De Voobzitter, Ik heb er niet tegen, maar kan verklaren dat ieder, die gehoord is, de directeur, de adjunct-directeur, allen eenstemmig van oordeel waren dat twee het nog een paar jaar kunnen uithoudenmaar een geheel onbruikbaar is. Wordt het voorstel van den heer Goudsmit onder steund Het voorstel wordt door geen der leden ondersteundzoodat het geen onderwerp van beraadslaging kan uitmaken. De Voorzitter. Zoo niemand verder het woord verlangt sluit ik de beraadslagingen en zal ik achtereenvolgens de verschillende deelen van het voorstel van Burgemeester en Wethouders in rondvraag "brengen en wel 1°. te besluiten tot aankoop van eene stoombrandspuit (waartoe reeds in be ginsel is besloten) en van twee kleine brandspuiten. Verlangt hierover nog iemand het woord De heer Eigeman. De Commissie van Financiën heeft de vraag gedaan mijnheer de Voorzitter, of de raming der kosten ad ƒ8000 voor de stoom brandspuit berust op eene opgave van den laatsten tijd, daar de verhoogde prijs van het ijzer zeer zéker invloed er op heelt, dan wel op eene veel vroegere. Gaarne ontvangt zij dienaangaande eenige inlichting. De Voorzitter. Die vraag heeft bij Burgemeester en Wethouders een punt van onderzoek uitgemaaktmaar zij hebben gemeend niet meer te moeten aanvragen, daar de som van ƒ8000 gegrond is op de aanschaffing van een spuit zooals wij meenen te behoeven. De spuitdie wij op het oog hebben, is kleiner dan die in Utrecht en elders, maar toch geheel voldoende aan alle eischen. De heer Stoffels. Wij vertrouwen voor 8000 de stoombrandspuit met al haar toebehooren te kunnen aankoopen. Dit is ons na hernieuwd onder zoek medegedeeld. De heer Bijleveld. Zou ik mogen vragen, mijnheer de, Voorzitterof het uw voornemen isdaar gij over de verschillende deelen van het voorstel afzonderlijk laat stemmenten slotte eene eindstemming over het geheel te doen plaats hebben? De Voorzitter. Dit is mijn voornemen. Hét eerste punt van het voorstel, alsnu in stemming gebracht, wordt aangenomen met 13 tegen 7 stemmen. Tegenstemden: de heeren Van Heukelom Goudsmit, LePoole, Verster EigemanDu Rieu en Hartevelt. Het tweede punt van het voorstel, luidende: »2°. tot oprichting van een gebouw dienende tot bergplaats van de stoomspuit", wordt aangenomen met 19 stemmen tegen 1, die van den heer Le Poole. Het derde punt van het voorstel, luidende: »3°. tot aankoop van eene nieuwe gewone brandspuit overeenkomstig de begrooting voor het loopende jaar", wordt aangenomen met 16 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Heukelom Goudsmit, Verster en Veefkind. Het vierde puntluidende«4tot den openbaren verkoop van een der vier oude brandspuiten, door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen", wordt bij acclamatie aangenomen. Het vijfde punt luidt: »5°. tot verkoop van Inschrijving op het Grootboek voor een bedrag van hoogstens ƒ11000, tot vinding der gelden noodig voor dem aankoop van eene stoomspuit en van twee kleine spuiten voor de oprich ting van de bergplaats en voor de daarmede in verband staande uitgaven onder bepaling dat gedurende tien jaren een tiende gedeelte van het ver bruikt kapitaal telken jarc in de gemeentekas zal worden teruggebracht, hetzij door aankoop van rentegevend kapitaal, hetzij door aflossing van schuld." De heer Cock. Mijnheer de Voorzitter Ik wensch te verklaren dat ik om de aan allen bekende redenen tegen dit deel van het voorstel zal stem men. Dat men scholen en bruggen uit het kapitaal wil oprichten kan ik nog aannemenmaar om daaruit nu brandspuiten aan te koopengaat wat al te ver. In stemming gebracht wordt dit punt aangenomen met 12 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de- heeren EversCock GoudsmitLe Poole Bijleveld Verster, Du Bieu en Hartevelt. Het zesde punt luidt: «6°. aan Burgemeester en Wethouders op te dra gen omin overleg met de Commissie belast met het ontwerpen en herzien der plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeentete zijner tijd eene voordracht in te dienen tot wijziging van de verordening op het brandwezen (Gemeenteblad n°. 14 van 1871), ten einde deze in overeenstemming te brengen met de onderwerpelijke regeling der brand- bluschmiddelen." - 4 De heer Kbantz. Ik wensch nu nog even terug te komen, mijn heer de Voorzitter, op hetgeen ik straks heb gezegd. Het is hier te lande een algemeen gebrek dat men zich met den vorm tevreden stelt, wat ook van toepassing is op onzen directeur van het brandwezendie voor400 alles moet beheeren. Ik hecht veel waarde aan het onderzoek door Burgemeester en Wethouders ingesteld, maar toch kunnen zij niet geacht.worden de personen te zijn om nauwkeurig alles na te gaan. Het is vroeger voor gekomen dat door onvoldoende voorzorgen de slangen waren verteerd en moesten vernieuwd worden. De brandspuiten en ander materieel, in verschil lende lokalen bewaard, vereischen veel toezicht en aangezien de gemeente zich groote uitgaven moet getroostenwensch ik in overweging te geven, om een speciaal persoon aan te stellenbehoorlijk gesalarieerd en verant woordelijk voor alles wat de brandweer betreft. De Voorzitter. Ik geloof dat het het best iszoo bij de behandeling der verordeningen op het brandwezen op de zaak wordt teruggekomen. Burgemeester en Wrethouders. zullen uwen wensch intusschen in overweging nemen. De heer Krantz. Ik wenschte ook slechts dat het in overweging werd genomen bij de wijziging van de verordening op het brandwezen. Het zesde punt wordt alsnu bij acclamatie goedgekeurd en het voorstel in zijn geheel in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 5 stemmen. Tegen stemden: de heeren Van Heukelom, Goudsmit, LePoole, Verster en Hartevelt. XIT. Rekening der dienstdoende schutterij, dienst 1878. (Zie Handd. 10, n#. 36.) Wordt aangenomen met algemeene stemmen. XIII. Voordracht tot afschrijving of resRtutie van plaatselijke directe belasting, dienst 1872. (Zie Handd. 10, n». 34.) Wordt zonder stemming goedgekeurd. XIV. Rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1872. (Zie Handd. 10, n#. 35.) Wordt aangenomen met algemeene stemmen. De Voorzitter. Ik kan de heeren mededeelen dat het rapport omtrent de Bank v§n Leening van de Commissie ad hoe ontvangen is en gedrukt wordt. Ik stel u voor het in handen te stellen van Commissarissen der Bank van Leening ten fine van bericht en raad. Zoo niemand meer het woord verlangt, sluit ik de openbare vergadering, en wensch ik den leden nog eene mededeeling te doen in eene zitting met gesloten deuren. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 4