BANBEIINGEN TAN DIN G1IEENTEBAAI TAN LEIOEH. 13 Zitting van Donderdag 27 Maart 1873, geopend te ttcee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. r Tegenwoordig de heeren Van Wensen, Veefkind, Verster, Bijleveld, KrantzVan Heukelom, Cock, Buys, Hartevelt, Lezwijnl)e Fremery, Stoflels en Vnn den Brandeler. De heeren Van Puttkammer, Wttewaall en Evers gaven kennis verhin derd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 13 Maart jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Missive van Mr. A. van Hettinga Tromp, houdende bericht dat hij het tijdelijk lidmaatschap van Gecommitteerden tot de Administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen zal aanvaarden. Deze missive is van den volgenden inhoud: «Leiden, 15 Maart 1.873. In antwoord op uwe missive dd. 14 dezer n°. 194, heb ik de eer UEd. Achtb. te berichten, dat ik mij gaarne bereid'verklaar tijdelijk als lid van Gecommitteerden tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen alhier te fungeeren waartoe de Gemeenteraad bij zijne vergadering van 13 dezer mij benoemde. Het lid van den Gemeenteraad Tromp. Den Heere Burgemeester van Leiden." 2°. Missive van A. H. Eigemanhoudende kennisgeving van zijn ver trek naar Weenen op Vrijdag 28 Maart e. k. Deze missive luidt als volgt: «Leiden, 25 M«art 1873. Edel Achtbare Heer! Mijn vertrek naar Weenen bepaald zijnde op Vrijdag den 28sten dezer, heb ik de eer UEd. hiervan kennis te geven, met beleefd verzoek de goed heid te willen hebben mededeeling te doen in den Baad (indien noodig), en aan de Commissie van beheer over het Academisch Ziekenhuis. Aan de Voorzitters van Gecommitteerden der Gast- en Leprooshuizen en van de Commissie van Financiën gaat gelijke kennisgeving. UEd. Achtbare het welzijn en tot wederzien toeroepende, heb ik de eer mij met ware hoogachting en bijzondere aanbeveling te teekenen Uw Ed. Achtb. dw. dienaar, A. H. Eigeman. Aan den Ed. Achtb. Heer Burgemeester Van den Brandeler, Voorzitter van den Baad en van de Commissie van beheer over het Academisch Ziekenhuis alhier." 3°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland, dd. 18 Maart jl., n°. 46, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 13 Maart te voren, tot verhooging der gemeentebegrooting, dienst 1873, in ontvangst en uit gaaf met 11000 (aankoop van eene stoombrandspuit en daarmede samen hangende uitgaven). Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.. 4°. Verslagen van de Oudheids-Commissie en de Plaatselijke Commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs, over 1872. Wordt besloten deze op te nemen in het gemeenteverslag en ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van W. F. Van Stuwe, om afschrijving van plaats, directe belasting. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën, ten fine van bericht en raad. 2°. Suppletoire staten van begrooting en staten van af- en overschrijving, dienst 1872, van het Werkhuis, het H. G. Weeshuis en het Evang. Luth. Wees- en Oudeliedenhuis. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën, ten fine van bericht en raad. 3®. Adres van P. Gijsman en Zoon, ter bekoming van een stukje ge meentegrond van den Middelweg bij den Ouden Bijn. 4°. Adres van A. M. Cattel, om pntslag als hulponderwijzer aan de jongensschool 2de klasse. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en eerstgenoemd adres mede in handen van de Commissie van Financiënten fine van bericht en raad. De Voorzitter. Ik heb~de eer nog mede te deelen dat bij de openbare aanbesteding van het leggen van een hardsteenen plateau en het plaatsen van een ijzeren hek bij het monument van Boerhaave de minste inschrijving circa ƒ40 meer heeft bedragen dan de geraamde som van ƒ750 dat Burgemeester en Wethouders gemeend hebben met het oog op dit gering verschilhet werk te moeten gunnen te meer nu bij de verhooging van de prijzen der materialen eene hoogcre inschrijving te wachten ware geweest, terwijl Burgemeester en Wethouders te minder tegen de gunning bezwaar hebben gevonden, nu voor de verbouwing van de Lakenhal voor een aan zienlijk minder bedrag, dan op de begrooting was uitgetrokkenis ingeschreven dat op 15 Maart jl. de laatste verpleegden in het Caecilia-Gasthuis naar het Akademisch Ziekenhuis zijn overgebracht; dat HH. Gecommitteerden tot de Administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen het verlangen hebben te kennen gegeven om door den Baad 1873. te worden gemachtigdde eventueel wegens den verkoop van de bezittingen dier instelling te ontvangen gelden te deponeeren'in de gemeentekas, waar tegen bij het Dagelijksch Bestuur geen bezwaar beslaat. Mitsdien stel ik voor de bedoelde machtiging te verleenen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter. Nog moet ik aan de vergadering mededeelen dat uit de onlangs opgemaakte inschrijvingslijst van de school n°. 1 voor minver mogenden (hoofdonderwijzer Van der Harst) is gebleken dat het aantal leerlingen op 1 April e. k. zal bedragen 616, en dat voor c. 50 leer lingen geen plaats beschikbaar zal wezen; dat na overleg met den school opziener en de hoofdonderwijzers is bepaald dat die leerlingen voorloopig zullen geplaatst worden in een der lokalen van de school n°. 1 vooronver- mogenden (hoofdonderwijzer Van Dijk) en dat met het onderwijs aldaar tijdelijk een hulponderwijzer of onderwijzeres zal moeten worden belast op eene jaar wedde van ƒ300weshalve machtiging wordt verzocht om over bovengenoemd bedrag te beschikken, ten einde tijdelijk in de bestaande behoefte te kunnen voorzien. - De heer Cock. Ik zou willen vragenmijnheer de Voorzitter, of de plaatselijke schoolcommissie over dit voorstel gehoord is. De Voorzitter. Met den schoolopziener en den hoofdonderwijzer zijn wij daaromtrent in overleg getreden bij gelegenheid van bet op gisteren plaats gehad hebbend examen. De heer Cock. De Commissie van Financiën is ook niet gehoord en de zaak staat bovendien niet op de agenda. De Voorzitter. Daarom strekt dan ook de vraag om de zaak nu te behandelen als spoedeischend daar met 1 April de leerlingen op de school komen. Eene vroegere behandeling was niet mogelijkdaar de lijsten ter inschrijving pas gesloten zijn. Het voorstel wordt hierop aangenomenzonder hoofdelijke stemming. Aan de orde is: I. Benoeming van een hulponderwijzer (onderwijzeres) op de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden. (Zie Handd. 12, n°. 44.) De heeren Van Wensen, Hartevelt en De Fremery worden door den Voorzitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 11 stemmen wordt benoemd W. Brouwer; zijnde 2 briefjes in blanco gelaten. II. Verzoek van Dr. J. C. Kist om continuatie als gemeente-geneesheer. (Zie Handd. 12, n°. 46.) Met 12 stemmen wordt de adressant'gecontinueerdzijnde 1 briefje in blanco gelaten. III. Verzoek als voren van Dr. G. Zaalberg. (Zie Handd. 12, n°. 46.) Wordt met 12 stemmen gecontinueerd; zijnde 1 briefje in blanco gelaten. IV. Verzoek van B. Van Velzen, weduwe C. Omvlee, om continuatie als gemeente-vroedvrouw. (Zie Handd. 12, n°. 48.) Wordt met algemeenc stemmen gecontinueerd. V. Verzoek als voren van S. M. Van Iperen. (Zie Handd. 11, n°. 48.) Wordt mede met algemeene stemmen gecontinueerd. VI. Voordracht betrekkelijk den aankoop van instrumenten ten behoeve van het natuurkundig onderwijs op de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der lste klasse voor meisjes. (Zie Handd. 12, n°. 41.) Wordt zonder beraadslaging met 11 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren Cock en Verster. VII. Voordracht betrekkelijk het geneeskundig onderzoek der openbare vrouwen, met een staat van af- en overschrijving op dc begrooting, dienst (Zie Handd. 12, n°. 43.) De Voorzitter. Zooals de heeren gezien hebben, is de meerderheid van de Commissie van Financiën niet eenstemmig met Burgemeester en Wethouders. De Commissie meent te moeten aanraden slechts ƒ150 ten voorschreven einde uit te trekken, terwijl Burgemeester en Wethou ders gemeend hebben ƒ300 te moeten voordragen. Bij de Commissie van Financiën is de vraag gerezen of er termen zijn omwanneer het bedoeld onderzoek aan de stads-heelmeesters werd opgedragen, hun daarenboven nog eene afzonderlijke belooning toe te kennen, en zulks in verband met het geen omtrent die tractementen bij de begrooting over dit jaar is hesproken. Het moge waar zijn dat enkele leden in eene der sectiën meenden dat de tractementen van de stads-heelmeesters in verhouding tot die der stads doctoren te hoog waren, dit gevoelen werd echter ernstig bestreden. Wat overigens de voordracht betreft, hieromtrent moet ik de vergadering mede deelen, dat de stads-heelmeester, die zich bereid had verklaard die taak c. q. te aanvaarden, mij, kort nadat het rapport was rondgedeeld, heeft te kennen gegeven daarvoor niet in aanmerking te willen komen. Gelijke mededeeling is mij van de andere heeren geworden. Dat het beurtelings 13

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 1