BANDEIN6EN VAN BEN 6HEENTEBAAB VAN LEDEN.
12.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
N". 45. Leiden, 26 Februari 1874.
Bij de indiening der ontwerp-begrooting voor dit jaar namen wij de vrij
heid op volgn. 126 (art. 14 van hoofdstuk VII), kosten van aan-en verbouw
van schoollokalen, o. m. eene som van ƒ2000 uit te trekkenwelke noodig
werd geacht voor de inrichting tot tusschenschool van eenige lokalen van
het voormalig Nosocomium Academicum op de Oude Vest, op grond dat
zoodoende op de minst kostbare wijze aan de bestaande behoefte zou kunnen
worden voldaanterwijl wijna overleg met de betrokken autoriteiteneen
nader voorstel daaromtrent toezeiden.
Naar aanleiding van het verhandelde in de sectiën brachten wij het plan
in onze memorie van beantwoording nader ter sprakeen daaruit bleek dat
de Plaatselijke Schoolcommissie de voorkeur gaf aan de plaatsing der tus
schenschool in het tegenwoordig lokaal der jongensschool 1ste klasse op de
Aalmarktwelk lokaal voor het op die school steeds toenemend aantal leer
lingen te klein was gewordenzoodat naar haar oordeel spoedig in dat gebrek
aan de noodige ruimte zou moeten worden voorzien door de oprichting van
een nieuw gebouw. Werd het tegenwoordig lokaal dier school ingericht
voor de tusschenschooldan zoude tevens worden te gemoet gekomen aan
het ernstig bezwaar der commissie tegen de buurtwaarin laatstbedoelde
school zoude worden gevestigden op deze gronden gaf zij in overweging
om een voorstel aanhangig te maken tot het oprichten van een nieuw lokaal
voor de thans overvulde school voor meer uitgebreid lager onderwijs der
lste klasse voor jongens.
Niettegenstaande deze zienswijze der Plaatselijke Schoolcommissie vermeen
den wij bij ons voorstel te moeten volhardenvooreerst op grond van de
kostbaarheid van het plan der schoolcommissiemaar bovendien omdat de
ondervinding de geschiktheid van het voormalig Nosocomium om bij voort
during als schoolgebouw te worden gebruikt, meer dan voldoende had aan
getoond en het lokaal op de Aalmarkt bij uitnemendheid gunstig gelegen
was voor de daarin gevestigde jongensschool en men aldaar voldoende ruimte
kon verkrijgenbijaldien op dit gebouw eene verdieping werd geplaatst.
Met het oog op dit verschil van gevoelen stelde uwe Commissie van Fi
nanciën voor: 1°. de aangevraagde som van ƒ2000 op de begrooting te
behoudenonder bepaling dat daarover niet mag worden beschiktalvorens
door den llaad in deze eene nadere beslissing zal zijn genomen; en 2°.
Burgemeester en Wethouders uit te noodigen aan uwe vergadering de noo
dige inlichtingen te verstrekken aangaande de plaats waar, casu quo, een
lokaal voor de jongensschool der lste klasse zoude kunnen worden gebouwd
alsmede omtrent de daarmede gepaard gaande uitgavenwelk voorstel bij
de vaststelling der begrooting in de vergadering van 28 October jl. werd
aangenomen.
Wij achten thans het oogenblik gekomen voor eene beslissing over deze
belangrijke vraag. 'Immers de tijd nadertwaarop het Nosocomium groo-
tendeels door de daarin thans tijdelijk gevestigde scholen zul zijn ont
ruimd. Het nieuwe schoollokaal n°. 2 voor minvermogenden op de Maren-
dorpsche Achtergracht namelijk is, gelijk reeds aan de leden van uwe
vergadering bij circulaire werd bericht, in gebruik gesteld, zoodat de in het
Nosocomium geplaatste klassen van die school dit lokaal hebben verlaten.
Met de verbouwing van het schoollokaal op de Oude Vest, ten einde als
bewaarschool te worden ingericht, hoopt men eerstdaags een aanvang te
maken en na den afloop daarvan zullen alzoo de lokalen van het Nosoco
mium welke door de bewaarschool worden gebruiktmede kunnen worden
ontruimd. Er blijven dus nog in meergemeld gebouw eenige klassen over
van de jongensschool der 2de klasse, die wegens gebrek aan ruimte in het
schoollokaal aan de Pieterskerkstraat aldaar zijn opgenomenzullende bij
de tot standkoming der tusschenschool dat gebrek aan ruimte vervallen.
Wanneer thans eene beslissing aangaande die school kon worden genomen
zoude deze gevoegelijk met 1 September dezes jaars kunnen worden geopend
en bij de opmaking der begrooting is men dan ook van die onderstelling
uitgegaan.
In de eerste plaats moet nu door ons op dit oogenblik worden voldaan
aan het bij de vaststelling der begrooting verstrekt mandaat, met name
de beantwoording der vragen waar en voor welk bedrag eene school der
lste klasse voor jongens zoude kunnen worden gebouwd.
Wij stellen hierbij op den voorgrond dat, al mocht ons een terrein kunnen
worden aangewezen bij uitnemendheid geschikt voor de oprichting van zoo
danig schoolgebouwwijmet het oog op het bezit van eene localiteit als
het Nosocomium met hare ruime en luchtige vertrekken en op de aanzien
lijke uitgaven die telken jare in klimmende mate aan de gemeente worden
opgelegdons niet verantwoord zouden achten, wanneer wij in de gegeven
omstandigheden wederom met een zoo kostbaar voorstel tot u kwamen.
Maar bovendien is de aanwijzing van geschikt terreiu hoogst bezwaarlijk.
De districtsschoolopziener, in deze overeenstemmende met de boven mede
gedeelde zienswijze der Plaatselijke Schoolcommissie, heeft wel vooral onze aan
dacht gevestigd op het stuk grond gelegen buiten de voormalige Wittepoort
nabij de Dclftsche Trekvaart, hetwelk in eigendom aan de gemeente toe
behoort, doch onder het grondgebied van de gemeente Zoeterwoude is ge
legen; doch, afgezien nog van het minder eigenaardige om eene school te
bouwen op liet territoir van eene andere gemeente, zoude de verre afstand
eiken dag door het meerendeel der leerlingen af te leggen een niet gering
bezwaar blijven opleveren. Varder kwamen in aanmerking het Pieterskerk
plein, een gedeelte der stads-kweekerijhet vroeger voor de plaatsing der
tusschenschool ter sprake gebracht terrein aan den vestwal nabij de Vliet
en het thans beschikbaar perceel bij de Hoogewoerdspoort. Het komt ons
voor dat alle deze terreinen minder geschikt moeten worden geacht, hetzij
van wege de minder gewenschte ligging, hetzij wegens de gebrekkige toegangs
wegen hetzij eindelijk wegens den verren afstand van het middenpunt der
stad. Ook werd de aandacht gevestigd op enkele gunstig gelegen woon
huizen die geschikt waren om tot een schoollokaal als hierbedoeld te worden
verbouwd- en te dien einde door de gemeente zouden moeten worden aange
kocht. De vermeerdering van uitgaven die een zoodanige aankoop ten ge-
1873.
yolge zoude moeten hebben, is evenwel, onzes inziens, een voldoend argu
ment om een dergelijk.plan geheel buiten overweging te houden. Wij zien
ons alzoo bezwaarlijk in staat u een behoorlijk terrein aan te wijzen en in
geen geval een terrein dat beter voor eene jongensschool der lste klasse
geschikt is dan dat, waarop het tegenwoordig schoollokaal is geplaatst.
Wat de kosten van een nieuw schoolgebouw betreft, kan worden medege
deeld dat deze minstens ƒ30000 zouden moeten bedragen,-zonder daarbij in
rekening te brengen de kosten aan het bouwen van eene onderwijzerswoning
verbondenwanneer daarvoor in het gegeven geval termen mochten geacht
worden te bestaan. Dat deze raming niet te hoog is, kan blijken uit eene
vergelijking met de kosten der meisjesschool op de Boommarki, die/35000
hebben bedragen en sedert zijn de prijzen van arbeidsloon en materialen
belangrijk gestegen.
Wij vermeenen hiermede voldaan te hebben aan uwe uitnoodiging van 28
Octoher jl. en zullen voorzeker niet behoeven te verklaren dat wij ook thans
bij ons oorspronkelijk voorstel blijven volharden en zelfs durven wij ons
vleien dat uwe vergadering genegen zal worden bevonden uwe goedkeuring
daaraan te hechten. De financieele toestand der gemeente toch is in den
tegenwoordigen tijd waarlijk niet van dien aard, dat zoodanige aanzienlijke
uitgaven als door de school-autoriteiten worden verlangdzonder dringende
noodzakelijkheid, zouden zijn verantwoord. Het successievelijk verminderen
der Inschrijvingen op het Grootboek, de zekerheid dat weldra voor elk
buitengewoon werk de hulp van het krediet zal moeten worden ingeroepen,
het langzamerhand opdroogen van eene belangrijke bron van inkomstende
winst der gasfabriek (gelijk de Commissie van Financiën zich onlangs uit
drukte bij de bespreking van het voorstel lot verdere toepassing van het
Liernurstelsel) en als gevolg aan een en ander eene jaarlijksche verhooging
der plaatselijke directe belasting, alle deze feiten nopen tot voorzichtigheid
in het nemen van maatregelen waarmede belangrijke uitgaven zijn verbonden.
Wij geven alzoo uit volle overtuiging de voorkeur aan het plan om eene
som van ƒ2000 beschikbaar te stellen voor de inrichting van het Nosocomium
tot tusschenschool. Bij nader onderzoek is ons bovendien wederom gebleken
dat dit bedrag geheel voldoende zal wezen. Wanneer de thans gebruikt
wordende lokalen zullen zijn ontruimd, kunnen deze voor een bedrag van
hoogstens 400 behoorlijk worden ingericht voor de ontvangst van de be
zoekers en bezoeksters der nieuwe school en de overblijvende gelden ad 1600
worden besteed voor de aanschaffing van nieuwe schoolmeubelen waarbij in
aanmerking moet worden genomen, dat wanneer de leerlingen van 69
jaren bestemd voor de tusschenschool de scholen van juffrouw Jesse en den
heer Van Wijk zullen hebben verlaten, een groot gedeelte van het aldaar
aanwezig ameublement beschikbaar wordt.
Niet overbodig schijnt het overigens op te merken, dat wij, bij de
indiening van dit voorstel, zijn uitgegaan van de onderstelling, dat de vroe
ger bij de groote meerderheid uwer vergadering bestaande gewichtige be
zwaren tegen de hier bedoelde buurt thans grootendeels zijn opgeheven of
althans geacht moeten worden niet meer in die mate te bestaan als vroeger
tijdens de beslissing van 21 Maart 1872. Immers ware zulks niet het geval,
dan had uwe vergadering ons voorstel, om ƒ2000 voor dit doel op de be
grooting te brengenvermoedelijk verworpen en den post eenvoudig kunnen
schrappen. Ook heeft de ondervinding gedurende de ingebruikstelling van
het ziekenhuis als schoollokaal de vrees, als zoude de buurt waarin dat ge
bouw is gelegen een onoverkomelijk bezwaar opleveren, tot dusverre niet
bevestigd, althans ons zijn geene klachten daaromtrent bekend.
Mocht uwe vergadering zich alzoo met ons voorstel kunnen vereenigen
dan zal tevens eene beslissing moeten worden genomen aangaande eene uit
breiding van het schoollokaal op de Aalmarkt. Niet ontkend kan worden
dat dit lokaal te klein is voor ee.. aantal van ruim 200 leerlingeneen
enkel bezoek zal u de overtuiging geven dat in de allereerste plaats in
meerdere ruimte moet worden voorzien. Aan dit bezwaar kan, gelijk wij u
reeds vroeger mededeelden, gelukkig op uitnemende wijze worden te gemoet
gekomenvermits de constructie van dat gebouw van zoodnnigen aard is
dat het met eene verdieping kan worden verhoogd. De gemeente-architect
heeft zich dan ook sedert eenigen tijd onledig gehouden met het opmaken
althans van voorloopige plannen dienaangaande en heeft ons met den uitslag
daarvan in kennis gesteld. Volgens dit plan zouden de benedenlokalen
moeten worden ingericht voor teekenzaal, alwaar mede het onderwijs inden
zang kan worden gegeven, en voor gymnastiek-inrichting, tevens geschikt
voor speelplaats bij ongunstig weder, en zoude de bovenverdieping voldoende
ruimte opleveren voor de plaatsing van ongeveer 300 leerlingen verdeeld
in 7 lokalen waarvan 2 elk 484 elk 42 en 1 30 leerlingen zouden
kunnen bevatten, terwijl tevens eene behoorlijke ruimte zoude overblijven
voor de noodige privaatlokaaltjes, jassenkamer, portaal enz. en beneden voor
bergplaatsen van brandstoffen en spreèkkamer.
De op te maken definitieve plannen zullen ter inzage van de leden in de
leeskamer worden nedergelegd. Blijkens de raming zoude een en ander
eene uitgave vorderen van niet meer dan ƒ12000, eene uitgave zeker niet
te hoog te achten, wanneer men daarvoor in het bezit geraakt van een
uitmuntend schoollokaal voor geruimen tijd voldoende om als zoodanig te
blijven worden gebruikt.
Wij vermeenen overigens niet onvermeld te moeten laten dat mede eene
uitbreiding van dit schoollokaal door verplaatsing der gemeente apotheek naar
het Caecilia-Gasthuis en aantrekking van een gedeelte van het gebouw waarin
thans de apotheek is gevestigd aan de bestaande school bij ons ter sprake
is gebrachtdoch dat de bezwaren aan de uitvoering van zoodanig plan ver
bonden ons daarvan hebben teruggebracht, te meer nu, bij aanneming van
het onderwerpelijk voorstel, in de bestaande behoefte beter kan worden
voorzieD.
Op grond van een en ander geven wij u in overweging 1°. ons college
te machtigen om over de som van ƒ2000 onder volgn. 126, art. 14 van
Hoofdstuk VII, kosten van aan- en verbouw van schoollokalen, der begroo
ting voor dit jaar uitgetrokken te beschikken ten einde het voormalig Nosoco
mium op de Oude Vest in te richten voor tusschenschool, en 2°. voormeld
artikel met ƒ12000 te verhoogen voor de verbouwing van het schoollokaal
der lste klasse voor jongens op do Aalmarkt, te vinden door verkoop van
Inschrijving op het Grootboek, onder bepaling dat dit bedrag gedurende
2a jaren in de gemeentekas zal worden teruggebracht door aankoop van
14