INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. De heer Goddsmit. Hij kon dat zeer goed voorzienomdat in het pacht-contract staat dat, bij herziening en invoering van een ander tarief, wij de bevoegdheid hebben hem van de pacht te ontslaan. De Voorzitter. Ja, maar dat was, naar het oordeel van de vorige sprekers, in het vooruitzicht dat het tarief verhoogd zou worden en geheel in ons voordeel. De heer Cock. Dan had de pachter ook een gelijk beding moeten ma ken met het oog op de mogelijkheid van een verlaging van het tarief. Ik zie overigens met genoegen dat een rechtsgeleerde van naam als de heer Goudsmit het eens is met mijne opvatting van het contract, ofschoon ik voor het overige niet zoo ver wil gaan als hijdie in het geheel geen scha devergoeding wil toekennen. Ik geloof dat de billijkheid eenige tegemoet koming eischt. De Voorzitter. Ik zal alsnu in omvraag brengen het voorstel van Bur gemeester en Wethouderswaarmede de Commissie van Financiën zich heeft vereenigd, strekkende om den pachter met ingang van 1° Augustus vrij stelling te verleenen van de pacht ad ƒ1107 'sjaars, en eene schadever goeding van ƒ150. Deze voordracht wordt verworpen met 10 tegen 6 stemmen. Voor stemden: de heeren Le Poole, Seelig, Juta, Hartevelt, Stoffels en de Voorzitter. De Voorzitter. De pachter zal nu hekend gemaakt worden mét de ziens wijze van den Baad. De heer Veefkind. Ik heb een oogenblik het woord gevraagd naar aanleiding van de wijze waarop door Burgemeester en Wethouders het "kosteloos" verstrekken van duinwater is geregeld. In de raadsvergadering van 25 Juni is aangenomen de conclusie van het rapport der Commissie van Fabricagemet de wijzigingen daarin door de Commissie van Financiën gebracht. Als zoodanig komt sub 2 voor: //De bons, kosteloos be schikbaar voor behoeftigenzouden wij willen toevertrouwen aan de buurt- meestersonder bepaling dat die bons worden uitgereiktaan alle personen die gratis geneeskundige hulp erlangen. Voor alle behoeftigen in ruimen kring wordt dan het water kosteloos verkrijgbaar." Wat zeggen nu Burgemeester en Wethouders in hunne gisteren gepubliceerde regeling? »Dat het duinwater, voor zoover de voorraad strekt, aan de bedeelden der verschillende godsdienstige geziudheden kosteloos zal worden verstrekt op een bewijs, dat door de betrokken armbesturen zal worden afgegeven." Ik zal wel niet behoeven te zeggen dat dit geheel iets anders is dan wat door de Commissie van Financiën verlangd werd. Tegenover »vijf" gezinnen die van de gemeente kosteloos genees- en heelkundige hulp erlangenstaat nauwelijks één gezin dat door eenig kerkelijk armbestuur wordt bedeeld, en het getal. van hendie gratis duinwater zullen kunnen verkrijgen wordt door de regeling van Burgemeester en Wethouders zóó beperkt dat ik voor mij het betreuren zou tot het nemen van een zoodanigen maatregel te hebben medegewerkt. De heer Stoffels. Wij hadden inderdaad het oog op de heeren der gebuurten om door hunne tusschenkomst kaarten te doen uitdeelen. Daar deze evenwel niet veel lust daartoe haddenis er met de armbesturen eene conferentie gehouden tot regeling der zaak en voor zoover dit mogelijk was, is men overeengekomen om hun bewijzen te geven ter uitgifte aan lieden die zij meenen dat daaraan behoefte hebben. Als nu de zaak een 14 dagen gewerkt hadzou men kunnen zien hoe het liep en welke uitbreiding er aan te geven was. De heer Veefkind. Ik dank den heer Stoffels zeer voor de gegeven inlichting, te meer nu daaruit blijkt dat in de toepassing verder zal worden gegaan dan uit de bewoordingen der regeling valt op te maken. Waar deze enkel spreekt van verstrekking aan bedeelden, blijkt nu uit het zoo even medegedeelde dat ook anderen in het genot van kosteloos duinwater zullen worden gestelden daaronder zullen dan wel in de eerste plaats be- hooren zij die de Commissie van Financiën op het oog hadnamelijk de gezinnen die van de gemeente kostelooze geneeskundige hulp genieten. In dat geval heb ik met de gemaakte regeling volkomen vrede. De heer Stoffels. Ik zal daarlaten de vraag hoever de uitbreiding der verstrekking zal kunnen gaan, doch het plan bestaat wel om niet alleen de gewone bedeelden, maar ook aan hen die enkel des winters bedeeld worden gratis water te verstrekken. Maar ik herhaalde zaak is nieuwmen moet de werking afzienook omdat men in de onzekerheid verkeert of de voor raad water, die aangevoerd kan worden, genoegzaam is om aan alle aanvragen te voldoen. Wij hebben maar twee aanvoerschuiten. Bij droogte is ook de aanvraag veel grooter dan na regen. Gisteren b. v. was er eene volle schuit water zonder dat men er als het ware weg mede wist. Maar in den regel zal de aanvrage de hoeveelheid overtreffen. De ervaring zal nu moeten leeren boe de maatregel werkt en welke gevolgeu die hebben zal. Blijkt het dat die werking niet goed is, ik zal de eerste zijn om een voorstel tot verandering in het leven te roepen. De heer Goddsmit. Men zou daar nog kunnen bijvoegen dat de maat regel niet strekt om de gemeentekas te stijven, maar veeleer tot orde en controle. Ja, al ging men zelfs iets verder dan de gewone armenbedeeling zou ik er nog geen bezwaar in zien. De maatregel strekt alleen om te kunnen waken tegen misbruik, en daarom meen ik dat hij, wat de water verstrekking zelve betreft, zoo liberaal mogelijk moet uitgevoerd en toege past worden. De heer Stoffels. Het voornemen is inderdaad omals wij de werking van den maatregel hebben nagegaanin de toepassing vrijgevig te zijn. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. In het Verslag der Zitting van 30 Juli (blad 42) is abusief uitgevallen tusschen punt 3 en 6 4°. Verzoek van W. Van Mannekus, om een plankijs te doen leggen in den Nieuwen Kijn (177). 5°. Verzoek van J. Van der Wiel, ter bekoming van gemeentegrond (146, 179 en 185). Beide punten zijn met algemeene stemmen aangenomen. N°. 193. Leiden, 27 Juli 1874. Ten aanzien van de voordracht van Burgemeester en Wethouders aan gaande de ontbinding van het pachtcontract betrekkelijk de tolheffing aan den Rijnsburgervlietheeft de Commissie van Financiën de eer te doen kennen: dat, nu in het nieuwe tarief' niet bepaald is dat het eerst met 1 Januari 1875 in werking zal treden en door Gedeputeerde Staten eene heffing vol gens het tarief van 1855 onwettig wordt geacht, aan de eisohen van den pachter zal moeten worden tpegegeven, ten einde het gewijzigd tarief met 1 Augustus a. s. in werking te doen treden. Zij meent alsnu in overweging te moeten geven overeenkomstig de voordracht van Burgemeester-en Wet- houwers te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 194. Leiden, 27 Juli 1874. De Commissie van Financiën heeft geene bedenking tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders, betreffende den verkoop van Inschrijving op het Grootboek der Nationale Werkelijk 21 percent rentegevende schuld ten name van de gemeente Leiden, tot een nominaal bedrag van ƒ32200, en heelt de eer tot goedkeuring van die voordracht te adviseren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 195. Leiden 30 Juli 1874. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een schrijven van de HH. Liernur en De Bruyn Kops, strekkende in ant woord op de ingevolge raadsbesluit van 8 Januari jl. tot hen gerichte vra gen vergezeld van het daaromtrent door ons ingewonnen bericht vap de Commissie van Fabricage. Blijkens dat advies is de Commissie van oordeel dat, wanneer de Ge meenteraad van gevoelen blijft dat de proeve met eene toepassing van het Liernurstelsel door eene uitbreiding aan de Koepoortsgracht op Jinantieel gebied moet worden voltooid alsdan de daarvoor ïioodige plannen behooren te worden opgemaakt. De conclusie van haar rapport strekt evenwel om met terugkoming op de beslissing van 8 Januari, een plan te doen opma ken voor eene toepassing van het stelsel op de Marendorpsche Achtergracht c. a.zoo op grond van de betrekkelijke kostbaarheid van de geprojecteerde uitbreiding aan de Koepoortsgracht, als en voornamelijk met het oog op den onvoldoenden toestand van de rioleering in de Marendorpsche Ach tergracht. Hoezeer wij de zienswijze der Commissie ten zeerste op prijs stellen en van de toelichting daarvan in haar rapport met de meeste be langstelling hebben kennis genomenzouden wij het onraadzaam achten zoo thans reeds werd afgeweken van het beginsel na rijp beraad en ernstige overweging aangenomen in de zitting van 8 Jauuari jl. Immers toen heeft de Raad zich vereenigd met het gevoelen der Commissie van Finan ciën dat alvorens eene beslissing te nemen aangaande eene toepassing van het Liernurstelsel op die gedeelten der gemeente alwaar de rioleering het dringendst voorziening eischte, de aangevangen en op technisch gebied vol komen geslaagde proeve uit een financieel oogpuftt moest worden voort gezet; van daar het besluit om te onderzoeken welke de verhouding zal zijn van de opbrengst der verzamelde stoffen tot de aanleg- en exploitatie kosten bij zoodanige uitbreiding r.ls met behoud van de tegenwoordige exploitatiemiddelen mogelijk is. Met het systeem der Commissie van Financiën hebben wij ons blijkens het rapport van 2 Januari jl. in der tijd vereenigd en nu de Raad daaraan hare goedkeuring heeft gehecht zal het geene bevreemding wekkendat wij zonder aarzelen u de aanneming in overweging geven van het in de eerste plaats door de Commissie van Fabricage gegeven advies, met nume het doen opmaken van plannen voor de geprojecteerde uitbreiding aan de Koepoortsgracht. Wel zullen de be hoefte aan verbetering van de rioleering in de Marendorpsche Achtergracht en de onoverkomelijke bezwaren om daarin thans reeds op afdoende wijze te voorzien, in den eersten tijd tot niet geringe moeielijkheden blijven aan leiding geven, doch zulks mag, onzes inziens, geen grond opleveren om van het vroeger aangenomen beginsel af te wijkenen zal op de gewone wijze met de ruiming in bedoelde buurt, wanneer de behoefte daaraan ontstaat, moeten worden voortgegaan, in afwachting van den uitslag van de thans op financieel gebied met de toepassing van het Liernurstelsel te voltooijeri proeve. Dit laatste is ongetwijfeld verre te verkiezen boven de invoering van een nieuw stelsel van rioleering in meer bedoelde buurt en evenzeer boven eene hoogst kostbare vernieuwing van de bestaande riolen. Wat overigens de geprojecteerde uitbreiding aan de Koepoortsgracht zelve betreft, kunnen wij ons refereeren aan hetgeen daaromtrent in het rapport der Commissie van Fabricage is medegedeeld en waaruit blijkt dat de Vosten daarvanmet inbegrip van de aanschaffing van een nieuw vast stoomwerk tuigkunnen geraamd worden op ongeveer ƒ50000. Gelijk boven gezegd behoort, onzes inziens, thans verdere uitvoering te worden gegeven aan het Raadbesluit van 8 Januari jl.en geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging om in beginsel te beslissen dat het Liernurstelsel aan de Koepoortsgracht zal worden uitgebreid overeenkomstig het door de HH. Liernur en De Bruyn Kops ingediend avant-projet en aan die firma op te dragen het opmaken der plannen met gedetailleerde be grooting der uit te voeren werken, ten einde na de indiening dier plannen aangaande de uitbreiding eene definitieve beslissing kunne worden genomen. Ten slotte leggen wij hierbij ter vaststelling over een suppletoiren staat van begrooting strekkende tot verhooging der begrooting van dit jaar in ontvangst en uitgaaf met 3000, tot bestrijding der kosten voortvloeiende uit het opmaken der bovenvermelde plannen en zulks* ter uitvoering van het Raadsbesluit van 8 Januari jl. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 2