RANDEN TAN BEN fiEHEENTERAAB TAN LEIBEN. m de .bespreking van ditten fine van advies in onze handen gesteld voorstel hebben wij gemeend het beginsel zelvede aanschaffing vhii eene stoomhrandspuithetwelk bereids door den Haad is aangenomenniet in behandeling le moeten nemen maar ons uit den aard der zaak te moeten bepalen tot bet overwegen van het aanhangig voorstel speciaal uit een financieel oogpunt. 10. ÏXGEKÜHEX STUKKEN ter Inzage van de leden nedcrgelegd. N'. 28*. Leiden, 6 Maart 1873. Ter uitvoering van het raadsbesluit van 8 Februari jI.a»rh j is beslist dat ook in deze gemeente bij de blusscbing vhii eventuëele. branden gebruik zal norden gemaakt vim de toepassing der stoomkrachtbehbeJi Hurgimees ter en W'etliouders, in gevolge het bun opgedragen mandaat, een voorstel aan uwe vergadering ingediend Jpt nadere regeling van liet brandbluscli* materieel en daarbij tevens de middelen aangewezentep einde in de daar mede gepaard gaar.de uitgaven te voorzien. Inmiddels schijnt het niet overbodig, alvorens ter zake advies uit te bren gen hier mede te drelen dat de genomen beslissing niet strookt met het gevoelen van de meerderheid onzer Commissie hoofdzakelijk op grond dat de aanschaffing van eene stoomspuit voor de brandblussching, naar hare overtuiging niet noodig is, en in allen gevalle de daarvan te wachten hulp niet in verhouding staat tot de aanzienlijke kosten. Hadden alzoo de omstandigheden het daarheen geleid dat. de financieels commissie geroepen ware geworden haar oordeel nil te spreken over het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 Januari jl.strekkende om vooralsnog niet tot de aanschaffing van eene stoomspuit over te gaan, maar overeenkomstig de hegrooting van dit jaar tot den aankoop van eene nieuwe gewone spuit te besluiten, dan zoude zij, de meerderheid althans, u hebben geadviseerd de voordracht van het Dagelijksch Bestuur aan te nemen. Nu echter de Baad anders heeft beslist, bestaan er naar het ons voor komt voor onze Commissie allerminst termen om bij de behandeling van de thans aanhangige voordracht de vraag of de aanschaffing van eene stoom spuit al ol niet wenschelijk en noodig moet worden geacht, andermaal ter sprake fca brengen, Met de ipee te aandapht hebhen wij overigens het zesledig voorstel van Burgemeester en Wethouders overwogen, zonder dat bedenkingen van eenig aanbelang daartegen bij pus zijn gerezen, zoodat wij niet aarzelen onze sdhaesie daaraan te heqhten en u alzoo voorstellen conform d e voordracht te besluiten, Bij de bespreking van de geraamde kosten voor aankoop van een stoom spuit deed ziph evenwel dg vraag voor ol de aangevraagde som van 8000 wel voldoende kon worden geacht, aangezien uit de betrekkelijke stukken njet met z< kerln jd is op te maken of bij die raming de tegenwoordige prijs van stiiombrandspuitendan wel die van genige jaren geleden, tot grondslag ja genomen. De aanmerkelijke stijging van den prijs yan liet ijzer in den Jaatsten tijd, waarin vooralsnog geene vermindering valt te be speuren moet wellicht invloed uitoefenen op de te betalen koopsomen niet zonder grond nieenrn wij met liet oog op den in vorige rapporten opgegeven prijs, te mogen betwijfelen of eejie aan alle redelijke eischen beantwoordende spuit op dit oogenblik voor bet geraamd bedrag zal kunne_n worden aangeschaft. Het ware mitsdien wellicht raadzaam, dat, alvorens het bedrag werd vast gesteld, door Burgemeester en Wethouders deswege nadere inlichtingen wer den verstrekt. Mocht zulks evenwel thans nog niet kunnen geschieden, dan schijnt er toch, onzes inziens, geen bezwaar om de gevraagde som toe te staan, aangezien, wanneer later blijkt dat dit bedrag niet voldoende zal zijn, tot den aankoop niet kan worden overgegaanalvorens de Baad eene nadere beslissing zal hebben genomen. De voorgestelde aankoop van twee kleine en van eene nieuwe gewone spuit overeenkomstig de vastgestelde begrooting draagt onze volle goedkeu ring weg. Met het Dagelijksch Bestuur zijn wij van oordcel dat voor eene behoor lijke inrichting van het brandbhisch-materieel zoodanige aanvulling, ook bij het bezit van eene stoomspuit, alles behalve overbodig is, en dat alzoo de noodige gelden daaivoor beschikbaar beliooren te worden gesteld. De oprichting van eene bergplaats is een noodzakelijk gevolg van de aanschaffing eener stoomspuit, waartegen bij ons evenmin bezwaar bestaat als tegen den verkoop van een der oude spuitendie gebleken is niet meer geschikt te wezen voor gebruik. Nu aan den verkoop van inschrijving op het Grootboek door Burgemeester en Wethouders de bepaling wordt verbonden dat bet verkocht kapitaal bin nen een tijdvak van tien jaren in de gemeentekas zal worden teruggebracht, aarzelen wij niet tot de voorgestelde afschrijving te adviseeren. Het doet ons in tegendeel genoegen dat thans een voorstel wordt inge diend geheel in overeenstemming met de zienswijze bij vroegere gelegen heden meermalen door ons verdedigd en waaraan ook uwe vergadering hare goedkeuring heeft gehecht blijkens het besluit van 27 December jl. F.indelijk is in het rapport sprake van het plan van Burgemeester en Wethouders om bij de indiening der begrooting voor het volgend jaar den aankoop var. eene zesde nieuwe brandspuit voor te dragenalsmede van de jaarlijksche kosten vau onderhoud der stoomspuit en voor personeel bij de brandweer ten gevolge van de nieuwe regeling. 1873. Ten aanzien, van deze beide punten vermeenen wij met het uitbrengen van advies te moeien wachten, en ons oordeel daarover te moeten reserveeren, wat den aankoop van de zesde spuit betreft tot lijd en wijle de behandeling der begrootiug aan, de orda ZH' z'.iaangaat de jaarlijksche Ijostep van onderhoud, beloon in gen en premicn enz., tot dat de toegezegde finan- cieele voorstellen, die gedeelttlijk in verband staan met de voorgenomen wijziging der verordening op het brandwezen, zuilen zijn ingediend. <kgn, dqn Gemeenteraad. De Commissie van l'inmicicnenz. N". 30*. Leiden, 6 Maart 1878. De door Burgemeester en Wethoudersnaar aanleiding van het adres van den heer M. Van .Weeren, voorgestelde ruiling van de ir. de rapporten vernielde perceelenheelt hij de Commissie van Financiën tot geene be den kingey aanleiding gegeven, zoodat zij u in overweging geelt dienover eenkomstig te besluiten. Aau den Gemeenteraad, De Commissie van Financiën, enz. JJ*. 31*. Leiden, 6 Maart 1818. De Commissie van Financiën kan zich, na kennisneming van de rappor ten aangaande het adres van den heer A. J. Van Mannekus, ter bebouwing van eene strook grondvcreenigen met de conclusie van Burgemeester eri Wethouders om vooralsnog het aangevraagd terrein niet af te stHan en mede niet over te gaan tot de opruiming van de in het adres bedoelde bopmen. Agn den Gemeenteraad, De Commissie van Financiën r en*, N#. 32*. Leiden, 6 Maart 1873 In onze handen werden gesteld de adressen van C. Van Buhemeri en van A. Westgeest ter bekoming in erfpacht van grond gelegen aan «le Haarlem- niertrekvaartmet de daaromtrent uitgebrachte rapporten van Burgemeester' en Wethouders en de1 Commissie van F'abricage, waarvan de conclusie strekt tot afstand van de gevraagde perceelen aan adressanten in vruchtgebruik met het recht van opstal, zijnde aan eerstgenoemde» adressant reeds vroeger het gebruik preeario en tot wederopzeggens verleend. Burgemeester en Wet houders drelen in hun rapport mede dat zij oorspronkelijk van oordeel waren ■lat verkoop van den grond de voorkeur verdiende boven het in gebruik geven of afstand in vruchtgebruik, opstal of erfpacht, doch dat zij na kennis genomen te hebhen van de bezwaren welke daartegen hij de Com? mi-sie van F'abricage bestaangemeend hebben zich met de oorspronkelijke voordracht dier Commissie te kunnen vereenigem. Het floor Burgemeester en Wethouders geopperd denkbeeld otn de gronden Ran de Haarleiumerlrckvaart gelegen eerder te verkoopen, dan dairop rech ten te vestigen schijnt ook ons wel waard om met ernst te worden pver? wogen. Wanneer de gemeente daaraan geene behoefte heeft dan is de afstand in eigendom tegen een prijs in overeenstemming met de waarde der landprijen in den tegenwoordige» tijd zeker verre te verkiezen boven het bezwaren dier gronde» met een recht, tengevolge waarvan de gemeente ge durende een ruim tijdsverloop alle beschikking daarover verliest tegen eene betrekkelijk geringe bate, voortspruitende uit de geheven wordende recog nitiën. De bezwaren door de Commissie van F'abricage tegen den verkoop aan gevoerd komen ons bovendien niet van overwegend gewicht voor, nu de burgerrechtelijke eigendommen, vroeger in gemeenschappelijk bezit met de gemeente Haarlem, thans zijn gescheiden, en, gelijk Burgemeester en Wethouders opmerkenkanbij belegging van de opbrengst van den ver koop, de afzonderlijke administratie der HaarlemmertreKvaart behouden blijven, wanneer de renten van de belegde kapitalen telken jare in ontvangst werden gebracht. Wij achte» het daarom wenschelijk dat op de adressen thans nog geene definitieve beslissing worde genomenmaar dat bevorens Burgemeester en W ethouders worde» uitgenoodigd in nader overleg te (treden met adressanten ten einde te onderzoeken of deze genegen ziju de hier bedoelde perceelen aan te koopeu tegen een redelijken koopprijs en om bij (1e inededeeling van den uitslag van het ingesteld onderzoekdeswege nadere voorstellen aan uwe vergadering in te dienen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financienenz. N°. 34. Leiden, 20 Februari 1873. Wij hebben de pgr U hierbij over te Jeggpn een Staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagene» in de plaatselijke directe belasting over 1872, dje ju dep loop van dat jaar de gemeente verlieten, mL'1 v(>Pr" stel om aa» die personen gedeeltelijke alschrijving of restitutie te yerleenen, tot een bedrag al? in de 11de kolom van dien staat is aangewezen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden,-23 Februari 1873. De Commissie van Financiën, in wier handen werd gesteld, f,e,n fine vgn berichf en rgadeene lijst van personendie in den loop des vorige» jaars de gemeente verlieten en jn de plaatselijke directe belasting van 1872 waren aangeslagen, beeft ,4c eer u te raden om de door Burgemeester en Wet houders voorgestelde aiscbrijviug en restitutie te verleepen cn wel voor de sommen als in kolom U djer lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk'' bedrag vgn 20,? 7 Aaa den Gemeenteraad- De Commissie van Financienenz- 10

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 1