Geheel anders is het evenwel ten opzichte van den post n°. 129, ik blijf het er voor houden dat daarop aanmerkelijk kan bezuinigd worden. De heer Le Poole. De Gedeputeerde Staten hebben bij de nota van aanmerkingen op de rekening der gemeente Leiden van 1870 bemerkt dat advertentiekostenverschotten bij vergelijkend examen, reiskosten, niet te huis behooren onder het artikel: //kosten van schoolboeken en schoolbe- hoeften." Daarom is in de raadsvergadering van 17 Jan. jl. een staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting van 1872 vastgesteld, Waarbij van «kosten van schoolboeken en schoolbehoeften" werd afgeschre ven 200 om die over te brengen op een nieuw artikel «kosten van ad- vertentiën" enz. Dit artikel hebben wij dus nu voor het eerst bij de be handeling van de begrooting, maar waarom nu ƒ400 wordt uitgetrokken, in plaats van ƒ200, zooals voor 1872 in Januari werd vastgesteld, dat begrijp ik niet. Mag ik daaromtrent inlichting vragen. De Voorzitter. Wat vroeger kwam onder den post «schoolbehoeften en prijzen", is n. a. van een verzoek van Ged. Staten onder dit art. gebracht. De heer Le Poole. Dan moet deze post op hetzelfde bedrag worden uit getrokken, maar niet op ƒ400 in plaats van op f 200. De heer De Fremery. Ik geloof dat de zaak deze is. Dit jaar is bij af- en overschrijving nog een bedrag van ƒ200 meer op dit art. gebracht. Van daar het verschil. De heer Le Poole. Mag ik den geachten Wethouder van Financiën doen opmerken dat er op dien post tot nu toe slechts p. m. 160 is uitgegeven, met inbegrip van die f 24,20 voor reiskosten van die jonge dame uit Friesland die, zooals wij straks zagen, voor dat vergelijkend examen een vergeefsche reis heeft gemaakt. In stemming gebracht, wordt het artikel aangenomen met 19 stemmen tegen 1die van den heer Le Poole. De heer Veefkind verklaarde zich buiten stemming te willen houden. Hoofdstuk VII, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 20 tegen 2 steramen. Tegen stemden: de heeren Cock en Le Poole. Hoofdstuk VIII. Kosten voor het armwezen, mitsgaders subsi- DlëN EN BIJDRAGEN AAN ONDERSCHEIDENE DAARMEDE IN VERBAND STAANDE INSTELLINGEN. De heer Van Heukelom. Ik vraag het woord bij de algemeene beschou wingen over het hoofdstuk, omdat ik aanleiding vind tot twijfel. In de sectiën heb ik eenige opmerkingen te berde gebracht, maar het antwoord van Burgemeester en Wethouders heeft mij nog niet bevredigd. Mijn twijfel betrof in de eerste plaats het nut en de rechtmatigheid van den post van 500 voor den praelector in de verloskunde. Ik zie niet in de noodzake lijkheid om een onderwijzer in dat vak aaD te stellen. In de tweede plaats betrof mijn twijfel den post van 5300 voor geneesmiddelen in de stads apotheek. Wat groot of wat klein moet genoemd Worden is zeer relatief. Maar toch meen ik dat deze post, in verhouding tot de bevolking, te hoog is. Ik zou gaarne wenschen te weten of er geen middel was een en ander te onderzoeken. De Voorzitter. Wat het eerste punt betreft kan ik mededeelen dat wij in den bedoelden praelector een man bezitten van veelvuldige ervaring en die tevens bereid is de noodige hulp te verstrekken bij buitengewone omstandigheden. De heer Van Heukelom. Maar aan wie geeft hij onderwijs? De beer Stoffels. Hij geeft onderwijs aan vroedvrouwen. De heer Thomas is tevens belast hulp te verleenen aan alle vroedvrouwen die zijne hulp verlangen en noodig hebben. Het onderwijs dient om de vroedvrouwen te bekwamenproeven van uitkomst zijn en worden nog geleverd. De heer Van Heukelom. Maar moet de gemeente zich dan belasten met het geven van onderwijs aan vroedvrouwen? Ik meende dat wij in de gemeente vroedvrouwen noodig hadden die haar zaak verstaanmaar niet zulke die nog onderwijs noodig hebben. De heer Stoffels. Hier ter stede hebben wij vroedvrouwen die nog wel onderwijs en soms ook bijstand noodig hebbenzij stellen het op hoogen prijs. De heer Van Heukelom. Hier wel, zegt gij, maar elders hebben de vroedvrouwen toch geen onderwijs noodig. De Voorzitter. Ik geloof dat wij ons gelukkig mogen achten dat er in onze gemeente zulk eene gelegenheid bestaat voor dé vroedvrouwen om on derwijs te verkrijgen. De heer Van Heukelom. De twijfel, dien ik had. bestaat nog. Want door ondervinding ben ik wijs geworden. Ik acht het niet noodig dat het onderwijs in dit vak door de gemeente worde betaald. Hoe is het in andere gemeenten De Voorzitter. Wat elders geschiedt is mij niet bekend. Hier zijn wij in een exceptioneelen toestand. En wij moeten blijde zijn dat wij het onderwijs kunnen hebben. De heer Evers. Ik geloof dat de heer Van Heukelom in eene dwaling verkeert. De heer Simon Thomas heeft een vast inkomen als accoucheur der stad. Het is voor de gemeente een groot voordeel iemand als de heer Thomas te bezitten die ten allen tijde de vroedvrouwen in nood kan bijstaan. Buitendien is het wel noodig dat die vroedvrouwen nog eenig onderricht bekomen. Als men nagaat hoe het vooral in vroeger jaren bij de examina toeging, dan kan men het niet kwaad achten dat die vrouwen nog les krijgen. Zij doen de gemeente een tamelijk groote dienst door vroedvrouw te worden. Ik zou zelfs wenschen dat haar aantal nog wat grooter was. En zoo nu eene kleinigheid als deze voldoende is om de vroedvrouwen beter te vormenlaat ons daarover dan heenstappenin het belang van vele ingezetenenmen kan den post beschouwen als behoorende tot de medische politie. Menigeen heeft aan die vrouwen zijn leven te danken gehad. Wat de tweede opmerking van den heer Van Heukelom betreft, de duurte der geneesmiddelen in de stads-apotheek dat bezwaar meen ik te moeten beamen. De rekening van die stads-apotheek is tamelijk hoog. Om voor 30.000 recepten jaarlijks te geven 17 cents per stuk is zeer veel. Ik ken de begrooting van de apotheek in den Haag. Ik heb de eer gehad daar van eenige jaren een der inspectores te zijn en ik kan daaromtrent het 1872. volgende mededeelen. De gezamentlijke uitgaven voor ieder recept met inbegrip van tractementen vuurlichtinstrumentenonderhoud van het gebouw, assurantiekosten en dergelijke, bedroegen in de gemeente-apotheek te 's Gravenhage voor het jaar 1862 0,11^ ct., voor 1863 0,llT8r6T, voor 1864 0,09t9t'7voor 1865 0,11/^, voor 1866 0,11T4ÏÏV' voor 186? MLnr» voor 1868 0,llf«®0, voor 1869 0,11^, voor 1870 0,12TYT, voor 1871 Worden van de algemeene uitgaven afgetrokken voor tractemen ten onderhoud en assurantie van het gebouwdan heeft ieder recept aan geneesmiddelen en voor het bereiden benoodigde materieel, vuur en licht, gekost in 1862 0,057 dit is voor 82829 recepten 4734,05s. 1863 0,057 69752 3987,38. 1864 0,045 77269 3505,95s. 1865 0,048 68917 3435,45s. 1866 0,062 81060 5026,29. 1867 0,052 67638 3510,96s. 1868 0,063 73133 4626,43. 1869 0,053 63721 3404,44. 1870 0,067 67132 4493,32s. 1871 0,076 75260 5762,63s. Ik geef gaarne toehoe grooter de apotheek is en hoe meer recepten hoe minder de kosten voor ieder recept bedragen. Maar als ik nu ook vergelijk de rekening van de apotheek van het Ziekenhuis, dan kom ik tot dezelfde gevolgtrekking. De wezentlijke waarde van ieder geneesmiddel de kosten van het gereedmaken niet medegerekendbedroeg in het Nosoc. Acad. 0,15 cent in 1870 en 0,11 in 1871. Ieder recept met inbegrip der tractementen 0,25 in 70, 0,20 in 1871. In 1870 werden aldaar 15628 en in 1871 17273 recepten bereid. Voor de gemeente-apotheek alhier wordt het aantal recepten op 30000 geraamd en daarvoor 7660 gevraagd dat is voor ieder recept ƒ0,25; die geneesmiddelen worden geraamd op 5300 dus voor ieder recept is de wezentlijke waarde geschat op ƒ0.17. In den Haag was het ook een tijdlang hoogerten gevolge van overigens zeer verklaarbare, misbruiken. Men besteedde niet alles aan. De stads-doctoren konden alles opschrijven wat zij wilden, zelfs elk nieuw middel, en dat werd dan dikwerf slechts eenmaal voorgeschrevenlater zeer zelden of nooit meer aangewend. Deze nieuwe middelen zijn meestal zeer duur en moeten in betrekkelijk groote hoeveelheden ingekocht worden, alleen om het te beproeven. Meermalen is het gebeurd dat men in een jaar voor ƒ200 a 300 inkocht voor nieuwe middelen en dat daarvan voor hoogstens ƒ2 a. ƒ3 werd gebruikt. Aan die onregelmatigheden is toen een einde gemaakt. Ik wil volstrekt niet minder goede medicamenten inkoopenmaar alleen dat men naga wat er te doen is in het belang van de stadzonder de zieken te benadeelen. Evenmin zou ik wenschen dat geene nieuwe middelen beproefd werdenmaar wel dat tegen misbruik in dit opzicht gewaakt werd. Aanbe steding aan den eenen kant en zuinig voorschrijven aan den anderen kant, kunnen de middelen zijn om tot bezuiniging te gerakeD. De heer Stoffels. Ik ben geen voorstander van het stelsel van aanbe steding; maar het is de vraag, of deze ook wel op de deugdelijkheid der geneesmiddelen gunstig zoude inffuenceeren. Ik betwijfel het b. v. of kina en chinine dan wel zoo goed zou zijnals die welke regelrecht ons van Rotterdam en 's Hage uit de eerste hand wordt afgeleverd. Ik meen dat de qualiteit wel aanmerkelijk zou verschillenhet is daarmede als met alle andere zaken alle waar is naar zijn geld. Men weet welk eene massa chinine er gebruikt wordt en die is wel in prijs verdubbeld bij vroeger. En als ik dan naga de vele recepten waarin chinine wordt voorgeschrevendan moet ik zeggen dat 18 cent nog niet in evenredigheid te veel is tot het getal. Zonder eenigen hoogmoed moet ik zeggen, dat ik de apotheek nog al naga, en ik weet dan niet waarop het zou te vinden zijn. Alles geschiedt met zorg vuldigheid en spaarzaamheidde tractementen zijn overigens niet zoo hoog om in aanmerking tot vermindering te komen. Dit kan ik verzekeren, dat er inderdaad geene misbruiken plaats hebben. Vermindering van den post zoude ten gevolge moeten hebben dat er geneesmiddelen van mindere qualiteit wierden afgeleverd. En dat zou de eenige weg zijn om de recepten goedkooper te krijgen maar daartoe zou ik niet gaarne medewerken. En zou het ook wel goed zijn? De heer Evers. Ik moet het aangevoerde door den heer Stoffels be paald tegenspreken. In den Haag levert men in de gemeente-apotheek de beste medicamenten af. Uit de ter aanbesteding aangeboden monsters van geneesmiddelen worden eerst de beste gekozen en dan de levering aan dien inzender van monsters gegund die voor de uitgekozene den minsten prijs vroeg. Steeds worden er dus de beste middelen voor bereiding van voor schriften gebruikt. Meermalen waren wij zelfs verwonderd daarover dat voor de minst goede monsters juist de hoogste prijzen gevraagd werden. Wij hebben ons over het algemeen uitmuntend goed bij aanbestedingen bevonden. Ook is het oog gehouden op het verstrekken van zoogenaamde huismiddelen zooals spiritus, likkepotjes enz. Men is zoo geneigd daarvan iets in huis te willen hebben. De heer Stoffels. Wat de bedenking betreft, dat dit of dat gesticht of bijzondere personen gaarne wat spiritus of tinctuur ontvangenkan ik ver zekeren dat dit bepaald geweigerd wordt. Is er een recept noodighet wordt terstond gereed gemaakt, maar geen huismiddeltjes worden zonder voorschrift afgegeven. En wat nu de voorschriften zelve betreft, die loopen zeer uiteen. Er zijn geneesheerendie voorschrijven naar de pharmacopoea pauperum maar er zijn er anderen, die zich aan de pharmacopoea pauperum niet hou den ofschoon het wel degelijk in hunne instructie staatdat zij die phar macopoea moeten volgen. Doch zij moeten vrij blijven en zulks kan ook niet altoos geschieden. De Voorzitter. Ik zou in overweging geven, dat déze quaestie nog eens nader door de heeren Evers en Stoffels wierd besproken. Ik geloof dat dit geheel tot hun terrein behoort en wij daarvan wellicht later iets goeds mogen verwachten. Wij zouden dus in afwachting van een nader resultaat voorloopig den post in stemming kunnen brengen. De heer Van Heukelom. Mijnheer de Voorzitter! ik had groot bezwaar tegen dezen postmaar «waar meerder komt moet minder wijken" en wan neer ik dan van zoo zeer bevoegde zijde hoor betoogen dat die betrekking noo dig iszoo maak ik geen bezwaar meer tegen de daarvoor uitgetrokken som. 62

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 13