedkeuring van het besluit tot afstand in gebruik van het Schuttersveld aan het Rijk. 2®. Missive van de Ged. Staten voornoemd, dd. 24/28 November n®. 68, waarbij wordt berust in het raadsbesluit van 12 November, tot het verleenen van een subsidie aan het H. G. weeshuis voor 1875. 3°. Missive van Bestuurders van het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix, houdende dankbetuiging voor de verhooging van het subsidie. Deze missive luidt als volgt .Leiden, 18 November 1874. Hoogst aangenaam was het onsbij uwe missive van 2 November jl., n°. 909, de mededeeling te ontvangen dat de Gemeenteraad gunstig heeft beschikt op ons verzoek, om het jaarlijksch subsidie uit de gemeentekas, ten behoeve der school van ons Genootschap, met ƒ1400 te verhoogen. Wij hebben de eer uwe vergadering, voor hare medewerking tot die gunstige beschikking in het belang onzer school, onzen dank te betuigen en nemen tevens de vrijheid u beleefdelijk te verzoeken de betuiging onzer erkentelijkheid wel aan den Gemeenteraad te willen overbrengen. Bestuurders van het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix, P. Maas Geesteranus, Voorzitter. J. D. Blanken, Secretaris. Aan HH. Burgemeester en Wethouders van Leiden." 4°; Missive van W. De Jongh, houdende dankbetuiging voor de benoe ming tot kassier der bank van leening. Deze missive is van den volgenden inhoud .Schiedam, 18 November 1874. Ik geef' mij de vrijheid door deze UEd. Achtb. mijnen hartelijken dank te betuigen voor mijne benoeming tot kassier der stads-bank van leening van uwe gemeenteonder aanbieding van de verzekering dat ik het door UEd. Achtb. iu mij gestelde vertrouwen mij waardig hoop te makendoor al het mogelijke te doen om met vrucht werkzaam te zijn en zóó het doel te helpen bereiken dat wordt beoogd met de aanstaande reorganisatie der bank-administratie. De benoemde tot kassier der stads-bank van leening te Leiden W. De Jongh. Aan den Raad der gemeente Leiden." 5®. Missive van Mej. Renssen houdende dankbetuiging voor de verleening - van eene toelage. Deze luidt als volgt: .Davos am Platz, 21 November 1874. Edel-Achtbare Heeren! Het is mij eene dringende behoefte u mijnen innigen dank te.betuigen voor de wijze waarop door u, in uwe vergadering van den 13den dezer, over mijne toekomst is beschikt. Nooit had ik durven vermoeden dat mijn beroep op uwe welwillendheid zoo zou verhoord wordendat ikmocht mijne gezondheid mij niet weder toelaten eenen anderen werkkring te zoeken, geheel van financiële zorgen zal ontheven zijn. Onmogelijk is het mij in woorden uit te drukken hoe groot mijne erkentelijkheid jegens u is. Ver gunt mij evenwel u te verzekeren dat ik dit verrassende en voor mij zoo vleiende bewijs uwer welwillendheid in zijne volle waarde weet te schatten. Veel van het bittere, dat mij het opgeven mijner betrekking kost, is daar door weggenomen, ofschoon ik steeds zal blijven betreuren dat ik Leiden op deze wijze moest vaarwel zeggen. Mag ik mij bij voortduring in uwe herinnering aanbevelen en mij onder betuiging mijner oprechte hoogachting noemen Edel-Achtbare Heeren, uwe dankb. en dienstw. dienaresse Aan den Gemeenteraad te Leiden." A. J. W. Renssen. 1874 6®. Missive van J. Van der Togt Jz., houdende dankbetuiging voor de beschikking op zijn verzoek om ontslag als kassier der bank van leening." Deze missive luidt als volgt: .Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edel-Achtbare Heeren! Getroffen door de vereerende en goedgunstige wijze waarop de Gemeente raad heeft gelieven te besohikken op mijn verzoek tot een eervol ontslag als kassier der stads-bank van leening, acht ik mij ten duurste verplicht daarvoor mijn' oprechten dank te betuigen en mijne dienstenwaar ik die nog zou kunnen verleenen zoo zij werden vereischtaan te bieden. Op deze wijze aan mijne verplichting voldoendeheb ik de eer mij in de toegenegenheid van den Gemeenteraad aan te bevelen en met verschul digde hoogachting te noemen Uw Dienstvaardige dienaar, Leiden, 23 November 1874. J. Van der Togt Jz." Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 7®. Missive van C. C. Stegerhoek, houdende bericht van het overlijden van zijn vader, den directeur der rijschool. Die missive luidt als volgt: .Leiden, 17 November 1874. Edel-Achtbare Heeren! Bij deze vervul ik den zeer treurigen plicht UEd. Achtb. mede te deelen het overlijden van mijnen geliefden vaderCornelus Stegerhoek Sr.direc teur der rijschool van de Leidsche Academie, hetwelk op den löden dezer, na eene ongesteldheid van eenige maandenheeft plaats gegrepen in den gezegenden ouderdom van 83 jaren. Met de meeste hoogachting heb ik de eer mij te teekenen Aan den Gemeenteraad Uw Edel-Achtb. dw. Dienaar, der stad Leiden." <3. C. Stegerhoek Jr. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze missive voor kennis geving aan te nemen en die met een brief van rouwbeklag te beantwoorden. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Missive van Commissarissen der gasfabriek, daarbij inzendende eene concept-verordening voor het gebruik van gas door particulieren. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 2®. Adres van P. Van Duuren, om eene waterloozing te mogen maken. 3®. Adres van J. Koppers, om een stoep te mogen leggen aan de Haar lemmerstraat. 4®. Missive van Mr. J. T. Buysom ontslag als lid der Plaatselijke School commissie. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze stukken te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 5°. Adres van C. Van den Berg, ter bekoming van een gedeelte der voormalige kweekerij. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. De Voorzitter. Ik heb voorts de eer aan de vergadering mede te dee len dat ingekomen is eene missive van heeren Commissarissen der gas fabriek betrekking hebbende op de vergoeding der schadete weeg gebracht door de gasontploffing, die onlangs op de Koepoortsgracbt in het huis n°. 13 heeft plaats gehad. Ik verzoek den Secretaris dien brief voor te lezen. De bedoelde missive is van den volgenden inhoud .Leiden, 1 December 1874. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek alhier hebben de eer aan uwe vergadering mede te deelen, dat in den avond van 23 November 1874 éone gasontploffing heeft plaats gehadin en om het perceel staande op de Koè- poortsgracht hoek Molensteeg, wijk II n°. 77, straatnummer 13, waarvan de uitwerking belangrijke schade heeft veroorzaaktzooals blijkt uit bijgaande missive. Aangezien nu, volgens hun oordeel, deze schade billijkerwijs uit de kas der stedelijke gasfabriek dient vergoed te worden, ontvingen zij gaarne de toe stemming uwer vergadering om de daartoe 'strekkende somzeker tot geen hooger bedrag dan twee duizend gulden, op de gewone wijze te mogen verantwoorden. Tot nadere toelichting omtrent het aandeel dat het gas aan deze uitwer king gehad heeft, hebben zij ter inzage op de leeskamer gedeponeerd de schriftelijke mededeeling van den directeur der gasfabriek omtrent de ver moedelijke oorzaken. Commissarissen voornoemd De Fremery. P. Du Ried. J. I. Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden." De Voorzitter. Uit hoofde van het spoedvereischende der zaakzou ik aan de vergadering willen voorstellendeze missive nu te behandelen. Mag ik vragen, of de Raad kan goedvinden daartoe te besluiten? De heer Goudsmit. Zou het niet zaak zijn, mijnheer de Voorzitter, deze stukken te stellen in handen van den advocaat der gemeente, alvorens daarop eene beslissing te nemen? Het geldt hier toch in de eerste plaats eene juridieke quaestie of er wel in den eigenlijken zin eene zoodanige schade is geleden, als die behoort vergoed te worden; en, ten andere, of in elk geval de gemeente gehouden is die schade te dragen? En om nu zoo ifemblêe te beslissen op eene ingekomen missivekomt mij wel wat roekeloos voor. Zoo dringend is, meen ik, deze zaak niet, dat zij' niet nog eenige dagen zou kunnen worden aangehouden. 74

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1