HANBEUNGEN TAD DEM GEMEENTERAAD TAN LEIDEN INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage ran de leden ncdergelegd. N°. 293*. Leiden, 14 December 1872. Wij hebben met de meeste belangstelling kennis genomen van het bij besluit van 12 December jl. ten fine van praeadvies in onze banden gesteld voorstel van Burgemeester en Wethouders, met bijbehooreude stukken, betrekkelijk de oprichting van een nieuw locaal voor de school n°. 2 voor minvermogenden op het terrein van de Baaihal. Vermits blijkens de stukken zoowel de plaatselijke schoolcommissie als de overige betrokken autoriteiten hare goedkeuring aan het plan hebben ge schonken en wij dus mogen uitgaan van de onderstelling dat de aanzien lijke uitgave welke gevraagd wordt, onmisbaar is voor eene voldoende regeling van het openbaar onderwijs, maken ook wij geen bezwaar u in overweging te geven het voorstel vun Burgemeester en Wethouders aan te nemen albans wat de drie eerste punten betreft, als: de oprichting van het school gebouw op het terrein van de Baaihal, de tijdelijke verplaatsing van'de thans aldaar opgenomen leerlingen naar een ander door het Dagelijksch Bestuur aan te wijzen locaal en de inrichting van het schoollocaal op de Oude Vest tot bewaarschool, wanneer eerstbedoeld schoolgebouw gereed zal zijn. Met het door Burgemeester en Wethouders in de vierde plaats gedaan voorstel, om de noodige gelden te vinden door verkoop van Inschrijving op het Grootboek, kunnen wij ons evenwel minder goed vereenigenen dit om meer dan één reden. In de eerste plaats vestigen wij de aandacht op het in uwe vergadering van 18 November jl. genomen besluit om voor een bedrag van f 250.001) deel ta nemen in de geldleeoing ten behoeve van den aan te leggen spoor weg LeidenWoerden. Het ten name van deze gemeente op het Grootboek ingeschreven kapitaal zal reeds niet voldoende zijn omwanneer aan het plan tot aanleg van bedoelden spoorweg gevolg wordt gegevenbet bovengenoemd bedrag geheel op te brengen. Wij wensehen daarom het nog beschikbaar kapitaal geheel voor dat doel te bewarenniet alleen omdat het voor eene punlieke admi nistratie weinig eigenaardig isgeld op te nemen voor aankoop van schuld brieven, maar ook omdat wij in den spoorweg zien een altijd blijvend rente- gevend kapitaal, waartegen wij, zonder aan de belangen der toekomst te kort te doen, een ander rentegevend kapitaal voor altijd mogen opofferen. Moet het grootste deel der inschrijving voor den spoorweg door middel van eene leening gevonden wordendat wil zeggenop eene wijze welke de gemeente verplicht binnen betrekkelijk weinige jaren bet geheele kapitaal weer op te brengen, dan zal alleen het levend geslacht door den aanleg worden gedrukt en de toekomst niets tot dien last bijdragen. Wij wensehen het blijvende voordeel van den spoorweg te koopeu met eene kleine blijvende opoffering van rente, en dat doel is alleen dan to be reiken, wanneer wij tot kwijting van onze inschrijving de schuldbrieven ver- koopenwelke nu nog aan de gemeente toebehooren. Maar in de tweede plaats zijn wij in het onderwerpelijk geval tegen ver koop van inschrijving, om de redenen in ons rapport over de begrooting, dienst 1873, ontwikkeld en in de vergadering van 24 October jl. breedvoe rig toegelicht. Wel is waar mocht het voorsteldat wij toen naar aanleiding der hier bedoelde overwegingen aan het oordeel uwer vergadering onderwierpen har8 goedkeuring niet wegdragenmaar niettemin wensehen wjj aan het beginsel in dat voorstel opgesloten onveranderlijk vast te houden, omdat het naar onze innige overtuiging overeenstemt met de eischen van een goed financieel beleid. Van het hesiuit om voor het bouwen van scholen of dergelijke publieke werken het kapitaal der gemeente voor altijd te vernietigen willen wij nu en nooit de verantwoordelijkheid dragen en zoo lang de Commissie van Fi nanciën blijft zamengesteld als nuzal zij daartoe dus ook nimmer mede werken. De redenen waarop deze onze overtuiging steuutzullen na het vroeger behandelde wel' geen breede toelichting meer behoeven. Wanneer de kosten noodig voor den aanleg van de nieuwe schoolover eenkomstig het voorstd van Burgemeester en Wethoudersmoesten worden bestreden door verkoop van inschrijving, dan zoude, in verband met de zoo straks vermelde beslissing uwer vergadering, wederom een blijvend kapitaal vervangen worden door een dat successievelijk in waarde vermindert en eindelijk wordt vernietigd, terwijl het, hoe nuttig ook besteed, in elk geval geen rente afwerpt, maar veeleer omgekeerd jaarlijksche kosten van onderhoud vergt. Al deze bezwaren worden vermeden wanneer men besluit in de vereischte uitgaven te voorzien door het aangaan van eene geldlee ning als wanneer op de begooting jaarlijks eene som moet worden ge bracht, zoowel tof betaling van de rente der leening als van eene succes sieve aflossing van het kapitaalten gevolge waarvan de gemeente na verloop van 20 a 30 jaren tot den vorigen toestand op financieel gebied zal zijn teruggekeerd. Mocht, uwe vergadering zich met ons gevoelen in deze kunnen vereeni gen dan stellen wij u tevens voor te besluiten dat ook de uitgaven noodig voor de oplichting van de Tusschenschool en voor de inrichting van het schoollocaal op de Oude Vest tot bewaarschool, zullen worden bestreden uit de opbrengst van de geldleening welke moet worden aangegaan en alzoo terug te komen op de beslissing bij de vaststelling der begrooting voor 1872 genomenom de voor het bouwen der Tusschenschool geraamde som van f IT0O0 te vinden door verkoop van inschrijving. 18t». Hoe groot de som is die voor de drie genoemde wefken té éathen zal j noodig wezen, kannen wij natuurlijk thans niet opgeven, nu de plaats nog niet is aangewezen waar de Tusschenschool zal verrijzen en evenmin eene begrooting is opgemaakt voor de verbouwing van het schoollocaal op de J Oude Vest, maar zeer Waarschijnlijk zal die som in elk geval het bedrag I van f 75000 niet te boven gaan. 1 Wij stellen u derhalve voor om, met aanneming van de drie eerste pun- I ten van de voordracht van Burgemeester en Wethouders, dat collegie td machtigen tot het aangaan van eene geldleening bij inschrijving, welke de som van ƒ75000 niet te boven gaat, en het uit te noodigen te zijner tijd een suppletoiren staat van begrooting, dienst 1873, ter vaststelling aan ta bieden. Dat de geldleening niet ondersbands gegundmaar aan deö minst eischende worde toegewezen is eene voorwaarde op welke wij prijs stel len. Het zal toch wel geen betoog behoeven dat het noodige kapitaal op voor de gemeente meest voordeelige wijze zal worden verkregenwanneer ook hier de gelegenheid tot vrije mededingiug worde opengesteld. Ten slotte meenen wij bij deze gelegenheid met den meesten nadruk den wensch te moeten uitspreken dat aan het reeds ten vorigen jare genomen besluit tot oprichting van de Tusschenschool, waaraan ten gevolge van de overbevolking der beide scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse, de behoefte zich steeds meer en meer dóet gevóelen, Zoo spoe dig mogelijk uitvoering moge worden gegeven. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N®. 235. Leiden, 19 November 1872. Aan den Edel-Aolubaren Raad der gemeente Leiden. Geven met den meesten eerbied te kennen de firma P. Schouten en /Joon van beroep mandenmakers, wonende te Leiden afin den Ouden Rijn, wijk 7 n®. 290. Dat zij veel ongerief voor de uitoefening van hun vak en niet zelden veel schade moeten ondervindenaangezien zij geene geschikte plaats hebben om hunne teenen te kunnen doen weekenen daardoor menigmaalzoo door baldadige jongens als ook door schippers, van hun hout wegraaktwaardoor zij dikwijls op eene schade van p.m. een gulden 's weeks kunnen rekenen dat zij hierin geheel zouden gebaat kunnen worden indien zij het voor recht mochten genieten een vlotje, even als dat voor de ververij van den heer Koppeschaar, doch in veel kleinere mate, voor hunne woning in den Ouden Rijn te mogen doen plaatsenten einde daaronder hun hout te leg gen en te doen weeken. Redenen waarom zij beleefdelijk de vrijheid nemen zich tót UEd. Achtb. te wenden, met het eerbiedig verzoek het UEd. Achtb. goedgunstig moge behagen hen toestemming te willen verleenen tot het doen leggen in ge noemde plaats, van een drijvend of los vlot, zonder palen, in het water, lang 2,5 en breed 1,6 meter, met kettingen aan den wal bevestigd, en wel zoodanig, dat het ten allen tijde, wanneer zulks moóht worden gevorderd, zoude kunnen weggenomen en verplaatst wordenin aanmerking nemende zij daardoor veel voordeel en gemak in de uitoefening van hun beroep zoti- den mogen ondervinden. 't Welk doende, P. Schouten én Zoon. Leiden, 9 December 1872. Wij hebben de eer u te berichten dat wij ons vereenigen kunnen met het advies door de Commissie van Fabricage uitgebracht op het verzoek van P. Schouten Zoon, mandenmakers alhier, waarbij zij vergunning vragen om een vlotje te doen leggen in den Ouden Rijn voor hun huis n®. 85. Onder overlegging van dat advies, nemen wij de vrijheid u dienovereen komstig te radenhet verzoek der adressanten voor geene gunstige beschou wing vatbaar te achten en bet alzoo te wijzen van de hand. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 4 December 1872. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. Schou- ton Zoon te berichtendat het leggen van een spoelvlotje in den Ouden- Rijn, vóór hun huis, tusschen de Uiterste gracht en de Vestestraatwijk 7 n°. 290 (straatn0. 85), zeer hinderlijk zou zijn voor de scheepvaart bij de doorvaart van de beweegbare ijzeren brug, en dat tot het doen weeken van teenen dezelfde w'ïjze van gebruik der gracht zou kunnen en moeten dienen als waarop dit door andere mandenmakers geschiedtzoodat de Com missie meent te moeten aanraden op het daartoe betrekkelijk verzoek- afwij zend te beschikken. Aan HH. Burgemeester en De Commissie van Fabricage, enz. Wethouders. N®. 236. Leiden, 7 November 1872. Aan den Edel-Achtbaren Raad der gemeente Leiden. Edel-Achtbare Heeren, OndergeteekendeW. Hoogenstraatenwonende aan de Steenschnur, wijk 3, n". 710, neemt de vrijheid zich beleefdelijk tot UEd. Achtbaren fe wendenmet verzoek vergunning te mogen ontvangen eene ioozing in da Kerksteeg te doen uitloopen in het stads riuol. Hopende dit zijn verzoek gunstig zal worden geadviseerd. 't Welk doende, W. Hoo6BN9TRAATEX. 73

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1