HAHUiER VAR DER GEBEENTEBAAI) VAR LEBER. 64. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N*. 288. Leiden, 24 November 1874. Wij hebben hierbij de eer uwe vergadering over te leggen een concept verordening «houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door par ticulieren", ter wijziging van de bestaande van 14 Mei 1858, Gemeen teblad n°. 2. Deze wijzigingen achten wij noodzakelijk met het oog op de bezwaren waarop vele kleine verbruikers stuiten wanneer door ouderdom of ongeval hunne gasmeters gerepareerd of vernieuwd moeten worden. De kosten hiervan bedragen dikwijls te veel in verhouding tot den aanleg en het gewone gasverbruikzoodat meermalen verkozen wordt liever het gasgebruik geheel op te geven dan zich zulke groote onkosten te getroosten. In bijkans alle steden nu bestaat gelegenheid om de gasmeters van de fabriek te huren ja dikwijls is huur uitsluitend mogelijk. Een middel dat ook hier gemak kelijk kan worden toegepast en dat ontegenzeggelijk behalve het opheffen van bovengenoemde bezwaren nog andere voordeelen oplevert, waarvan voornamelijk het voordeel van beter toezicht en gemakkelijker voorkoming en opheffing van sommige miswijzing der gasmeterswelk laatste bezwaar bij de invoering van den ijk op de gasmeters van geene geringe afmeting zal blijken te zijn. De ondervinding der laatste jaren heeft namelijk aan getoond dat vele eigenaars van meters moeielijk te overtuigen zijn van de noodzakelijkheid eener reparatie of vernieuwing hunner meters, waarbij dan wel is waar altijd het middel ten dienste stond om den gastoevoer af te snijden; doch dikwerf herhaalde toepassing hiervan zou dreigen vermindering in gebruik van gas met zich te voeren, vooral nu de prijzen van andere verlichtingstoffen zoo laag zijn. Ten einde nu deze huur mogelijk te maken meenen wij u in beraad te moeten geven de bestaande verordening dien overeenkomstig te wijzigen, en tevens van die gelegenheid gebruik temaken om verschillende artikelen een gewijzigde redactie te gevenen het toezicht op de particuliere fittings gemakkelijk te maken door de gasverbruikers zeiven in staat te stellen in de verordening te lezen aan welke vereischten een goede buisleiding moet voldoen. Daarom zijn aan deze conceptverorde ning toegevoegd nadere omschrijvingen der verplichtingen der gasverbruikers jegens de fabriek als leverancierzoowel wat veranderingen in gasleidingen lichten enz. als maatregelen van administratieven aard betreft. Voorts komt het ons wenschelijk voor met het oog op de jongste wetten en besluiten, regelende den ijk van gasmeters, zorg te dragen dat de ver anderingen in systeem bij meters geleidelijk en zoo spoedig mogelijk plaats hebben ter voorkoming van moeielijkheden zoowel voor de verbruikers als voor de administratie. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek De Eremery. P. Do Rieu. Aan den Gemeenteraad. J. I. Van Wensen. CONCEPT-VERORDENING, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulierenter wijziging van de bestaande van 14 Mei 1858, Gemeenteblad n°. 2. Art. 1. De toestel tot de algemeene straatverlichting, binnen deze ge meente aangelegddient om daaruit de ingezetenendie zulks verlangen in hunne gebouwen en erven van gaslicht te voorzien, waartoe uit de straat buizen dwarspijpen tot binnen die gebouwen zullen worden geleid. Art. 2. De toevoerbuis welke het gas binnen eenig gebouw brengt, zal op een afstand van niet meer dan 1 meter van den buitenmuur (voorgevel) zijn voorzien van een afsluitkraanevenredig aan de wijdte van dien buis. Art. 3. Alle geleipijpen binnen een gebouw noodig, moeten van ijzer of ander stevig metaal zijn. Hare verbindingen zullen zoodanig moeten lig gen, dat zij gemakkelijk zijn bloot te leggen, en vooral niet tusschen plafonds en besloten of betimmerde kasten of op eenige andere wijze mogen verborgen worden. Art. 4. Ingeval van brand in eenig gebouw zal dadelijk op aanwijzing van den directeur der gasfabriekof diens gemachtigdede toevoerkraan binnen den voorgevel geplaatst, worden gesloten, en de meter zoo noodig worden verwijderd, en niet weder geplaatst dan nadat alle brandblussching zal zijn afgeloopen. Art. 5. De directie zal den aanleg der leiding uit dei straatbuis bij vaste gebouwen tot tegen de stoep, of wanneer er geene stoep is tot tegen den muur of voorgevel, bekostigen. De verzorging en het aanbrengen van de gasleiding onder de stoep en verder binnenshuis, kan mede desverlangd van wege den directeur geschieden; doch de kosten zullen daarvan door de belanghebbenden worden gedragen en in één of meer termijnen moeten betaald worden. Art. 6. Indien de bewoner de leiding binnenshuis door eigen werklieden wil doen leggen en bevestigen zal zulks hemuitgezonderd het plaatsen van den meter, geheel vrij staan, waarbij de werklieden zich zullen te houden hebben aan de navolgende bepalingen: a. Elke gasmeter zal geplaatst worden binnen 80 centimeters van de hoofdkraan. b. De buizen aan den meter te hechten, hetzij in- of uitlaat, mogen niet kleiner in diameter zijn, dan die der meterverbindingen of wartels. c. De grootte der meters en het grootst aantal lichten door dezen op de voordeeligste wijze te voeden is bepaald als volgt: 1874 2 lichts, 3 n 5 10 20 30 4 branders 8 t 12 20 40 50 50 lichts, 80 branders 60 80 100 150 200 100 130 180 250 350 d. De verhouding tusschen het aantal branders en de afmetingen in lengte en diameter der te gebruiken buizen moet alzoo zijn max. lengte 9 mm. diam. 6 meter 3 branders 12 n 0 9 0 6 0 15 rr 0 12 0 12 0 19 u 0 15 0 20 0 26 0 0 21 0 35 0 32 0 0 30 0 60 0 39 It 0 45 0 100 0 52 tl 0 60 V 200 0 Buisleidingen van 7 mm. worden onder geene omstandigheden toegelaten. Alvorens de leiding geheel is afgewerktdus vóór de opleveringmoet aan den directeur hiervan schriftelijk kennis worden gegevendie alleen dan gas zal verschaffenwanneer de leiding overeenkomstig de bestaande voorschriften in orde wordt bevonden. Art. 7. Van iedere verplaatsing of vermeerdering van lichten zal aan de administratie schriftelijk kennis worden gegeven, welke veranderingen alleen daarna onder haar toezicht mogen plaats hebben. Art. 8. AI het gas door den verbruiker te genieten zal door eenover eenkomstig de wet, gestempelden of geijkten natten of droogen meter moeten worden gemeten, welke meter op hoogstens 80 centimeters van de kraan, bedoeld bij art. 2, onbewegelijk op een vasten bodem of voetstuk met de steunpunten in een waterpasvlak tusschen de leiding met ijzeren verbindingen geplaatst moet worden. Art. 9. Alle meters zullen het verbruikte gas moeten aanwijzen in kubieke meters, overeenkomstig de wet vtfn 7 April 1869 (Stbl. n°. 57). Art. 10. De gasverbruikers kunnen dezen meter, hetzij in eigendom, hetzij in huur hebben. Bij eigendom zal de meter of moeten worden ge leverd door de gasfabriek, of door den directeur vóór de plaatsing onder zocht en goedgekeurd moeten worden; het onderhoud blijft dan voor reke ning van den eigenaar. Bij huur blijft het zorgvuldig onderhoud voor rekening der fabriek; terwijl in beide gevallen de verbruikèr voor zijne rekening zal hebben de afsluitinghet doen omkleeden of omkasten van den meter, wanneer de directeur zulks noodig oordeelt. Art. 11. Het bedrag der meterhuur wordt bepaald als volgt per maand een 2 lichts f 0.25 3 5 10 20 30 0.30 •0.35 0.45 -0.60 -0.80 50 lichts 60 80 100 150 ƒ1.10 1.50 1.75 2.00 2.40 Art. 12. Bij het begin van iedere maand zal van wege de administratie des verlangd in tegenwoordigheid van den verbruiker, op den meter worden opgenomen de sedert de laatste opneming verbruikte hoeveelheid gas, en deze worden berekend tegen den prijs van twaalf en vijftig honderdste cents per kubieke meter; doch voor godshuizen, gestichten, of liefdadige instel lingen kazernen en stedelijke gebouwenvan negen en vijfenzeventig hon derdste cents. Voor fabriekgebouwen en andere lokalen wier gebruik jaar lijks meer dan vijfhonderd gulden bedraagt, zal deze prijs met vijf ten honderd worden verminderd; bijaldien dit jaarlijksch gebruik duizend gulden mocht te boven gaanzal deze vermindering tienen zoo het vijftien hon derd gulden te boven gaat, vijftien ten honderd bedragen. Art. 13. Alle kosten van aanleg voor rekening van den gasverbruiker kunnen naar verkiezing, hetzij contant, hetzij in maandelijksche termijnen betaald wordenin dit laatste geval volgens onderteekend contract. Art. 14. Als contante betaling wordt beschouwd die welke geschiedt binnen ééne maand na het ontvangen der rekening. Bij de betaling in maandelijksche termijnen moet de geheele schuld in uiterlijk één jaar worden afgedaan. De overeenkomsten te dezeu aanzien zullen worden gesloten door den directeur, die tot vervulling der aangegane verbintenis bevoegd is rechtsvervolging in te stellenen des vereischt voor de belangen der gas fabriek in rechten op te tredeneen en ander evenwel onder machtiging van commissarissen. Art. 15. Zoolang de toestellen niet geheel zullen zijn afbetaald blijven zij het eigendom van de gasfabrieken in geval het pand door den verbrui ker wordt verlaten alvorens hij de kosten van aanleg geheel heeft afbetaald wordt aan den persoon die dit perceel of gedeelte daarvan betrekt geen gas afgeleverd, alvorens hij aan al de verplichtingen van zijn voorganger heeft voldaan. Art. 16. Wanneer de betalingen der verschuldigde gelden voor de kosten van aanleg, reparatie, meterhuur, verbruikt gas of uit welken hoofde die mochten voortspruiten niet geschieden binnen ééne maand na toezending der rekening of aanbieding der quitantie, is de directeur verplicht den aan voer van gas af te sluiten tot zoolang de schuld voldaan is. De gasverbruikers zijn verplicht ten voorschreven einde ten allen tijde den toegang tot den meter te verleenen; bij weigering is de directeur ge machtigd den gastoevoer af te snijden. Art. 17. De gelden, verschuldigd door aangiften van buitengewonen of voorbijgaanden aard, ter beoordeeling van den directeur, zooals voor het verbruik van gas in tijdelijke gebouwen of plaatsen voor openbare vermake lijkheden, kermistenten of kramen enz. moeten eiken dag worden voldaan; terwijl in dit geval aanleg en meterplaatsing geschieden tegen eene vergoe ding der kosten door den directeur te bepalen. 72

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1