HANDELINGEN VAN DIN GENEENfEBAAD VAN LEIDEN. 45, INGËKOMËN STIKKËN ter inzage van de leden nedergelegd. N°. IVO. Leiden, 13 October 1873. In uwe vergadering van 2 Augustus jl.werden ten gevolge van het overlijden van den heer Martin, lceraar in de gymnastiek aan de hoogere burgerschool, de hoogste klassen van de scholen voor uitgebreid lager on derwijs en aan de vormschoolde noodige gelden beschikbaar gesteldten einde voorloopig in dit onderwijs zoude kunnen worden voorzien. Met de tijdelijke waarneming dier opengevallen betrekking is daarop be last de hulponderwijzer, die reeds sedert eenigen tijd als zoodanig bij den overleden gymnastiekonderwijzer werkzaam was, zoodat het onderwijs op den zelfden voet als vroeger plaats hadvoortdurend is kunnen worden voortge zet in het daarvoor bestemd lokaal, waaromtrent door den heer Martin met den eigenaar eene huurovereenkomst was aangegaan, loopende tot den lsten Januari 1874. Vermits de gemeente geen gymnastiekschool bezit, zal derhalve vóór ge meld tijdstip eene nadere voorziening in deze moeten worden getroffen. De bestaande toestand, waarin de onderwijzer verplicht is zelf voor een lokaalzoomede voor de noodige leermiddelen zorg te dragenis voorzeker alles behalve wenschelijk te achten en bovendien niet in overeenstemming met art. 32 der wet op het lager en art. 36 der wet op het middelbaar onderwijs, waarbij is bepaald dat de kosten van het oprichten en in stand houden of het huren der schoolgebouwendie van het aanschaffen en onder houden der schoolmeubelen en schoolbehoeftcn en die van licht en brand stoffen voor de schoollokalenten laste van de gemeente komen. Inmiddels is die toestand gehandhaafd bij de verordening van 4 Mei/20 Juli 1872 (Gem. blad n°. 14), waarbij in art. is bepaald, dat de gym nastiekonderwijzer zelf en op zijne kosten zal moeten zorg dragen voor de vereischte hulp bij het geven van dit onderwijs, alsmede voor de inrichting van het gebouw, zoolang de gemeente geen eigen gymnastiekschool bezit. Het overlijden van den onderwijzer heeft gereede aanleiding gegeven om hierin eene gewenschte verandering voor te bereidenen wel in de eerste plaats wat het lokaal betreft. De eigenaar heeft zich voorloopig bereid verklaard dat lokaal met het daRrbij behoorend woonhuis en de zich daarin bevindende toestellen voor het onderwijs, aan de gemeente te verhuren tegen een jaarlijkschen huur prijs van f 1000, voor den tijd van 5 achtereenvolgende jaren, met de be voegdheid van den huurder om na verloop van dien termijn, onder dezelfde voorwaarden de huurovereenkomst te verlengenmits daarvan zes maanden van te voren kennis gevende. Het komt ons zeer wenschelijk voor dat zoodanige overeenkomst door de gemeente worde geslotenvermits daardoor een der voornaamste bezwaren aan de bestaande regeling verbonden, de verplichting namelijk van den onder wijzer om zelf voor een lokaal zorg te dragen, zal zijn opgeheven. De heer districts-schoolopziener heeft dan ook na overleg met den direc teur der hoogere burgerschool en den dirigeerenden hoofdonderwijzer der kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen voorgesteld om te bepa len dat de huur van het lokaalvoor zooverre dit voor Ivet onderwijs aan de gemeentescholen noodig is, zal komen ten laste van de gemeente, zoo mede de kosten voor vuur en licht. In de tweede plaats komt in aanmerking de vraag in hoeverre aan den te benoemen onderwijzer de bevoegdheid zal worden verleend" om privaat onderwijs te geven. Het getal urenhetwelk aan het onderwijs in het hier bedoeld vak aan de gemeentescholen moet worden besteed, bedraagt 40 per week, waaronder is begrepen het toezicht over het onderwijs, zooals dit door het hulpperso neel wordt gegeveningevolge art. 8 der verordening. Het zal geen betoog behoeven dat, zal de onderwijzer deze veel omvat tende taak naar belmoren kunnen vervullenhij daarin niet verhinderd moet worden door een uitgebreid privaat-onderwijs, terwijl hij aan den anderen kant niet genoodzaakt mag worden in zoodanig privaat-onderwijs zijn voor naamste middel van bestaan te zoeken, gelijk tot dusverre het geval was. De vorige onderwijzer was dan ook, gelijk uwe vergadering bekend zal zijn, als het ware met lessen overladen. Aan dit bezwaar zal kunnen worden tegemoetgekomendoor te bepalen dat de onderwijzer geen privaat onderwijs zal mogen geven zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders. Het ligt in den aard der zaak dat zoodanige vergunning niet dan bij uitzondering zal worden verleend. Zij zal zich in den regel hoofdzakelijk bepalen tot het onderwijs in de zoogenaamde orthopedische gymnastiek en aan de bestaande gymnastiek-vereenigingen. In de derde plaats achten wij het wenschelijk dat de onderwijzer onthe ven worde van de verplichting om zelf voor het vereischt hulppersoneel zorg te dragen, eene verplichting welke aan geen onderwijzer in cenig an der vak is opgelegd. Wanneer eene zoodanige regeling mocht worden vastgestelddan zal naar ons oordeel en mede overeenkomstig de zienswijze van de bovengenoemde autoriteiteneene zeer gewenschte verbetering worden aangebracht. Eene combinatie van openbaar en privaat onderwijs, gelijk tot dusverre zeer ten nadeele van de gemeentescholen bestondzal worden afgesneden en een privaat onderwijzer in gymnastiek en dans zal alsdan nevens het openbaar onderwijs nog geheel of gedeeltelijk een middel van bestaan kun nen vinden. Op grond van het boven aangevoerde geven wij uwe vergadering in over weging 1873. 1®. tot het aangaan van de bovenvermelde huurovefeenkomst ten aanzien van het lokaal, tegen f 1000 per jaar, te besluiten; 2°. de jaarwedde van den onderwijzer in de gymnastiek vast te stellen op 1200 per jaar, onder bepaling dat door hem geen privaat-onderwijs zal mogen worden gegeven zonder vergunning van Burgemeester en Wet houders 3°. de jaarwedde van den hulponderwijzer in voormeld vak vast te stel len op f 600; 4°. voor het onderhoud der leermiddelen en het schoonhouden van het lokaal beschikbaar te stellen een som van f 200en voor licht en brand stoften eene som van f 150 per jaar, zoodat de kosten aan het gymnastiek onderwijs op de gemeentescholen verbonden, alsdan zullen bedragen eene som van f 3150 per jaar. Tegen deze uitgave moet in ontvangst worden gebracht de huur van de woning behoorende bij de gymnastiekschool, welke geraamd kan worden op een bedrag van f 350, alsmede de huur van het lokaal aan particuliere personen en gezelschappen, omtrent welks bedrag thans nog bezwaarlijk ze kere opgaven kunnen geschieden, maar dat vermoedelijk niet minder zal be- loopen dan f 300. Mocht uwe vergadering zich met deze regeling kunnen vereenigen, dan kan eerlang tot de benoeming der onderwijzers, behoudens de goedkeuring van het bedrag der jaarwedden door HH. Gedeputeerde Staten en Z. E. den Minister van Binnenlandschc Zaken, worden overgegaan en zal de noo dige wijziging der verordening worden voorgedragen. Wij twijfelen niet of er zal uit het aanzienlijk getal sollicitanten waar onder vele in alle opzichten aanbevelenswaardig, eene keuze kunnen worden gedaan, zeer in het belang van dit onderwijs, hetwelk vooral in den tegen- woordigen tijd eene zoo bij uitstek gewichtige plaats in de opvoeding be kleedt. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 191. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De leden der Vereeniging Bouwkunst en Vriendschap alhier, allen werk bazen die verschillende vakken van bouwkunde uitoefenen, nemen met be tuiging van hoogachting de vrijheid ter uwer kennisse te brengendat in hunne gewone wekelijksche bijeenkomsten herhaaldelijk ter sprake is gekomen, de telkens voorkomende aanvragen van personen en famfliën, die zich binnen deze gemeente met ter woon willen vestigennaar geschikte huizenzonder dat het mogelijk was daaraan naar verlangen of behoefte te voldoen, ten gevolge waarvan velen zich met minder geschikte huizen hebben beholpen of het voornemen moesten opgeven om deze gemeente tot woonplaats te kiezen. Deze toestand even nadeelig voor -hun particulier belang als ook voor den bloei der stad in het algemeendeed de leden der voornoemde vereeniging in eene onlangs daartoe opzettelijk gehouden vergadering met algemeene stemmen besluiten met de meeste bescheidenheid den gemeenteraad van deze op ondervinding gegronde overtuiging in kennis te stellen, dat er werkelijk groote behoefte bestaat aan vermeerdering van woningen voor den deftigen burgerstand binnen de kom der gemeente. Wel is dit evenzeer voor den werkman het geval, maar zij rneénen de voorziening in deze behoefte te mogen en te moeten overlaten aan de lof felijke pogingen der '/vereeniging tot verbetering van werkmanswoningen" en zich to bepalen tot datgene wat in hunne dagelijksche bemoeiing bij her haling voorkomt. Het kon niet anders of bij vroegere en latere besprekingen van dit onder werp, en meer bepaaldelijk op de laatstgehouden bijeenkomst, moest onder de aandacht komen het gemis van bouwterrein in onze zoo eng begrensde stad. Heden waarom zij met groote ingenomenheid het raadsbesluit ver namen van het voorgaande jaar, om het lluïneplein ter bebouwing beschik baar te stellenwelk uitzicht ter verkrijging van bouwgrond is vervallen door de voorgenomen stichting van een nieuw Academiegebouw op die plaats. Bij dezen stand van zaken zoude het dempen van Singelgrachten in navolging van hetgeen te ArnhemZwolle en andere steden om bouwter rein te verkrijgen, plaats vond, het meest voor de hand liggen, en zouden daarvoor de Singelgrachten van de Noordeindsburg tot aan den Vliet en bij meerdere behoefte van den Vliet tot aan de brug van de Hoogewoerdspoort eene eerste aanbeveling verdienenhierdoor zou ook het voordeel verkregen worden dat het versche water van den Hijn afstroomende geheel door de stadsgrachten werd geleid en niet meer in de Singelgrachten zou wegvloeien; daardoor zou een gebrek worden weggenomenwaarover zoo langen tijd en teregt is geklaagd geworden. Zij ontveinzen zich echter niet, dat de kosten en bezwaren aan het dem pen dier wateringen verbonden hun den moed benam om zoodanig ingrijpend, ofschoon afdoendvoorstel aan uwe vergadering te doen. Zij laten dit te meer na, daar zij bekend zijn met het plan door den gemeente-architect in het voorgaande jaar ontworpen, tot het dempen der Binnenvestgracht aan het plantsoenen mecnen daarin een uitmuntend ontwerp te zien tot het bouwen van een dertig- of veertigtal huizen als door hen wordt bedoeld n. 1. huizen van vier- tot zeshonderd gulden huurwaarde. Naar hunne beschcideu meening heeft dit plan in zich zelve zooveel aan prijzing dat zij het ten eenenmale overtollig achten op de vele gunstige omstandigheden te wijzen die zich aldaar tot het bouwen van gezonde en aan gename woningen voordoen, terwijl zij mecnen de vrijmoedigheid te mogen hebben, om op de betrekkelijk geringe kosten tc wijzen, waarmede dit ont werp te verwezenlijken zoude zijn, en op de belangrijke voordeden, die daaruit voor de gemeentekas zullen voortvloeijen. Zij gevoelen wel een krachtigen steun in hun voorstel te missendoor- 55

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 2