HANDELINGEN TAN DEN GEKENTERAAD TAN LIIIIIN.
INGEKOMEN STUKKEN
ter inzage van de leden nedergelegd.
N®. 1. Leiden, 18 December 1872.
De ondergeteekendehulponderwijzer 1° kl. aan de 1® openb. school voor
m. u. 1. o.neemt bij dezen de vrijheid u te verzoeken hem tegen 1° Febr.
1873 eervol ontslag uit genoemde betrekking te verleenen.
Aan den Baad dezer gemeente. J. C. Boeser.
Leiden, 23 December 1872.
Blijkens het hierbij gevoegd adres verzoekt Johannes Christiaan Boeser,
een eervol ontslag tegen 1° Februari 1873, als hulponderwijzer der 1® klasse
aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1® klasse,
voor jongens.
Wij hebben de eer u hierbij over te leggen het daarop ingewonnen advies
van den hoofdonderwijzer der betrokken school, waarmede wij ons vereeni
gen. Wij nemen alzoo de vrijheid u dienovereenkomstig te raden, den
adressantdie ingevolge de laatst vastgestelde verordeningen den titel van
onderwijzer der le klasse draagt, als zoodanig het gevraagd ontslag tegen
opgemeld tijdstip eervol te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Bnrgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 20 December 1872.
De ondergeteekende heeft de eer u te berichtendat er bij hem geen
bezwaar bestaat, om den Heer J. C. Boeser tegen 1 Februari 1873 een
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van hulponderwijzer.
De hoofdonderwijzer der openbare school voor meer
uitgebreid lager onderwijs der 1® klasse, voor jongens,
Aan HH. Bnrgemeester en Wethouders G. Japikse.
dezer Gemeente.
N®. 2. Leiden, 4 Januari 1873.
Wij hebben de eer uwe vergadering hiernevens ter vaststelling aan te
bieden twee suppletoire staten van begrooting, dienst 1872, de eene in
ontvangst wegens den afkoop door het Kijk van eenige grond- en losrenten
gevestigd op tot de Akademie behoorende gebouwen en gronden zijnde de,
door ons Collegie en HH. Curatoren der Hoogesohool alhier ter zake ge
sloten overeenkomst, thans door Z. E. den Minister van Binnenlandsche
Zaken goedgekeurdde andere in ontvangst en uitgaaf, wegens den open
baren verkoop van een der beide kruittorens voor afbraak en de herstelling
van den tweeden kruittoren.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
[Bij deze staten wordt voorgesteld: 1°. aan hoofdstuk V, volgnommer
41 kvan de begrooting dienst 1872, Afkoop van grondrenten, tienden
enz., in ontvangst toe te voegen de som van f 146.17|, wegens den af
koop door het Kijk van grond- en losrenten, gevestigd op eenige tot de
akademie behoorende gronden en gebouwenkrachtens raadsbesluit van
4 Mei 1872, goedgekeurd door Gedep. Staten van Zuid-Holland den 8 Juli
daaraanvolgende;; 2°. aan hoofdstuk Y, volgnommer 41 van dezelfde be-
grooting, Opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen, van boo-
men enz., in ontvangst toe te voegen 309, als opbrengst van den open
baren verkoop van den kruittoren genaamd Oostenrijk, ingevolge raadsbe
sluit van 29 Juni 1871, goedgekeurd door Gedep. Staten van Zuid-Holland
den 18 Juli daaraanvolgende, G. S.n°. 40; en hoofdstuk III, volgnommer
83, Onderhoud van huizen, torens enz., in uitgaaf te verhoogen met ƒ309,
overgebracht op dit art. tot herstelling van den^tweeden kruittorengenaamd
Bourgogne, ingevolge raadsbesluit van 29 Juni 1871.]
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de door
Burgemeester en Wethouders ingediende suppletoire staten van begrooting,
dienst 1872, en geeft derhalve in overweging tot de vaststelling daarvan
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N#. 3.
De ondergeteekende verlangt haar ontslag met Januari 1873, als bestuur-
deresse van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden.
Leiden, 11 December 1872. Wed. G. H. FabiüsA. Ledeboer.
Leiden, 2 Januari 1873.
Wij hebben de eer u hierbij over te leggen een adres van Mevrouw de
weduwe G. H. Fabius, geb. A. Ledeboer, strekkende ter bekoming van
ontslag als regentesse van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis
alhier; alsmede het daaromtrent door ons ingewonnen advies van het Bestuur
dier instelling, waarmede wij ons verèenigen.
Wij nemen alzoo de vrijheid u dienovereenkomstig te raden, de adres
sante het gevraagd ontslag eervol te verleenen, onder dankbetuiging voor
de door haar in die betrekking bewezene diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
1873.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
In antwoord op uwe vraag om advies omtrent het door Mevr. Fabius,
geb. Ledeboer, gevraagde ontslag als regentesse van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis, hebben wij de eer te berigten:
dat wij het besluit van Mevrouw Fabius betreuren doch eerbiedigen en
adviseren het gevraagde ontslag eervol te verleenen.
Namens het Bestuur van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis,
Leiden, 30 December 1872. J. J. Prins, Voorzitter.
J. E. van Itebson JAz., fungd Sec*.
N°. 4.
De ondergeteekende C. Boekesteyn, wonende op het Studentenpadn®. 99,
verzoekt aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leidenvergunning
tot het leggen eener brug tot toegang zijner in aanbouw zijnde woning,
gelegen naast het perceel door hem bewoond, waarvan de in exploitatie-
treding zal plaats hebben tegen Mei 1873.
Zoeterwoude, 25 November 1872. C. Boekesteyn.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Leiden, 27 December 1872.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer u te berichten dat zij zich
vereenigen kunnen met het rapport door de Commissie van Fabricage uit
gebracht op het adres van C. Boekesteyn, daarbij verzoekende om eene
brug te mogen doen leggen over de sloot naar zijne woning, aan het jaag
pad tusschen het Haagsche veer en de Wouterenbrug onder de gemeente
Zoeterwoude.
Zij nemen mitsdien de vrijheid u te raden des adressants verzoek in te
willigen, mits de brug gelegd worde op aanwijzing van den gemeente
architect en tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van een gulden,
ten behoeve dezer gemeente.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 11 December 1872.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van C. Boeke
steyn te berichtendat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging
van het gedaan verzoek, om tot toegang naar zijne in aanbouw zijnde wo-
niug aan het jaagpad, tusschen het Haagsche veer en de Wouterenbrug, on
der de gemeente Zoeterwoudeeene brug te leggen over de aldaar liggende
sloot aan de gemeente Leiden toebehoorendemits dit geschiede op san-
wijking van den gemeente-architect en tegen betaling eener recognitie van
f 1 'sjaars, ten behoeve der gemeente.
Aan HH. Burgemeester en Wethouders. De Commissie van Fabricageenz.
N®. 5. Leiden, 9 Januari 1873.
De Commissie van Fabricage heeft ons medegedeeld dat het bij de
jaarlijksche opneming van den toestand der boomen langs de straten en
grachtenwegen en singels dezer gemeente en van houtgewas op de plant
soenen en jaagpaden is gebleken dat een aantal van circa 141 doode of
wanstaltig groeiende boomen moeten worden gerooid, en dat verder tot den
verkoop zal kunnen worden overgegaan van hakhout op de plantsoenen eu
op het Haarlemmertrekpadalsmede van twee oude onbruikbare straatma-
kersschuitenbrandemmersbrandlantaarnen en rommeling aan de stads-
timmerwerf.
Wij stellen uwe vergadering dientengevolge voor om te besluiten tot den
openbaren verkoop van de bovenbedoelde boomen, vermeld op de nevens-
gevoegde lijst, alsmede van het hakhout en de overige bovenvermelde voor
werpen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 10 Januari 1373.
Tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot den openbaren
verkoop van de boomen, vermeld op de overgelegde lijst, alsmede van het
hakhout en de verder genoemde voorwerpen, bestaat bij de Commissie
van Financiën geene bedenking.
Zij raadt u derhalve dienovereenkomstig te besluiten.
Aan den Gementeraad. De Commissie van Financiën, enz.
■N ®- Leiden, 6 Januari 1873.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering hierbij over te leggen twee mis
sives van de Commissie belast met het ontwerpen en herzien der plaatse
lijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeente, dd. 16 en
28 December jl.de eerste strekkende tot aanvulling van het reglement
op het beheer en bestuur der stedelijke gasfabriek (Gemeenteblad n°. 1
van 1858) en van de instructie voor den gemeente-architect (Gemeenteblad
n°. 7 van 1862), naar aanleiding van het verhandelde in de Raadsvergade
ring van 12 December jl.; de tweede strekkende tot wijziging van art. 2
van bovengenoemd reglement en van art. 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van het collegie van Burgemeester en Wethouders
(Gemeenteblad n°. 4 van 1852).
1