HANDEIINfiEH VAN DU fiSNSEHTERAAD VAN LEIDEN. 63. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd, Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBI. 75 N°. 245*, 246* 24 f*. Leiden, 24 December 1872. In onze handen werden ten fine van praeadvies gesteld de adressen van 1°. J. J. Werner, om schadeloosstelling ten gevolge van de opheffing zij ner betrekking van leeraar aan de meisjesschool 1ste klasse; 2°. J. Essers, om in het genot te blijven van de hem vroeger verleende toelage van f 50wegens het doen der aanmaningen bedoeld bij de wet van 6 Augustus 1864 (Stbl. n°. 89); en 3°. het Bestuur der Typographische Vereeniging Lourens Jansz. Coster alhier, om het kosteloos gebruik der Stads-Gehoorzaal op 13 Januari e. k. alle vergezeld van de rapporten van Burgemeester en Wethouderswaarvan de conclusie strekt om afwijzend op die adressen te beschikken. Ten aanzien van de beide eerstgenoemde adressen vereenigen wij on9 ge heel met het gevoelen van Burgemeester cn Wethouders en stellen u mits dien voor aan die adressanten, J. J. Werner en J. Essers, te kennen te geven, dat er geen termen bestaan om op hun verzoek gunstig te beschikken. Met het afwijzend rapport aangaande het adres der Typographische Ver eeniging kunnen wij ons althans de meerderheid onzer commissie even wel minder goed vereenigen. Zeer zeker zijn wij met het Dagelijksch Bestuur van oordeel dat het kosteloos gebruik der Gehoorzaal niet dan in uiterst zeldzaam gevallen moet worden verleendmaar het is de vraag of de jaarlijksche bijeenkomst der hier bedoelde vereeniging niet voor eene zoodanige uitzondering in aanmerking behoort te komenen deze vraag meenen wij in toestemmenden zin te moeten beantwoorden. Vooreerst wijzen wij op het feit dat aan de vereeniging steeds van hare oprichting af, telken jare kosteloos van gemeentewege een locaal is verstrekt. Het schijnt wel eenigzins hard om, nu er eene nieuwe zaal gebouwd is, plotseling van die overoude gewoonte af te wijken. Maar bovendien, de Typographische Vereeniging is eene zuiver philan- trophische instelling, wier leden behooren tot den werkmansstand, ten doel hebbende onderlinge hulp bij ziekte en overlijden, terwijl de uitgaven, wel licht met uitzondering van eenige giften van donateurs, uitsluitend bestreden moeten worden uit de opbrengst der contributiën door de leden zeiven bij eengebracht. De jaarlijksche feestelijke bijeenkomst van de leden dezer vereeniging nu kan voorzeker geacht worden dienstbaar te zijn aan haren bloei en eene ondersteuning van gemeentewege, door kosteloos een locaal beschikbaar te stellenzal derhalve op indirecte wijze medewerken om de bereiking van het loffelijk doel te helpen bevorderen. Naar ons oordeel valt alzoo de bedoelde vereeniging alleszins in de termen om ten haren aanzien eene uitzondering te maken op het algemeen geldend beginsel. Te meer bestaat voor eene gunstige beschikking aanleiding nu de toelage van de Commissie voor de Volksvoorlezingen is verhoogdten einde daaruit de zaalhuur te kunnen bestrijden. Al zij het dan ook onder gewijzigden vorm heeft toch deze commissie in werkelijkheid het vrij gebruik der zaal en wij zien geen reden waarom deze inrichting, die reeds eene toelage van gemeentewege ontvangt en voorname lijk door bijdragen van de meer gegoeden in stand wordt gehouden, een voorrecht zoude moeten genieten boven de Typographische Vereeniging, al moge dan ook het doel der Volksvoorlezingen nog zoo zeer zijn te prijzen. Op grond van deze overwegingen aarzelen wij niet u in overweging te geven voor ditmaal het gratis gebruik der zaal te verleenen en het verzoek van adressant alzoo in te willigen. De vrees dat eene gunstige beschikking een minder gewenscht praecedent zou opleveren ten aanzien van andere vereenigingen en dat alsdan dergelijke aanvragen bezwaarlijk zouden kunnen worden afgewezen, achten wij van minder gewicht. Wij twijfelen toch of de redenen die, onzes inziens, pleiten voor eene gunstige beschikking in het onderwerpelijk gevalbij de behandeling van vele dergelijke aanvragen van andere vereenigingen met grond zouden zijn aan te voeren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 251. Leiden, 23 December 1872. De Commissie van bestuur van het Akademisch Ziekenhuis heeft ons be richt dat door omstandigheden onafhankelijk van haren wil, de opening van bet ziekenhuis nietzooals zij aanvankelijk gewenscht hadmet 1 Januarij e. k. kan plaats hebbendoch dat zij hoopt zeer spoedig in de gelegenheid te wezen den juisten dag van opening en opneming der zieken te kunnen mededeelen. Wij hebben onverwijld hiervan kennis gegeven aan de Gecommitteerden tot de Administratie van de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen, met uit- 1878. noodiging omnu de in het Caecilia-Gasthuis verpleegd wordende zieken niet met 1 Januari e. k. naar het ziekenhuis kunnen worden overgebracht het beheer over het Gasthuis voorloopig op den bestaanden voet te willen voortzetten. Inmiddels is met het oog op eene ingebruikstelling van het Akademisch Ziekenhuis in den loop van dit jaar door Gecommitteerden geene begrooting voor den dienst van 1873 vastgesteld en zal hun, ten einde in de bestaande behoeften te kunnen voorziende bevoegdheid moeten worden verleend om over de inkomsten van de Gast- en Leprooshuizen te beschikken. In overleg en in overeenstemming met Gecommitteerden voornoemd, stel len wij uwe vergadering mitsdien voor, dezen te machtigen om het door hen gevoerd beheer op den bestaanden voet voorloopig te blijven uitoefenen, totdat de opheffing der administratie zal kunnen plaats hebben en om de daarvoor noodige uitgaven te bestrijden uit de inkomsten der administratie, overeenkomstig de voor het loopende jaar goedgekeurde begrootingmet verplichting om na afloop van hun beheer daarvan rekening en verantwoor ding aan den Baad af te leggen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 24 December 1872. Blijkens nevensgevoegd rapport stellen Burgemeester en Wethouders voor om Gecommitteerden tot de Administratie der Vereenigde Gast- eu Leproos huizen te machtigen tot het doen van de noodige uitgaventen einde voor loopig in den dienst te kunnen voorzien. Nu het blijkt dat de zieken nog gedurende eenigen tijd in het Caecilia- Gasthuis zullen moeten verblijven, behooren natuurlijk Gecommitteerden in staat te worden gesteld om bun beheer op de gewone wijze te blijven uit oefenen. Wij betwijfelen echter of de Baad wel bevoegd kan worden geacht eene zoodanige algemeene machtiging tot uitgaven, als wordtvoorgesteld, te verleenen, zonder dat eene begrooting voor die instelling is vastgesteld en goedgekeurden wij achten het daarom voorzichtigheidshalve raadzamer dat de begrooting der Gasthuizen voor het jaar 1872 vastgesteld worde van kracht verklaard voor bet volgend jaartot tijd en wijle Gecommitteerden op eene nieuwe of suppletoire begrooting de goedkeuring van den Baad zul len hebben verkregen. Behoudens deze wijziging kunnen wij ons met het voorstel vereenigen en geren u alzoo in overweging in bovenbedoelden zin te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1