HAHDELIE6ER TAS OIR 6EBEESTERAAD TAS LEIDER. 42. IXGEROJIEK STUKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. Leiden, 9 September 1872. Wij ontvingen ten fine van praeadvies een aan uwe vergadering gericht schrij ven van Burgemeester en Wethouders dd. B Sept., houdende voorstell0.om den dienst van concierge in de Gehoorzaal voor den tijd van vier jaren en elf maanden te verpachten op de voorwaardenbij het voorstel gevoegd 2°. om het den 13den Januari II. vastgestelde tarief voor de verhuring der verschillende zalen te wijzigenen wel zooals mede in het hier behandelde schrijven wordt aangewezen. Wat betreft het eerste voorstel, de verpachting, even als bij de Com missie van Fabricage, zoo is ook bij ons de vraag ter sprake gekomen, of het niet wenschelijk zoude zijnbehalve het buffet, ook het gebruik van de Gehoorzaal zelve te verpachtenen dus den pachter geheel vrij te laten in dit gebruik, op dezelfde wijze als zulks nu met de lokalen aan den Burg het geval is? Een der leden van onze Commissie was geneigd die vraag toestemmend te beantwoorden, althans geneigd met de verpachting van het gebruik der verschillende zalen eene proef te nemen van eenige jaren. Terwijl het naar zijn inzienzeer wel mogelijk ware bij dergelijke verpachting voorwa' rden te stellenwelke waarborg opleverdendat de zalen niet aan hare oorspronkelijke bestemming zouden worden onttrokken, zou men, door in dien zin te besluiten, niet alleen een vrij belangrijk financieel voordeel behalenmaar ook het Dagelijksch Bestuur ontheffen van de lasten en moeiten aan het beheer van deze inrichting verbonden. De meerderheid onzer Commissie kon zich intusschen met dit gevoelen van haar medelid allerminst vereenigenmaar voegde zichvoor zooveel de quaestie van den omvang der verpachting betreft, geheel aan de zijde van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Fabricage. De vraag, hoe men van de Gehoorzaal de grootste winsten kan trekken, mag naar hare overtuiging niet op den voorgrond staan want toen de Kaad besloot om^voor het verbouwen van die Gehoorzaal een vrij aanzienlijk kapitaal be schikbaar te stellen, deed hij dit om door verbetering der zalen'eene alge meen gevoelde behoefte te bevredigenen niet om het aangewezen kapitaal zoo productief mogelijk te maken. De hoofdvraag moet dus wezen: hoe beantwoordt de nieuwe stichting het best aan hare bestemming? en op die vraag antwoordt de meerderheid uwer Commissie zonder aarzelendoor met de verhuring der lokalen voort te gaan op de wijze, sedert Januari 11. ge- volgd. Wanneer die lokalen niet meer, zooals tot nog toe, door het ge meentebestuur worden afgestaan aan hen die zich het eerst als huurders aan melden, maar wanneer de pachter zelf daarover beschikt, dan is het zeer duidelijkdat hij bij de verhuring de voorkeur zal geven aan die personen of gezelschappen, wier tijdelijk verblijf in de zaal hem pachter de meeste voordeelen oplevert, en dat hij andere vereenigingenhoe nuttig en voor treffelijk misschien ook, zal achterstellen, zoo al niet geheel uitsluiten, om de voor hem, maar zeker niet voor het publiek, gewichtige reden, dat die vereenigingen weinig of geen gelegenheid aanbieden om winst te maken. Het doel van de verbouwing zou langs dien weg geheel worden gemist, en daartegen behoort voor alles te worden gewaakt. Keurt de meerderheid het dus allezins goeddat de verpachting besloten blijve binnen de grenzen door de Commissie van Fabricage gesteld, ook met de voorwaarden Van verpachting, zooals zij die ontwierp, kunnen wij ons wel vereenigen. Wij erkennen dat de termijn van ongeveer vijf jaren, voor de verpachting aangenomen, op zich zelf niet te lang is. Immers de pachter moet aanvankelijk vrij wat aan zijne installatie ten koste leggen, en hij doet dat natuurlijk alleen dan, wanneer de voordeelen der verpachting hem voor een vrij groot tijdvak verzekerd worden. Het zou intusschen kun" nen gebeuren dat er aanvankelijk weinig zucht tot mededinging bestond en dat dus aan de gemeente slechts eene onbeduidende pachtsom wierd aange.- boden. Mocht dit het geval blijken, dan vertrouwen wij dat Burgemeester en Wethouders, liever dan het ongunstige bod aan te nemen en de gemeente daaraan voor vijfjaren te binden, eene nieuwe verpachting voor hoogstens twee jaren zullen voorstellen. Want ook al mocht het nieuwe bod dan nog veel lager wezen, zoo zou dit in elk geval slechts voor twee jaren gelden, en de gemeente de gelegenheid open houden om in 1874, wanneer men meer. ervaring zal hebben opgedaan van de voordeelen der exploitatie, betere voorwaarden te bedingen. Onder dit voorbehoud is de meerderheid der Commissie allezins bereid u de goedkeuring der voorwaarden van verpach ting aan te bevelen. Wat betreft de herziening van het tarief der huren, zoo kan uwe Com missie slechts verklarendat zij daarvan met het meeste genoegen heeft kennis genomen, omdat die herziening toch geheel overeenstemt met de wensehetireeds in Januari II. door haar uitgesproken. Zij stelt u dus voor dat nieuwe tarief door uwe goedkeuring te bekrachtigen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. l'll j Leiden, 19 Augustus 1872. Wij hebben de eer UEd. Achtbare hiernevens toe te zenden een sup- pletoire begrooting van ontvang en uitgaaf, voor het batig saldo van het jaar 1871, en verzoeken gequalificeerd te worden, om hetzelve te mo<mn kapitaliserenen in dit loopend jaar te verantwoorden. Het Bestuur van het H. Geest of Arme Wees- en Kinderhuis, Aan de Edel-Achtbare Heeren Burge- J. J. Prins Voorzitter, meester en Wethouders der stad Leiden. J. van Schravendijk Secretaris. [Bij dezen suppletoiren staat van begrooting wordt onder de inkomsten gebragt: Batig slot der rekening 1871 ƒ2283.48, en onder de uitgaven: Aankoop van effecten ƒ2283.48.] 1878. Leiden, Augustus 1872. De Commissie van Financiën maakt geen bezwaar tegen den in hare han den gestelden suppletoiren staat vRn begrooting van het H. Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier voor het jaar 1872 en heeft de eer u te raden dien goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Ne. ATS. Leiden, September 1872. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrootingen over 1873 der gesubsidieerde instellingen van weldadigheid en van het Israëlitisch Armbestuur. Zij heeft daarop geene bedenkingen, terwijl de daarbij voorgedragene subsidiën in overeenstemming zijn met het raadsbesluit van 19 November 1868 en met 5 pCt. verminderd. 1°. Het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis. De Commissie raadt u het door Regenten uitgetrokken subsidie ad ƒ10800 te bepalen bij een besluit waarvan het model bij dit rapport is gevoegd, en voorts de begrooting goed te keuren: de inkomsten op ƒ35018, de uit gaven op ƒ35018, sluitende alzoo quite, bij een besluit, waarvan bet model aan den voet der begrooting is gedrukt. 2°. liet lloomsch- Catholijke Weesen Oudeliedenhuis. Ook voor deze administratie vindt zij vrijheid te raden het gevraagd subsidie op ƒ11200 te bepalen bij het hierbij gevoegde besluit, en hare begrooting goed te keuren: de inkomsten op ƒ22821.39, de uitgaven op ƒ22821.39, sluitende alzoo quite, bij het aan den voet der begrooting gedrukte besluit. 3°. Het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. Zij heeft de eer u te raden het subsidie voor die instelling te bepalen op ƒ2240, bij het voorschreven besluit, en die begrooting goed te keuren: de inkomsten op ƒ6919.165, de uitgaven op ƒ6915.60, dus met een goed slot van ƒ3.565, bij het aan den voet der begrooting gedrukte be sluit, en 4°. Het Nederlandsch Israëlitisch Armbestuur. Het subsidie voor dat bestuur raadt zij u op het daarbij voorgestelde cijfer van ƒ408 te bepalen bij het meergenoemd besluit, en de begrooting goed te keuren: de inkomsten op ƒ1428.155, de uitgaven op ƒ1428.155, sluitende alzoo quitebij het aan den voet dier begrooting gedrukte besluit. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 1Ï9. Leiden, September 1872. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten dat zij op de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrooting van het Werkhuis voor 1873 geene bedenkingen heeft, en daarom vrijheid vindt n te raden die goed te keuren: in ontvang ad ƒ34006.435, in uitgaaf ad ƒ34005, alzoo sluitende met een batig saldo ad ƒ1.435, en het door deze administratie verlangde subsidie voor 1873, ad ƒ7000, uit de gemeentekas toe te staan bij een besluit, waarvan het model hierbij gevoegd is. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 180. Leiden, September 1872. Ter voorkoming van vele verzoeken om gedeeltelijke af geheele afschrij ving van plaatselijke directe belasting over het loopende jaarhebben wij de eer u hierbij over te leggen een staat,, vermeldende de namen van eenige belastingschuldigen, die de gemeente verlieten vóór de uitreiking der be trekkelijke aanslagbillettenna zich van de bevolkingsregisters te hebben laten afschrijven of overleden waren, met voorstel om den aanslag van die personen in genoemde belasting, vóór hun de billetten worden toegezonden, te verminderen met eene som zooals kolom 11 van dien staat aanwijst. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, September 1872. De Commissie van Financiënin wier handen werd gesteldten fine van bericht en raadeen lijst van personenwelke de gemeente verlaten of overleden waren vóór dat de uitreiking der aanslagbilletten in de plaatselijke directe belasting over 1871 plaats greep, heeft de eer u mede te deelen dat zij zich wel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders ver eenigen kan, om ter vermijding van herhaalde verzoeken om geheele of ge deeltelijke vrijstelling van die belasting, aan 79 personen afschrijving te verleenen en wel voor de sommen als in kolom 11 dier lijst zijn uitge trokken, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ974.09. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRA3BE. 48

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1