HABDILIBGIB TAB BEI 61HEEHTEBAA0 TAI LEIDEN. 27. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N#. 1Ö4. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekendein het jaar 1870 door u benoemd tot gemeente apotheker voor den tijd van twee jaren, heeft de eer u te verzoeken om in deze betrekking te worden bestendigd. Met de meeste hoogachting heeft hij de eer te zijn Uw Dw. Dienaar, Leiden, 17 Mei 1872. R. Jesse Rz.Apotheker. Leiden, 10 Juni 1872. De heer R. Jesse Rz.in uwe vergadering van 4 Juni 1870 voor den tijd van 2 jareningaande den lsten Juli d. a. v.benoemd tot gemeente-apotheker heeft bij het nevensgevoegd adres verzocht om in deze betrekking te worden bestendigd. HH. Gecommitteerden tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizentevens Commissarissen der gemeente-apotheekdaaromtrent door ons gehoordhebben in overweging gegeven aan adressants verzoek om bestendiging in zijne betrekking te voldoen. Met Gecommitteerden voornoemd zijn wij van oordeel dat eene inwilliging van het verzoek wenschelijk is, zoodat wij de vrijheid nemen u voor te stellen den adressant voor den tijd van twee jareningaande den lsten Juli e. k., in zijne betrekking van gemeente-apotheker te continueeren. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 25 Mei 1872. In antwoord op uwe apost. miss. dd. 21 Mei 11. n°. 748, waarbij in onze handen werd gesteld het verzoek van den heer R. Jesse Rz.gemeente apotheker, ten einde hierop te dienen van bericht en raad, hebben Gecom mitteerden de eer UEd. voor te stellen aan het gedaan verzoek om besten diging in deze zijne betrekking te voldoen. Aan HH. Burgemeester en Gecommitteerden tot de Administratie der Wethouders der Gemeente Vereenigde Gast- en Leprooshuizen Leiden. Stoffels, Voorzitter. Hoog, Secretaris. N8. 105. Aan HH. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennenCommissarissen der Naam» looze Vennootschap Bierbrouwerij de Posthoorn en Azijnmakerij de Twee Sleutels, dat door uwe vergadering, bij acte van 26 Maart 1862, geregis treerd den 27sten daaraanvolgende, aan de Vennootschap in eigendom werd afgestaan de grond van de Lange Duizenddraadsteeg dat die afstand geschieddeo. a. onder voorwaardedat de steeg aan beide zijden worde afgesloten met een hek, waardoor de wijdte der steeg aan den ingang niet wordt verminderd dat thans evenwel eene noodzakelijke verbouwing van bet perceel aan den hoek dier steeg op de Oude Vest het hoogst wenschelijk maakt den ingang aan die zijde eenigszins te versmallendaar anders die verbouwing niet behoorlijk zoude kunnen plaats hebben dat tegen die versmalling niet het minste bezwaar kan bestaan, daar toch de ingang minstens zoo breed zal blijven als de steeg op het smalste gedeelte is, zoodat de passage door de steeg natuurlijk in niets wordt belemmerd dat dus ook de passage met brandspuiten, waarop blijkbaar bij de voor waarden in de acte wordt gedoeld, geheel onverhinderd blijft, omdat eene spuit van grooteren omvang dan den ingang der steeg zooals adressanten die thans wenschen'te maken, evenmin nu de steeg in het smalste gedeelte zoude kunnen passeeren dat mitsdien door de voorgenomen verbouwing aan de strekking der gemaakte voorwaarde in niets te kort zoude worden gedaandoch dat zij met de letterlijke bepaling in strijd is te achten, zoodat adressanten daartoe niet mogen overgaan zonder uwe vergunning. Redenen waarom zij de vrijheid nemen zich tot u te wendenmet het eerbiedig verzoek hun de vereisehte toestemmingin het belang der zaak wel te willen verleenen. 'tWelk doende. Commissarissen der Vennootschap voornoemd, Leiden, 11 Mei 1872. A. J. Rijshouwer, loco Voorzitter. G. F. Japikse Directeur. Leiden, 3 Juni 1872. Bij nevensgevoegd adres verzoeken Commissarissen der Naamlooze Ven nootschap Bierbrouwerij de Posthoorn en Azijnmakerij de Twee Sleutels alhier, vergunning om den ingang van de Lange Duizenddraadsteeghun in eigendom afgestaan bij raadsbesluit van 26 Maart 1862, aan de zijde der Oude Vest eenigszins te versmallen en zulks in verband met eene door hen voorgenomen noodzakelijke verbouwing van het perceel aan den hoek dier steeg. Wij hebben daarop het advies der Commissie van Fabricage ingewonnen hetwelk hiernevens wordt overgelegd en waarmede wij ons volkomen veree nigen kunnen, zoodat wij de vrijheid nemen u te raden den adressanten de gevraagde vergunning te verleenen mit3 de bedoelde verandering worde verricht onder toezicht van den Gemeente-architect. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. 1872. Leiden,,29 Mei 1872. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request der Naamlooze Vennootschap Bierbrouwerij de Posthoorn en Azijnmakerij de Twee Sleutels te berichtendat volgens art. 1 der voorwaarden waarop aan die Vennoot schap, krachtens raadsbesluit van den 6den Februari 1862, den eigendom van den grond der Lange Duizenddraadsteeg, tusschen de gedempte Maren- dorpsachtergracht en de Oude Vest, is afgestaan, de wijdte der steeg aan den ingang niet mag worden verminderden volgens art. 2 de straatvoor de passage met stadsbrandspuiten dienstigmoet worden onderhoudendat door de voorgenomen verbouwing echter de ingang aan de zijde der Oude Vest, die eene breedte heeft van 4.84 meters, met 1.15 meter zou ver smallen j dat evenwel de wijdte der steeg tusschen eenige bestaande beer- muren slechts 8.10 meters bedraagt en de ingang aan de zijde der gedempte Marendorpsche Achtergracht niet meer dan 1.60 meter, tot doorgang van een brandspuit voldoende, en dat derhalve aan de zijde van de Oude Vest na de verbouwing nog eene breedte van 3.69 meter overblijft. De Commissie heeft dan ook geen bezwaar den Gemeenteraad voor te stellen tot het aangeduid versmallen vergunning te verleenen, mits dat onder toezicht van den Gemeente architect worde verricht. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage, enz. N°. 106. Leiden, 11 Juni 1872. De Commissie van Financiën, geene bedenkingen hebbende tegen de voorgestelde af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor den dienst van 1871 heeft de eer u te raden bijgaanden staat vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. [Bij dezen staat wordt voorgesteld om van volgnommer 136a, Kosten bij de heerschende pokken-epidemie, de som van ƒ68.68 over te schrijven op volgn. 136i, Kosten van insinuatiën tot teruggave van verstrekten onderstand.] N°. 10!?. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennende ondergeteekende Gerardus Aalbertsbergdat de drie jaren waarvoor hij is aangesteld als stads-heelmeester weldra verstreken zijn, weshalve hij verzoekt andermaal voor genoemde betrekking te mogen worden gecontinueerd. Leiden, Mei 1872. 't Welk doende, G. Aalbertsberg. Leiden, 13 Juni 1872. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen de adviezen van Diakenen der Nederduitsch Hervormde gemeente, van Regenten der Roomsch-Catho- lijke armen en van Armverzorgers der Nederduitsch Israëlitische gemeente, door ons ingewonnen op het adres van den Stads-heelmeester Gerardus Aalbertsberg, om weder in die betrekking te worden bestendigd. Onder referte daaraannemen wij de vrijheid u te raden den adressant andermaal voor drie jaren als zoodanig te continueeren. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 11 Juni 1872. Edel Achtbare Heeren Diakenen der Nederduitsch Hervormde Gemeente alhier hebben de eer, onder terugzending van nevensgaand verzoekschrift, na verkregen inlichting van de Diakenen der kwartierenwaarin de heer Aalbertsberg werkzaam is zeer gunstig te adviseeren. Met de meeste hoogachting teekenen wij ons Namens Diakenen voornoejnd, Aan den Edel-Achtbaren Raad G. J. Corts, Voorz. der gemeente Leiden. C. Kooyker Secr. Leiden, 3 Juni 1^72. Mrn Regenten van de Roomsch-Catholijke Armen alhier, berigt geveilde op UEd. Achtb. apostille van 29 Mei jl. n°. 806gehecht aan het afschrift van een verzoek van den heer G. Aalbertsbergvragende om continuatie zijner betrekking als Stads-heelmeester, hebben bij deze de eer te kennen te geven dat bij het Collegie voornoemd geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging van adressants verzoek. Aan den Heere Burgemeester Namens Mrn Regenten voornoemd van Leiden. De Regent-Secretaris A. G. Hessels. Leiden, 6 Juni 1872. Op het onder n". 806 gestelde verzoekschrift van den heer Gerardus Aalbertsberg, hebben Armverzorgers der Nederduitsch Israël, gemeente alhier, de eer UEd. Achtbaren te berichten, dat er hunnerzijds volstrekt geen zwarigheid bestaat om adressants verzoek, om continuatie in zijne betrekking als stedelijk heelmeester, in te willigen weshalve zij u beleefdelijk verzoeken hieraan gevolg te willen geven. Aan den Gemeenteraad Armverz. der Nederd. Israël. Gemeente te Leiden. J. E. Goüdsmit, Voorzitter. S. A. Andreson, Secretaris. 30 k

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1