en de heer Cock met 19 stemmen (zijnde 1 biljet in blanco), terwijl voor bet derde lid ter vervanging van den heer Harteveltworden uitgebracht op de heeren Suringar 9, Du Rieu 4, Le Poole 2, en Buys, Van Heukelom Dercksen en Hartevelt ieder 1 stemterwijl 1 biljet in blanco was gelaten. Bij de tweede vrije stemming wordt gekozen de heer Suringar met 11 stemmenterwijl de beer Du Rieu 8 stemmen verkreeg en 1 biljet in blanco was gelaten. Uit deze drie leden wordt daarop tot Voorzitter gekozen de heer Goudsmit met 19 stemmen, terwijl de heer Cock 1 stem verkreeg. V. Benoeming van een Commissaris van de Gasfabriek. Als zoodanig wordt herkozen de heer Van Wensen met 19 stemmen (1 biljet was in blanco). VI. Benoeming van een Commissaris van de stads bank van leening. Als zoodanig wordt herkozen de beer Driessen met 19 stemmen (1 biljet was in blanco). VII. Benoeming van drie Bestuurders van het werkhuis. Achtervolgens worden herbenoemd: de heeren Stoffels met 17 stemmen, (de heer Krantz verkreeg 2 stemmen en de heer Cock 1 stem. en 1 biljet was in blanco), Krantz met 18 stemmen (de heer Stoffels verkreeg 1 stem en 1 biljet was in blanco) en Driessen met 19 stemmen (1 biljet was in blanco). VIII. Benoeming van een lid der Commissie voor de bewaring van voorwerpen van waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschie denis der kunst. Als zoodanig wordt herkozen de heer Driessen met 17 stemmen, terwijl de heer Juta 1 stem verkreeg, en 2 biljetten in blanco waren gelaten. IX. Benoeming van twee Curatoren van het gymnasium. Achtervolgens worden herkozen de heeren Cock en Bij le veldbeiden met 19 stemmen, terwijl er beide keeren 1 biljet in blanco was gelaten. X. Benoeming van drie hulponderwijzers op de openbare lagere scholen. (Zie Handd. 35n°. 138.) n". 1 voor minvermogenden! Benoemd W. M. Vink met 18 stemmen, terwijl 2 biljetten in blanco waren. n°. 1 voor onvermogenden. Benoemd C. Goedeljee met 17 stemmen, terwijl M. Kelder 1 stem ver kreeg en 2 biljetten in blanco waren. c, n°. 2 voor onvermogenden. Benoemd J. F. D. Blote met 18 stemmen, terwijl 2 biljetten in blanco waren gelaten. XI. Benoeming van vier onderwijzers der 2de klasse op de openbare lagere scholen. (Zie Handd. 85, n®. 140.) a. n®. 1 voor onvermogenden. Bij acclamatie wordt goedgekeurd het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verplaatsing daarheen van den onderwijzer der 2de klasse H. Veldhuyzen, van de school n°. 2 voor minvermogendenmet behoud zijner jaarwedde ad ƒ600. i. n". 1 voor minvermogenden. Benoemd P. Veen Jz. te Lissemet 18 stemmen, terwijl 2 biljetten in blanco waren gelaten. c. n°. 2 voor minvermogenden. Achtervolgens benoemd J. H. Van Dorsten te Dordrecht, met 17 stemmen (terwijl J. W. Cremer 1 stem verkreeg en 2 biljetten in blanco waren), en J. W. Cremer, te Zwolle, met 18 stemmen (terwijl 2 biljetten in blanco waren gelaten). XII. Benoeming van een hulponderwijzer aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden. (Zie Handd. 35, n°. 140.) Benoemd M. Muller te Haaften, met 17 stemmen, zijnde 3 biljetten in blanco gelaten. XIII. Verzoek van J. M. van Kleeff, om ontslag als hulponderwijzer aan de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden. (Zie Handd. 35n®. 141.) Dat ontslag wordt eervol verleend. XIV. Voordracht tot onderhandsche verpachting der tienden onder Lei derdorp. (Zie Handd. 35 n°. 136.) Wordt met algemeene stemmen aangenomen. XV. Rekening van hetNederlandsch Israëlietisch armbestuurdienst 1872. (Zie Handd. 35 n°. 139.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XVI. Liquidatie-rekening van HH. Gecommitteerden tot de Administratie der Vereenigda Gast- en Leprooshuizen. (Zie Handd. 35n®. 137.) (De heeren Bijleveld EigemanStoffels en Du Rieu waren bij de behan deling van dit punt niet tegenwoordig.) Wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Ik kan tevens mededeelen dat 125,000 aan het rijk zijn betaald, ingevolge het contract van 1867. XVII. 1® Suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting voor 1873. Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XVIH. Verdeeling van den Raad in sectiën. Bij trekking worden de afdeelingen aldus verdeeld 1« Afdeeling: de heeren De Fremery, Wethouder, Eigeman, lid der Commissie van Financiën, Seelig, lid der Commissie van Fabricage, Verster, Veefkind, Krantz, Suringar en Bijleveld. 2e Afdeeling: de heeren LezwijnWethouder, Buys, voorzitter der Com missie van Financien, Van Wensen, lid der Commissie van Fabricage, Van HeukelomDu RieuDriessenCock en Wttewaall. 3e Afdeeling: de heeren Stoffels, Wethouder en voorzitter der Commissie van Fabricage, Hartevelt, lid der Commissie van Financiën, Le Poole, Goudsmit, Dercksen, Van Hettinga Tromp, Juta en Van Oüteren. De Voorzitter. Hiermede zijn de onderwerpenaan de orde gesteld afgeloopen. Ik geef thans het woord aan den heer Bijleveld. De heer Bijleveld. Mijnheer de Voorzitter! In den laatsten tijd hebben wij verschillende berichten gelezen over maatregelen in onderscheidene plaat sen genomen tot wering van de cholera. Volle vertrouwen heb ik dat het Dagelijksch Bestuur dezer gemeente eveneens die maatregelen zal nemendie noodig en nuttig zullen voorkomen; met betrekking tot ééne zaak wenschte ik evenwel een vraag te doen, deze namelijk: of het Dagelijksch Bestuur niet van oordeel is, dat er, met het oog op de ziekte, die wel vermoedelijk ook ons land zal bezoekennoodzakelijkheid bestaat eene groote hoeveelheid duinwater aan te voeren, en zoo ja, of daartoe reeds maatregelen genomen zijnof alsnog zullen worden genomen. De Voorzitter. Zooals terecht door u is vermoed, zijn reeds verschil lende maatregelen genomen met het oog op het naderen van de zoozeer gevreesde ziekte. Wat den aanvoer van duinwater betreft, is bij het Dage lijksch Bestuur in zijne vorige vergadering nog besproken in hoever het mo gelijk zou zijn meer duinwater te doen aanvoeren, welk punt ook door de Commissie voor de volksgezondheid zeer is aanbevolen. Wij hebben die zaak ernstig overwogen en zijn tot de conclusie gekomen dat dit op dit oogenblik niet mogelijk is, omdat wij te vergeefs getracht hebben geschikte schuiten aan te schaffen. Toen is de vraag bij ons opgerezenof het mogelijk was een buitengewoon crediet aan te vragenten einde ten spoe digste tot het aanschaffen van een schuit te kunnen overgaan, of wel op eene andere wijze daarin te voorzien. Deze vraag is echter nog niet be slist. De heeren zullen zich herinneren dat het voorstel tot aanschaffing van eene nieuwe schuit in het vorige jaar is verworpen. Later is de architect Schaap belast geworden om te beproeven een geschikte schuit voor meerder vervoer van duinwater te erlangenmaar in het gansche land was er geen te bekomendie tevens geschikt was voor onze\ vaart. De heer Stoffels. Ik moet in de eerste plaats herinneren dat op de begrooting van het vorig jaar de aanschaffing van een nieuwe schuit door ons was voorgesteldvooral omdat de oude schuit geen water genoeg kon bevatten. Ons voorstel strekte toen om een schuit aan te koopen die -j grooter was. De Raad heeft echter onze zienswijze niet gedeeld, er is geen nieuwe schuit aangeschaft en Leiden blijft dus van dat -y meer water ver stoken. Wij zullen nu wederom het aanmaken van een schuit op de be grooting uittrekken en hopen en vertrouwen nu gelukkiger te zullen zijn. Wij ramen de kosten op ƒ1600 a 1700. Wat het duinwater zelf betreft, reeds nu wordt er veel aangevoerd zoodat, als die aanvoer aldus blijft voortgaande Commissie zal moeten voorstellen een crediet aan te vragen voor het meerdere water dat aangevoerd isboven de som op de begrooting daarvoor geraamd. Ik zal echter zorg dragen dat de Raad bijtijds daarmede bekend worde gemaakt. Wy hebben, zooals de Voorzitter reeds opmerkte, getracht schuiten te krijgen en daartoe in verscheidene plaatsen onderzoek gedaan. Er zijn er wel te krijgen, maar die zijn niet geschikt. Van het duinwater wordt zeer veel gebruik gemaakt en wij trachten zooveel mogelijk (nog onlangs zijn er 8 bakken bijgemaakt) aan de behoeften en het verlangen van het publiek te voldoen. De heer Cock. Naar aanleiding van hetgeen de geachte Wethouder van Fabricage daar zeidewensch ik aan het Dagelijksch Bestuur deze vraag te doenhoeveel reizen heeft elk der beide schuiten in de laatste week gedaan? De heer Stoffels. Dit kan ik u niet uit het hoofd opgeven. De heer Cock. Ik zou er toch zeer veel prijs op stellen dit te weten vooral nu de heer Stoffels beweert, dat zij die indertijd tegen hetaansohaf- fen eener nieuwe schuit hebben gestemd-, de oorzaak zouden zijn van den minderen aanvoer van water. Ik verbeeld mij dat elke schuit in één dag heen en weder kan gaan zonder moeite. De heer Stoffels. Dat is onmogelijk. De afstand is veel te groot. Dan zouden de schuiten niet alleen bij dag, maar ook des nachts moeten varen want zij moeten toch ook het water lossen op de verschillende plaatsen. Eerst moeten zij het water bij Haarlem halenhet hierheen voeren en in de bakken brengen en dan weder terugvaren. De heer Cock. Ik zal alleen daarop antwoorden, dat, waar er gevaar bestaat voor de publieke gezondheidnoch iknoch iemandgeloof ikin deze vergaderingbezwaar zal maken tegen de meerdere onkostendie uit het heen- en wedervarenook bij nachtkunnen voortvloeien. De heer Stoffels. Dat geschiedt reeds nu. Zij varen nu ook des nachts anders zouden zij des ochtends niet vroeg genoeg hier wezen. De heer Cock. Ik verbeeld mij dat in een etmaal van 24 uren beide schuiten de reis elk éénmaal heen en weer kunnen verrichten. De heer Van Wensen. Dan zouden de menschen moeten worden afgelost. De heer Stoffels. Maar buitendien het leegen der schuiten vereischt tijd. Zij moeten gaan naar Haarlem, hier het water brengen en distribueeren en dan weder terug. De Voorzitter. Ik geloof dat de bedoeling van de vergadering is te weten in hoever meer water zou kunnen worden aangevoerd. Dit zullen wij, zooals ik zoo even zeide, in overweging nemen. Wij hebben er reeds over gesproken om een buitengewoon crediet aan te vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 2