De Voorzitter. I» de kolom der uitgaven voor 1872 staat ƒ2000, djt moet zijn ƒ4000. Hierdoor lost zicli de opmerking,, in het rapport der Commissie van Financiën gemaakt, gemakkelijk op. 2000 was de primi tief .uitgetrokken somwelke later bij raadsbesluit nog met 2000 is verhoogd. No. 86 vcordi goedgekeurd. No. 87. Dempen van grachten ƒ17400. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben ia hua antwoord op hel verslag te kennen gegeven dat zij, naar aanleiding van nadere bespre kingen met bet oog op du daarstelling van een station van den spoorweg Leiden—Woerdende som voorloopig wensclren te doen voarvallen. Want gaat het plan door, dan zal er meer bouwterrein beschikbaar kermen. De Commissie van Financiën heeft tevens bet volgend voorstel gedaan: 1°. te verklaren dat de Raad bereid is het bebouwen van de Ruïne op nader te bepalen voorwaarden, ën met inachtneming van de voorschriften, welke te dien aanzien zullen worden gemaakttoe te staan 2°. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een plan van bebouwing aan den Baad voor te leggen. Verlangt iemand het woord over het le gedeelte van het voorstel van de Commissie van Financiën? Zoo niet, dan zal ik dat in stemming brengen. Het eerste gedeelte van het voorstel van de Commissie van Financiën wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen met 21 tegen 4 stemmen. Tegen stemdem; de heeren CookVerster, Van Puttkaminer en de Voorzitter. De Voorzitter. Dan open ik du de beraadslagingen over bet tweede ge deelte van het voorstel: «Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een plan van bebouwing aan den Baad voor te leggen." Burgemeester en Wet houders wenschten liever niet aan dit voorstel gebonden te zijn en meenen dat het overweging nou verdienen dat het voorstel luidde: «Burgemeesteren Wethouders uit te noodigen nadere voorstellen daaromtrent aan den Baad te doen." Het kan toch zijn wut hebben dat ook van andere zijde een plan worde ingezonden en door Burgemeester en Wethouders beoordeeld. De heer Buys. Ik kan niet ontveinzen dat ik het zou betreuren, zoo dit gedeelte van het voorstel der Commissie van Financiën niet werd aangeno men. Ik vrees dat het gevolg der niet-aanneming zal zijn dat de zaak niet spoedig tot stand komt. Om het aan particulieren over te laten met een plan van bebouwing voor den dag te komenvind ik niet geraden ook omdat wij dan van die particulieren afhangenwat betreft den tijd waarop zij hunne voorstellen doen zullen. Veel beter acht ik het daarom dat de Raad worde voorgelicht door het collegie van Burgemeester en Wet houders en de Commissie van Fabricage; dat deze voorstellen doen en dat de Raad de wijze van bebouwing en de voorwaardenwaarop de grond te erlangen is, vaststellen. Particulieren weten dan vooraf, waaraan zij zich te houden hebben. In de eerste plaats moeten wij dus zeiven een plan gereed hebben, om dan later te kannen nagaan of de voorstellen van particulieren al of niet met dat plan strooken. Ik persisteer dus bij het voorstel om te bepalen dat de vaststelling van het bouwplan uitga van den Gemeenteraad zeiven. De Voorzitter. Men moet volstrekt niet in hetgeen ik daar straks aanvoerde de strekking meenen te zien om de zaak uit te stellen. Dat is in de verste verte de bedoeling niet. Nu het voorstel is aangenomen, zullen Burgemeester en Wethouders er het noodige gevolg aan geven. Maar wat ik daar straks in liet midden bracht, was ook met het oog op het adres bij uwe vergadering ingekomen om de Ruïne te bebouwen. Wellicht zou adressant wel plannen deswege willen inzenden. Daarom zon ik ge- wenscht hebben dat er gesproken werd in het voorstel van«nadere voor stellen." De heer Buys. Ik weet niet of eed verzoek van eenig particulier, om voor zich de geheelc Ruïne ter bebouwing te mogen innemenwel zoo ge makkelijk bij den Raad ingang zal vinden. Ik zon meenen datwat de wijze van bebouwing betreft, wij de beslissing aan ons moeten houden en die niet aan anderen afstaan. Dq Voorzitter. Gemeen overleg zal plaats hebben, maar evenzeer zou ecne bouwvereeniging plannen aan den Raad kunnen indienen. De heer Stoffels. Ik kan mij wel vereenigen met het voorstel dat Burgemeester en Wethouders vaststellen het plan en de wijze, waarop de bebou wing zal geschieden. Er ligt reeds een plan gereedjnaar het dient her zien te worden en rijpelijk te worden overwogen door de Commissie van Fabricage. Men moet daarbij in het oog houden dat wij een deel van het terrein moeten hebben voor eene schoolwaarvoor nadere plannen zullen worden ingediend. De heer Goudsmit. Ik stel mij de zaak zoo voor. Burgemeester en Wethouders geven geen plan, dan na in overleg te zijn getreden met ver schillende personen; zij verklaren dan of zij daaraan adhaereeren of niet. Zoo ja, dan wordt het een voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter. Dat zou kunnenmaar er is nog eene andere quaestie die domineert. Zoo men begint met de bebouwing van de Ruïne, heeft dit grooten invloed op de geheele buurt in den omtrek. Ik zou bet daarom niet onwenschelijk achten dat er b. v. een prijsvraag werd uitgeschreven. De beer Dercksen. In sommige gevallen is bet zeer moeilijk te bepalen of men met eene beschouwing te vroeg of te laat komt Maar daar ik in elk geval het eerste beter vind dan het laatstebreng ik nu reeds iets in bet middendat welHcht eerst later behoorde besproken te worden. Ik zou namelijk in overweging willen gevenzonder daarvan echter een bepaald voorstel te makenomindien Burgemeester en Wethouders den Raad een plan van bebouwing mochten voorleggen dit niet het denkbeeld te doen uitsluitenvanmet inachtneming van dat planden grond in openbare veiling te brengen en ieder dus een deel er van ter bebouwing af te staannaar de wetten der mededinging. Ik zeg dit met het oog op hetgeen er gedaan is bij den afstand van grond ter bebouwing aan de Witte-poort. Toen beeft het algemeen verwondering gebaard dat die bouw grond kosteloos is afgestaan, en niet aan de publieke concurrentie is prijs gegeven. Dit is het wat ik dus nu reeds in overweging geef, hoewel het misschien niet aan de orde is. De Voorzitter. Het voorstel der Commissie ven Financiën stib 1° bedoelde de bebouwing «op nader te bepalen voorwaarden." Nu meen ik dat bet daarmede in overeenstemming ware, als men in het tweede gedeelte sprak van «nadere voorstellen." Het voorstel tochdat Burgemeester en Wethouders zullen te doea hebbenbetreft niet alleen bet plan van bebou wing. In de eerste plaats komt daarbij in aanmerking de vraag: zal de grond gratis worden afgestaan; zoo neen, hoe zal dan het tarief zijn? Verder: zal het aan één persoon woeden afgestaan, of aan meer? In één woord, ons voorstel zal verschillende punten moeten bevatten, behalve bet eigenlijke plan. Daarom herhaal ikzou bet niet beter zijn ie spreken van «nadere voor- Stallen" dan alleen van «een plan van bebouwing?" Het is Burgemeester en Wethouders volstrekt niet te doea om de zaak uit te stellen. Er is nu eens besloten dat de bebouwing zal plaats hebben. Nu zullen Burgemeester en Wethouders ook handelen. Een uitgebreiden last vinden zij (Verkieselijk boven den meer beperkten om een bouwplan aan den Raad over te leggen. De heer Dercksen. Ik zou de zaak niet hebben aangeroerd, zoo ik niet gemeend had den naam van één toekomstigen eigenaar te hooren uitspreken. De heer Buys. Nu ik beter uwe bedoeling begrijp, mijnheer de Voor zitter, heb ik er geen bezwaar meer in mij daarbij neer te leggen en dus in het voorstel te spreken van «nadere voorstellen". Ik vieesde dat het voornemen bestond de plannen van particulieren af te wachten, Nu ik hoor dat dit niet het geval is, vind ik uw voorstel voortreffelijk. De Voorzitter. Ik breng nu in stemming het tweede gedeelte van het voorstel der Commissie van Financiënthans luidende«Burgemeester en Wet houders uit te noodigen daaromtrent nadere voorstellen aan den Raad te doen." Dit voorstelin stemming gebrachtwordt met algemeene stemmen aan genomen. De heer Driessen. In het antwoord van Burgemeester en Wethouders op bet verslag der sectiën spreken zij van voorloopig bestaande plannen omtrent de aansluiting van den ontworpen spoorweg LeidenWoerden aan den Hollandsehen spoorweg. Zoudt gij ook in staat zijn, mijnheer de Voorzitter, daaromtrent iets mede te deelen? I)e Voorzitter. Het is nog niet zoover om daaromtrent reeds nu iets bepaalds te kunnen mededeelen. Wel zijn er opmetingen gedaan en hebben er conté renden plaats gehad met de concessionarissen. Er is ook een plan ontworpen. In grove trekken kan ik wel zeggen dat het denkbeeld bestaat den singel gedeeltelijk te dempen en daar het station te plaatsen. Aan het bezwaar dat Rijnland's boezem verkleind zou worden ik meen dat ik reeds nu te dien opzichte bij enkele leden een bedenkelijk gezicht Zie kan worden te gemoet gekomendaar, wanneer de singel gedempt zal wor den, de concessionarissen hetzelfde volume water terug zullen geven langs den aan te leggen spoorweg. De heer Cock. Moet ik het woord «concessionarissen" letterlijk opvat ten, of is uwe bedoeling de aanvankelijke aanvragers der concessie, mijn heer de Voorzitter? De Voorzitter, Mijne bedoeling was natuurlijk de voorloopige conces sionarissen. De heer Driessen. Ik dank a, mijnbeer de Voorzitter, voor de gegeven inlichting. No. 87 wordt hierna goedgekeurd. Hooldstuk II, in stemming gebracht, wordt aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk III. Kosten voor eigendommen welke de gemeente naar HÉT BURGERLIJK RECHT BEZIT, MET DE DESWEGE VERSCHULDIGDE LASTEN. No. 88. Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelijken ƒ5950. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor den post sub 3°. onder dit n°. voorkomende, namelijk: «herstellen en verven van den klokkentoren der St. Pancras- of Hooglandsche kerk, 850" te royeeren, ten einde in oveZleg te treden met de Gemeente-Commissie der Ned. Herv. gemeente alhier ter zake van eene overdracht van dien klokketoren. In stemming gebracht wordt deze wijziging met algemeene stemmen aan genomen. De heer Hartevelt. Bij dit nommer heeft de Commissie van Financiën ook nog inlichtingen gevraagd omtrent de uitgetrokken som van 360 voor verbetering der privaten en pompen aan het logement den Burg. Burge meester en Wethouders hebben geantwoorddat de kosten ton nauwste zijn berekend. Ik wenschte daaromtrent nog wel eenige meerdere inlichting. De heer Stoffels. Het geldt hier een nog al belangrijk werk. Br moet onder den Burg worilen doorgegravennieuwe kranen eti pijpen moeten worden aangebracht. Ik zou met de heeren op den Burg zeiven moeten zijn om alles duidelijker te makenen het werk aan te wijzen. De heer Hartevelt. Ik ben nu voldoende ingelicht door den Wethou der van Fabricage. In de memorie van toelichting was daarvan niets te vinden. De heer Van Out eren. Ik geloof dat de heer Hartevelt bedoelt het vijfde onderdeel. Op bet vierde: kranen aan de fontein, is geen aanmer king gemaakt. De heer Stoffels. Juist. Onderdeel 5 betreft het afbreken van een gang naar een privaat in het logement den Burg. Dat moet vernieuwd worden. Ik zou de teekening hier moeten hebben om het duidelijk te maken. Maar de heeren kennen den Burg. Daar waar men in de groote zaal de trap op gaat begint aan den linkerkant de geheel slechte toestand der riolen en die eindigt aan den buitenkant in dc straat. Dat is dus een heel eind. Wel een werk dat ƒ360 kan kosten. No. 88 wordt hierop goedgekeurd. Nos. 8993 worden aldus goedgekeurd: Dag- en weekgelden der werk lieden en bedienden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kosten der fabricage ƒ14000; Grondlasten en personeele lasten wegens huizen en lan derijen alsmede patentrechten van schuiten ƒ1300; Dijk- en polderlasten ƒ265; Kosten ter zake van het innen van renten wegens inschrijvingen op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 6