HANDEUN6EN TAN DEI 6EIBENTERAAD TAN LEIDEN. 16. INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. N°. SO*. Leiden, 15 ^pril 1873. De Commissie van Financiën, ontvangen hebbende bijgnanden staat van a(- en overschrijving op de begrooting voor den dienst 1872, tot een be drag van 236.22, heeft de eer u te berichten dat zij daartegen geene bedenkingen heeft, weshalve zij de vrijheid neemt u te raden dien vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N*. S3*. Leiden, 15 April 1873. Ofschoon de uitvoerige mededeelingen, voorkomende in den brief van Burgemeester en Wethouders betreffende de adressen van fabriekanten, bruikers van de zoogenaamde raamlandenons den indruk gevendat de bewering dier fabriekanten als zoude hun op bedoelde landen een zeker recht van opstal toekomen, op geen goede gronden rust, zoo achten wij hel echter bedenkelijk mede te werken tot een besluit, waaruit in de toekomst allicht procedures kunnen voortvloeienzoolang niet op meer stellige wijze blijkt, dat de bewering van fabriekanten in rechten inderdaad onhoudbaar is. Wij stellen u alzoo voor om, alvorens op de adressen-te beschikken, Burgemeester en Wethouders uit te noodigen om in deze het advies van den gemeente-advocaat in te winnen en dat advies aan uwe vergadering over te leggen. Inmiddels zien wij er geen bezwaar in om thans reedsovereenkomstig de voordracht, te besluiten dat de raamlanden buiten de voormalige Mare- poort niet zullen «orden verkocht. Met de belanghebbende fabriekanten kunnen alsdan de noodige schikkin gen worden ontworpen omtrent eene nieuwe verhuringaan te gaan na het vervallen van de thans nog van kracht zijnde overeenkomst. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. SS*. Leiden, 15 April 1873. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de pachtovereenkomsten, betrekkelijk de tolheffing aan het Zijlhek en aan de brug te Leiderdorpdie met 1° Mei e. k. zullen vervallenvoor den tijd van één jaar te verlengen. Zij raadt u mitsdien om dienovereenkomstig te besluiten Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 56*. Leiden, 15 April 1873. Door Burgemeester en Wethouders is aan uwe vergadering een nader voorstel ingediend tot regeling van het geneeskundig onderzoek der open bare vrouwenstrekkende om dit onderzoek bij voortduring op te dragen aan den heer Dr. Junius en om daarvoor, behalve de voor daarbij te ver- leenen hulp als anderszins noodige gelden ad 150.een bedrag van 400.beschikbaar te stellen als tegemoetkoming aan den geneesheer voor de in deze te bewijzen diensten. Wij erkennen gaarne dat de wijze waarop Burgemeester en Wethouders in de behoeften van den dienst willen voorzienbeter is dan eeriige andere van welke tot nog toe sprake was; maar de blijvende financieele bezwaren, aan de door hen voorgestelde regeling verbonden, zijn inderdaad niet ge ring. Intusschen kunnen ook de bezwaren worden weggenomen, wanneer het college van Dagelijksch Bestuur door eene reorganisatie van dien dienst der stads genees- en heelmeesters., althans bet getal der heelmeesters met één vermindert. -■ Wij wenschen echter datwat nu slechts een onbestemd plan schijnt te zijn, als eene vaste voorwaarde aan het voorstel van Burgemeester en Wet houders te verbindenen geven u dus in overweging dat voorstel goed te keuren, maar daaraan tevens te verbinden de bepaalde opdracht van het college van Dagelijksch Bestuur om eene reorganisatie van den genees- en heelkundigen dienst in den bovenbedoelden zin voor te bereiden en aan den Baad over te leggen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N®. 5S*. Leiden, 15 April 1873. Ten aanzien van het aan uwe vergadering ingediend voorstel van HH. commissarissen der stedelijke Gasfabriek betrekkelijk de aanvulling van het reservefonds en het bedrijfkapitaal hebben wij de eer u mede te deelen dat wij ons met dat voorstel kunnen vercenigenzoodat wij u in overweging geven de daarvoor noodige gelden beschikbaar te stellen. In dat geval stellen wij u voor omwat de aanvulling van het reserve fonds betreft, in de eerste plaats te besluiten tot den verkoop van de in het rapport vermelde Inschrijving op het Grootboek staande ten name van de stedelijke Gasfabriek te Leiden tot een nominaal bedrag van ƒ24900, waartoe een concept-raadsbesluit hiernevens ter vaststelling wordt overgelegd, en in de tweede plaats te bepalen dat de verder tot aanvulling van bedoeld fonds noodige gelden ten bedrage van ƒ22000 zullen gevonden worden door ver koop van Inschrijving op" het Grootboek staande ten name van deze ge meente, zullende, wanneer de behoefte aan die gelden zal blijken te bestaan, een nader besluit tot dien verkoop moeten worden vastgesteld. Wat de aanvulling van het bedrijfkapitaal betreft blijkt uit het rapport 1873. van HH. Commissarissen der Gasfabriek" dat daarvoor een bedrag van 30000 wordt vereischt en dat tevens wordt voorgesteld dat deze gelden thans reeds tegen vergoeding van de rente a 5 pCt.beschikbaar worden gesteld. Hierin zal onzes inziens behooren te worden voorzien door verkoop van ten name van de gemeente op het Grootboek ingeschreven kapitaal tot een nominaal bedrag van f 55000te welken einde een concept-raadsbesluit hierbij ter vaststelling wordt overgelegd. Ten slotte zal de gemeente-begrooting. dienst 1873, in ontvangst en uitgaaf met een bedrBg van ƒ52000 moeten worden verhoogd, in ontvangst door verkoop van Inschrijving op het Grootboek in uitgaaf wegens aan vulling van het reservefonds en van bet bedrijfkapitaal der stedelijke Gas fabriek waarvoor een nieuw artikel op de begrooting behoort gebracht te worden. Een suppletoire staat van begrooting wordt hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. De Baad der gemeente Leiden Gezien art. 137 en 194 litt. c der Wet van den 29sten Juni 1851 (Stbl. n°. 85); Heeft besloten Te verkoopen een gedeelte der ingeschreven kapitalen op het Grootboek der Nationale Werkelijke percent rentegevende schuld, ten name van de gemeente Leiden op het hoofd van rekeningLeyden (de stad)letter L deel 7 n°. 1020, en zulks tot een nominaal bedrag van vijfenvijftig duizend gulden (ƒ55000). Gedaan enz. De Baad der gemeente Leiden, Gezien de art. 137 en 194 litt. c der Wet van den 29sten Juni 1851 (Stbl. n°. 85); Heeft besloten Te verkoopen de inschrijving op het Grootboek der Nationale Werkelijke 2£ percent rentegevende schuldstaande ten name vanLeyden (de stede lijke gasfabriek te) onder Letter L, deel 18, n°. 5276, eu zulks tot een nominaal bedrag van vier en twintig duizend negen honderd gulden 24900). Gedaan enz. N#. 60. Leiden, April 1873. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen een staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over 187 2, die in den loop van dat jaar de gemeente verlieten of wier huishou ding door den dood ontbonden werdenmet voorstel om aan die personen of hunne rechthebbenden gedeeltelijke afschrijving of restitutie te verleenen tot een bedrag als in de 11de kolom van dien staat is aangewezen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, April 1873. De Commissie van Financiën, in wièr handen werd gesteld, ten fine van bericht en raad, eene lijst van personen, die in den loop des vorigen jaars de gemeente verlieten of overleden zijn en in de plaatselijke directe belas ting van 1872 waren aangeslagen, heeft de eer u te raden om de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde afschrijving en restitutie te ver leenen, en wel voor de sommen uls in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ119.17. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 61. Leiden, 15 April 1873. Met betrekking tot den verkoop der Inschrijvingen op het Grootboek ten name van de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen alhier, waartoe in de raadsvergadering van 17 October des vorigen jaars onder meerderen is be sloten, hebben wij de eer u mede te deelen dat, blijkens ontvangen bericht, door de Directie van het Grootboek alvorens tot de afschrijving over te gaan, behalve de machtiging van de Gedeputeerde Staten krachtens art. 16 der Armenwet, de overlegging wordt verlangd van een besluit van den Baad waarin de af te schrijven kapitalen nader worden omschreven, terwijl geen genoegen schijnt te worden genomeu met de vermelding in het besluit van ,de kapitalen staande ten name van de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen." Teyens is het gebleken dat op het Grootboek der 2J pCt. onder het kapi taal groot 118300, Letter L, 10, 2882, nog begrepen is een verband, waarbij ƒ1200 doorloopende schuld onvervreemdbaar is gesteld, welke ƒ1200 doorloopende schuld gelijk staat met een derde van dit bedrag aan werkelijke schuld, zoodat op deze rekening een bedrag van ƒ400 niet zal kunnen wor den afgesthreven. Wij stellen u op grond van een en ander alzoo voor om, met aanvulling van het bovenaangehaald raadsbesluit, te bepalen, dat de volgende kapitalen zullen worden verkocht, als: 1°. een kapitaal groot 117900 ingeschreven in het Grootboek der 2£ pCt. Nationale Schuld ten name van: Leiden (de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen te) Letter L deel 10 n°. 2882; 2°. een kapitaal groot ƒ10000 ingeschreven in het Grootboek der 3 pCt. Nationale Schuld ten name vanLeyden (de Vereenigde Gast- en Leproos huizen te) Letter L deel 2 n°. 444: 3°. een kapitaal groot ƒ27700 ingeschreven in het Grootboek der 4 pCt. Nationale Schuld ten name van: Leyden (de Vereenigde Gast en Leproos huizen te) Letter L deel I n°. 80. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABB. 16

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 1