MD1UMEH VAN DID GEMEENTERAAD TAH LEIDEN.
42.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedergelcgd.
N°. 161. Leiden, 6 October 1873.
HH. Commissarissen der gasfabriek hebben ons, ter voldoening aan bot
raadsbesluit van 18 September jl.doen toekomen eene nadere raming van
de ontvangsten der gasfabriek over het jaar 1873, met bijbehoorende sta
ten, houdende opgaven van de opbrengst van het geleverd gas, de ver
kochte cokes en teer, de geleverde gastoestellenalsmede van den stand van
hot reserve- cn herstellingsfondsterwijl tevens daarbij zijn gevoegd begroo
tingen van den staat van winst en verlies over de jaren 1873 en 1874 en
bovendien eene begrooting over eerstgenoemd jaar, wanneer de prijs Fan het
gas met ingang van 1 November e. k. met ƒ0.50 per duizend kubieke
voeten mocht worden verhoogd.
Onder overlegging van alle deze stukken hebben wij de eer mede te dee-
len dat, naar het ons voorkomt, thans in allen deele voldaan is aan het in
uwe bovenvermelde vergadering te kennen gegeven verlangen en dat alzoo
de quaestic van den gasprijs thans volkomen rijp is om te worden beslist.
Na kennisneming van de betrekkelijke stukken zal uwe vergadering tot
dc overtuiging worden geleid, dat de cijfers in ons rapport van 11 Au
gustus jl. vermeld juist zijn en dat alzoobij handhaving van den tegenwoordigen
prijs van het gas, op geene meerdere ontvangst dan van ƒ34000 over dit
en van f 16000 over het volgend jaar zal kunnen worden gerekend.
Intusschen is de meerderheid van Commissarissen, blijkens het slot van
hun rapport, van oordeel dat eene verhooging niet raadzaam is, omdat het
verbruik van gas daardoor vermoedelijk zoude verminderen en het doel met
de verhooging beoogd, alzoo slechts ten deele zoude worden bereikt.
Wij zullen na het daaromtrent in ons bovenaangehaald rapport medege
deelde, niet behoeven te verklaren dat de vrees voor zoodanige verminde
ring van debiet tengevolge van dc geringe verhooging, welke is voorge
steld geworden, door ons niet wordt gedeeld.
Wel is het te verwachten dat enkele tegenwoordige gasverbruikers alsdan
op andere wijze in hunne behoeften zullen trachten te voorziendoch dit
aantal zal vermoedelijk gering zijn, in verhouding tot het aanzienlijk debiet
der gasfabriek en alzoo van luttelen invloed wezen op de ontvangstenter
wijl de prijsverhooging eene aanmerkelijk hoogere opbrengst ten gevolge
zal hebben.
Overigens vermeenen wij ons te kunnen refereeren aan onze vroeger me
degedeelde zienswijze in deze.
Wij blijven van oordeel dat bij aanneming van ons voorstel, door uwe
vergadering gehandeld zal worden geheel is overeenstemming met het sedert
de oprichting van de gasfabriek in deze gemeente gevolgd beginsel, waarbij
deze steeds is beschouwd als eene inrichting van particulieren aardzoodat
nimmer sprake is geweest, noeh kon zijn om den prijs, waarvoor het gas
wordt geleverdte rangschikken onder de rechtenloonen en geldenbe
doeld in art. 238 der gemeente-wet.
De bewering dat de gemeente door uit de gasfabriek winst te trekken
eene speciale «belasting" zoude vorderen van de gasverbruikers, is dan ook
ten eenenmale in strijd met den aard dier inrichting, welke in de eerste
plaats ten doel heeft met hare producten in de gemeentelijke behoeften te
voorzien en vervolgens het behalen van eene betamelijke winst, ten einde
de door de ingezetenen (en daaronder zijn de gasverbruikers begrepen) op te
brengen lasten te verminderen.
Minstens bevreemdend zouden wij het achtenwanneer thans plotseling de
tot dusverre gevolgde weg werd verlaten en afgeweken van het systeem ten
vorigen jare door de groote meerderheid van uwe vergadering gehuldigd en
uitvoerig verdedigd, en zulks alleen op grond dat thans sprake is van ver-
hooging terwijl het bij de behandeling van het voorstel-Dereksen betrof
nie[-verlaging van de gasprijzen.
Wij deelen in dit opzicht geheel het gevoelen van het geacht lid voor
noemduitgesproken in de zitting van 18 September jl.dat het thans aan
hangig voorstel de consequente toepassing is van het stelsel steeds in deze
gemeente aangenomen en in Juli van het vorig jaar op nieuw bekrachtigd.
Heeft eenmaal de gemeente zich belast met het beheer eener onderneming
tot vervaardiging, hetzij van gas, hetzij van andere voorwerpen, dan ligt
het in den aard der zaak dat zij van die onderneming de hoogst mogelijke
voordeelen tracht te verwerven en dat zij zich bij de vaststelling van de
prijzen alleen regelt naar de economische wettenwaarop de prijs van alle
overige producten is gebaseerd.
Meenen de gasverbruikers recht te hebben om zich in dit geval over deze
prijsberekening te beklagen, evenzeer zouden de coke-verbruikers kunnen
vorderendat dit artikel tegen kunstmatig lagen prijs door de gemeente worde
afgeleverd en niet aan de openbare concurrentie worde overgelaten.
Ten slotte schijnt het niet ondienstig de aandacht te vestigen op een ge
val waarin de gemeente evenzeer als ten aanzien van de gasfabriek als
nijverheids-ondernemer optreedt en toch vermoedelijk niemand zal willen
beweren, dat cr sprake van kan zijn om de geproduceerde artikelen niet
tegen den hoogst mogelijken prijs af te leveren.
Wanneer namelijk in eene gemeente, alwaar een groot aantal der ingezetenen
het landbouw-bedrijf uitoefenthet Liernur-stelsel in toepassing wordt gebracht
en het bestuur besluit dat de verzameling en de aftevering der faecnliön van
gemeentewege zal - geschiedendan kan de gemeonte geacht worden eene
onderneming' te hebben opgericht en te beheeren tot vervaardiging en be
reiding van meststoffen.
Wanneer nu de bestaande vooroordeelen tegen het gebruik van mensclie-
lijke faecaliën als meststof eenmaal mochten worden overwonnen endeland-
bouwende stand de groote waarde dier stoften zal hebben leeren inzienten
gevolge waarvan de prijs in die mate stijgt, dat niet alleen de kosten van
aanleg cn exploitatie worden gedekt, maar tevens eene belangrijke bate door
de gemeente wordt verkregenzullen dan de ingezetenentevens mestver-
1873.
bruikers, met eenig recht kunnen beweren, dat zij op onbillijke wijze wor
den benadeeld en dat van hen, qua mestverbruikerseene speciale belasting
wordt geheven, verscholen onder den door de gemeente gevorderden prijs
der meststoffen P
Wij gelooven het niet; en zeker zoude zoodanige bewering, wanneer ze
werd geopperd, al door zeer weinigen worden gesteund.
Toch is er tusschen deze en de gasprijzen-quaestie in velerlei opzicht
overeenkomst, al moge dan ook bij de levering van gas de concurrentie
niet dien invloed uitoefenenwelke daarvanwat de vaststelling van den
prijs betreft, ten aanzien van andere handelsartikelen het gevolg is. Het
vorenstaande strekke alleen ten betooge dat, wanneer de gemeente eenmaal
de taak van den industriëel op zich heeft genomenzij dan ook in dit op
zicht met den particulieren ondernemer moet worden gelijkgesteld.
Wij nemen thans de vrijheid uwe vergadering in overweging te geven
om, overeenkomstig ons meergemeld voorstel, te besluiten dat de prijs van
het gas met ingang van 1 November e. k. met ƒ0.50 per duizend kubiek
voeten zal worden verhoogd en om de verordeninghoudende bepalingen
omtrent het gebruik van gas door particulierendienovereenkomstig te wijzigen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 1 October 1873.
Wij hebben de eer bij deze te voldoen aan uwe üithoodigingvervat in
uw schrijven dd. 18 September 1873 rt°. 740 om nog eenige inlichtingen
te geven welke strekken kunnen om meerdere zekerheid tc verkrijgendat
inderdaad de eindcijfers varf de reeds vroeger sub I, II en III overgelegde
begrootingen van de vermoedelijke winsten in dit en hét volgende jaar
de juiste zijn.
Als bijlage leggen wij in do eerste plaats over den staat A waaruit blijkt
dat in dc eerste acht maanden van het vorig jaar zijn afgeleverd
17,098100 kub. voeten gas adf 58641.60
83544 meters 10462.05
f 69103.65
terwijl over gelijk tijdvak in dit jaar zijn afgeleverd:
15,479300 kub. voeten gas adƒ52996.30
144704 meters 18061.05
71057.35
Verschil in het voordeel van het jaar 1873 f 1953.70
Aannemende dat ook in de laatste vier maanden de afle
vering in gelijke mate zal toenemenmoet de helft van
dit verschil hierbij gevoegd worden ad976.85
en is er dus uitzicht dat voor gas in dit jaar meer zal
worden ontvangenf 2930.55
Voeg hierbij de opbrengst van het gas volgens de laatste
goedgekeurde rekening over 1872, ad 126788.39
dan kan de geheele ontyang voor het in 1873 af te le
veren gas bedragenf 129718.94
De abonnementen onveranderd zijndeblijven dientengevolge buiten
invloed.
De staat B wijst op gelijke wijze de verkochte hoeveelheid coke aan en
de prijzen daarvoor verkregen, als:
Van 1° Januari tot en met 31 Augustus 1872 zijn verkocht:
37430» hectol. coke a 43^ cents16458.55
Over gelijk tijdperk in dit jaar:
34507^ hectol. coke a 44r7ïï5T cents 15445.02
De opbrengst over 1873 is alzoo minderf 1013.53
Stel dat in de overige vier maanden de verminderde op
brengst in gelijke verhouding blijft bestaan, dan moet de
helft van dit bedrag hier nog worden bijgevoegd, ad 506.761
en zal alzoo voor de coke in 1873 minder worden ontvangen 1520.29J
Volgens de laatste goedgekeurde rekening was de opbrengst
over 1872 29446.05»
en zal aldus voor de coke in dit jaar vermoedelijk wor
den ontvangenf 27925.76
De staat C wijst gelijkelijk de verkochte hoeveelheid teer met den ver
kregen prijs aan, zijnde over de eerste acht maanden van 1872:
117750 liters a f 1.401648.50
en van 1873 102400 1.401435.50
alzoo is in dit jaar tot op 31 Augustus minder ontvangen 213.00
en zal dit cijferzoo de opbrengst in de laatste vier
maanden in gelijke verhouding blijft, verhoogd moeten wor
den met de helft ad106.50
Wordt dit bedrag van319.50
afgetrokken van de ontvang in 1872, zijnde2719.50
dan zal de ontvang in 1873 vermoedelijk bedragen 2400.00
Nog blijkt uit een schrijven bij dezen staat overgelegd dat dc gasfabriek
te Utrechtbij openbare verpachtingonlangs al de teer die de fabriek in
de eerstvolgende vijf jaren zal opleveren heeft afgestaan aan de Nederland-
sche koolteerstokerij voor ƒ1.15 per 100 liters. Wij meenen op deze en
andere gronden te mogen aannemen dat het bestaande contract, in strijd
met de meening die is uitgebrachtniet onbelangrijke voordeelen afwerpt
en meerdere niet verkrijgbaar zijn.
52