N°. 145. Leiden, 8 September-1873. Op het hierbij overgelegd adres van Mr. W. P. Steenhofl, strekkende ter bekoming van een eervol ontslag tegen 1°. October e. k. als Secretaris bij het College van Curatoren van het Gymnasium alhier, hebben wij het advies van dat .college ingewonnen hetgeen wij ons de teer geven hierbij over tte leggen. Ons daarmede geheel kunnende vereenigen, nemen wij de vrijheid u dien overeenkomstig te radenden adressant het gevraagd ontslag tegen gemeld tijdstip eervol te verleenenonder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking geheel 'belangeloos -bewezene diensten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Mr. Wil lem Paulus Steenhoff, Advokaat, wonende te Leiden: a dat hij, tegen 1°. October e. k.eervol ontslagen verzoekt te worden als Secretaris bij het Cóllegie van Curatoren van het Gymnasium. 't Welk doende, enz. Leiden, ;5 September 1873. W. P. Sxeenhofe. Leiden, 6 September 1873. Curatoren van het Gymnasium te Leiden hebben de eer omtrent een in hunne handen gesteld en hierbij teruggaand adres van Mr. W. P. Steenhoff te berichtendat de .adressant gedurende ongeveer zes jaren bon collegie melden meestee ijver als Secretaris heeft gediend en dat dj hem zeer ongaarne uit die betrekking zien scheiden; dat er evenwel geene termen bestaan om zijn verzoek niet in te willigen en dat zij dus voorstellenhem het verlangde ontslag tegen 1 October k, te verleenenen wel op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor de belangeloos door hem bewezen diensten. Curatoren van het Gymn. voornoemd Voorzitter. A. Kuenjsn waarn. Secretaris. N°. 146. Leiden, 10 September 1873. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen een adres van den beer H. Japikse, waarbij deze, ten gevolge zijner benoeming als leeraar aan deboo- gere burgerschool te Goes met I5. October aanstaande ontslag verzoekt als leeraar in de natuurkunde en natuurlijke historie aan de inrichting voor vor mend onderwijs aan hulponderwijzers en hulponderwijzeressen. Het daarop uitgebracht advies door den dirigeerendea hoofdonderwijzer wordt hierbij tevens overgelegd. Ons daarmede vereenigende, nemen wij de vrijheid u dienovereenkomstig te raden den adressant het gevraagd ontslag tegen gemelde tijdstip eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. De ondergeteekende benoemd leeraar aan de hoogere burgerschool te Goesheeft de eer u te verzoeken hem tegen primo October ontslag te ver leenen als leeraar in de natuurkunde en natuurlijke historie aan de vorm school voor onderwijzers en onderwijzeressen. Aan den raad der gemeente Leiden. H. Japikse. Leiden, 10 September 1873. Ter voldoening aan uwe Apostille van heden heb ik de eer u te berichten, dat de beer H. Japikse zich met grooten ijver en goed gevolg van zijne taak gekweten heelt, en dat ik het wel mogelijk acht tegen 1°. October in de vacature te voorzien. Ik meen daarom te mogen adviseeren het ge vraagd ontslag tegen den gestelden datum eervol te verleenen. Aan den heer Burgemeester der De dirigeerende hoofdond. enz. Gemeente Leiden. J. A. Van Dijk. N'. 14?. Leiden, 11 September 1873. Naar aanleiding van de discussiën in de laatst gehouden Raadsvergadering aangaande den aanvoer v^n duinwater, hebben wij de eer u mede te deelen dat in de leeskamer ter inzage van de leden zijn nedergelegd gedetailleerde opgaven van de gedurende de 8 eerste maanden van 1872 en .1873 aange voerde hoeveelheden duinwater, van het aantal reizen door de beide schuiten per week gedaan, en van de kosten van aanvoer en van bediening der reservoirs. Uit die staten blijkt dat gedurende de zomermaanden het aantal reizen van 8 tot 12 per week heeft bedragen en dat gedurende de 8 eerste maan den van 1872 is aangevoerd eene hoèveelheid van 5288 kubieke meters en gedurende dezeltde maanden van dit jaar eene hoeveelheid ven 5987 kubieke meters. Tot toelichting merken wij op dat de aanvoer voldoende is geweest in evenredigheid van de gebleken behoefteterwijl zelfs het getal reizen in de eerste weken van deze maand is moeten worden beperkt uithoofde dat de in de reservoirs nog aanwezige hoeveelheid water geen meerderen aanvoer toeliet. Het feit dat enkele reservoirs reeds zeer spoedig na de vulling ledig wor den bevonden is alleen een gevolg van toevallige omstandigheden in verband staande met hare ligging, en heeft alleen betrekking op die reservoirs welke geplaatst zijn in de onmiddellijke nabijheid van kazernes ot andere inrichtin genwelke aan eene aanzienlijke hoeveelheid water behoefte hebben. Het heeft dan ook bereids een onderwerp van gezette overweging bij ons uit gemaakt ot er termen zouden zijn de hier bedoelde reservoirs door grootere te vervangen of hieromtrent op andere wijze te Voorzien. Wat het toezicht .op de reservoirs betreft is het ons bij nader onderzoek gebleken dat dit "tot geene gegronde klachten aanleiding kan geven. Wel zoude zeker het toezicht kunnen worden verscherpt, wanneer de reservoirs slechts gedurende eenige uren per dag voor het publiek werden toegankelijk gesteld en zouden de kosten daarvan blijkens den overgelegden staat niet verre de tegenwoordige uitgaven van toezicht overschrijdendoch naar het ons althans voorkomt is zoodanige maatregel uiet aan te bevelen. Niet ongegrond torch is êe onderstelling dat het gebruik van drinkwater daardoor belangrijk zoude verminderen. Een groot deel van hflt publiek bedient zich namelijk dan alleen van duinwater, wanneer het zonder de minste inspanning of moeite kan worden verkregen. Is zulks niet het gevaldan behelpt het zich al spoedig met minder deugdzaam water zoodat alsdan het voorname doel van den aanvoer van duinwater van gemeentewege de bevordering van den algemeen gezondheidstoestand grootendeels zou worden verijdeld- Wij nemen deze gelegenheid tevens te baat, om onze meening uit te spreken aangaande de vraag, of de vaststelling van een tarief voor het ge bruik van duinwater geraden zoude wezen. Het bezwaar, naar onze maening, verbonden aan eene beperkte open stelling van de reservoirs, bestaat, onzes inziens, evenzeer tegen de vast stelling van een tarief waarmede noodwendig eene vermindering van ver bruik gepaard moet gaanal ware het alleen op grond dat alsdan de reservoirs niet gedurende den gebeelen dag voor het puhliek zouden kunnen openstaan. Bovendien zouden de kosten aan de heffing verbonden te weeg brengen dat deze geen voordeel aan de gemeentekas zoude opleveren. Blij kens den overgelegden staat zijn gedurende de 8 eerste maanden van dit jaar aangevoerd 5987 kubiek meters, en kan men met het oog op den minderen aanvoer gedurende de wintermaanden aannemen dat de hoeveel heid water over het geheele jaar zal bedragen 8500 kubieke meters. Van deze hoeveelheid zal bezwaarlijk meer dan een derde gedeelte tegen betaling kunnen worden geleverd, b. v. tegen 1 cent per emmer, of fl per kubieke roeter, waardoor eene opbrengst zoude worden verkregen van f2BS0, terwijl de kosten van toezicht en inning, bij een loon van 10 cents per uur en openstelling van elk der 26 reservoirs gedurende 3 uren per dag, over een jaar zouden beloopen een som van f2847, aangenomen dat voor bovenvermeld loon geschikt en vertrouwd personeel zoude zijn te bekomen. De levering van het water tegen betaling zoude alzoo teweeg brengen, dat de kosten van inning wellicht zullen worden gedekt, doch tevens dat het gebruik belangrijk zal worden beperkt, hetgeen, gelijk boven is opgemerkt, voorzeker niet zoude strekken ten bate van het algemeen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 2